Digestie Flashcards

(1092 cards)

1
Q

Wat zijn de vier belangrijke verschijnselen van aandoeningen van het digestiestelsel?

A
  • Slikproblemen
  • Braken
  • Regurgiteren
  • Diarree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt dysfagie het best omschreven?

A

Moeizaam of pijnlijk slikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de drie fases van het slikproces?

A
  • Orofaryngeale fase
  • Oesofageale fase
  • Gastro-oesofageale fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn enkele verschijnselen bij orofaryngeale slikproblemen?

A
  • Speekselen
  • Kokhalzen
  • Overdreven slikbewegingen
  • Meerdere slikpogingen per voedselbrok
  • Voedselverlies uit de mond
  • Regurgiteren tijdens of direct na het eten
  • Pijnlijk slikken
  • Neusuitvloeiing
  • Hoesten bij verslikken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het risico bij sonderen van gezelschapsdieren met dysfagie?

A

Het gevaar van slokdarmperforatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is braken?

A

Actief (retrograad) opgeven van maaginhoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen braken en regurgiteren?

A

Braken omvat actieve braakbewegingen, terwijl regurgiteren passief is zonder actieve buikbewegingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke diersoorten kunnen niet braken vanwege hun cardia?

A

Paarden, konijnen en cavia’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kenmerken van regurgiteren?

A
  • Geen kokhalzen
  • Passief proces
  • Geen inleidende verschijnselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de rol van het braakcentrum?

A

Coördineert de braakreflex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn mogelijke prikkels voor het braakcentrum?

A
  • Chemische factoren in de bloedsomloop
  • Prikkeling van vagale zenuwuiteinden in de wand van het maag-darmkanaal
  • Directe prikkeling van het hersencentrum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij een verhoogde intracraniële druk?

A

Het kan prikkeling van het braakcentrum veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de gevolgen van een achterste stenose bij herkauwers?

A

Verminderde voedselpassage door de pylorus en reflux van lebmaaginhoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen voorste en achterste stenose?

A

Achterste stenose betreft de pylorus, voorste stenose betreft het ostium reticulo-omasicum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de symptomen van chronisch braken van voedsel?

A

Wijst op een passagebelemmering in het craniale deel van de digestietractus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is verslikpneumonie?

A

Longontsteking door voedsel dat in de longen is terechtgekomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat kan directe prikkeling van het braakcentrum veroorzaken?

A

Hypoxie

Bijvoorbeeld tijdens shock of hartziekten met verminderde ‘cardiac output’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke soorten receptoren prikkelen het braakcentrum?

A

Receptoren die reageren op:
* Rek van de maag-darmwand
* Chemische samenstelling van de inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noem enkele pathologische processen die prikkeling van receptoren in het maag-darmkanaal kunnen veroorzaken.

A
  • Ontstekingsprocessen
  • Tumoren
  • Maag-darmulcera
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de rol van de afferente autonome zenuwbanen in het braakproces?

A

Ze geven prikkels door vanuit organen naar het braakcentrum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat kan een braakreflex uitlokken bij honden en katten?

A

Buikvliesontsteking (peritonitis)

Bijvoorbeeld door perforatie of preperforatieve peritonitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de gevolgen van een verhoogde intracraniële druk?

A

Prikkeling van het braakcentrum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar bevindt zich de chemoreceptor trigger zone?

A

In de bodem van de vierde hersenventrikel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn anti-emetica?

A

Middelen tegen braken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat gebeurt er bij ernstige diarree?
Verlies van water en elektrolyten leidt tot uitdroging.
26
Wat is de functionele eenheid van de dunne darm?
Darmvillus (darmvlok).
27
Wat is de levensduur van enterocyten in de dunne darm?
48 tot 72 uur.
28
Welke bacteriën zijn predominant in de dikke darm van vleeseters?
* Bacteroides * Lactobacillus species * Clostridium spp.
29
Wat is kolonisatieresistentie?
Vermindering van de kolonisatie door pathogene bacteriën door de normale microflora.
30
Welke factoren beïnvloeden de motiliteit van de darm?
* Enteric nerve system (ENS) * Verhoogde druk door vulling
31
Wat is de rol van de Na+/K+-pomp in de darm?
Reguleert transport van mineralen en beïnvloedt vochtabsorptie.
32
Vul in: De passage van water door biologische membranen is afhankelijk van de _______.
hydrostatische of osmotische druk.
33
Wat beïnvloedt de microbiële flora in de darm?
* Morfologie van het darmslijmvlies * Farmacokinetiek van geneesmiddelen * Productie van vitaminen
34
Hoe begint de microbiële kolonisatie van de darm?
Tijdens de geboorte door contact met de vaginale flora van het moederdier.
35
Wat gebeurt er met de darmflora bij de overgang van melkvoeding naar vaste voeding?
Verschijnen strikt anaerobe kiemen en reductie van enterokokken.
36
Wat is de functie van vluchtige vetzuren in de dikke darm?
Substraat voor ATP-productie, essentieel voor de werking van de Na+/K+-pomp.
37
Wat is de rol van vluchtige vetzuren in de dikke darm?
Zij dienen als substraat voor de productie van ATP dat nodig is voor het functioneren van de Na+/K+-pomp
38
Wat gebeurt er met water en elektrolyten door de mucosa van de darm?
Er vindt een continue beweging plaats in beide richtingen
39
Wat is de verhouding tussen secretie en absorptie bij gezonde dieren?
De secretie is kleiner dan de absorptie, wat leidt tot netto absorptie
40
Hoeveel vocht neemt een kalf gemiddeld per dag op?
Ongeveer 100 liter
41
Wat is de maximale absorptiecapaciteit van water in de dunne en dikke darm?
30 tot 100% groter dan de benodigde capaciteit onder normale omstandigheden
42
Wat gebeurt er als de ileocaecale flow de maximale absorptiecapaciteit van de dikke darm overschrijdt?
Er treedt diarree op
43
Wat is de rol van het colon bij de absorptie van vocht?
Het absorbeert meer dan 90% van het vocht uit de darminhoud
44
Wat zijn de drie manieren waarop de normale balans tussen secretie en absorptie van water verstoord kan worden?
* Malsecretie * Malabsorptie * Maldigestie
45
Hoe beïnvloeden infecties met E. coli de waterabsorptie?
Zij hebben vooral invloed op de secretie
46
Wat is een mogelijke oorzaak van diarree na het oraal toedienen van amoxicilline bij konijnen?
Maldigestie
47
Wat is een belangrijke factor die bepaalt of een opname van een pathogeen ziekte veroorzaakt?
Het aantal en de pathogeniteit/virulentie van de opgenomen pathogenen
48
Wat zijn effectieve preventiemaatregelen om contact met pathogenen te verminderen?
Hygiënemaatregelen en het verminderen van contacten met infectieuze dieren
49
Vul in: Bij een kalf is de netto absorptie van vocht slechts ______ liter meer dan de secretie.
2,5
50
Waar vindt de absorptie van water de overhand?
In de dikke darm
51
Wat kan een relatief geringe afname van de netto absorptie in de dikke darm veroorzaken?
Snel diarree optreden
52
Wat is een gevolg van een ernstige ontsteking van het colon bij het paard?
Een snel fataal verloop door verlies aan water
53
Wat is een kenmerk van de dikke darm bij jonge dieren?
Minder stabiele microflora waardoor vochtverliezen moeilijker gecompenseerd kunnen worden
54
Wat is de absorptiecapaciteit van de dikke darm bij ulcererende colitis?
Sterk afgenomen, wat kan leiden tot ernstige diarree ## Footnote De dikke darm absorbeert normaal ongeveer 94% van de vloeistof die vanuit de dunne darm wordt aangevoerd.
55
Welke factoren beïnvloeden de immuniteit van dieren voor darminfecties?
Stress, leeftijd van de gastheer, maternale immuniteit, lactogene immuniteit, maag pH ## Footnote Bij jonge en oude dieren functioneert het immuunapparaat niet optimaal.
56
Wat zijn de mogelijke oorzaken van maag-darmproblemen rond het spenen?
Voedingswijzigingen, wegvallen van melkbescherming, fysiologische problemen, onvoldoende ontwikkeld immuunapparaat, stress ## Footnote Overgevoeligheid tegen voedselantigenen kan ook bijdragen aan darmbeschadigingen.
57
Wat is netto secretie in de darm?
Resultaat van remming van Na en Cl transport en verhoogde Cl-uitscheiding ## Footnote Beide veranderingen kunnen onafhankelijk of gelijktijdig in één cel optreden.
58
Wat zijn belangrijke initiërende stappen voor secretoire activiteit in enterocyten?
Toename van cyclisch AMP of cyclisch GMP ## Footnote Cyclisch AMP en GMP zijn cruciaal voor de regulatie van ionentransport.
59
Noem enkele secretiestimulerende factoren in de dunne darm.
* Hitte stabiel E. coli-enterotoxine (ETEC) * Hitte labiel E. coli-enterotoxine (ETEC) * Galzuren * Vetzuren * Vasoactief intestinaal peptide (VIP) * Prostaglandinen * Acetylcholine * Serotonine * α-adrenerge agonisten ## Footnote Deze stoffen kunnen de secretie van enterocyten stimuleren.
60
Wat is het effect van LT-enterotoxinen op de secretie?
Stimuleren de secretie door activiteit van adenylcyclase te verhogen ## Footnote LT-enterotoxinen verhogen cAMP-niveaus, wat leidt tot hypersecretie.
61
Wat veroorzaakt de diarree bij coli-enterotoxicose?
Hypersecretie door enterotoxinen ## Footnote De toxinen stimuleren de secretie en verlagen de absorptiecapaciteit.
62
Wat is de rol van het enterisch zenuwstelsel (ENS) in de darm?
Reguleert secretie en motiliteit in de darm ## Footnote Het ENS kan degranulatie van enterochromaffinecellen induceren en de afgifte van neurotransmitters stimuleren.
63
Wat zijn proteïneverliesenteropathieën?
Aandoeningen waarbij eiwitten naar het lumen van de darm weglekken ## Footnote Voorbeelden zijn paratuberculose en infecties met nematoden.
64
Wat is villusatrofie?
Vermindering of verdwijnen van functionerend darmepitheel ## Footnote Leidt tot verminderde absorptiecapaciteit en malabsorptie.
65
Wat veroorzaakt diarree door hydroxyvetzuren?
Vetverteringsstoornissen leiden tot hydroxyvetzuren in de dikke darm ## Footnote Een voorbeeld is diarree door wonderolie, waarbij ricinusolie wordt omgezet in ricineoleïnezuur.
66
Wat is de functie van tight junctions in de darm?
Reguleren de permeabiliteit van de darmwand ## Footnote Bij ontsteking kunnen ze groter worden en leiden tot filtratiesecretie.
67
Welke infecties kunnen leiden tot malabsorptie in de darm?
Parasitaire infecties, bacteriële infecties zoals salmonellose ## Footnote Bijvoorbeeld, coccidiose kan specifiek de absorptie van bepaalde voedingsstoffen beïnvloeden.
68
Wat is de locatie van een infectie met Eimeria acervulina?
In het voorste gedeelte van de dunne darm ## Footnote Eimeria necatrix, E. brunetti en E. tenella bevinden zich in meer caudaal gelegen darmdelen.
69
Welke algemene aandoening is te verwachten bij bacteriële infecties zoals salmonellose?
Algemene malabsorptie ## Footnote Dit komt door invasieve vermenigvuldiging van salmonella's en necrose van de mucosa.
70
Wat is het gevolg van een TGE-infectie bij biggen?
Zeer ernstige tot fatale diarree ## Footnote Dit komt door omvangrijke schade aan de top van de villus.
71
Wat wordt aangetast bij een rotavirusinfectie bij kalveren?
De bovenste 30 tot 40% van de villus ## Footnote Dit resulteert meestal in minder ernstige symptomen dan bij TGE.
72
Wat veroorzaakt het parvovirus bij de hond?
Volledige vernietiging van de crypten ## Footnote Dit leidt tot bloederige diarree en geen regeneratie meer mogelijk.
73
Wat is cryptehyperplasie?
Sterk verdiept crypten na infectie ## Footnote Dit gebeurt omdat de regeneratie van villi vanuit de crypten plaatsvindt.
74
Wat is maldigestie?
Onjuiste vertering van voedingsstoffen ## Footnote Dit kan optreden bij pancreasinsufficiëntie of aanzienlijke villusbeschadiging.
75
Wat kan leiden tot dysbacteriose?
Maldigestie, malabsorptie, dieetveranderingen en antibiotica ## Footnote Deze factoren veroorzaken verschuivingen in de microflora van de darm.
76
Wat gebeurt er bij overmatige bacteriegroei in de dunne darm?
Stoornis in vetvertering en steatorroe ## Footnote Dit kan ook leiden tot deconjugatie van galzuren.
77
Wat is een belangrijk fermentatieproduct bij een overmatig aanbod van koolhydraten?
Melkzuur of lactaat ## Footnote Dit leidt tot een daling van de pH in de darm en kan acidose veroorzaken.
78
Wat is de rol van orale rehydratie bij diarree?
Herstel van de vochtbalans ## Footnote Dit kan effectief zijn bij minder ernstige gevallen van diarree.
79
Wat zijn de morfologische reacties van het darmslijmvlies op noxen?
Toegenomen slijmproductie, vlokatrofie, en ontstekingsreactie ## Footnote Dit betreft veranderingen in het epitheel en de lamina propria.
80
Wat is vlokatrofie?
Verdikking en verkorting van de darmvlokken ## Footnote Dit resulteert in een wijziging van het darmslijmvlies.
81
Welke aandoeningen kunnen leiden tot non-regeneratieve vlokatrofie?
Infecties met Parvovirussen en cytostatica ## Footnote Dit heeft een slechtere prognose door slechte regeneratie.
82
Wat kan het gevolg zijn van vlokatrofie?
Malabsorptie en maldigestie ## Footnote Dit kan ook leiden tot ontregeling van watertransport.
83
Wat is de functie van glucose in orale rehydratie oplossingen?
Verbetert absorptie van elektrolyten ## Footnote Dit gebeurt door gekoppelde absorptie van glucose en Na+.
84
Wat is vlokatrofie?
Een aandoening die het slijmvliesoppervlak reduceert ## Footnote Vlokatrofie leidt tot malabsorptie en maldigestie.
85
Wat zijn de gevolgen van vlokatrofie?
Malabsorptie en maldigestie ## Footnote Daarnaast kan het transport van water ontregeld raken.
86
Hoe kan malabsorptie ontstaan door vlokatrofie?
Door een vermindering van het slijmvliesoppervlak ## Footnote Dit leidt tot een slechtere prognose door slechte regeneratie.
87
Wat is malsecretie?
Toename van de uitscheiding naar het darmlumen ## Footnote Dit kan het transport van water ontregelen.
88
Wat kan directe stimulatie van de enterocyt veroorzaken?
Malabsorptie en malsecretie ## Footnote Dit gebeurt vaak door bacteriële toxinen.
89
Noem een voorbeeld van een aandoening die malsecretie kan veroorzaken.
E. coli-enterotoxicose ## Footnote Dit komt voor bij kalveren en lammeren.
90
Wat gebeurt er met de absorptie van water en elektrolyten bij E. coli-enterotoxicose?
De absorptie is niet gestoord ## Footnote Dit is een belangrijke factor in deze aandoening.
91
Wat gebeurt er met de permeabiliteit van de darmwand bij ontsteking?
De permeabiliteit neemt toe ## Footnote Dit kan leiden tot defecten in de mucosa.
92
Wat kunnen deze defecten in de mucosa veroorzaken?
Lekkage van water, fibrine en erytrocyten naar het darmlumen ## Footnote Dit verergert de situatie in de darm.
93
Wat kan resulteren in een verdikking van het slijmvlies in de dikke darm?
Hyperplasie van het crypte-epitheel ## Footnote Dit kan bijvoorbeeld optreden bij dysenterie van het varken.
94
Wat kan atrofie van de crypten in het colon veroorzaken?
Slijmvliesverdunning ## Footnote Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van Parvovirus.
95
Wat kan er optreden na het verdwijnen van de noxe?
Een volledig herstel van de oorspronkelijke slijmvliesstructuur door regeneratie van het epitheel vanuit de crypten.
96
Wat is de relatie tussen morfologische veranderingen en functionele stoornissen in de darm?
Morfologische veranderingen hoeven niet altijd gepaard te gaan met functionele stoornissen en omgekeerd.
97
Geef een voorbeeld van een aandoening waarbij stoornissen van de darmfunctie optreden zonder duidelijke morfologische veranderingen.
Enterotoxische colibacillose bij kalveren en biggen.
98
Wat bepaalt de ernst van een darm-aandoening met resorptiestoornissen?
De uitgebreidheid van de morfologische afwijkingen.
99
Wat kan er gebeuren bij aantasting van het darmepitheel?
* Diffusie van toxinen (toxinemie of toxemie) * Invasie van micro-organismen (translocatie en eventueel sepsis) * Toegenomen macromoleculaire permeabiliteit.
100
Wat kan leiden tot een allergische reactie in het maag-darmkanaal?
Toegenomen macromoleculaire permeabiliteit voor antigenen.
101
Wat zijn de verschillende indelingen van enteritiden?
* Op basis van het betrokken deel van het maag-darmkanaal * De uitbreiding in de darmwand * De aard van het exsudaat.
102
Wat is kenmerkend voor catarrale enteritis?
Hyperemie en sereus exsudaat.
103
Wat zijn de symptomen van purulente enteritis?
Veel neutrofielen met erosies door necrose.
104
Wat zijn de kenmerken van hemorragische enteritis?
Bloedingen in de mucosa, ontlasting met een roodbruine tot zwarte kleur (melaena).
105
Wat is een typische oorzaak van fibrinonecrotische enteritis?
Infecties zoals Salmonella of varkenspestvirus.
106
Wat kan er gebeuren na genezing van necrotiserende enteritiden?
Littekenretractie kan leiden tot vernauwing en verkorting van de darm.
107
Wat zijn de kenmerken van chronische enteritis?
* Verdikking van het slijmvlies * Toename van lymfocyten en plasmacellen * Erosies en ulcera.
108
Wat zijn de belangrijkste voorbeelden van chronische enteritis?
* Tuberculose * Paratuberculose * Proliferatieve enteropathie door Lawsonia intracellularis.
109
Wat zijn de belangrijkste aangeboren afwijkingen in de mond?
* Malocclusie * Gespleten gehemelte (palatoschisis).
110
Wat zijn de verschijnselen van palatoschisis?
* Neusuitvloeiing * Rhinitis * Longontsteking * Ondervoeding.
111
Hoe wordt de diagnose palatoschisis gesteld?
Door zorgvuldige inspectie van de bek en eventueel een CT-scan.
112
Wat is de prognose van defecten in het palatum durum?
Beter dan defecten in het palatum molle.
113
Wat zijn de verschillende vormen van malocclusie?
* Brachygnathisme * Prognathisme * Tangbeet * Open beet.
114
Wat zijn de oorzaken van traumatische malocclusie?
Fracturen of luxaties van snijtanden.
115
Bij welke diersoorten komt malocclusie regelmatig voor?
* Honden * Katten * Konijnen * Knaagdieren * Paarden.
116
Wat kan functionele malocclusie veroorzaken?
Afwijkend dieet of gebruik van het gebit.
117
Wat is malocclusie?
Een ernstige afwijking van de tandstand die kan leiden tot problemen bij het eten en de vorming van tandplaque en tandsteen.
118
Welke dieren hebben een elodont gebit?
Konijnen, cavia's, chinchilla's, degu's, ratten, muizen en hamsters.
119
Wat kan leiden tot ernstige malocclusie bij knaagdieren?
Afwijkende stand van de snijtanden, premolaren en molaren.
120
Hoe ontstaat malocclusie bij paarden?
Door onvoldoende slijtage van de kiezen en afwijkingen zoals overbijten of onderbijten.
121
Wat zijn exsuperantia?
Uitsteeksels van kiezen buiten het normale niveau van de kauwvlakte.
122
Bij welke diersoorten komt malocclusie voor?
Hond, kat, konijn, knaagdieren, paard, vogels en varkens.
123
Wat zijn de symptomen van malocclusie bij honden en katten?
Problemen bij het eten, vorming van tandplaque en tandsteen, en contactletsels in het palatum durum.
124
Wat is de rol van orthodontische correctie bij de behandeling van malocclusie?
Het corrigeren van verkeerd geplaatste elementen die slijmvlies- en gingivalaesies veroorzaken.
125
Wat is een persisterende melktand?
Een melktand die niet wordt uitgestoten door de doorkomende blijvende tand.
126
Wat is hypoplasie van het glazuur?
Een gestoorde ontwikkeling van het glazuur, vaak veroorzaakt door infectieziekten.
127
Wat zijn de gevolgen van hypoplasie van het glazuur?
* Verhoogde vatbaarheid voor tandsteenvorming* * Verhoogde kans op parodontitis* * Grotere kans op tandfracturen.
128
Wat zijn feline odontoclastic resorptive lesions (FORL)?
Een progressief proces waarbij de harde delen van de wortels en de kroon worden aangetast door odontoclasten.
129
Wat zijn de meest betrokken elementen bij traumatische letsels bij honden?
* Snijtanden* * Hoektanden* * Scheurkiezen.
130
Wat kan een fractuur van een tand bij een hond veroorzaken?
Pulpitis, pulpanecrose en mogelijke abcedering.
131
Wat is de prognose bij honden, katten en paarden na adequate behandeling van malocclusie?
Gunstig.
132
Wat zijn de risico's van een hangend rooster bij paarden tijdens het wisselen?
Pijn bij het eten en mogelijk gewichtsverlies.
133
Wat kan het gevolg zijn van het blijven zitten van melktanden bij honden?
Malocclusie van de hoektanden en parodontitis.
134
Wat is acanthomateuze ameloblastoom?
Een tumor die vooral voorkomt bij de hond en ontstaat uit het emailorgaan.
135
Wat is de behandeling voor een persisterende melktand?
Extractie.
136
Wat zijn de symptomen van een trauma aan het gebit bij honden?
* Pijn* * Ontbreken van een deel van de kroon* * Afwijkende stand van elementen.
137
Vul in: Bij vogels treedt malocclusie op als de snavel een _______ heeft.
afwijkende vorm.
138
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van cariës?
Progressieve aantasting van het glazuur en diepere structuren.
139
Wat zijn de meest opvallende verschijnselen bij honden in de acute fase van een gebitstrauma?
Pijn, ontbreken van een deel van de kroon (bij fracturen), afwijkende stand van één of meer elementen (bij luxaties) ## Footnote In het chronische stadium kan de ontsteking doorbreken naar buiten en een fistel vormen.
140
Hoe wordt de diagnose van gebitstrauma bij honden gesteld?
Inspectie van de bek in combinatie met dentale röntgenfoto's ## Footnote Er wordt onderscheid gemaakt tussen luxaties, avulsies en fracturen.
141
Wat is het verschil tussen een luxatie en een avulsie?
Bij een luxatie zijn de parodontale ligamenten nog (deels) intact; bij een avulsie is het element uit de alveolus verdwenen.
142
Wat zijn de mogelijke behandelingen voor acute fracturen van minder dan 48 uur oud?
Restauratie van het element met behoud van de levende pulpa.
143
Wat is noodzakelijk bij oudere fracturen na een gebitstrauma?
Een wortelkanaalbehandeling met verwijderen van al het avitale weefsel uit de pulpaholte.
144
Wat moet er gebeuren na een luxatie of avulsie?
Het element moet zo spoedig mogelijk in de tandkas worden teruggeplaatst en gespalkt.
145
Wat is een veelvoorkomend probleem bij konijnen en knaagdieren met abcessen?
De meeste abcessen vinden hun oorsprong vanuit een peri-apicale ontsteking van de gebitselementen.
146
Hoe kunnen benige veranderingen door ontsteking en abces bij konijnen en knaagdieren worden ontdekt?
Door de belijning van de onder- en bovenkaak af te voelen tijdens lichamelijk onderzoek.
147
Wat zijn mogelijke symptomen van een abces bij konijnen en knaagdieren?
Forse zwelling aan de boven- of onderkaak, neusuitvloeiing, epiphora, exophthalmus.
148
Wat is de belangrijkste vorm van aanvullende diagnostiek bij abcessen?
Diagnostische beeldvorming met behulp van röntgenfoto's of een CT-scan.
149
Wat is het meest essentiële onderdeel van de therapie voor abcessen bij konijnen en knaagdieren?
Verwijderen van het aangetaste gebitselement.
150
Wat moet er gebeuren met het abces tijdens de behandeling?
Het abces moet geopend worden en zoveel mogelijk aangetast weefsel verwijderd worden.
151
Wat kan er gedaan worden met materiaal uit het abces?
Ingestuurd worden voor bacteriologisch onderzoek (inclusief gevoeligheidsbepaling).
152
Wat is de prognose na chirurgische behandeling van abcessen?
In veel gevallen leidt dit tot een succesvol resultaat, maar regelmatige gebitscorrecties kunnen noodzakelijk zijn.
153
Wat wordt aangeduid met de term 'parodontium'?
De steunweefsels van de tanden en kiezen, waaronder de gingiva, parodontale ligamenten, wortelcement en alveolaire bot.
154
Wat is parodontopathie?
Een verzamelnaam voor alle afwijkingen van het parodontium.
155
Hoe ontstaat tandplaque?
Door groei van bacteriën in voedselresten en vervallen mondepitheelcellen die op het gebit achterblijven.
156
Welke bacteriën zijn belangrijke pathogenen bij parodontitis?
* Porphyromonas spp. * Spirocheten
157
Wat is het gevolg van de mineralisatie van plaque?
De vorming van tandsteen (calculus).
158
Wat kan plaque veroorzaken?
Ontsteking in de vorm van gingivitis.
159
Wat gebeurt er bij voortschrijdende gingivitis?
De andere structuren van het parodontium raken betrokken, wat leidt tot parodontitis.
160
Wat zijn de verschijnselen van parodontitis?
* Halitose * Pijnlijkheid bij het eten * Verlies van elementen
161
Hoe wordt de diagnose parodontitis gesteld?
Door inspectie van de bek en het sonderen van pockets met een parodontiummeter.
162
Wat is de gouden standaard voor nazorg bij parodontitis?
Dagelijkse mechanische reiniging van het gebit met een tandenborstel.
163
Wat is de prognose voor parodontopathie?
Een chronische aandoening met een langzaam progressief verloop; stabilisatie is vaak het hoogst haalbare.
164
Wat is het gingivitis-stomatitis complex (GSC)?
Een hardnekkige en uitgebreide vorm van gingivitis, parodontitis en stomatitis die vaak voorkomt bij katten.
165
Welke infecties kunnen predisponeren voor GSC?
* Feline leukemievirus (FeLV) * Feline immunodeficiëntievirus (FIV)
166
Wat zijn de verschijnselen van GSC?
* Pijn * Halitose * Verminderde eetlust * Speekselen
167
Hoe wordt de diagnose GSC gesteld?
Door inspectie van de bek en dentale röntgenfoto's.
168
Wat is de initiële behandeling voor GSC?
Reiniging van het gebit.
169
Wat kan nodig zijn als de behandeling van GSC faalt?
Extractie van alle premolaren en molaren.
170
Wat zijn de gevolgen van gebitsafwijkingen bij paarden?
Moeilijkheden met voedselopname en kauwen.
171
Wat is 'proppen kauwen' bij paarden?
Het laten vallen van voedselproppen uit de mond door onvoldoende kauwen.
172
Wat leidt tot ontstekingsprocessen in de alveole bij paarden?
Echte ontstekingsprocessen van een kies (alveolitis).
173
Wat is een kantig gebit?
Wanneer de kauwvlakten van de kronen van de boven- en onderkaakkiezen elkaar niet volledig bedekken.
174
Wat veroorzaakt scherpe uitsteeksels op de kiezen?
Onvolledige kauwbewegingen bij een kantig gebit.
175
Hoe wordt een kantig gebit behandeld?
Door het verwijderen van scherpe punten met een kiezenrasp.
176
Wat is een schaargebit?
Een extreme vorm van een kantig gebit met schuin afgesleten kauwvlakken.
177
Wat zijn haken in de kiezen?
Doorgegroeide delen van een element die de kauwbeweging belemmeren.
178
Wat is een trapvormig gebit?
Een gebit waarbij één of meerdere kiezen boven het normale niveau uitsteken.
179
Wat is een golfvormig gebit?
Een gebit waarbij het niveau van de kauwvlakken golfvormig verloopt.
180
Wat is een diastase?
Een wigvormige of driehoekige ruimte tussen de kronen van twee opeenvolgende kiezen.
181
Wat kan ontstaan door voedsel in een diastase?
Gingivitis met mogelijke botnecrose.
182
Hoe wordt een diastase gediagnosticeerd?
Door het aftasten van de zijkanten van de kronenrijen.
183
Wat is de behandeling voor een diastase?
Het ruim openleggen van de diastase zodat er geen voedsel meer ingepropt kan worden.
184
Wat is een diastase in de context van het paardengebit?
Een diastase is een ruimte tussen twee kronen waarin voedsel kan blijven steken en druk kan uitoefenen op de gingiva.
185
Hoe stellen we de diagnose van een diastase?
Door de zijkanten van de kronenrijen af te tasten, waarbij een 'gat' voelbaar is van waaruit stevige, stinkende propjes voedsel verwijderd kunnen worden.
186
Wat is de behandeling voor een diastase?
Het openleggen van de diastase door met een slijpapparaat een gedeelte van de kronen weg te slijpen.
187
Waarom kunnen diastasen bij jonge paarden tijdelijk zijn?
Omdat de kiezen hun definitieve positie innemen, waardoor de diastasen verdwijnen.
188
Wat is EOTRH?
Equine odontoclastic tooth resorption and hypercementosis, een aandoening waarbij meerdere elementen tegelijk resorptie of hypercementose vertonen.
189
Wat zijn de symptomen van EOTRH?
Teruggetrokken en ontstoken gingiva, loszittende tanden en pijn.
190
Wat is de behandeling voor EOTRH?
Extractie van de aangetaste elementen.
191
Wat gebeurt er bij een abnormale positie van een tand?
Het element sluit niet goed aan op de belendende elementen en slijt vaak niet goed af.
192
Wat is de behandeling voor een abnormale tandpositie?
Extractie of inkorten van het betreffende element.
193
Wat is een veelvoorkomende oorzaak van fracturen van snijtanden bij paarden?
Trauma, vaak door bijtincidenten.
194
Hoe worden tandluxaties bij paarden behandeld?
Na reiniging en repositie worden de geluxeerde elementen gefixeerd met cerclages.
195
Wat zijn de verschillende benamingen voor ontstekings- en vervalsprocessen in het paardengebit?
* Infundibulumnecrose * Cariës * Periodontal disease * Parodontitis * Alveolitis
196
Welke complicaties kunnen ontstaan door een te diep open infundibulum?
Er kunnen ernstige problemen ontstaan door voedseldelen in het open infundibulum, wat leidt tot infundibulumnecrose.
197
Wat is periodontal disease?
Een ontsteking van de gingiva rondom de kiezen door irritatie door voedseldelen.
198
Wat zijn mogelijke gevolgen van alveolitis?
* Periostitis met periostale beennieuwvorming * Kiesfistel * Eenzijdige necropurulente neusuitvloeiing * Sinusitis
199
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van wonden en fracturen van de aangezichtschedel bij honden en katten?
* Verkeersongelukken * Bijttrauma
200
Wat is het 'high-rise syndrome' bij katten?
Een probleem dat optreedt wanneer katten van grote hoogte vallen, wat leidt tot specifieke schedeltrauma.
201
Wat zijn de symptomen van fracturen van de aangezichtsbeenderen?
* Afwijkende occlusie * Asymmetrie van de aangezichtsschedel * Huid- en weke delen letsels * Bloedverlies via de neus
202
Wat is de diagnostische methode voor schedeltrauma?
Inspectie en palpatie onder algehele anesthesie, gevolgd door röntgenfoto's of CT-scans.
203
Wat is de behandeling voor open letsels bij schedeltrauma?
Breed-spectrumantibiotica, adequate pijnstilling en primaire reconstructie binnen zes uur.
204
Wat zijn de meest voorkomende kaakfracturen bij paarden?
* Fracturen in het pars incisiva * Symphysisfracturen * Fracturen in het diastema
205
Hoe worden fracturen in het pars incisiva bij paarden behandeld?
Repositie van de fractuurstukken en fixatie met een staaldraadcerclage.
206
Wat is een symphysisfractuur?
Een fractuur die loopt in de symphysis mandibulae, vooral bij jonge runderen.
207
Wat is het diastema?
Het tandenloze gedeelte van de onderkaak tussen de snijtanden en de kiezen.
208
Wat is de behandeling voor een diastemafractuur bij pasgeboren kalveren?
Interne fixatie met behulp van een pin in beide kaakhelften.
209
Waarom is een behandeling met cerclagedraden of een beugel bij pasgeboren veulens niet mogelijk?
Omdat het gebit nog onvoldoende ontwikkeld is. ## Footnote Behandeling is alleen mogelijk met interne fixatie door middel van een pin in beide kaakhelften.
210
Wat is een eenvoudige methode voor het behandelen van fracturen bij veulens?
Intapen van de snuit. ## Footnote Dit houdt in dat de snuit wordt omwikkeld met zwachtels van elastisch en zelfklevend materiaal na repositie van het afhangende snijtandgedeelte.
211
Welke factoren beïnvloeden het genezingsproces van een fractuur?
* Mate van stabiliteit van de fractuurstukken * Mate van contaminatie * Infectie van het kaakbot ## Footnote Beweeglijkheid in het fractuurgebied remt de genezing.
212
Wat kan een open fractuur leiden tot?
Infectie met botnecrose en sequestervorming. ## Footnote Dit kan resulteren in vertraagde fractuurgenezing, abcessen en fistels.
213
Wat zijn de symptomen van een fractuur in het corpus mandibulae?
* Plotselinge zwelling * Ernstige kauwstoornissen ## Footnote De fractuur kan open of gesloten zijn, wat invloed heeft op de behandeling.
214
Wat is de behandelingsoptie voor een fractuur met veel dislocatie?
Chirurgische behandeling door middel van uitwendige of inwendige fixatie. ## Footnote Indien er weinig dislocatie is, kan een conservatieve behandeling worden ingesteld.
215
Wat zijn de symptomen van een fractuur in de ramus mandibulae?
* Acute zwelling * Ernstige kauwstoornissen * Scheve onderkaak * Atrofie van de m. masseter ## Footnote De mate van dislocatie kan gering zijn door bescherming van de spieren.
216
Wat zijn corpora aliena?
Vreemde voorwerpen in de mondholte en keel. ## Footnote Ze komen voor bij alle diersoorten, maar vooral bij jonge honden en katten.
217
Welke problemen veroorzaken scherpe voorwerpen bij honden en katten?
* Krabben aan de bek * Kokhalzen * Speekselen * Moeilijk slikken ## Footnote Voorbeelden zijn botsplinters, visgraten en draadvormige objecten.
218
Wat kan er gebeuren als een elastiekje zich rond de tongbasis vastzet?
Ernstige circulatieproblemen en necrose van de tong. ## Footnote Dit kan leiden tot aanzienlijke pijn en complicaties.
219
Wat zijn de verschijnselen van corpora aliena afhankelijk van?
De aard van het voorwerp. ## Footnote Dit kan variëren van speekselen tot ernstige ontstekingen.
220
Hoe stellen we de diagnose van corpora aliena?
Door een grondige inspectie van de bek en de keel. ## Footnote Bij gezelschapsdieren is dit vaak alleen mogelijk onder algehele anesthesie.
221
Wat gebeurt er als draadvormige voorwerpen de darm bereiken?
Ze kunnen de darmwand perforeren en septische peritonitis veroorzaken. ## Footnote Dit gebeurt doordat het voorwerp aan de tongbasis wordt tegengehouden.
222
Wat is een draadvormig voorwerp en waar kan het zich bevinden?
Draadvormige voorwerpen kunnen onder de tong liggen en diep in het weefsel komen te liggen ## Footnote Dit kan leiden tot moeilijkheden bij de diagnose en behandeling.
223
Welke diagnostische methode kan aanwijzingen geven over de aanwezigheid van een draadvormig voorwerp?
Röntgenfoto’s van de buik kunnen aanwijzingen geven door een karakteristiek patroon van opgestroopte darmlissen ## Footnote Dit helpt bij het identificeren van het voorwerp dat mogelijk schade aan de darmwand veroorzaakt.
224
Wat is de primaire therapie voor een corpus alienum?
De therapie bestaat uit het verwijderen van het corpus alienum ## Footnote Antibiotica zijn geïndiceerd bij ontsteking.
225
Wat moet er gebeuren als een elastiekje necrose van de tongpunt heeft veroorzaakt?
Er zal een partiële resectie van de tong moeten worden uitgevoerd ## Footnote Dit is noodzakelijk zodat de patiënt nog zelfstandig kan eten.
226
Wat is de prognose bij perforatie van de darmwand door een draadvormig voorwerp?
De prognose is gereserveerd ## Footnote Dit betekent dat de uitkomst onzeker is en afhankelijk van de ernst van de schade.
227
Wat is stomatitis?
Ontsteking van het slijmvlies in de mond en bek ## Footnote Dit kan verschillende diersoorten treffen, zoals herkauwers en vogels.
228
Bij welke diersoorten komt faryngitis het meest voor?
Faryngitis komt het meest voor bij het paard en de herkauwers ## Footnote Het kan zowel fysische als infectieuze oorzaken hebben.
229
Wat is een belangrijk symptoom van faryngitis?
Moeilijk slikken (dysfagie) ## Footnote Andere symptomen kunnen stridor en toegenomen speekselvloed zijn.
230
Hoe wordt de diagnose van faryngitis gesteld?
Op basis van verschijnselen en bevindingen bij lichamelijk onderzoek ## Footnote Endoscopisch en röntgenologisch onderzoek kunnen ook belangrijke hulpmiddelen zijn.
231
Wat is de eerste stap in de therapie van faryngitis?
De therapie is gericht op de behandeling van de primaire oorzaak ## Footnote De prognose is afhankelijk van deze primaire oorzaak.
232
Wat zijn de symptomen van ontstekingsprocessen in de keel bij honden?
Zwelling, pijn, koorts, algemene malaise en niet willen eten ## Footnote Dit kan het gevolg zijn van het binnendringen van houtsplinters.
233
Wat is mond-en-klauwzeer (MKZ)?
Een zeer besmettelijke virusziekte bij runderen, varkens en andere evenhoevigen ## Footnote Het wordt veroorzaakt door een RNA-virus uit het genus Aphtovirus.
234
Wat zijn de meest voorkomende serotypen van MKZ in Europa?
A, O, C en Asia 1 ## Footnote Deze serotypen zijn verantwoordelijk voor de meeste uitbraken.
235
Wat is de incubatietijd voor MKZ?
2 tot 8 dagen, met een maximum van 14 dagen ## Footnote Dit is de tijd tussen infectie en het optreden van symptomen.
236
Welke symptomen treden op bij MKZ?
Koorts, anorexie, depressie, blaren op de tong, tandvlees en lippen ## Footnote De blaren zijn pijnlijk en leiden tot overvloedig speekselen.
237
Wat moet er gebeuren bij verdenking van MKZ?
Verdenkingen moeten onmiddellijk worden doorgegeven aan het landelijk meldpunt voor dierziekten ## Footnote Dit zorgt voor een snelle reactie en bestrijding van de ziekte.
238
Hoe kan de diagnose van MKZ bevestigd worden?
Door laboratoriumonderzoek van blaarinhoud of blaarwand ## Footnote Dit omvat het gebruik van een indirecte antigeen-ELISA en virusisolatie.
239
Wat is een belangrijke differentiële diagnose bij blaarvorming?
Bluetongue, vesiculaire varkensziekte en vesiculaire stomatitis ## Footnote Deze ziekten kunnen vergelijkbare symptomen vertonen als MKZ.
240
Wat detecteert een NS-ELISA?
Antistoffen tegen niet-structurele (NS) eiwitten van het virus ## Footnote Antistoffen tegen NS-eiwitten worden geproduceerd na natuurlijke infectie, maar niet na vaccinatie.
241
Wat is een belangrijk kenmerk van antistoffen tegen NS-eiwitten?
Ze maken onderscheid tussen gevaccineerde en geïnfecteerde dieren ## Footnote Dit is nuttig voor het diagnosticeren van MKZ.
242
Noem drie ziekten die blaarvorming veroorzaken en in aanmerking komen voor differentiële diagnose.
* Bluetongue * Vesiculaire varkensziekte * Vesiculaire stomatitis
243
Wat moet er gebeuren als MKZ op een bedrijf is vastgesteld?
Er wordt een 'standstill' van 72 uur ingesteld ## Footnote Dit houdt in dat vervoersbewegingen van vee en dierlijke producten binnen Nederland verboden zijn.
244
Wat zijn de maatregelen bij een MKZ-uitbraak?
* Doden van gevoelige dieren * Traceren van de infectiebron * Instellen van beschermingsgebieden * Vervoersverbod
245
Wat is het doel van de NS-ELISA die sinds eind 2003 is erkend?
Het maken van onderscheid tussen gevaccineerde en MKZ-geïnfecteerde dieren ## Footnote Hierdoor hoeven gevaccineerde dieren niet meer te worden geruimd.
246
Wat is blauwtong ('bluetongue')?
Een virusziekte bij herkauwers met symptomen zoals een verdikte blauwe tong ## Footnote De ziekte heeft systemische effecten en is moeilijk te onderscheiden van MKZ.
247
Wat is vesiculaire varkensziekte?
Een besmettelijke virusziekte bij varkens veroorzaakt door een RNA-virus ## Footnote Het is aangifteplichtig omdat het klinisch niet te onderscheiden is van MKZ.
248
Wat is de incubatietijd van vesiculaire varkensziekte?
Ongeveer 2 tot 7 dagen (maximaal 14 dagen)
249
Wat zijn de symptomen van stomatitis vesicularis?
* Blaasjes op de mondslijmvliezen * Koorts * Kreupelheid
250
Wat veroorzaakt ecthyma bij schapen en geiten?
Een DNA-virus uit de familie Parapoxviridae ## Footnote Ecthyma wordt ook wel 'orf' genoemd.
251
Wat zijn de symptomen van ecthyma?
* Rood plekje op de mondhoek * Blaasjes en pustulae * Korstvorming
252
Wat is de incubatietijd voor ecthyma bij mensen?
3 tot 7 dagen
253
Wat is de rol van insecten in de transmissie van stomatitis vesicularis?
Ze worden mogelijk beschouwd als vectoren van het virus ## Footnote Het natuurlijke reservoir van het virus is onbekend.
254
Wat gebeurt er met gevaccineerde dieren in Nederland na het beëindigen van de vaccinatie tegen MKZ?
Ze mogen in leven blijven tot het moment van slacht ## Footnote Vlees en melk van deze dieren kan onder voorwaarden op de Europese markt worden afgezet.
255
Hoe wordt vesiculaire varkensziekte gediagnosticeerd?
* Virusisolatie * ELISA * PCR-techniek
256
Wat zijn de belangrijkste symptomen van blauwtong bij schapen?
* Dikke oedemateuze kop * Hyperemie van de lippen en neus * Erosies en ulceraties van het slijmvlies
257
Wat is de relatie tussen vesiculaire varkensziekte en MKZ?
De infectie is klinisch niet te onderscheiden van MKZ ## Footnote Dit maakt vesiculaire varkensziekte aangifteplichtig.
258
Wat is een belangrijk gevolg van de uitbraak van MKZ in Nederland in 2001?
Het ruimen van 271.000 dieren
259
Wat ontstaat er bij de ziekte beschreven in het tekstfragment?
Pustulae en korsten ## Footnote Deze korsten kunnen gemakkelijk worden verwijderd, maar dit veroorzaakt bloedingen.
260
Wat zijn necroproliferatieve laesies?
Laesies die lijken op papillomen en secundair geïnfecteerd kunnen raken met bacteriën.
261
Wat is het effect van pijn aan de lippen bij lammeren?
Lammeren willen niet graag drinken en eten, waardoor de buikomvang snel afneemt.
262
Wat gebeurt er als lammeren de uier van de ooi infecteren?
De ooi weigert vaak lammeren verder te laten drinken.
263
Wat proberen hongerige lammeren te doen?
Melk te 'stelen' bij andere ooien.
264
Wat kan er ontstaan als het uier niet meer wordt leeggezogen?
Bacteriële mastitis.
265
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Op basis van de klinische verschijnselen.
266
Wat kan worden gedaan bij twijfelgevallen tijdens de diagnose?
Microscopisch onderzoek van materiaal uit de rand van jonge laesies.
267
Wat zijn insluitlichaampjes?
Virusdeeltjes die gevonden kunnen worden bij microscopisch onderzoek.
268
Wat is een belangrijke differentiële diagnose?
Schapenpokken.
269
Wat zijn de ondersteunende maatregelen in de therapie?
Voorkomen van secundaire bacteriële infecties door lokale behandeling.
270
Wat is de prognose voor lammeren met alleen bek aantasting?
Meestal gunstig.
271
Wat kan de economische schade zijn door de ziekte?
Groot, vooral als het herstel langer dan een maand duurt.
272
Wat is pokkendifterie?
Infecties met Avipoxvirussen bij kippen en andere vogels.
273
Hoe geschiedt infectie met het kippenpokkenvirus?
Mechanische transmissie via beschadigde huid.
274
Wat is de incubatietijd voor kippenpokken?
4 tot 10 dagen.
275
Wat zijn typische kenmerken van huidlaesies bij pokkendifterie?
Hyperplasie en necrose van epitheelcellen.
276
Wat gebeurt er met de laesies in de bek?
Ze blijven zichtbaar als prominerende bleekgele plaques.
277
Wat kan leiden tot verminderde voedselopname bij vogels?
Laesies in de bek en larynx.
278
Wat is een symptoom van ernstige infectie bij leggende hennen?
Conditieverlies en verminderde productie.
279
Hoe wordt de diagnose voor pokkeninfectie vastgesteld?
Op basis van het klinisch en postmortaal beeld.
280
Wat zijn Bollinger bollen?
Grote eosinofiele cytoplasmatische insluitlichaampjes.
281
Wat kan worden gebruikt om pokkeninfectie vast te stellen?
PCR en immunodiffusietesten.
282
Wat is de therapie voor pokkeninfecties?
Dwangvoedering bij dieren die niet willen eten of drinken.
283
Wat is de rol van jodium in de behandeling van bepaalde ziekten?
Jodium bevat een rol in de behandeling, samen met adequate verpleging zoals dwangvoedering en rust. ## Footnote Jodium is essentieel voor de gezondheidszorg van dieren, vooral in bepaalde infecties.
284
Wat is het resultaat van goede behandeling bij bepaalde ziekten?
De ziekte geneest meestal na enkele weken. ## Footnote Dit geldt voor ziekten die goed worden behandeld met de juiste middelen.
285
Wat voor soort vaccin wordt gebruikt voor vaccinatie tegen bepaalde ziekten?
Een ‘levend’ vaccin van een diersoortspecifiek pokkenvirus. ## Footnote Dit vaccin wordt aangebracht in artificiële huidwonden.
286
Wat is 'Psittacine beak and feather disease'?
Een ziekte bij papegaaiachtigen veroorzaakt door een Circovirus, dat de cellen van het immuunapparaat aantast. ## Footnote Het virus is zeer omgevingsresistent en vooral vogels jonger dan drie jaar zijn gevoelig.
287
Hoe wordt 'Psittacine beak and feather disease' overgedragen?
Via direct en indirect contact, vooral door inhalatie en ingestie. ## Footnote Dit kan leiden tot secundaire infecties, verantwoordelijk voor ongeveer 70% van de sterfte.
288
Wat zijn de symptomen van de acute vorm van 'Psittacine beak and feather disease' bij jonge grijze roodstaart papegaaien?
Plotselinge slaperigheid en verminderde eetlust, met ernstige leukopenie en soms anemie. ## Footnote Bij sectie blijkt vaak een ernstige levernecrose aanwezig te zijn.
289
Wat is de prognose voor vogels met 'Psittacine beak and feather disease'?
Zeer slecht, vogels sterven vrijwel altijd door secundaire infecties. ## Footnote Euthanasie wordt vaak geadviseerd bij ernstige gevallen.
290
Wat is de oorzaak van difterie bij runderen?
Fusobacterium necrophorum, een anaerobe Gramnegatieve staaf. ## Footnote Difterie ontstaat vaak door beschadiging van het slijmvlies.
291
Wat zijn de eerste symptomen van difterie bij kalveren?
Lusteloosheid, verminderde eetlust, en speekselen. ## Footnote Kenmerkende foetor ex ore is ook een veelvoorkomend symptoom.
292
Wat is de behandelingsmethode voor difterie bij runderen?
Parenteraal toedienen van antibiotica en hygiënemaatregelen nemen. ## Footnote Dit helpt verspreiding via bijvoorbeeld speenemmers te voorkomen.
293
Wat is actinobacillose en welke dieren zijn het meest getroffen?
Een bacteriële infectie van de weke delen van de bek, vooral bij runderen en schapen. ## Footnote De infectie veroorzaakt pyogranulomateuze ontsteking.
294
Wat zijn de symptomen van actinobacillose bij runderen?
Moeite met kauwen, slikproblemen, en soms inspiratoire stridor. ## Footnote De tong kan zo sterk in omvang toenemen dat het dier geen ruwvoer kan pakken.
295
Wat is actinomycose en welke bacterie veroorzaakt het?
Een chronische ontsteking van het skelet (osteomyelitis) veroorzaakt door Actinomyces bovis. ## Footnote De aandoening tast vooral de onderkaak aan.
296
Wat zijn de verschijnselen van actinomycose bij runderen?
Moeilijk kauwen, deformiteiten van de kaak, en pijnlijke zwelling. ## Footnote Plakkerig purulent exsudaat kan ook vrijkomen.
297
Wat zijn de twee hoofdtypen afwijkingen in de bek van honden en katten?
Hyperplasieën en neoplasieën. ## Footnote Hyperplasie van de gingiva komt vooral voor bij brachycefale rassen.
298
Wat is een veelvoorkomende goedaardige tumor in de bek van honden?
Epulis. ## Footnote Er zijn verschillende types, waaronder fibromateuze en ossificerende epulis.
299
Welke kwaadaardige neoplasieën komen voor in de bek van honden?
Plaveiselcelcarcinoom, fibrosarcoom, en maligne melanoom. ## Footnote Deze neoplasieën zijn macroscopisch niet van elkaar te onderscheiden, behalve het melanotisch melanoom.
300
Wat zijn de symptomen van hyperplasieën in de bek?
Knobbelvormige zwelling van de gingiva rond de gebitselementen. ## Footnote Deze zwelling kan zo groot worden dat het slijmvlies beschadigd raakt.
301
Wat is hyperplasie?
Een vergroting van weefsel of organen door een toename van het aantal cellen ## Footnote Hyperplasieën komen vaak voor in de gingiva rond gebitselementen.
302
Wat zijn de verschijnselen van gingivahyperplasie?
Knobbelvormige zwelling van de gingiva, mogelijke bloedingen, slijmvliesbeschadiging ## Footnote De zwelling kan zo groot zijn dat deze boven het niveau van de snijtanden uitgroeit.
303
Hoe kunnen neoplasieën zich presenteren in de mondholte?
Als grote zwellingen die niet beperkt zijn tot de gingiva en die moeilijkheden bij het eten en slikken veroorzaken ## Footnote Neoplasieën kunnen ook ulcereren, wat leidt tot een slechte geur uit de mond.
304
Wat is de rol van een CT-scan bij neoplasieën?
Om lokale uitbreiding te evalueren en retrofaryngeale lymfeknopen te beoordelen ## Footnote Dit wordt vaak gedaan in combinatie met een CT-scan van de longen voor metastasen.
305
Wat is de prognose voor epuliden?
Over het algemeen goed, maar kans op recidief is groot ## Footnote Prognose van neoplasieën hangt af van lokalisatie en stadium.
306
Wat zijn speekselcysten?
Cysten die zich vormen door lekkage van speeksel of verwijding van afvoergangen ## Footnote Bij honden en katten komen ze voor als mucokèle of ranula.
307
Wat zijn de verschijnselen van een sublinguale speekselcyste?
Zichtbare zwelling onder het slijmvlies aan de onderkant van de tong, mogelijk bloed of bloederig speeksel ## Footnote Diagnose kan worden bevestigd met een punctie.
308
Wat is kauwspiermyositis?
De meest voorkomende spierontsteking bij honden, gekenmerkt door betrokkenheid van type 2M myosine ## Footnote Het is een immuungemedieerde aandoening.
309
Wat zijn de symptomen van kauwspiermyositis in het acute stadium?
Zwelling en pijn van de kauwmusculatuur, openhouden van de bek, kwijlen ## Footnote Passief bewegen van de onderkaak is pijnlijk.
310
Wat is een slokdarmobstructie?
Een afsluiting van de slokdarm die voorkomt bij verschillende diersoorten ## Footnote Meest voorkomend bij runderen, paarden en honden.
311
Wat zijn de symptomen van een slokdarmobstructie?
Plotseling ophouden met eten, kokhalzen, regurgiteren ## Footnote Herkauwers kunnen ook kwijlen door een grotere speekselproductie.
312
Hoe wordt een slokdarmobstructie gediagnosticeerd?
Door palpatie, endoscopie, of röntgenfoto's van de thorax ## Footnote Bij röntgenfoto's kan ook een perforatie van de slokdarm worden vastgesteld.
313
Wat is de behandeling voor een slokdarmobstructie bij honden?
Endoscopische verwijdering van het voorwerp, chirurgie als endoscopie faalt ## Footnote Sondage is risicovol en wordt sterk afgeraden.
314
Wat zijn de prognosefactoren voor slokdarmobstructie?
Afhankelijk van de mate van obstructie en de tijdsduur van de obstructie ## Footnote Langdurige obstructies hebben een hogere kans op complicaties.
315
Wat kan druknecrose veroorzaken bij de slokdarm?
Sonderen kan druknecrose veroorzaken, wat kan leiden tot perforatie ## Footnote Dit is waarom sonderen van de slokdarm bij de hond en kat sterk wordt afgeraden.
316
Wat is de enige oplossing als sonderen faalt?
Een operatie is de enige oplossing ## Footnote Alle genoemde behandelingen vereisen algehele anesthesie.
317
Wat beïnvloedt de prognose van slokdarmletsels?
De mate van schade aan de slokdarm en de aanwezigheid van verslikpneumonie ## Footnote De lange termijn prognose hangt samen met het ontstaan van stenoses.
318
Wat zijn de gevolgen van slokdarmvernauwingen?
Chronisch regurgiteren en vermageren ## Footnote Deze symptomen treden niet acuut op zoals bij een obstructie.
319
Wat is een mogelijke oorzaak van compressiestenose?
Druk van buitenaf door tumoren, hematomen of ontstekingsprocessen ## Footnote Voorbeelden zijn thymussarcoom of mediastinaal lymfosarcoom.
320
Wat is spastische stenose?
Kramp van de slokdarmmusculatuur of cardia ## Footnote Het komt voor bij paarden met hypertrofie van de oesofagus.
321
Hoe kan een stenose worden gediagnosticeerd?
Door slokdarm te sonderen of met endoscopie te inspecteren ## Footnote Röntgenologische contrastopnamen kunnen ook nuttig zijn.
322
Wat is een slokdarmdivertikel?
Een eenzijdige zakvormige verwijding van de slokdarm ## Footnote Dit kan een aangeboren afwijking zijn of ontstaan door behandeling van een obstructie.
323
Wat is megaoesofagus?
Een algehele verwijding van de slokdarm ## Footnote Bij honden is 80% van de gevallen idiopathisch.
324
Wat zijn de belangrijkste symptomen van slokdarmverwijding?
Regurgiteren en longontsteking door aspiratie ## Footnote Slokdarminhoud kan tijdens de slaap worden geaspireerd.
325
Wat is de behandeling voor een vasculaire ring?
Chirurgische behandeling door doorsnijden van het ligamentum arteriosum ## Footnote Voor andere vormen van slokdarmverwijding is er geen behandeling.
326
Wat kan een slokdarmverlamming veroorzaken bij runderen en paarden?
Meningo-encefalitis, botulisme of loodintoxicatie ## Footnote Dit is een zeldzaam voorkomende aandoening.
327
Wat is een mogelijke complicatie bij het verwijderen van scherpe voorwerpen uit de slokdarm?
Verergering van de beschadiging ## Footnote Een operatie (thoracotomie) kan nodig zijn als het voorwerp vastzit.
328
Wat zijn de oorzaken van slokdarmvernauwingen?
Aanlegfouten, littekenweefsel of spastische reacties ## Footnote Dit kan ook ontstaan door gastro-oesofageale reflux.
329
Wat is slokdarmverlamming?
Een aandoening waarbij de slokdarm niet goed functioneert, vaak samen met een verlamming van de farynx.
330
Welke symptomen vertonen dieren met slokdarmverlamming?
Moeite met slikken, bijna geen voedsel of water opnemen, regurgiteren.
331
Wat is oesofagitis?
Een ontsteking van de slokdarm, veroorzaakt door mechanische of chemische prikkeling.
332
Wat zijn mogelijke oorzaken van mechanische prikkeling bij oesofagitis?
* Scherp voorwerp * Langdurige slokdarmobstructie * Verwijderen van voorwerp uit de slokdarm
333
Wat kan chemische prikkeling van de oesofagus veroorzaken?
* Caustische stoffen * Maaginhoud (maagzuur) * Reflux van pepsine, trypsine, en gal
334
Welke symptomen zijn typisch voor oesofagitis?
* Dysfagie * Speekselen * Regurgiteren * Soms anorexie
335
Wat is de behandeling voor oesofagitis?
Gericht op het wegnemen van de prikkel en het geven van zacht voedsel.
336
Wat zijn de hoofdcomplicaties van oesofagitis bij jonge paarden?
Refluxoesofagitis als complicatie van maagulcera.
337
Wat zijn kropinfecties bij vogels?
Infecties van de krop, vaak veroorzaakt door Trichomonas gallinae of Candida spp.
338
Welke symptomen wijzen op een kropinfectie?
* Anorexie * Dysfagie * Regurgiteren
339
Hoe wordt de diagnose van kropinfecties gesteld?
Op basis van symptomen en microscopisch onderzoek van kropinhoud.
340
Wat zijn slokdarmtumoren?
Tumoren die vooral bij honden en katten voorkomen, vaak metastatisch van andere organen.
341
Wat zijn de meest voorkomende primaire slokdarmtumoren bij honden?
* Osteosarcomen * Fibrosarcomen
342
Wat is de functie van de voormagen bij herkauwers?
Aanpassing aan de vertering van celwanden in plantaardig rantsoen.
343
Wat is tympanie?
Een situatie waarbij de hoeveelheid gas in de pens abnormaal groot is.
344
Wat zijn de twee vormen van tympanie?
* Secundaire tympanie * Primaire (schuim)tympanie
345
Wat veroorzaakt secundaire tympanie?
Een verstoord ructusmechanisme.
346
Wat zijn de symptomen van tympanie?
* Sterke toename van buikomvang * Dieren willen niet eten * Onrustig gedrag
347
Hoe wordt tympanie gediagnosticeerd?
Op basis van de verschijnselen en het zoeken naar de achterliggende oorzaak.
348
Wat is pensacidose?
Een toestand waarin de pH van de pensvloeistof onder 5,5 daalt.
349
Wat zijn de oorzaken van pensacidose?
* Hoog krachtvoeraandeel * Veel snel fermenteerbare stoffen * Weinig structuur in het rantsoen
350
Wat zijn de symptomen van acute pensacidose?
* Complete anorexie * Verminderde motoriek van de voormagen * Ernstige diarree
351
Welke factoren kunnen leiden tot chronische pensacidose?
Te snelle of te grote daling van de pH door ongepaste rantsoenen.
352
Wat zijn de behandelopties voor pensacidose?
* Rantsoenmaatregelen * Corrigerende infusen * Rumenotomie
353
Wat zijn de gevolgen van een langdurige daling van de pH in de pens?
Verandering van de pensflora en toename van lactaatproductie.
354
Wat is metabole acidose en welke symptomen vertoont het?
Metabole acidose is het gevolg van absorptie van melkzuur uit de pens. Symptomen zijn depressie, spierzwakte en ataxie. Deze koeien kunnen binnen 24 uur sterven. ## Footnote Acute metabole acidose kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen bij koeien.
355
Wat zijn de therapeutische mogelijkheden voor metabole acidose?
Therapeutische mogelijkheden variëren van eenvoudige rantsoenmaatregelen tot corrigerende infusen en rumenotomie. ## Footnote De prognose varieert van redelijk gunstig tot slecht, afhankelijk van de ernst van de acidose.
356
Welke symptomen worden waargenomen bij chronische pensacidose?
Chronische pensacidose vertoont vaak weinig symptomen, maar kan leiden tot chronische diarree, intermitterende voederweigering, laag melkvetgehalte of chronische klauwbevangenheid. ## Footnote Het rantsoen moet worden aangepast bij aanwijzingen voor chronische pensverzuring.
357
Wat kenmerkt pensalkalose?
Pensalkalose wordt gekenmerkt door een te hoge pH van de pensvloeistof (> 7,5) en is het gevolg van overvoedering met eiwit of niet-eiwit stikstofproducten. ## Footnote Pensalkalose komt minder vaak voor dan pensacidose.
358
Wat is pensvervuiling?
Pensvervuiling is een verzamelnaam voor situaties met afwijkende pensfermentatie, veroorzaakt door slecht voer zoals rotte kuil of sterk beschimmeld voer. ## Footnote Het onderscheid tussen pensalkalose en pensvervuiling is niet altijd duidelijk.
359
Wat is recidiverende kalvertympanie?
Recidiverende kalvertympanie is een ziektebeeld gekenmerkt door chronische tympanie en vermagering bij fokkalveren tijdens en na de speenperiode. ## Footnote Het wordt veroorzaakt door een abnormaal verlopende speenperiode.
360
Wat zijn de belangrijkste factoren die bijdragen aan recidiverende kalvertympanie?
Belangrijke factoren zijn: * Abrupte of late overgang van melkrantsoen naar ruwvoer/krachtvoerrantsoen * Teruglopen van melk in de pens * Melk van onvoldoende kwaliteit * Ziekten tijdens de speenperiode ## Footnote Deze factoren beïnvloeden de ontwikkeling van pensmusculatuur en flora.
361
Wat zijn de symptomen van recidiverende kalvertympanie?
Symptomen zijn: * Onvoldoende eetlust * Gewichtsverlies * Slecht haarkleed * Diarree ## Footnote De symptomen verergeren naarmate de tympanie toeneemt.
362
Wat zijn pensdrinkers?
Pensdrinkers zijn niet-gespeende kalveren waarbij melk tijdens het drinken in de pens terechtkomt in plaats van de lebmaag. ## Footnote Dit gebeurt door het niet sluiten van de slokdarmsleuf.
363
Wat zijn de gevolgen van pensdrinken bij kalveren?
Gevolgen zijn: * Grijze, kleiachtige mest * Vlokatrofie van de darmmucosa * Maldigestie en malabsorptie ## Footnote Pensdrinkers vertonen vaak een slecht management op het bedrijf.
364
Wat is traumatische reticuloperitonitis?
Traumatische reticuloperitonitis is een lokale ontsteking van de netmaagwand door een scherp voorwerp, wat kan leiden tot een ernstig ziektebeeld. ## Footnote In de volksmond wordt dit 'scherp in' genoemd.
365
Welke symptomen vertonen dieren met acute traumatische reticuloperitonitis?
Symptomen zijn: * Plotselinge eetlustverlies * Tympanie * Kreunen of steunen * Verhoogde ademfrequentie * Koorts ## Footnote De pensmotiliteit is vaak verminderd.
366
Hoe wordt traumatische reticuloperitonitis gediagnosticeerd?
Diagnose is vaak klinisch en kan niet met zekerheid worden gesteld. Behandeling kan gebaseerd zijn op een waarschijnlijkheidsdiagnose. ## Footnote Effect van behandeling kan ook als diagnostisch hulpmiddel dienen.
367
Wat is de prognose voor acute traumatische reticuloperitonitis?
Een acute traumatische reticuloperitonitis heeft een redelijk gunstige prognose bij snelle behandeling, tenzij complicaties optreden. ## Footnote Bij uitgebreide vergroeiingen is de prognose minder gunstig.
368
Wat zijn cardiapapillomen bij runderen?
Cardiapapillomen zijn tumoren die soms voorkomen bij runderen, veroorzaakt door bovine papillomavirus type 4 en type 2. ## Footnote Ze kunnen leiden tot recidiverende tympanie.
369
Wat zijn de symptomen van fibropapillomen bij runderen?
Symptomen zijn recidiverende tympanie, vooral kort na het eten, en onvoldoende voedselopname, wat leidt tot vermagering. ## Footnote Bevestiging kan door rumenotomie worden gedaan.
370
Wat zijn liggingsveranderingen van de maag?
Liggingsveranderingen van de maag komen voor bij verschillende diersoorten, zoals lebmaagdislocatie bij runderen. ## Footnote Dit kan ook incidenteel bij schapen en geiten voorkomen.
371
Wat is een fibropapilloom?
Een fibropapilloom is een soort tumor die manueel kan worden verwijderd. ## Footnote De prognose is echter dubieus door de kans op recidief.
372
Wat zijn liggingsveranderingen van de maag?
Liggingsveranderingen van de maag zijn aandoeningen waarbij de maag een gecompliceerde beweging maakt om een denkbeeldige as door de ophangbanden. ## Footnote Dit komt voor bij verscheidene diersoorten zoals runderen, honden en varkens.
373
Wat is het verschil tussen volvulus en torsie?
Volvulus is een liggingsverandering waarbij de maag een gecompliceerde beweging maakt, terwijl torsie een beweging is waarbij het orgaan om de eigen lengteas draait.
374
Wat is het maagdilatatie-volvulus syndroom (MDV)?
Het maagdilatatie-volvulus syndroom is een aandoening bij de hond waarbij de maag vergroot is en een liggingsverandering heeft ondergaan.
375
Wat zijn de gevolgen van liggingsveranderingen van de maag?
Ze kunnen leiden tot een afsluiting van de maag en ernstige verstoringen van de water- en zouthomeostase.
376
Bij welke diersoorten komt lebmaagdislocatie voor?
Bij runderen, en incidenteel bij schapen en geiten.
377
Wat zijn de twee vormen van lebmaagdislocatie?
Dislocatie naar links (LDL) en dislocatie naar rechts (LDR).
378
Wat is een flexio bij lebmaagdislocatie?
Een flexio is een draaiing van de lebmaag om een as in de lengterichting van het lichaam, met verplaatsing naar links.
379
Wat onderscheidt flexio-rotatio van flexio?
Bij flexio-rotatio draait de lebmaag om een verticale as na de flexio, wat leidt tot ernstige passagebelemmering.
380
Wat zijn de symptomen van LDL en LDR zonder passagebelemmering?
Wisselende eetlust, sterk afgenomen melkproductie, en onregelmatige pensbewegingen.
381
Wat is een belangrijke diagnostische maatregel bij maagdislocaties?
Het opnemen van pensbewegingen en ausculteren van pensgeruisen.
382
Wat zijn de tekenen van een LDR zonder passagebelemmering?
Ernstigere symptomen dan bij LDL, zoals een puilende rechter flank en hoogtonige borborygmi aan de rechterkant.
383
Wat kan rectaal onderzoek onthullen bij een extreem gedilateerde lebmaag?
Een ballon kan links van de pens worden gevoeld.
384
Wat kan leiden tot een sterk verkleind leverpercussieveld?
Bij een LDR zonder passagebelemmering is het leverpercussieveld vaak sterk verkleind of afwezig.
385
Wat is een symptoom van een lebmaagdislocatie (LDR) met passagebelemmering?
Buikomvang neemt toe en kortdurende aanvallen van koliek ## Footnote Shock kan optreden binnen 24 uur, met symptomen zoals een hoge polsfrequentie en bleekroze slijmvliezen.
386
Hoe wordt de diagnose van een lebmaagdislocatie gesteld?
Op basis van anamnese en klinisch onderzoek, met belangrijke bevindingen zoals het niet kunnen ausculteren van de pens ## Footnote Positieve steelband- en klotsproef zijn ook van belang.
387
Wat zijn de belangrijke diagnostische bevindingen voor LDR?
Afwezigheid van een leverpercussieveld en de bevindingen bij rectaal onderzoek ## Footnote Bij rectaal onderzoek wordt een enkele ballon gevoeld die strak gespannen is.
388
Wat zijn mogelijke therapieën voor een lebmaagdislocatie (LDL)?
Vasten, rollen, rollen en steken, chirurgische repositie en fixatie ## Footnote Vasten bestaat uit 2 tot 3 dagen vasten gevolgd door goed ruwvoer.
389
Wat houdt de roltechniek in voor de behandeling van LDL?
De koe wordt op de rechter zij gelegd en langzaam in rugligging gebracht, daarna op de linker zij gerold ## Footnote Dit moet langzaam gebeuren om gas naar de juiste plek te verplaatsen.
390
Wat is de Utrechtse methode bij de behandeling van LDL?
Chirurgisch reponeren van de lebmaag via een laparotomie, gevolgd door fixatie van het omentum majus aan de buikwand ## Footnote Deze techniek vereist ervaring en geeft zelden aanleiding tot recidief.
391
Wat is de prognose voor LDL en LDR zonder passagebelemmering?
Redelijk gunstig, mits de juiste therapie wordt toegepast ## Footnote Er kan echter een daling van de melkproductie optreden.
392
Bij welke hondenrassen komt maagdilatatie-volvulus (MDV) het meest voor?
Duitse dog, dobermann, Ierse setter ## Footnote Het risico neemt toe met de leeftijd van de hond.
393
Wat zijn de symptomen van maagdilatatie-volvulus bij de hond?
Vruchteloze pogingen tot braken, snel dikker worden van de buik, rusteloosheid, kwijlen ## Footnote Shock kan optreden met hoge polsfrequentie en bleke slijmvliezen.
394
Hoe wordt de diagnose van MDV gesteld?
Op basis van verschijnselen en het inbrengen van een maagsonde ## Footnote Als sonde niet kan worden ingebracht, is er sprake van een maagvolvulus.
395
Wat is de behandeling voor maagdilatatie bij de hond?
Snel opheffen van de maagdilatatie door inbrengen van een sonde of percutane maagpunctie ## Footnote Gastropexie wordt uitgevoerd om de maag aan de buikwand te fixeren.
396
Wat is de mortaliteit bij maagdilatatie-volvulus bij de hond?
Rond de 30% ## Footnote Hartritmestoornissen en necrose van de maag zijn belangrijke doodsoorzaken.
397
Wat veroorzaakt maagdilatatie-volvulus bij het varken?
Intensieve zeugenhouderij en het snel opnemen van grote hoeveelheden voer ## Footnote Dit leidt tot vertraagde maaglediging en gasvorming.
398
Wat is de diagnose voor maagdilatatie-volvulus bij het varken?
Wordt vaak pas na overlijden gesteld, met een sterk uitgezette maag ## Footnote Peritonitis kan optreden als de maag scheurt.
399
Wat is primair en secundair bij maagoverlading bij het paard?
Primair door problemen in de maag, secundair door oorzaken caudaal van de maag ## Footnote Voorbeelden van secundaire oorzaken zijn adynamische ileus of mechanische ileus.
400
Wat is maagimpactie?
Een droge stevige massa in de maag bij primaire maagoverlading ## Footnote Het is een misverstand dat luchtzuigen de oorzaak is.
401
Hoe kan maagoverlading bij het paard worden voorkomen?
Door het vermijden van het in korte tijd opnemen van een grote hoeveelheid voedsel ## Footnote Dit is vooral belangrijk bij fok- en vermeerderingszeugen.
402
Wat is de oorzaak van secundaire maagoverlading?
Problemen van de dunne darm zoals adynamische ileus of mechanische ileus ## Footnote Voorbeelden zijn proximale duodeno-jejunitis, grass sickness, ileumobstipatie, en volvulus van de dunne darm.
403
Wat wordt bedoeld met reflux in het kader van maagoverlading?
Vloeistof die zich in de maag ophoopt door secundaire oorzaken ## Footnote Dit kan leiden tot het afhevelen van grote hoeveelheden maaginhoud.
404
Welke symptomen vertonen paarden met maagoverlading?
Koliek, verhoogde pols, gestuwde slijmvliezen, cyanose, neusuitvloeiing, antiperistaltische contracties ## Footnote Ernst van symptomen hangt af van de oorzaak.
405
Wat is een mogelijke fatale complicatie van maagoverlading bij paarden?
Maagruptuur ## Footnote Dit kan resulteren in fatale peritonitis.
406
Hoe wordt de diagnose van maagoverlading gesteld?
Aan de hand van verschijnselen, sonderen, en rectaal onderzoek ## Footnote Echografie kan ook nuttig zijn voor het schatten van de maaggrootte.
407
Wat gebeurt er bij een maagruptuur?
Plotselinge koliekverschijnselen en shockverschijnselen ## Footnote Dit kan leiden tot peritonitis binnen enkele uren.
408
Wat is de behandeling bij maagoverlading?
Inbrengen van een maagsonde en afhevelen van maaginhoud ## Footnote Soms kan lokaal anestheticum helpen bij het inbrengen van de sonde.
409
Wat is de prognose als de maag niet tijdig kan worden geleegd?
Slecht, met risico op maagruptuur ## Footnote Dit kan leiden tot fatale afloop.
410
Wat is lebmaagimpactie?
Sterke overvuldheid van de lebmaag met droge, structuurrijke inhoud ## Footnote Kan optreden na operatie van lebmaagdislocatie.
411
Wat zijn de symptomen van lebmaagimpactie?
Verminderde eetlust en motiliteit van het maag-darmkanaal ## Footnote Prognose is slecht, recidief treedt vaak op.
412
Wat zijn de oorzaken van vertraagde maaglediging?
Voorste en achterste stenose ## Footnote Voorste stenose is zeldzaam, achterste stenose komt vaker voor.
413
Wat is een functie van de n. vagus in relatie tot maaglediging?
Beïnvloedt de motoriek van de magen ## Footnote Beschadigingen kunnen leiden tot gestoorde motoriek.
414
Wat gebeurt er met de water- en zouthomeostase bij een achterste stenose?
Daling van Cl- en stijging van HCO3- in de extracellulaire vloeistof ## Footnote Dit kan leiden tot metabole alkalose.
415
Wat is het gevolg van een metabole alkalose op de kaliumbalans?
Hypokaliëmie ## Footnote Dit kan ontstaan door een shift van K+ naar de intracellulaire vloeistof.
416
Wat gebeurt er met HCO3- in de urine bij verhoogde concentraties?
Het teveel wordt uitgescheiden, wat leidt tot diurese ## Footnote Dit gaat gepaard met uitscheiding van Na+ en K+.
417
Wat gebeurt er als de HCO3--concentratie boven de nierdrempel uitkomt?
Het teveel aan HCO3- wordt uitgescheiden in de urine ## Footnote Dit gaat gepaard met de uitscheiding van Na+ en K+, wat leidt tot osmotische diurese.
418
Wat is het gevolg van de HCO3--uitscheiding voor het zuur-basenevenwicht?
Het heeft een corrigerend effect op de metabole alkalose ## Footnote Dit is gunstig voor het zuur-basenevenwicht.
419
Wat versterkt de diurese in termen van dehydratie?
De al eerder genoemde dehydratie wordt versterkt ## Footnote Dit komt doordat de opname van water en zout niet mogelijk is.
420
Wat is de reactie van de nieren bij toenemende dehydratie en hypovolemie?
De stimulus voor de nier om Na+ te reabsorberen wordt sterker ## Footnote Eerst probeert het lichaam de pH te normaliseren.
421
Welke mechanismen zijn beschikbaar voor Na+ reabsorptie?
* Na+ reabsorptie met gelijktijdige reabsorptie van Cl- * Na+ reabsorptie in de distale tubulus in uitwisseling tegen K+ * Na+ reabsorptie in de distale tubulus in uitwisseling tegen H+ * Na+ reabsorptie met gelijktijdige reabsorptie van HCO3- ## Footnote Deze mechanismen zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van ionen.
422
Wat is paradoxale acidurie?
Een daling van de pH van de urine ondanks metabole alkalose in de extracellulaire vloeistof ## Footnote Dit gebeurt door de uitwisseling van Na+ tegen H+.
423
Hoe beïnvloedt Pco2 de HCO3- reabsorptie?
Als de Pco2 stijgt, wordt de HCO3- reabsorptie gestimuleerd ## Footnote Dit remt de excretie van HCO3-.
424
Wat gebeurt er in de eerste fase bij een rund met een achterste stenose?
Er vindt een diurese plaats met alkalische urine die veel Na+, K+ en HCO3- bevat ## Footnote Dit is het gevolg van de nierfunctie in reactie op de stoornis.
425
Wat is het effect van hypovolemie op urineproductie in de tweede fase?
Er wordt urine geproduceerd met een verminderd urinevolume en een lagere pH ## Footnote Dit resulteert in paradoxale acidurie.
426
Wat is de verwachte soortelijk gewicht van de urine bij een rund met een achterste stenose?
Meestal 1,015 - 1,020 g/l ## Footnote Dit is laag normaal en komt door verlies van zouten.
427
Wat veroorzaakt het verlies van concentrerend vermogen van de nier?
Verminderde hypertoniciteit van het niermerg ## Footnote Dit komt door het verlies aan zouten, vooral Na+ en Cl-.
428
Hoe beïnvloedt hypovolemie de nierdoorbloeding?
De doorbloeding van de nieren neemt af ## Footnote Dit kan verband houden met verslechterde perifere circulatie.
429
Wat gebeurt er met de glomerulaire filtratie (GFR) bij dehydratie?
De GFR zal afnemen ## Footnote Dehydratie leidt tot hemoconcentratie, wat het filtratieproces remt.
430
Wat is een klinisch kenmerk van prerenale uremie?
Ammoniakale foetor ex ore ## Footnote Dit treedt op als gevolg van een achterste stenose.
431
Welke veranderingen in de urine kunnen optreden bij braken bij herkauwers?
Oligurie, paradoxale acidurie, laag soortelijk gewicht ## Footnote Deze veranderingen komen na een fase van diurese.
432
Wat is de rol van speekselproductie bij herkauwers?
Herkauwers hebben een basale speekselproductie die niet volledig kan worden gestopt ## Footnote Speeksel bevat veel Na+ en HCO3-.
433
Wat gebeurt er met de pensinhoud bij een achterste stenose?
De pens raakt overvuld met dunne vloeibare inhoud ## Footnote Dit gebeurt door gebrek aan fermentatie en toevloed van lebmaaginhoud.
434
Wat is de normale pH van pensinhoud en hoe wordt deze gereguleerd?
De pH ligt meestal tussen de 6 en 7, gereguleerd door HCO3- en vluchtige vetzuren ## Footnote Acetaat, propionaat en butyraat spelen hierbij een rol.
435
Wat is de oorzaak van de verhoogde Cl- in pensinhoud bij reflux?
Toestroom van H+ en Cl- door reflux van lebmaaginhoud ## Footnote De buffercapaciteit van de pensinhoud vermindert hierdoor.
436
Wat zijn de gevolgen van een voorste stenose vergeleken met een achterste stenose?
De gevolgen zijn minder ernstig en er is geen elektrolytenverlies ## Footnote Bij een voorste stenose is er sprake van verminderde voedselopname en lichte dehydratie.
437
Wat zijn de verschijnselen van een achterste stenose?
Slechte eetlust, onvoldoende fecesproductie, asymmetrische buikomvang ## Footnote De buikvorm wordt 'pappelvorm' genoemd.
438
Wat is het belangrijkste criterium voor de diagnose van een achterste stenose?
Overvulling van de pens met slappe inhoud ## Footnote Deze inhoud lijkt op erwtensoep en heeft een pH tot 6.0.
439
Wat is de therapie voor een achterste stenose?
Afhevelen van pensinhoud en behandeling van hypochloremische metabole alkalose ## Footnote De oorzaak van de stenose moet ook behandeld worden.
440
Wat is een kenmerk van pylorusstenose bij de hond?
Chronisch intermitterend braken en regurgiteren van voedsel ## Footnote Dit kan projectielbraken of -regurgiteren omvatten.
441
Wat is de oorzaak van hypomotiliteit van de maag bij konijnen?
Stress en pijn leiden tot verhoogde productie van catecholamines ## Footnote Dit remt de gastro-intestinale motiliteit.
442
Wat is een misvatting over haarballen bij konijnen?
De term haarbal is niet op zijn plaats; het betreft indroging van de maaginhoud ## Footnote In tegenstelling tot trichobezoars bij andere diersoorten.
443
Wat is het gevolg van hypomotiliteit bij het konijn?
Het ontstaan van haarballen. ## Footnote Bij konijnen betreft het een indroging van de maaginhoud, niet alleen een ophoping van haren zoals bij andere diersoorten.
444
Wat zijn de eerste verschijnselen van verminderde gastro-intestinale motoriek bij konijnen?
Afgenomen eetlust en fecesproductie.
445
Wat kan soms in de buik worden gepalpeerd bij een konijn met hypomotiliteit?
Ingedroogde inhoud van de maag als een massa met deegachtige consistentie.
446
Wat moet er gebeuren als anorexie bij een konijn langer aanhoudt dan 24 uur?
Overgaan tot dwangvoederen.
447
Wat is een belangrijk onderdeel van de therapie bij hypomotiliteit bij konijnen?
Rehydratie.
448
Wat is de prognose van operatieve verwijdering van ingedroogde maaginhoud bij konijnen?
Slechte prognose.
449
Wat is de Engelse term voor kliermaag dilatatieziekte?
Proventricular dilatation disease (PDD).
450
Wat is de oorzaak van kliermaag dilatatieziekte bij papegaaien?
Aviaire bornavirus (ABV).
451
Wat zijn enkele klinische verschijnselen van kliermaag dilatatieziekte?
* Anorexie * Gewichtsverlies * Braken * Diarree
452
Wat kan de diagnose van kliermaag dilatatieziekte bevestigen?
Histopathologisch onderzoek van lymfoplasmacellulaire infiltraten.
453
Wat is de prognose van kliermaag dilatatieziekte?
Progressief met overlijden als gevolg van irreversibele aantasting van organen.
454
Wat is een kenmerk van 'grass sickness' bij paarden?
Abnormaal functioneren van het autonome zenuwstelsel.
455
Wat zijn de symptomen van de acute vorm van 'grass sickness'?
* Recidiverende maagoverlading * Adynamische ileus * Koliek * Sloomheid
456
Hoe kan de diagnose van 'grass sickness' worden ondersteund?
Door het opheffen van ptosis met oogdruppels met fenylefrine.
457
Wat is de prognose voor dieren met de acute vorm van 'grass sickness'?
Infaust.
458
Wat zijn symptomen van vreemde voorwerpen in de maag van honden, katten en fretten?
* Braken * Niet willen eten * Buikpijn
459
Welke techniek wordt vaak gebruikt voor de diagnose van vreemde voorwerpen?
Beeldvormende technieken zoals röntgenfoto's.
460
Wat is de prognose bij honden, katten en fretten met vreemde voorwerpen?
Gunstig.
461
Wat zijn de symptomen van een lebmaagbloeding bij runderen?
* Geen melkproductie * Geen eetlust * Hypovolemische shock
462
Wat is een karakteristiek symptoom van een ernstige lebmaagbloeding?
Zwarte mest met een weeïg zoete geur.
463
Wat is een belangrijk diagnostisch kenmerk van een lebmaagbloeding in het beginstadium?
Moeilijk te stellen diagnose zonder zwarte mest.
464
Wat is een kenmerk van mest bij lebmaagbloeding?
Mest is pikzwart en heeft een weeïg zoete geur ## Footnote Bij ernstige bloeding kan het dier al dood zijn voordat er afwijkende feces worden geproduceerd.
465
Hoe is de diagnose van een lebmaagbloeding in het beginstadium?
Difficult, zeker als er nog geen zwarte mest is ## Footnote Bij snel bloedverlies is hemoglobinegehalte aanvankelijk weinig verlaagd.
466
Wat moet gebeuren als de hematocriet onder de 0,15 l/l daalt?
Bloedverlies moet worden gecompenseerd met een bloedtransfusie
467
Wat is het doel van een bloedtransfusie bij lebmaagbloeding?
Verlies van erytrocyten, trombocyten en stollingsfactoren aanvullen
468
Welke voeding wordt aanbevolen in het beginstadium van lebmaagbloeding?
Alleen ruwvoer van goede kwaliteit
469
Wat is de prognose bij lebmaagbloeding?
Dubieus; soms sterft het dier voor behandeling ## Footnote Bij slachting kan afkeuring plaatsvinden door bleke kleur en afwijkende geur van het vlees.
470
Bij welke leeftijd komen maagtumoren vooral voor bij honden en katten?
Middelbare tot oudere leeftijd
471
Wat zijn de meest voorkomende maligne tumoren in de maag?
* Adenocarcinoom * Maligne lymfoom * Leiomyosarcoom
472
Wat zijn de meest voorkomende symptomen van maagtumoren?
* Braken * Anorexie * Gewichtsverlies
473
Wat vereist een zekere diagnose van maagtumoren?
Cytologisch of histologisch onderzoek van biopten
474
Wat zijn de morfologische reacties van het maagslijmvlies op noxen?
* Toegenomen slijmproductie * Degeneratieve veranderingen * Ontstekingsreactie
475
Wat is gastritis?
Maagontsteking die acuut of chronisch kan zijn
476
Wat zijn de vormen van gastritis afhankelijk van het exsudaat?
* Catarrale * Purulente * Eosinofiele * Hemorragische * Fibrino-necrotische
477
Wat is een kenmerk van acute catarrale gastritis?
Verhoogde slijmafscheiding en hyperemie
478
Wat veroorzaakt acute hemorragische gastritis?
Sterke hyperemie en hemorragie in de (sub)mucosa
479
Wat is de oorzaak van chronische gastritis?
Toename van lymfocyten, plasmacellen, histiocyten en bindweefsel
480
Wat kan leiden tot pylorusstenose?
* Hypertrofische gastritis * Tumoren * Pylorusspasme
481
Wat zijn de symptomen van eosinofiele gastritis?
Grote aantallen eosinofiele polymorfkernige leukocyten
482
Wat zijn de kenmerken van hypertrofische gastritis?
Korrelige of hobbelige slijmvliesoppervlak
483
Wat kan optreden bij parasitaire gastritis?
Lokale slijmvliesverdikkingen in de vorm van noduli
484
Wat is hyostrongylose?
Een parasitaire infectie bij varkens veroorzaakt door Hyostrongylus rubidus ## Footnote Hyostrongylose is een aandoening die veroorzaakt wordt door nematoden en leidt tot chronische ontsteking in de maag.
485
Wat zijn teladorsagiose en ostertagiose?
Parasitaire infecties bij schapen, geiten en runderen ## Footnote Teladorsagiose wordt veroorzaakt door Teladorsagia circumcincta, terwijl ostertagiose voornamelijk wordt veroorzaakt door Ostertagia ostertagi.
486
Wat is chronische lymfofolliculaire gastritis?
Een aandoening gekenmerkt door toegenomen lymffollikels en chronische ontsteking in de maag ## Footnote Dit kan optreden als gevolg van parasitaire infecties.
487
Bij welke diersoorten komen maagulcera voor?
Hond, kat, fret, konijn, paard, rund en varken ## Footnote Maagulcera zijn verwondingen in de maagwand en kunnen bij verschillende diersoorten optreden.
488
Wat veroorzaakt maagulcera?
Een verstoring van het evenwicht tussen agressieve en beschermende factoren in de maag ## Footnote Agressieve factoren zijn maagzuur en pepsine, terwijl beschermende factoren de mucuslaag zijn.
489
Wat zijn de twee belangrijkste complicaties van maagulcera?
* Bloedingen * Perforatie ## Footnote Bloedingen kunnen fataal zijn, vooral bij varkens, terwijl perforatie leidt tot peritonitis.
490
Bij welke diersoorten komen vaak maagulcera voor, maar met zeldzaam bloedverlies?
Paarden ## Footnote Bij paarden bevinden de ulcera zich meestal in het klierloze gedeelte van de maag.
491
Wat is de rol van Helicobacter spp. in maagulcera?
Helicobacter spp. kan bijdragen aan de ontwikkeling van maagulcera bij verschillende diersoorten ## Footnote De klinische betekenis is vaak nog niet duidelijk.
492
Wat zijn belangrijke nematoden die erosies en ulceraties kunnen veroorzaken?
* Ostertagia ostertagi (rund) * Haemonchus contortus (schaap, geit) * Teladorsagia circumcincta (schaap, geit) * Hyostrongylus rubidus (varken) ## Footnote Deze nematoden kunnen leiden tot chronische gastritis.
493
Wat zijn de symptomen van maagulcera?
Ontsteking, erosies, ulcera, bloedingen, en perforatie ## Footnote De symptomen kunnen variëren van mild tot levensbedreigend.
494
Wat kan ischemie van de maagwand veroorzaken?
* Neoplasieën * Stress * Medicijngebruik ## Footnote Ischemie kan leiden tot een tekortschieten van de slijmbarrière en maagulcera.
495
Wat zijn de gevolgen van een infectie met Ostertagia ostertagi?
* Hyperplasie van de mucosa * Verlies van pariëtale cellen * Verhoogde pH in de maag * Hypoalbuminemie ## Footnote Deze effecten leiden tot verstoorde eiwitvertering en diarree.
496
Wat zijn de twee vormen van ostertagiose?
* Type 1 * Type 2 ## Footnote Type 1 treedt op in de tweede helft van het weideseizoen, terwijl type 2 optreedt na het eerste of tweede weideseizoen.
497
Wat zijn de symptomen van maag-darmwormziekte bij runderen?
Slechte eetlust, gewichtsverlies, diarree, gezwollen buik ## Footnote Hypoalbuminemie kan optreden in ernstige gevallen.
498
Hoe wordt de diagnose van maag-darmwormziekte gesteld?
Op basis van bedrijfsanamnese en laboratoriumonderzoek naar eieren in feces ## Footnote Pepsinogeen niveaus in het plasma kunnen ook worden gemeten.
499
Wat is de behandeling voor maag-darmworminfecties?
Toedienen van anthelmintica ## Footnote Het is belangrijk dat deze effectief zijn tegen zowel larvale stadia als volwassen wormen.
500
Wat is de belangrijkste behandeling voor worminfecties?
Het toedienen van anthelmintica ## Footnote Anthelmintica moeten effectief zijn tegen zowel larvale stadia als volwassen wormen.
501
Wat is een mogelijke negatieve gevolg van rigoureuze preventieve therapie met anthelmintica?
Te beperkte ontwikkeling van de immuniteit van het dier ## Footnote Dit kan leiden tot latere problemen.
502
Hoe kan de kans op ernstige worminfecties verminderd worden?
Via beweidingsmaatregelen ## Footnote Dit bevordert ook de opbouw van immuniteit.
503
Wat is de prognose voor groeivertraging bij kalveren en pinken?
Blijvend; er is nauwelijks sprake van compensatoire groei.
504
Welke soorten trichostrongyliden veroorzaken maag-darmwormziekte bij schapen en geiten?
* Haemonchus contortus * Teladorsagia (Ostertagia) circumcincta * Trichostrongylus axei * T. vitrinus * T. colubriformis * Nematodirus battus * Nematodirus filicollis
505
Wat is de cyclus van Haemonchus contortus?
Vergelijkbaar met die van Ostertagia bij het rund, maar overwintert slecht op de weide.
506
Wat gebeurt er met de immuniteit van ooien kort voor de partus?
Die daalt sterk, wat resulteert in een toegenomen uitscheiding van wormeieren.
507
Wat zijn de symptomen van een lichte infectie met wormen?
Beperkt tot gewichtsverlies.
508
Wat zijn de ernstige symptomen van een infectie met Haemonchus?
* Bleepe slijmvliezen door anemie * Oedeem aan de onderkaak door hypoalbuminemie * Regelmatig sterfte
509
Wat is de diagnose voor maag-darmwormziekten gebaseerd op?
Verschijnselen en bedrijfsanamnese ## Footnote Beweidinggeschiedenis en gebruik van anthelmintica zijn belangrijk.
510
Wat is een belangrijke complicatie bij de behandeling van worminfecties?
Resistentie tegen anthelmintica ## Footnote Dit is waargenomen tegen onder andere benzimidazolen en macrocyclische lactonen.
511
Wat zijn de symptomen van braakziekte bij varkens?
* Verminderde eetlust * Braken * Obstipatie * Dikke buik * Wasting
512
Wat veroorzaakt braakziekte bij varkens?
Porcine haemagglutinerend encefalomyelitisvirus
513
Wat is ileus?
Een aandoening waarbij de passage van darminhoud is belemmerd.
514
Wat zijn de twee hoofdtypen ileus?
* Mechanische of dynamische ileus * Paralytische of adynamische ileus
515
Wat is een strangulerende ileus?
Obstructie door strangulatie van een darmsegment
516
Wat zijn de vormen van niet-strangulerende ileus?
* Intraluminale afsluiting * Intramurale afsluiting * Extramurale afsluiting
517
Wat kenmerkt een paralytische ileus?
Verlamming van de darmmusculatuur.
518
Wat is een paralytische ileus?
Een aandoening waarbij de passage van darminhoud wordt belemmerd door een verlamming van de darmmusculatuur
519
Wat zijn voorbeelden van een paralytische ileus bij het paard?
* Proximale enteritis (duodenitis/jejunitis) * Postoperatieve ileus
520
Wat gebeurt er bij postoperatieve paralytische ileus?
De dunne darm vertoont geen propulsieve motiliteit en er ontstaat maagoverlading door reflux van darminhoud
521
Wat is krampkoliek?
Een verzamelterm voor milde en vage koliekverschijnselen die vaak 1 tot 2 uur duren
522
Hoe reageren paarden met krampkoliek op pijnstillende medicatie?
Ze reageren doorgaans goed en snel, waardoor de koliekverschijnselen vaak binnen 1 tot 2 uur verdwijnen
523
Welke factoren kunnen krampkoliek veroorzaken?
* Parasitaire infecties, vooral lintworminfecties * Plotselinge veranderingen in het rantsoen
524
Wat is de pathofysiologie van de ileus?
Volledige afsluiting van het darmlumen leidt tot dilatatie door ophoping van gas en vloeistof
525
Wat gebeurt er met de darmwand bij een volledige afsluiting?
De darm verliest het vermogen om vloeistof te absorberen en de secretie van darmsap neemt toe
526
Wat is het verschil tussen hoge en lage ileus bij honden?
* Hoge ileus: hevig braken en sneller uitdroging * Lage ileus: zeldzaam braken, minder snel uitdroging
527
Wat is strangulerende ileus?
Een gevaarlijke vorm van ileus met gedeeltelijke of volledige obstructie van de veneuze afvoer
528
Wat zijn de gevolgen van strangulerende ileus?
* Ophoping van bloed en oedeem in de darmwand * Anoxie en pijnlijke darmkrampen * Necrose en bloeding van de darmwand
529
Wat gebeurt er bij afsluiting van de veneuze afvoer van de darm?
Er ontstaan snel ernstige afwijkingen, zoals cyanose en petechiën in de serosa en het mesenterium
530
Welke bacteriën zijn belangrijk bij strangulerende ileus?
* E. coli * Clostridium spp.
531
Wat zijn de symptomen van een eenvoudige mechanische ileus?
Sloomheid, verminderde eetlust en braken
532
Wat veroorzaakt een afsluiting van de dunne darm door een vreemd voorwerp?
Fremd voorwerpen kunnen vastlopen in het darmlumen, vooral bij honden
533
Wat zijn de risico's van draadvormige voorwerpen?
Ze kunnen de darmwand opstroppen en snijden, wat leidt tot septische peritonitis
534
Wat gebeurt er bij een lange afsluiting van de darm?
Er ontstaan dehydratie en gewichtsverlies
535
Wat is een belangrijke oorzaak van heftige braken bij een totale obstructie van het duodenum?
Verlies van maagzuur, wat resulteert in metabole alkalose en hypokaliëmie. ## Footnote Deze combinatie is kenmerkend voor afsluitingen in het craniale deel van het maag-darmkanaal.
536
Hoe wordt de diagnose van een duodenale obstructie gesteld?
Met behulp van lichamelijk onderzoek en röntgenfoto’s van de buik. ## Footnote Bij buikpalpatie kunnen verwijde darmlissen voelbaar zijn.
537
Wat is een kenmerk van röntgenfoto’s bij een hoge afsluiting in het duodenum?
Lucht hoopt zich op in het voorliggende stuk duodenum en de maag, waardoor karakteristieke met lucht gevulde darmlissen niet worden gezien.
538
Noem enkele aandoeningen die in de differentiële diagnose van ileus moeten worden overwogen.
* Andere oorzaken van ileus * Acuut nierfalen * Infectieziekten * Hypoadrenocorticisme * Intoxicaties
539
Wat is de belangrijkste behandeling voor een duodenale obstructie?
Chirurgisch verwijderen van het vreemde voorwerp en eventueel niet-vitale delen van de dunne darm.
540
Wat beïnvloedt de prognose bij een duodenale obstructie?
De ernst van de afwijkingen in de darmwand en de vaardigheid van de chirurg.
541
Bij welke leeftijdsgroep komt een ileus door ophoping van de spoelworm Parascaris equorum vooral voor?
Bij jonge dieren vanaf ongeveer 4 maanden oud.
542
Hoe vindt besmetting met Parascaris equorum plaats?
Door orale opname van infectieuze eieren met daarin een L3.
543
Wat zijn de symptomen van een darmafsluiting door spoelwormen bij veulens?
* Heftige koliek * Snelle verslechtering van de algemene toestand * Dikkere buik * Weinig feces * Hoge polsfrequentie * Rode slijmvliezen * Weinig borborygmi
544
Wat bevestigt de diagnose van een spoelworminfectie?
Het vinden van spoelwormen in afgehevelde maaginhoud of feces, en het aantonen van Parascaris-eieren bij fecesonderzoek.
545
Wat moet er gedaan worden bij een vermoeden van een zware spoelworminfectie?
De behandeling moet gecombineerd worden met het toedienen van een laxeermiddel ter voorkoming van verstopping met dode spoelwormen.
546
Wat is de prognose als een Parascaris-ophoping leidt tot koliek?
De prognose is gereserveerd.
547
Welke neoplasieën komen voor in de darm bij honden en katten?
* Lymfosarcoom * Adenocarcinoom * Leiomyomen * Leiomyosarcomen
548
Wat zijn de symptomen van intestinale neoplasieën?
* Verminderde eetlust * Algehele malaise * Vermagering * Braken * Chronische diarree
549
Hoe wordt de diagnose van een neoplasie in de darm gesteld?
Op basis van verschijnselen en bevindingen bij lichamelijk en beeldvormend onderzoek.
550
Wat is de behandeling voor neoplasieën van de dunne darm zonder metastasen?
Operatief verwijderen van het aangetaste darmsegment.
551
Wat is een darminvaginatie?
Een toestand waarbij het ene darmdeel instulpt in het navolgende darmdeel.
552
Bij welke dieren komt darminvaginatie vooral voor?
Vooral bij jonge honden en in mindere mate bij katten.
553
Wat zijn de symptomen van een darminvaginatie?
* Algehele malaise * Buikpijn * Braken * Bloederige en slijmerige ontlasting
554
Wat kan helpen bij de diagnostiek van een darminvaginatie?
Beeldvormende diagnostiek zoals (contrast)röntgenfoto’s of echografie.
555
Wat is een mogelijke complicatie bij een darminvaginatie?
De invaginatie kan ver naar craniaal beginnen en langere darmgedeelten kunnen inschuiven.
556
Wat kan de diagnose van een darminvaginatie bevestigen tijdens lichamelijk onderzoek?
Het voelen van een worstvormige dikte bij buikpalpatie.
557
Wat is de behandeling van een invaginatie?
Chirurgisch ## Footnote Repositie is alleen mogelijk als de invaginatie acuut is en het intussusceptum klein.
558
Wat kan een invaginatie verwarren met een rectumprolaps?
Een invaginatie waarbij het intussusceptum uitsteekt tot buiten de anus ## Footnote Het onderscheid wordt gemaakt met behulp van rectaal onderzoek.
559
Wat zijn de symptomen van een invaginatie?
Braken, buikpijn, bloederige en slijmerige ontlasting ## Footnote Deze symptomen kunnen ook voorkomen bij andere aandoeningen.
560
Wat is de prognose van een invaginatie?
Over het algemeen goed, maar kan recidiveren ## Footnote De afwijking kan terugkomen.
561
Bij welk dier komen darminvaginaties weinig voor?
Paard ## Footnote Vooral invaginaties van het ileum in het caecum.
562
Wat is een veelvoorkomende oorzaak van invaginaties bij paarden?
Paardenlintworm (Anoplocephala perfoliata) ## Footnote Ook andere parasitaire infecties kunnen een rol spelen.
563
Wat zijn de symptomen van een darmvolvulus bij honden?
Braken, acute algehele malaise, dikker worden van de buik ## Footnote De toestand van de patiënt verslechtert snel zonder behandeling.
564
Wat is de definitieve diagnose voor darmvolvulus?
Laparotomie ## Footnote De diagnose kan alleen definitief worden gesteld via chirurgie.
565
Wat is de prognose van een torsio mesenterialis?
Zeer slecht ## Footnote Direct chirurgisch ingrijpen is noodzakelijk.
566
Wat zijn de verschijnselen van een invaginatie bij runderen?
Milde koliek, eetlustverlies, afname van pensbewegingen ## Footnote De verschijnselen kunnen enkele dagen aanhouden.
567
Wat veroorzaakt vaak diarree bij jonge dieren?
Infectieuze agentia, voedingsstoornissen, allergieën ## Footnote Jonge dieren zijn bijzonder vatbaar voor maag-darminfecties.
568
Bij welke diersoorten zijn rotavirusinfecties aangetoond?
Runderen, varkens, schapen, veulens, honden, katten, fretten, konijnen, vogels ## Footnote Rotavirussen veroorzaken diarree bij verschillende diersoorten.
569
Wat zijn de eerste symptomen van rotavirusinfectie bij kalveren?
Sloomheid en minder drinken ## Footnote Na enkele uren ontwikkelt zich diarree.
570
Wat kan de diagnose van rotavirusinfectie bevestigen?
ELISA-test op feces ## Footnote Aanwezigheid van Rotavirus of Coronavirus maakt het aannemelijk dat zij een rol spelen in de diarree.
571
Wat is een kenmerk van menginfecties bij kalverdiarree?
Veranderende symptomen ## Footnote Menginfecties kunnen het beeld van de ziekte doen veranderen.
572
Wat is de belangrijkste infectiebron van rotavirus bij kalveren?
Kalveren die net zijn hersteld ## Footnote Deze dieren scheiden grote hoeveelheden virus uit via de mest.
573
Wat veroorzaakt oedeem in het mesenterium bij torsio mesenterialis?
De torsie zelf ## Footnote Dit leidt tot verminderde darmmotiliteit en ophoping van vloeibare inhoud en gas.
574
Wat is de prognose bij partiële torsio mesenterialis?
Gunster ## Footnote De repositie is gemakkelijker en de algemene toestand van de patiënt is beter.
575
Wat kan het virus aantonen in de feces?
ELISA ## Footnote ELISA (Enzyme-Linked Immunosorbent Assay) is een veelgebruikte techniek voor het detecteren van antigenen of antilichamen.
576
Welke virussen spelen een rol in de etiologie van diarree?
* Rotavirus * Coronavirus ## Footnote Deze virussen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van diarree bij kalveren.
577
Wat is de belangrijkste manier om Coronavirusinfecties van andere infecties te onderscheiden?
Onderzoek van de feces met ELISA ## Footnote Dit onderzoek helpt bij het identificeren van specifieke virussen in de ontlasting.
578
Wat is de therapie voor diarree bij kalveren?
Symptomatische behandeling met orale rehydratie ## Footnote Dit houdt in dat het verlies van water en elektrolyten wordt gecompenseerd.
579
Wat moet er gedaan worden bij ernstige dehydratie of metabole acidose?
Intraveneuze rehydratie ## Footnote Dit is een noodzakelijke behandeling voor ernstig zieke dieren.
580
Hoe moet het voederregime worden aangepast bij kalveren met diarree?
* Frequent verstrekken van kleine hoeveelheden melk * Voorkomen dat het absorberende vermogen van de darm wordt overschreden ## Footnote Dit helpt om de nutriëntenvoorziening te waarborgen.
581
Wat is de basis van de preventie bij bedrijven met veel zieke dieren?
Goede biestvoorziening ## Footnote Dit is essentieel voor het verbeteren van de immuniteit van kalveren.
582
Wat moet er gedaan worden met biest bij problemen met virusdiarree?
1,5 liter biest uitgemolken en bewaard na de geboorte ## Footnote Dit helpt de lokale, passieve afweer in de darm langer in stand te houden.
583
Wat kan er gedaan worden om de concentratie van specifieke antilichamen tegen Rotavirus in biest te vergroten?
Vaccinatie van de moederdieren tijdens het laatste deel van de dracht ## Footnote Dit bevordert de immuniteit van de pasgeboren kalveren.
584
Wat is de prognose voor Rotavirusenteritis bij kalveren?
Gunstig ## Footnote Dit betekent dat de kans op herstel hoog is.
585
Op welke leeftijd komen verschijnselen van Rotavirus vooral voor bij veulens?
Vijf dagen tot twee weken ## Footnote Dit is een kritieke periode voor de ontwikkeling van symptomen.
586
Wat kan er gebeuren met veulens die met de merrie een hengstenstation of evenement bezoeken?
Problemen door afname van maternale immuniteit ## Footnote Dit gebeurt meestal tussen 2 en 4 maanden leeftijd.
587
Welke symptomen kunnen optreden bij veulens met Rotavirusinfectie?
* Sloomheid * Verminderde drinklust * Diarree ## Footnote Symptomen kunnen variëren van mild tot ernstig.
588
Hoe wordt de diagnose van Rotavirusenteritis gesteld?
Door het aantonen van het virus in de feces met een ELISA of latex agglutinatietest ## Footnote Dit helpt bij het bevestigen van de infectie.
589
Wat zijn mogelijke differentiële diagnoses bij veulens met diarree?
* Coronavirussen * Salmonellose * Clostridium-infecties ## Footnote Deze aandoeningen moeten overwogen worden bij de diagnose.
590
Wat is de behandeling voor virale diarree bij veulens?
Toedienen van elektrolytenoplossingen ## Footnote Dit is belangrijk voor het herstellen van de hydratatie.
591
Antibiotica zijn alleen geïndiceerd als er verschijnselen zijn van een _______.
ernstige secundaire bacteriële infectie ## Footnote Dit is omdat antibiotica niet effectief zijn tegen virale infecties.
592
Wat is een secundaire bacteriële infectie?
Een infectie die optreedt na een eerdere infectie, vaak door verzwakte immuniteit.
593
Wat is de prognose voor rotavirusenteritis?
De prognose is gunstig, maar aandacht is vereist voor hydratatietoestand, nierfunctie en maagulcera.
594
Welke groepen van het Rotavirus komen voor bij varkens?
* Groep A * Groep B * Groep C * Groep E
595
Wat zijn de eerste verschijnselen van rotavirusinfecties bij biggen?
Sloomheid, verminderde eetlust, en soms braken.
596
Wat zijn de symptomen van rotavirusinfectie bij biggen?
Profuse diarree, dehydratie, en ondertemperatuur.
597
Wat is de mortaliteit bij ernstige rotavirusinfecties bij biggen?
Kan oplopen tot meer dan 30%.
598
Wat is de incubatietijd voor rotavirusinfectie bij varkens?
8 tot 24 uur.
599
Wat is de diagnostische methode voor rotavirusinfectie?
Onderzoek van feces met een ELISA of latex agglutinatietest.
600
Wat zijn de belangrijkste differential diagnoses voor rotavirusinfectie?
* E. coli * Isospora suis * Clostridium perfringens
601
Wat zijn de symptomen van rotavirusenteritis bij fretten?
Diarrhee, die groen en slijmerig is.
602
Wat is de prognose voor rotavirusenteritis bij fretten?
De prognose is gunstig.
603
Wat zijn de symptomen van rotavirusenteritis bij konijnen?
* Slijmerige tot groengele waterige diarree * Dehydratie * Anorexie
604
Hoe wordt de diagnose van rotavirusenteritis bij konijnen vaak gesteld?
Meestal postmortaal onderzoek.
605
Wat is een kenmerkend histologisch bevinding bij rotavirusenteritis bij konijnen?
Vlokatrofie en gezwollen enterocyten.
606
Wat zijn de preventieve maatregelen voor rotavirusenteritis bij konijnen?
* Verminderen van stress * Hygiëne bevorderen * Voer rijk aan ruwe vezels
607
Wat veroorzaakt transmissible gastroenteritis (TGE) en porcine epidemic diarrhea (PED)?
Coronavirussen.
608
Wat zijn de belangrijkste symptomen van TGE en PED bij varkens?
* Verminderde eetlust * Diarree * Soms braken
609
Wat is de diagnose voor coronavirusenteritis bij varkens?
Onderzoek van darmweefsel met immunoperoxidasekleuring (IPOX).
610
Wat is de prognose voor niet-gecompliceerde rotavirusenteritis?
Meestal gunstig.
611
Wat zijn de symptomen van coronavirusenteritis bij volwassen runderen?
Profuse diarree en acute daling in melkproductie.
612
Wat zijn de symptomen van feliene coronavirusenteritis?
* Braken * Diarree * Hemorragische diarree in zeldzame gevallen
613
Wat is het caniene parvovirus type 2?
Een virus dat acute necrohemorragische enteritis veroorzaakt bij honden.
614
Wat zijn de eerste symptomen van parvovirusenteritis bij de hond?
* Sloomheid * Niet meer willen eten * Braken
615
Wat is de incubatietijd voor parvovirusinfecties bij de hond?
3 tot 8 dagen.
616
Wat is de diagnostische methode voor caniene parvovirus?
Aanwezigheid van het virus in de ontlasting met ELISA.
617
Wat zijn de belangrijkste differential diagnoses voor hemorragische enteritis?
* Haakwormen * Isospora spp. * Rotavirus * Coronavirus
618
Wat is de behandeling voor parvovirusenteritis bij honden?
Behandeling van dehydratie en secundaire bacteriële infecties met antibiotica.
619
Wat is de belangrijkste behandeling voor parvovirusenteritis?
Bestrijding van dehydratie met orale vloeistof en intraveneuze infusen ## Footnote Antibiotica worden ook gegeven bij ernstige verschijnselen vanwege de kans op secundaire bacteriële infecties en sepsis.
620
Waarom is isolatie en goede hygiëne belangrijk bij parvovirusinfecties?
Grote hoeveelheden virus worden via feces uitgescheiden, wat overdracht op andere patiënten mogelijk maakt ## Footnote Dit is cruciaal in een dierenartsenpraktijk.
621
Wat zijn de preventieve maatregelen tegen canine parvovirus?
Reinigen met natriumhypochloriet 1% en formaldehyde 0,2%, en vaccinatie tegen parvo-enteritis ## Footnote Het virus is zeer resistent en kan zich lang in kennels handhaven.
622
Wat is de prognose voor pups met parvovirus zonder adequate therapie?
Onvoldoende; pups kunnen binnen enkele uren of dagen sterven ## Footnote Intensieve behandeling verhoogt de kansen op herstel.
623
Wat is het feline panleukopenievirus (FPLV)?
Het virus dat kattenziekte veroorzaakt, nauw verwant aan het canine parvovirus (CPV) ## Footnote De ziekte komt vooral voor bij jonge kittens.
624
Welke symptomen vertoont een kat met kattenziekte?
Sloomheid, verminderde eetlust, braken, waterige stinkende diarree, koorts en leukopenie ## Footnote De ernst van de leukopenie weerspiegelt de ernst van de ziekte.
625
Wat kan infectie van drachtige poezen met FPLV veroorzaken?
Infectie van de foetus, wat kan leiden tot abortus of cerebellaire hypoplasie ## Footnote Kittens kunnen atactisch zijn bij geboorte.
626
Hoe wordt FPLV gediagnosticeerd?
Aan de hand van symptomen, leukopenie en virusdetectie in feces met ELISA ## Footnote Vals-positieve resultaten kunnen optreden na recente vaccinatie.
627
Wat zijn de histologische veranderingen bij FPLV?
Uitgebreide necrose van het crypte-epitheel in de dunne darm ## Footnote Bij minder acute vormen zijn lymfeknopen en milt vaak lymfocyten-arm.
628
Wat is de prognose voor katten met de peracute en acute vorm van kattenziekte?
Bijna altijd dodelijk ## Footnote De prognose van de chronische vorm is ook slecht.
629
Wat is 'aleutian disease'?
Een ziekte veroorzaakt door het aleutian disease virus (ADV), een parvovirus ## Footnote Het komt vooral voor bij jonge nertsen en fretten.
630
Wat zijn de symptomen van aleutian disease?
Lusteloosheid, anorexie, verslechtering van de vacht, anemie ## Footnote De symptomen ontstaan door de vorming van immuuncomplexen.
631
Hoe wordt aleutian disease gediagnosticeerd?
Door cytologisch onderzoek en het aantonen van antilichamen met CIEP ## Footnote Dit wordt uitgevoerd door specifieke laboratoria.
632
Wat is bovine virusdiarree (BVD)?
Een ziekte veroorzaakt door een Pestivirus, met genotypen type 1 en type 2 ## Footnote Type 1 is het belangrijkste in Europa.
633
Wat zijn de klinische manifestaties van BVD?
Acute dodelijke aandoening en subacute vorm ## Footnote Mucosal disease (MD) kan optreden bij chronisch geïnfecteerde dieren.
634
Wat zijn de symptomen van BVD?
Verminderde eetlust, diarree, hyperemie en slijmvliesulceraties ## Footnote Abortus komt voor bij drachtige dieren.
635
Hoe wordt BVD gediagnosticeerd?
Aan de hand van symptomen en virusdetectie in bloedmonsters of met PCR ## Footnote Histopathologische veranderingen zijn zichtbaar bij sectie.
636
Wat zijn de belangrijkste differentiële diagnoses voor BVD?
Boosaardige catarraalkoorts (BCK), mond-en-klauwzeer (MKZ), runderpest, bluetongue, vesiculaire stomatitis ## Footnote BCK vertoont vergelijkbare laesies maar heeft extra symptomen.
637
Wat moet BVD worden onderscheiden van?
Boosaardige catarraalkoorts (BCK), mond-en-klauwzeer (MKZ), runderpest, ‘bluetongue’, vesiculaire stomatitis
638
Wat zijn de belangrijkste symptomen van Boosaardige catarraalkoorts (BCK)?
Acuut hoge koorts, felrode slijmvliezen, algehele malaise, speekselen, hevige diarree, ulceraties in de bek, ernstige keratoconjunctivitis, mucopurulente neusuitvloeiing
639
Wat is de incubatietijd voor Boosaardige catarraalkoorts (BCK)?
3 tot 10 weken
640
Wat is de prognose voor BVD?
Gunstig, met uitzondering van kalveren die in de eerste zes maanden van de dracht worden besmet
641
Wat is de belangrijkste bron voor BCK bij runderen?
Schapen, vooral in de lammertijd
642
Wat is de rol van runderen in de verspreiding van BCK?
Runderen zijn 'dead end host', het virus gaat niet over van rund naar rund
643
Wat kan er gedaan worden om het risico op BVD te verminderen?
Snel opsporen en verwijderen van PI-kalveren
644
Wat is de behandeling voor BVD?
Geen behandeling nodig, verschijnselen herstellen meestal spontaan
645
Wat kan er in Nederland worden gedaan ter preventie van BVD?
Vaccineren met een BVDV-vaccin
646
Wanneer moet vaccinatie voor BVDV plaatsvinden?
Ten minste vier weken voor dekking of inseminatie
647
Wat is de diagnose voor BCK gebaseerd op?
Verschijnselen, antilichamen in het bloed, aantonen van het virus
648
Wat is de prognose voor dieren die BCK hebben?
Slecht, zelden overlevenden
649
Wat is een veelvoorkomende complicatie van een E. coli-infectie?
Darminfecties, urineweginfecties, meningitis
650
Wat kan een E. coli-infectie veroorzaken bij zeer jonge dieren?
Peracute tot acute enteritis
651
Wat is een andere naam voor een E. coli-infectie?
Colibacillose
652
Is er een specifieke therapie voor BCK?
Nee, er is geen specifieke therapie
653
Wat kan als preventieve maatregel worden genomen tegen BCK?
Vermijden van contact met schapen
654
Hoe wordt het virus van BCK gedetecteerd?
PCR in bloed, IFT in organen zoals milt en lymfeknopen
655
Wat zijn belangrijke symptomen van E. coli-infecties?
Darminfecties, urineweginfecties, meningitis
656
Wat zijn de symptomen van ernstige BCK?
Kreupelheid, encefalitis, lymfadenopathie
657
Wat zijn de vijf verschillende typen pathogene E. coli?
* Enteropathogene E. coli (EPEC or AEEC) * Enterotoxigene E. coli (ETEC) * Entero-invasieve E. coli (EIEC) * Entero-adherente E. coli (EAEC) * Enterohemorragische of verotoxine-producerende E. coli (EHEC/VTEC) ## Footnote Deze typen worden onderscheiden op basis van ziektebeeld en virulentiefactoren.
658
Wat zijn de twee soorten enterotoxinen die geproduceerd worden door ETEC-stammen?
* Thermolabiele toxinen (LT) * Thermostabiele toxinen (ST) ## Footnote Thermostabiele toxinen worden verder onderverdeeld in STa- en STb-toxinen.
659
Wat zijn de kenmerken van ETEC-stammen?
* Adhesiefactoren * Productie van enterotoxinen ## Footnote Adhesiefactoren worden aangeduid met F gevolgd door een cijfer, bijvoorbeeld F5, F41.
660
Wat veroorzaakt de diarree bij EPEC-stammen?
Binding aan enterocyten en vernietiging van microvilli ## Footnote Dit leidt tot diarree, vooral bij (pasgespeende) konijnen.
661
Hoe komen infecties met ETEC tot stand?
Via orale opname van de bacteriën ## Footnote ETEC-stammen hechten zich aan het slijmvlies in het darmkanaal.
662
Wat is de rol van 'second messengers' in de werking van ETEC-enterotoxinen?
* Bevorderen secretie van water en elektrolyten door de cel ## Footnote Het LT-toxine doet dit via adenylcyclase en cAMP, het STa-toxine via guanylcyclase en cGMP.
663
Wat zijn de symptomen van enterotoxische colibacillose bij kalveren?
* Waterdunne, lichtgele diarree * Snelle dehydratie * Diep liggende ogen * Slechte turgor * Spierzwakte * Hypovolemische shock ## Footnote Deze symptomen zijn voornamelijk te wijten aan ernstig verlies van kalium.
664
Hoe wordt de diagnose van enterotoxische colibacillose gesteld?
Op basis van verschijnselen en bacteriologisch onderzoek ## Footnote Het aantonen van F5 of F41-antigeen helpt om onderscheid te maken met apathogene E. coli.
665
Wat is de primaire therapie voor kalveren met enterotoxische colibacillose?
Opheffen van dehydratie en hypoglykemie ## Footnote Dit kan door orale toediening van glucose-elektrolytenoplossing of intraveneuze rehydratie.
666
Wat zijn de verschijnselen van coli-enterotoxicose bij lammeren?
* Waterdunne diarree * Snelle dehydratie ## Footnote De diagnose wordt gesteld op basis van verschijnselen en leeftijd.
667
Wat is de belangrijkste oorzaak van neonatale diarree bij biggen?
Infecties met enterotoxigene E. coli (ETEC) ## Footnote Deze infecties komen vaker voor bij grote tomen van vooral gelten of zeugen die nieuw op het bedrijf zijn.
668
Wat zijn de symptomen van neonatale diarree bij biggen?
* Waterdunne, witgele diarree * Verminderde levendigheid * Grauwbleke kleur * Rechtopstaande haren * Snelle uitdroging ## Footnote Het gewichtsverlies is vooral zichtbaar op de rug en ingevallen flankjes.
669
Hoe wordt de diagnose van neonatale diarree gesteld?
Op basis van leeftijd, verschijnselen en bacteriologisch onderzoek ## Footnote Het aantonen van adhesiefactoren helpt bij het onderscheiden van apathogene E. coli.
670
Wat zijn de belangrijkste maatregelen voor de preventie van speendiarree bij varkens?
* Goede hygiëne * Optimale huisvesting * Vaccinatie van de zeugen ## Footnote Voorkomen van aantasting van de darmvilli is cruciaal.
671
Wat is de prognose bij tijdige behandeling van dehydratie bij kalveren met enterotoxische colibacillose?
Redelijk tot goed ## Footnote Het darmepitheel wordt niet beschadigd, waardoor het weer normaal kan functioneren.
672
Wat is de prognose bij oedeemziekte?
De prognose is slecht, de sterfte kan oplopen tot 30% ## Footnote Oedeemziekte komt vooral voor bij biggen kort na het spenen.
673
Wat veroorzaakt oedeemziekte bij biggen?
Bacteriële enterotoxinen (verotoxinen) van VTEC-stammen ## Footnote Deze toxinen worden hematogeen verspreid na productie in de dunne darm.
674
Welke symptomen zijn kenmerkend voor oedeemziekte?
Plotselinge sterfte, oedeem aan de kop, neurologische verschijnselen ## Footnote Vaak zijn de beste biggen in een groep aangetast.
675
Wat is een belangrijke diagnostische methode voor oedeemziekte?
Macroscopisch en microscopisch pathologisch onderzoek ## Footnote In de hersenen wordt focale symmetrische encefelomalacie gevonden.
676
Verschijnselen bij colibacillose bij gezelschapsdieren zijn meestal?
Acute, waterige tot hemorragische diarree ## Footnote Dit komt vaak voor bij honden, katten, fretten, konijnen en knaagdieren.
677
Wat is de behandeling bij ernstige acute diarree door E. coli?
Ondersteunende therapie in de vorm van orale rehydratie, infusen, dieet aanpassing ## Footnote Antibiotica zijn alleen in uitzonderingsgevallen geïndiceerd.
678
Wat veroorzaakt Clostridium perfringens type C bij biggen?
Hemorragische of necrotische enteritis ## Footnote Dit gebeurt vooral bij biggen van één of twee dagen oud.
679
Welke symptomen zijn typisch voor een infectie met Clostridium perfringens type C?
Acute sterfte, roodbruine of zwarte diarree ## Footnote Geïnfecteerde dieren sterven vaak binnen 24 uur.
680
Wat is een belangrijke preventieve maatregel tegen Clostridium perfringens type C?
Vaccinatie van zeugen met een C. perfringens type C-toxoïd ## Footnote Dit helpt om de lammeren via de biest te beschermen.
681
Wat is porcine proliferatieve enteropathie (PPE)?
Een groep darmaandoeningen bij varkens veroorzaakt door Lawsonia intracellularis ## Footnote De ziektebeelden omvatten proliferatieve intestinale adenomatose, regionale ileïtis, necrotiserende enteritis en proliferatieve hemorragische enteropathie.
682
Wat zijn symptomen van proliferatieve hemorragische enteropathie (PHE)?
Bleekheid, omvallen in zijligging, donkerrode tot teerachtige feces ## Footnote De aandoening kent zowel een acuut als een chronisch verloop.
683
Wat is een kenmerkend symptoom van enteritis bij veulens veroorzaakt door Lawsonia intracellularis?
Achterblijven in groei, diarree, ventraal oedeem ## Footnote Dit is vaak het gevolg van eiwitverlies.
684
Wat is een diagnostische methode voor proliferatieve enteritis bij veulens?
PCR op de feces ## Footnote Ook serologisch onderzoek kan worden gebruikt.
685
Wat is enterotoxemie?
Een aandoening veroorzaakt door de vorming van toxinen door Clostridium-bacteriën ## Footnote Dit gebeurt vaak bij plotselinge wijzigingen in het rantsoen.
686
Wat zijn de verschillende toxinetypen van Clostridium perfringens?
* A * B * C * D * E ## Footnote Elk type veroorzaakt specifieke aandoeningen.
687
Wat is de rol van antibiotica bij Clostridium perfringens infecties?
Antibiotica kunnen worden toegepast bij minder ernstige infecties en ter preventie ## Footnote Bij ernstige gevallen is de ziekte meestal te snel om te behandelen.
688
Wat is ernstige hypoproteïnemie?
Een aandoening gekenmerkt door een laag serumeiwit ## Footnote Dit kan wijzen op een onderliggend probleem, zoals een infectie.
689
Wat zijn de symptomen van een vermagerend veulen met diarree?
Laag serumeiwit en verdacht op ernstige hypoproteïnemie ## Footnote Dit kan duiden op een ernstige ziekte.
690
Hoe kan de diagnose van ernstige hypoproteïnemie bevestigd worden?
Met serologisch onderzoek en een PCR op de feces ## Footnote Antistoffen tegen Lawsonia kunnen ook in gezonde veulens worden aangetroffen.
691
Wat is de therapie voor ernstige hypoproteïnemie?
Intraveneuze behandeling met oxytetracycline of orale toediening van doxycycline ## Footnote Let op dysbacteriose door antibioticumgebruik, vooral bij oudere veulens.
692
Wat is paratuberculose?
Een chronische granulomateuze enteritis bij herkauwers veroorzaakt door Mycobacterium avium ssp. paratuberculosis (MAP) ## Footnote Ook bekend als de ziekte van Johne.
693
Hoe worden kalveren en lammeren besmet met paratuberculose?
Intra-uterien en orofecaal via besmette melk, water of voedsel ## Footnote Jonge dieren raken gemakkelijker geïnfecteerd dan oudere.
694
Wat is de incubatietijd voor paratuberculose?
Variërend van 6 maanden tot 15 jaar, gemiddeld 4-5 jaar ## Footnote Dit kan leiden tot langdurige asymptomatische infecties.
695
Wat zijn de belangrijkste transmissieroutes voor paratuberculose?
Infectie door aankoop van besmette dieren en verspreiding via besmette mest ## Footnote MAP kan tot 18 maanden in mest overleven.
696
Hoeveel melkveebedrijven in Nederland zijn besmet met paratuberculose?
Ongeveer 30% van de Nederlandse melkveebedrijven ## Footnote De meeste besmette bedrijven hebben een lichte besmetting.
697
Wat zijn de eerste symptomen van paratuberculose bij koeien?
Daling van de melkgift en vermagering ondanks goede eetlust ## Footnote Dit gaat later over in intermitterende diarree.
698
Wat zijn de feces kenmerken bij koeien in een later stadium van paratuberculose?
Waterdun, donker van kleur en bevatten vaak gasbelletjes ## Footnote Dit is een teken van geavanceerde ziekte.
699
Wat houdt de diagnose van paratuberculose in?
Het aantonen van MAP in de mest en immunologische diagnostiek ## Footnote Directe aantoning met Ziehl-Neelsen kleuring is indicatief.
700
Hoe lang duurt het om de bacterie van paratuberculose te kweken?
Minimaal 6 weken ## Footnote Dit maakt het kostbaar en tijdrovend.
701
Wat is de sensitiviteit van de PCR-test voor paratuberculose afhankelijk van?
Het stadium van de ziekte ## Footnote Besmette dieren scheiden bacteriën pas later in de ziekte uit.
702
Welke methoden worden gebruikt voor het aantonen van paratuberculose?
Huidtest (tuberculinisatie) of volbloedtest voor interferon-γ ## Footnote Interferon-γ is een cytokine dat geproduceerd wordt door T-cellen als reactie op infecties.
703
Wat is de sensitiviteit van de huidige immunodiagnostische methoden voor paratuberculose?
Laag ## Footnote Ondanks dat de tests snel zijn, zijn ze niet erg effectief in het vroegtijdig detecteren van de ziekte.
704
Wat zijn de belangrijkste symptomen van paratuberculose?
Vermagering, conditieverlies, productiedaling en diarree ## Footnote Deze symptomen zijn ook kenmerkend voor andere chronische aandoeningen.
705
Wat is de prognose voor paratuberculose?
Ongunstig ## Footnote De ziekte ontwikkelt zich langzaam, maar leidt uiteindelijk tot de dood.
706
Wat zijn de preventieve maatregelen tegen paratuberculose?
Geen besmette dieren aanvoeren, besmette dieren verwijderen, contacten beperken ## Footnote Hygiënische maatregelen zijn essentieel, maar moeilijk te realiseren.
707
Wat voor soort infectie is coccidiose?
Ziekte veroorzaakt door coccidiën ## Footnote Coccidiën komen voor bij vrijwel alle zoogdieren en vogels.
708
Welke genera van coccidiën zijn belangrijk in de diergeneeskunde?
* Eimeria * Isospora * Cryptosporidium * Cystoisospora ## Footnote Cryptosporidium is uniek omdat de oöcysten direct infectieus zijn.
709
Wat is de pathogenese van coccidiose?
Coccidiën parasiteren intracellulair in epitheelcellen, veroorzaken schade aan de darm ## Footnote De ernst van de infectie hangt af van het aantal opgenomen coccidiën.
710
Wat zijn de belangrijkste symptomen van acute coccidiose bij kippen?
Sufheid, bloederige hoofddarmmest, anemie ## Footnote Acute coccidiose kan leiden tot ernstige ziekteverschijnselen en sterfte.
711
Hoe wordt de diagnose van coccidiose gesteld?
Aan de hand van sectievindings en morfologie van oöcysten ## Footnote Bij kippen wordt de diagnose vaak gesteld op basis van laesies in de darm.
712
Welke Eimeria-soorten zijn belangrijk bij kippen?
* Eimeria acervulina * Eimeria maxima * Eimeria necatrix * Eimeria brunetti * Eimeria tenella ## Footnote Deze soorten kunnen elk verschillende ziektebeelden veroorzaken.
713
Wat zijn de preventieve maatregelen tegen coccidiose?
Toedienen van coccidiostatica via voer en immunisatie ## Footnote Het gebruik van coccidiostatica helpt om infecties te voorkomen en immuniteit op te bouwen.
714
Wat zijn de verschijnselen van chronische coccidiose?
Natte en vettige mest, achterblijven in groei, hoge voerconversie ## Footnote Chronische coccidiose kan ook leiden tot ademhalingsproblemen.
715
Wat is de prognose voor chronische coccidiose?
Economische schade door verhoogde voerconversie en onvoldoende uniformiteit ## Footnote Bij ernstige infecties kan er ook sterfte optreden.
716
Wat is de prognose van chronische coccidiose bij vleeskuikens?
Economische schade door verhoogde voerconversie, onvoldoende uniformiteit, schade aan ademhalingswegen en poten, huidbeschadiging ## Footnote Bij ernstige infecties kan er enige sterfte optreden.
717
Welke Eimeria-soorten veroorzaken coccidiose bij kalkoenen?
E. adenoeides, E. meleagridis, E. gallopavonis, E. meleagrimitis ## Footnote E. adenoeides veroorzaakt necrose in de caeca met hoge mortaliteit.
718
Wat zijn de verschijnselen van coccidiose bij kanaries?
Bloederige diarree, vermagering, splenomegalie, hepatomegalie ## Footnote Bij atoxoplasmose sterven de dieren aan levernecrose.
719
Hoe wordt darmcoccidiose gediagnosticeerd?
Door het aantreffen van oöcysten in de feces ## Footnote De diagnose atoxoplasmose wordt meestal postmortaal gesteld.
720
Wat is de behandeling voor coccidiose bij kanaries?
Coccidiostatische middelen, verbeteren van hygiëne, verbeteren van voeding ## Footnote Tijdige behandeling van darmcoccidiose geeft een gunstige prognose.
721
Welke Eimeria-soort is van belang bij varkens?
Isospora suis ## Footnote Bijna alle bedrijven in Nederland zijn besmet met deze soort.
722
Wat zijn de verschijnselen van coccidiose bij varkens?
Waterige, wit tot witgele diarree, 'vetdiarree' ## Footnote Dit komt door beschadiging van het ileum.
723
Hoe wordt coccidiose bij varkens gediagnosticeerd?
Histologisch onderzoek van het ileum of caecum ## Footnote Fecesonderzoek is niet altijd duidelijk.
724
Wat is de prognose voor coccidiose bij varkens?
Gunstig, maar leidt tot groeiachterstand ## Footnote Infecties vinden meestal plaats van het ene cohort naar het volgende.
725
Wat veroorzaakt levercoccidiose bij konijnen?
Eimeria stiedae ## Footnote Jonge dieren zijn hier bijzonder gevoelig voor.
726
Wat zijn de verschijnselen van coccidiose bij konijnen?
Sloomheid, anorexie, gewichtsverlies, bloederige diarree ## Footnote Diagnose kan ook worden gesteld door aantreffen van oöcysten in de feces.
727
Wat zijn de verschijnselen van cryptosporidiose bij herkauwers?
Profuse geelgroene waterige diarree, gewichtsverlies ## Footnote Diarree kan intermitterend zijn.
728
Wat zijn de belangrijkste soorten Cryptosporidium in de diergeneeskunde?
C. parvum, C. baileyi ## Footnote C. parvum veroorzaakt diarree bij runderen en varkens.
729
Wat is een belangrijke kenmerk van de cyclus van C. parvum?
Ontwikkeling in de borstelzoom van de enterocyten zonder verder binnendringen ## Footnote Sporozieten kunnen al in de darm verlaten en nieuwe darmcellen parasiteren.
730
Hoe wordt giardiosis gediagnosticeerd?
Aanwezigheid van cysten in feces met sedimentatie-flotatietechniek ## Footnote Trofozoïeten zijn moeilijk te vinden in bewaarde feces.
731
Wat is de behandeling voor giardiosis?
Metronidazol, benzimidazolen zoals fenbendazol ## Footnote Sommige Giardia-species zijn resistent tegen metronidazol.
732
Wat veroorzaakt nematodirose bij schapen en geiten?
Nematodirus ## Footnote Het komt voor in de dunne darm van herkauwers.
733
Wat veroorzaakt Nematodirose?
Nematodirus, een worm die voorkomt in de dunne darm bij herkauwers ## Footnote Vooral bij het schaap en de geit, maar ook bij kalveren.
734
Wat is de belangrijkste soort Nematodirus in Nederland?
N. battus ## Footnote Deze soort heeft een specifieke ontwikkelingscyclus.
735
Hoe ontwikkelt de infectieuze L3 bij Nematodirus?
In het ei, dat groter is en een dikkere wand heeft dan dat van andere trichostrongyliden.
736
Wat is een kenmerk van de larven van N. battus?
Ze moeten meestal eerst een periode met koud weer verstrijken voordat ze het ei kunnen verlaten.
737
Waarom overleven Nematodirus spp. langer dan andere strongyliden?
Omdat de larven in de eieren beter bestand zijn tegen extreme omstandigheden.
738
Wanneer komt Nematodirose vooral voor?
Bij jonge lammeren in het vroege voorjaar.
739
Bij welke dieren komt Nematodirose niet voor?
Bij geiten die het hele jaar door op stal worden gehouden.
740
Waarmee gaat een Nematodirus-infectie vaak samen?
Coccidiose ## Footnote Dit komt doordat de infectie kansen biedt voor Eimeria soorten.
741
In welke seizoenen worden tegenwoordig uitbraken van Nematodirose gezien?
Voorjaar, najaar en zelfs de zomer.
742
Wat zijn symptomen van Nematodirose?
Diarree, uitdroging, vermagering en sterfte.
743
Wat kan de diarree bij Nematodirose zijn?
Waterdun.
744
Hoe wordt de diagnose Nematodirose gesteld?
Op basis van de verschijnselen en de bedrijfsanamnese.
745
Wat is belangrijk bij de bedrijfsanamnese voor Nematodirose?
De beweidinggeschiedenis.
746
Wanneer kan ziekte al optreden bij Nematodirose?
In de prepatentperiode.
747
Wat kan fecesonderzoek aantonen bij een besmetting?
Meestal positief, omdat opname van infectieuze larven gespreid kan zijn.
748
Wat is een verschil tussen de eieren van Nematodirus en andere trichostrongyliden?
Eieren van elke Nematodirus-soort zijn soortspecifiek.
749
Welke aandoeningen komen differentieel diagnostisch in aanmerking?
Trichostrongylose, coccidiose en salmonellose.
750
Wat is de aanbevolen behandeling voor Nematodirose?
Een effectief anthelminticum.
751
Wat moet men in acht nemen bij de behandeling van Nematodirus?
De mate van resistentie tegen anthelmintica in bepaalde gebieden.
752
Wat zijn belangrijke beweidingmaatregelen tegen Nematodirose?
Vermijden van percelen waarop in het voorgaande jaar tussen april en juni lammeren hebben gelopen.
753
Hoeveel hoger moet de dosis anthelmintica zijn voor geiten vergeleken met schapen?
1,5 tot 2 maal zo hoog.
754
Wat is de prognose bij tijdige behandeling van Nematodirose?
Gunstig.
755
Wat veroorzaakt trichostrongylose bij kleine herkauwers?
Trichostrongylus spp. ## Footnote De belangrijkste soorten zijn T. vitrinus en T. colubriformis, waarbij T. vitrinus de grootste betekenis heeft.
756
Waar ontwikkelen Trichostrongylus spp. zich in het lichaam?
In het voorste deel van de dunne darm
757
Wat zijn de symptomen van trichostrongylose?
* Vermagering * Groeivertraging * Dorre vacht * Diarree
758
Hoe wordt de diagnose van trichostrongylose gesteld?
Op basis van verschijnselen en bedrijfsanamnese
759
Wat is de prognose bij behandeling met een werkzaam anthelminticum voor trichostrongylose?
In het algemeen goed
760
Wat is de belangrijkste worm die infecteert in de dunne darm van het paard?
Strongyloides westeri
761
Bij welke leeftijdsgroep komen infecties met Strongyloides westeri voor?
Veulens jonger dan 6 maanden
762
Wat is de levenscyclus van Strongyloides westeri?
Infecties bestaan uitsluitend uit volwassen vrouwelijke wormen die eieren produceren via parthenogenese
763
Wat zijn de symptomen van een zware infectie met Strongyloides westeri?
* Diarree * Hoesten
764
Hoe wordt de diagnose van Strongyloides westeri gesteld?
Op basis van verschijnselen en het vinden van meer dan 2000 Strongyloides-eieren per gram feces
765
Wat is de belangrijkste maatregel ter preventie van Strongyloides westeri infecties?
Dagelijks verwijderen van de mest
766
Wat zijn de belangrijkste spoelwormen bij de hond en kat?
* Toxocara canis * Toxocara cati * Toxascaris leonina
767
Welke manier van besmetting met Toxocara spp. komt niet voor bij katten?
Intra-uteriene besmetting met larven
768
Wat is de belangrijkste route van besmetting met Toxocara canis?
Intra-uteriene besmetting
769
Wat is een kenmerk van de eieren van Toxocara spp.?
Eieren zijn niet direct infectieus en hebben ongeveer 3 weken nodig om infectieus te worden
770
Wat gebeurt er met larven van Toxocara spp. na opname?
Ze dringen in de bloedvaten van de darmwand en worden via de poortader naar de lever vervoerd
771
Wat is het viscerale larva migrans syndroom (VLMS)?
Een ziektebeeld veroorzaakt door migrerende larven van Toxocara spp.
772
Wat zijn de symptomen van VLMS?
* Algehele malaise * Buikpijn
773
Wat is de preventie van Toxocara-infecties bij mensen?
Voorlichting en goede hygiëne
774
Wat zijn de symptomen van spoelworminfecties bij zeer jonge pups?
* Verhoogde ademfrequentie * Neusuitvloeiing * Hoesten
775
Hoe wordt de diagnose van spoelworminfecties bij honden gesteld?
Op basis van verschijnselen en aanwezigheid van wormeieren in de feces
776
Hoe wordt de diagnose van Toxocara canis gesteld?
Op basis van de verschijnselen en de aanwezigheid van wormeieren in de feces ## Footnote Het is belangrijk om te realiseren dat niet alle wormeieren in de feces van honden afkomstig zijn van actieve infecties.
777
Wat is de belangrijkste reden voor het routinematig ontwormen van pups en kittens?
Omdat Toxocara ook ziekte kan veroorzaken bij de mens ## Footnote Pups worden eerder ontwormd dan kittens vanwege het ontbreken van intra-uteriene infecties bij katten.
778
Wat zijn de belangrijkste soorten haakwormen in Europa?
* Uncinaria stenocephala * Ancylostoma caninum * Ancylostoma tubaeforme ## Footnote Uncinaria is endemisch in Nederland en infecties worden vaak gezien bij minder hygiënische kennels.
779
Hoe dringen larven van Ancylostoma het lichaam binnen?
Door de huid te perforeren ## Footnote Daarnaast kunnen de larven ook via orale opname van gras of aarde binnenkomen.
780
Wat zijn de symptomen van een zware infectie met U. stenocephala?
Diarree en hypoproteïnemie ## Footnote A. caninum kan bij pups acute verschijnselen veroorzaken zoals lethargie en donkere slijmerige diarree.
781
Welke lintwormen komen voor in de dunne darm van honden en katten?
* Dipylidium caninum * Taenia spp. * Echinococcus granulosus * Echinococcus multilocularis * Taenia taeniaeformis ## Footnote Sommige lintwormen zijn algemeen, terwijl andere zeldzaam zijn.
782
Wat is de prevalentie van Dipylidium caninum afhankelijk van?
De contactmogelijkheden van de gastheer met de tussengastheer (vlo) ## Footnote Vlooien zijn veelvoorkomend bij honden en katten, wat de prevalentie verhoogt.
783
Hoe raakt een mens besmet met Echinococcus granulosus?
Door orale opname van eieren afkomstig van geïnfecteerde honden ## Footnote Echinococcus granulosus kan ernstige zoönose veroorzaken, bekend als echinococcose.
784
Wat zijn de symptomen van lintworminfecties bij honden en katten?
Bijna nooit verschijnselen, mogelijk diarree bij massale infecties ## Footnote Eigenaren merken vaak bewegende proglottiden op rond de anus.
785
Hoe wordt de diagnose van lintworminfecties gesteld?
Door het aantonen van proglottiden of eieren in de feces ## Footnote Het onderscheid tussen D. caninum en Taenia spp. kan worden gemaakt door de proglottiden in water te onderzoeken.
786
Wat is de prognose voor de behandeling van lintworminfecties?
De prognose is goed ## Footnote Lintwormen zijn goed te behandelen met anthelmintica zoals praziquantel.
787
Bij welke diersoorten komen lintworminfecties voor?
* Herkauwers (Moniezia spp.) * Paarden (Anoplocephala perfoliata, A. magna) ## Footnote Bij herkauwers veroorzaken lintworminfecties vrijwel nooit verschijnselen.
788
Wat kan bij paarden worden veroorzaakt door grote aantallen A. perfoliata?
Koliek, ileumobstipaties en darminvaginaties ## Footnote Deze kunnen leiden tot perforaties.
789
Wat zijn de belangrijkste worminfecties in de dunne darm van vogels?
* Spoelwormen (Ascaridia spp.) * Draadwormen (Capillaria spp.) * Lintwormen (Raillietina, Hymenolepis spp., Davainea spp.) ## Footnote Trematoden kunnen ook een probleem zijn bij watervogels en duiven.
790
Wat kan infecties met Echinostoma spp. bij duiven veroorzaken?
Ernstig bloedverlies via de darm ## Footnote Trematoden hebben een ingewikkelde levenscyclus met slakken en kikkervisjes.
791
Wat is Davainea proglottina?
Een microscopisch klein lintwormpje dat uit slechts enkele proglottiden bestaat ## Footnote Heeft een naaktslak als tussengastheer
792
Wat is de rol van een tussengastheer in de levenscyclus van Davainea spp.?
De meeste Davainea spp. hebben een cyclus met een tussengastheer
793
Wat is een gevolg van een ongecontroleerde infectie met Davainea proglottina?
De infectie kan zeer massaal zijn en dodelijk verlopen als er niet wordt behandeld
794
Wat is noodzakelijk voor de diagnose van Davainea-infecties?
Microscopisch onderzoek van een darmuitstrijkje bij postmortaal onderzoek
795
Welke spoelwormen zijn het belangrijkste bij kippen?
Ascaridia galli
796
Welke spoelworm komt het meest voor bij duiven?
Ascaridia columbae
797
Wat zijn de symptomen van een Ascaridia-infectie bij kippen?
Langzame vermagering, bleek worden en sterfte
798
Wat kan zich ontwikkelen bij massale infecties van Heterakis gallinarum?
Tyflitis (ontsteking van het caecum)
799
Hoe wordt de diagnose van spoelworminfecties gesteld?
Op basis van verschijnselen, aanwezigheid van wormeieren in de feces en sectiebeeld
800
Wat is een belangrijke maatregel voor de preventie van spoelworminfecties?
Hygiënische maatregelen, zoals periodiek grondig reinigen van de hokken
801
Wat is de prognose voor kippen en duiven met spoelworminfecties?
De prognose is gunstig
802
Wat is de belangrijkste draadworm bij pluimvee?
Capillaria obsignata
803
Wat zijn de symptomen van een infectie met Capillaria obsignata?
Vermagering, productieverlies, bleekheid en sterfte
804
Wat is een veelvoorkomende complicatie bij kippen met Capillaria obsignata infecties?
Menginfecties met Ascaridia galli en coccidiën
805
Hoe wordt de diagnose van draadworminfecties gesteld?
Op basis van verschijnselen en aanwezigheid van wormeieren in de feces
806
Wat zijn de behandelingsopties voor draadworminfecties?
Toedienen van anthelmintica
807
Wat is voedselintolerantie?
Een afwijkende reactie op voedsel of voedselbestanddelen
808
Wat zijn andere termen voor voedselintolerantie?
Voedselidiosyncrasie, voedselvergiftiging en voedselallergie
809
Wanneer mag de term 'voedselallergie' gebruikt worden?
Als aangetoond is dat het immuunapparaat actief betrokken is bij de reactie
810
Wat zijn de meest voorkomende overgevoeligheidsreacties bij honden en katten?
Tegen eiwit en tarweproducten
811
Wat zijn mogelijke symptomen van voedselintolerantie?
Maag-darmklachten, huidproblemen, bronchoconstrictie en anafylactische shock
812
Bij welke leeftijd komt voedselintolerantie vaker voor?
Bij jonge dieren, maar kan op elke leeftijd optreden
813
Wat kan een secundaire oorzaak zijn van voedselintolerantie?
Ontsteking van de darm, waarbij de lokale afweer verstoord raakt
814
Wat zijn de verschijnselen van het maag-darmkanaal?
Braken, diarree, krampen, toegenomen borborygmi, verminderde eetlust, vermageren.
815
Wat is het verschil tussen dunnedarmdiarree en dikkedarmdiarree?
Dunnedarmdiarree: grote hoeveelheden dunne feces. Dikkedarmdiarree: frequente kleine hoeveelheden papperige feces.
816
Hoe wordt voedselintolerantie bij honden en katten gediagnosticeerd?
Op basis van anamnese en reactie op een eliminatiedieet.
817
Wat bevat een eliminatiedieet?
Eén eiwitbron en één koolhydraatbron die de patiënt nog nooit gegeten heeft.
818
Hoe lang moet een eliminatiedieet volgehouden worden?
4 tot 10 weken.
819
Wat gebeurt er als de verschijnselen verdwijnen op het eliminatiedieet?
Het oude voer wordt weer gegeven om te controleren of de verschijnselen terugkeren.
820
Wat is exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI)?
Een aandoening waarbij onvoldoende verteringsenzymen door de pancreas aan het darmlumen worden afgegeven.
821
Bij welke leeftijdsgroep komt EPI meestal voor?
Bij jonge honden en katten.
822
Wat zijn de symptomen van EPI?
Toegenomen hoeveelheden feces, onverteerde voedselresten, vermageren, coprofagie, pica.
823
Hoe wordt EPI gediagnosticeerd?
Door verteringsonderzoek van de feces en bloedbepaling van trypsine.
824
Wat is de behandeling voor EPI?
Toevoegen van pancreasenzymen aan het dieet.
825
Wat is inflammatory bowel disease (IBD)?
Een ontsteking van de dunne of dikke darm waarvan de oorzaak onbekend is.
826
Wat is de meest voorkomende vorm van IBD?
Lymfocytaire-plasmacellulaire enteritis (LPE).
827
Wat zijn de symptomen van IBD?
Chronische diarree, eiwitverlies, hypoalbuminemie, oedeem.
828
Wat is hengstigheidsdiarree?
Diarree van het veulen tijdens of direct na de hengstigheid van de merrie.
829
Wat zijn de verschijnselen van hengstigheidsdiarree?
Grijsgele, pasteuze feces, soms waterig, meestal niet algemeen ziek.
830
Hoe wordt hengstigheidsdiarree gediagnosticeerd?
Op basis van verschijnselen, tijdstip van diarree en uitsluiting van andere oorzaken.
831
Wat zijn de drie groepen ziekten van de dikke darm?
* Aandoeningen met dilatatie en liggingsveranderingen * Aandoeningen met obstipatie en constipatie * Aandoeningen waarbij diarree het belangrijkste symptoom is.
832
Wat zijn de symptomen van dilatatie en torsie van het caecum bij runderen?
Lichte koliek, verminderde eetlust, dunne stinkende mest, opgezwollen buikwand.
833
Hoe wordt de diagnose van dilatatie of torsie van het caecum gesteld?
Op basis van verschijnselen en bevindingen bij lichamelijk onderzoek.
834
Wat is de prognose voor dilatatie of dislocatie?
Gunstig, soms spontane herstel.
835
Wat is de prognose voor torsie van het caecum?
Afhankelijk van de duur van de liggingsverandering; slechter bij langdurige afwijkingen.
836
Wat zijn mogelijke oorzaken van hengstigheidsdiarree?
Verandering in droge stofgehalte, hormonale concentratie van merriemelk, infecties.
837
Wat is de prognose van een dilatatie of dislocatie?
Gunstig, kan soms spontaan herstellen ## Footnote Er komt een grote hoeveelheid dunne stinkende mest af bij spontane herstel.
838
Wat is meteorismus?
Ophoping van gas in de darmen ## Footnote Dit kan leiden tot ernstige uitzetting van het caecum en colon.
839
Welke oorzaken kunnen leiden tot meteorismus van de dikke darm bij het paard?
* Gestoorde fermentatie * Verminderde motiliteit * Passagebelemmering ## Footnote Fermentatiestoornissen worden vaak veroorzaakt door een ongebalanceerd dieet.
840
Wat zijn de symptomen van meteorismus bij paarden?
* Heftige koliek * Snelle toename van buikomvang * Verhoogde polsfrequentie ## Footnote Rectaal onderzoek kan een met gas gevuld caecum of colon onthullen.
841
Hoe wordt meteorismus gediagnosticeerd?
Op basis van verschijnselen en bevindingen bij rectaal onderzoek ## Footnote Echografie kan helpen bij het stellen van de diagnose.
842
Wat is de behandeling voor milde meteorismus?
* Pijnstillers * Laxeren met paraffineolie * Vasten * Regelmatige beweging ## Footnote Bij ernstige gevallen kan punctie van het darmsegment nodig zijn.
843
Wat zijn liggingsveranderingen van het colon?
Veranderingen in de positie van het colon, zoals retroflexie en entrapment ## Footnote Dit kan leiden tot ernstige complicaties zoals strangulatie.
844
Wat zijn de symptomen van liggingsveranderingen van het colon?
* Heftige koliek * Snelle achteruitgang * Endotoxinemie ## Footnote De symptomen zijn afhankelijk van de mate van draaiing en afsnoering.
845
Wat is de prognose bij retroflexie en entrapment van het colon?
Gunstig, mits tijdige behandeling ## Footnote Bij torsie is de prognose afhankelijk van het tijdstip van consultatie.
846
Wat is een invaginatie van het caecum?
Een aandoening waarbij het caecum in zichzelf terugschuift ## Footnote Dit kan leiden tot ernstige koliekverschijnselen.
847
Wat zijn de symptomen van een invaginatie van het caecum?
* Vage tot ernstige koliekverschijnselen * Pijn bij palpatie ## Footnote De polsfrequentie en slijmvliezen zijn vaak normaal zolang er geen volledige afsluiting is.
848
Wat is idiopathisch megacolon bij de kat?
Sterke dilatatie van het gehele colon zonder bekende oorzaak ## Footnote Dit komt regelmatig voor bij katten.
849
Wat zijn de symptomen van idiopathisch megacolon bij de kat?
* Dyschezia * Minder frequente defecatie * Anorexie ## Footnote Bij buikpalpatie kan een sterk uitgezet colon voelbaar zijn.
850
Wat is het verschil tussen obstipatie en constipatie?
Obstipatie is stagnatie van feces; constipatie is onregelmatige passage zonder anatomische schade ## Footnote In het Nederlands worden de termen vaak als synoniemen gebruikt.
851
Wat zijn predisponerende factoren voor obstipatie bij het paard?
* Overmatig eten van stro * Opname van zand * Slechte kauwgewoonten * Te weinig beweging ## Footnote Geneesmiddelen zoals morfine kunnen ook een rol spelen.
852
Wat zijn de symptomen van obstipatie van het colon ascendens bij het paard?
* Lichte koliekverschijnselen * Glad, stevig massa voelbaar bij rectaal onderzoek ## Footnote Soms is er geen ernstige afwijking tenzij er gasophoping is.
853
Wat zijn de symptomen van obstipatie van het colon ascendens?
Lichte koliekverschijnselen die aanvalsgewijs optreden ## Footnote Bij lichamelijk onderzoek meestal geen ernstige afwijkingen, tenzij gecompliceerd door gasophoping.
854
Wat wordt gehoord bij auscultatie van de buik bij obstipatie van het colon ascendens?
Links te weinig of geen borborygmi ## Footnote Borborygmi zijn de geluiden die ontstaan door de beweging van de darmen.
855
Hoe voelt obstipatie van het linker ventrale colon aan bij rectaal onderzoek?
Als een gladde, dijbeendikke stevige massa die indrukbaar is ## Footnote Het rechter dorsale colon is meestal niet bereikbaar bij rectaal onderzoek.
856
Wat zijn de symptomen van obstipatie van het colon descendens?
Wisselende, heftige koliek en volledige stilstand van mestpassage ## Footnote Buikomvang kan soms toenemen.
857
Wat gebeurt er met de vloeistofbalans bij obstipatie?
Afwezigheid van mestpassage gaat meestal niet samen met snelle afwijkingen in de vloeistofbalans ## Footnote Resorptie van vloeistoffen is doorgaans niet gestoord.
858
Hoe kunnen geobstipeerde delen van het colon descendens worden gevoeld bij rectale exploratie?
Als dikke worsten gevuld met pasteuze inhoud
859
Hoe wordt de diagnose van obstipatie gesteld?
Op grond van de anamnese en bevindingen bij lichamelijk onderzoek ## Footnote Aanwezigheid van zand in de mest kan extra aanwijzing zijn voor zandobstipatie.
860
Wat is de eerste stap in de therapie voor obstipatie?
Laxeren met paraffineolie
861
Wanneer zijn osmotische laxantia geïndiceerd bij obstipatie van het colon ascendens?
Bij obstipatie zonder liggingsverandering en in afwezigheid van caecumtympanie
862
Wat kan er geprobeerd worden bij obstipatie van het colon descendens?
Fecesmassa met klysma’s verweken
863
Wat moet er gebeuren als de behandeling geen resultaat heeft?
Er moet operatief worden ingegrepen
864
Wat is de prognose van obstipatie van het colon ascendens?
Goed, mits de verschijnselen niet al te lang bestaan en de darmwand niet is beschadigd
865
Wat is de prognose als een resectie van een deel van het colon descendens nodig is?
Zeer gereserveerd ## Footnote Dit kan gebeuren door beschadiging door bijvoorbeeld een stuk plastic.
866
Wat moeten dieren doen die herstellen van obstipatie?
Vasten of zeer weinig eten tot de obstipatie is opgeheven
867
Wat moet er gebeuren om de darmmotiliteit te bevorderen?
Regelmatig afgestapt worden
868
Wat is salmonellose?
Een infectie veroorzaakt door Salmonella-bacteriën
869
Welke bacteriën veroorzaken salmonellose?
Salmonella-bacteriën
870
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van Salmonella-bacteriën?
Gramnegatieve staafjes die behoren tot de Enterobacteriaceae
871
Hoeveel serotypen van Salmonella zijn er bekend?
Meer dan 2400 serotypen
872
Wat is de meest voorkomende species van Salmonella die bij warmbloedige dieren voorkomt?
S. enterica subspecies enterica
873
Geef een voorbeeld van een diersoortspecifiek serotype van Salmonella.
S. enterica subspecies enterica ser Typhi bij de mens
874
Wat veroorzaakt Salmonella enterica in de darm?
Enteritis met trombose van capillairen in de darmwand
875
Hoe worden infecties met Salmonella overgedragen?
Door orale opname van de bacteriën
876
Wat zijn veelvoorkomende besmettingsbronnen van Salmonella?
* Feces van andere dieren * Besmet voedsel * Besmet drinkwater
877
Wat is de rol van fagocyten in de levenscyclus van Salmonella?
Salmonella kan zich handhaven en vermenigvuldigen in fagocyten
878
Zijn veel Salmonella-serotypen zoönotisch?
Ja, veel Salmonella-serotypen zijn zoönotisch
879
Wat zijn de symptomen van een S. Dublin-infectie bij runderen?
* Hoge koorts (41-42°C) * Diarree met fibrinonecrotische pseudomembranen * Complicaties door sepsis
880
Wat zijn de symptomen van een S. Typhimurium-infectie bij runderen?
* Heftige diarree * Koorts * Mogelijke sepsis
881
Wat is de meldingsplicht voor salmonellose bij dieren?
Er geldt een aangifteplicht voor dierenartsen
882
Hoe wordt de diagnose van salmonellose gesteld?
Op basis van verschijnselen en bacteriologisch onderzoek van feces of bloed
883
Wat is de eerste stap van therapie bij kalveren met salmonellose?
Opheffen van dehydratie door orale toediening van een glucose-elektrolytenoplossing
884
Wat zijn preventieve maatregelen tegen salmonellose?
* Voorkomen van contact tussen kalveren en volwassen dieren * Handhaven van hygiënemaatregelen
885
Wat zijn de symptomen van een S. Typhimurium-infectie bij varkens?
* Symptoomloze infectie * Stinkende geelgrijze diarree * Mogelijk bloed in de diarree
886
Hoe wordt een diagnose van S. Typhimurium bij varkens gesteld?
Aan de hand van verschijnselen en bacteriologisch onderzoek van feces
887
Wat is de prognose bij tijdige behandeling van S. Typhimurium-infecties?
De prognose is gunstig
888
Wat veroorzaakte S. Pullorum en S. Gallinarum in de pluimveesector?
Grote economische schade
889
Welke Salmonella-soorten zijn momenteel het belangrijkst in de pluimveesector?
* S. Typhimurium * S. Enteritidis
890
Wat is de belangrijkste bron van besmetting van kippen met Salmonella?
Orale inname
891
Wat zijn de symptomen van S. Enteritidis-infectie bij kippen?
* Vaak geen symptomen bij volwassen dieren * Ziekte bij zeer jonge dieren
892
Wat is de prognose voor het leven van een dier na een Salmonella-infectie?
Gunstig, maar herstelde dieren kunnen langdurig Salmonella uitscheiden
893
Wat veroorzaakt salmonellose bij duiven?
S. Typhimurium var. Copenhagen
894
Wat zijn de symptomen van acute salmonellose bij duiven?
* Anorexie * Slijmerige tot bloederige diarree * Kreupelheid
895
Hoe kan salmonellose zich verspreiden binnen een duivenhok?
Langzaam, waarbij steeds meer dieren worden aangetast
896
Wat is een belangrijk kenmerk van infecties met S. Typhimurium bij duiven?
Veel geïnfecteerde dieren zijn chronisch drager
897
Wat zijn enkele verschijnselen van salmonellose bij duiven?
Groen gekleurde uraten, kreupelheid, niet kunnen vliegen, pijnlijke zwelling van gewrichten (artritis), onvruchtbaarheid, embryonale sterfte, blindheid, torticollis ## Footnote De infectie verspreidt zich langzaam door het hok, en massale sterfte kan optreden bij nestjongen vanaf vijf dagen oud.
898
Hoe wordt de diagnose van salmonellose bij duiven gesteld?
Op basis van verschijnselen en isoleren van de verwekker uit feces of organen van gestorven dieren ## Footnote Feces van chronisch zieke dieren moet gedurende 5 dagen verzameld worden voor een betere kans op aantonen van de ziektekiem.
899
Wat houdt de therapie voor salmonellose bij duiven in?
Euthanasie van aangetaste dieren, toedienen van antibiotica, vaccinatie met geïnactiveerd vaccin, verbetering van hygiëne, controle van feces op Salmonella ## Footnote Bij positieve fecesonderzoek moet de gehele behandeling opnieuw worden uitgevoerd.
900
Wat is de prognose voor een koppel duiven met salmonellose?
Goed voor het koppel, maar dubieus voor het individu.
901
Wat is de meest voorkomende oorzaak van salmonellose bij paarden in Nederland?
S. Typhimurium ## Footnote Ongeveer 70% van de infecties bij paarden wordt veroorzaakt door deze serotype.
902
Welke factoren beïnvloeden de gastheergevoeligheid voor salmonella bij paarden?
Hoge omgevingstemperatuur, transport, antibioticatoediening, chirurgische ingrepen, algehele anesthesie, andere ziekten, immunosuppressie.
903
Wat zijn de drie vormen van salmonellose bij paarden?
* Peracute enteritis met sterfte binnen 12 uur * Acute enteritis met diarree, koorts, anorexie * Bacteriëmie/septikemie met artritis, meningitis, osteomyelitis, nefritis.
904
Wat zijn de symptomen van acute salmonellose bij paarden?
Leukopenie met linksverschuiving, dehydratie, metabole acidose, hyponatriëmie, hypokaliëmie.
905
Hoe wordt de diagnose van salmonellose bij paarden gesteld?
Bacteriologisch onderzoek van feces ## Footnote Vijf achtereenvolgende wekelijkse monsters zijn nodig om een paard 'negatief' te verklaren.
906
Wat is de prognose voor klinische salmonellose bij paarden?
Ernstige aandoening met mortaliteit tot 50%, herstel kan 3 tot 6 maanden duren.
907
Bij welke diersoorten komt salmonellose voor?
Hond, kat, paard, duif, pluimvee, varkens.
908
Wat zijn de verschijnselen van salmonellose bij honden en katten?
Dragers zonder symptomen, gastro-enteritis, sepsis, diarree, koorts, braken, slapte.
909
Wat moet er gedaan worden bij symptomeloze dragers van salmonellose?
Geen antibiotica toedienen om bacteriële resistentie te voorkomen ## Footnote Uitzondering voor kwetsbare mensen in huis.
910
Wat is de veroorzaker van campylobacteriose?
Campylobacter-bacterie, voornamelijk Campylobacter jejuni en Campylobacter coli.
911
Wat zijn de symptomen van een Campylobacter-infectie bij honden en katten?
Milde, waterige diarree, soms hemorragisch, vooral bij jonge dieren.
912
Wat zijn zoönotische aspecten van Campylobacter?
Kan voedselinfectie bij mensen veroorzaken door besmet voedsel, vooral pluimveevlees.
913
Wat is de oorzaak van varkensdysenterie?
Brachyspira hyodysenteriae in synergie met de darmflora.
914
Wat zijn de verschijnselen van varkensdysenterie?
* Catarrale enteritis * Hemorragische enteritis * Mucofibrineuze enteritis.
915
Wat is de mortaliteit bij acute varkensdysenterie?
Kan tot 35% oplopen.
916
Hoe wordt de diagnose van varkensdysenterie gesteld?
Op basis van verschijnselen en het vinden van hemorragisch ontstoken plekken in het colon.
917
Wat is een belangrijke therapie voor varkensdysenterie?
Toedienen van effectieve antibiotica.
918
Wat zijn de twee vormen van spirochetose bij pluimvee?
1. Bacteriemie met Borrelia anserina 2. Avian intestinal spirochaetosis (AIS)
919
Wat zijn enkele klinisch relevante soorten spirocheten die betrokken zijn bij AIS?
* Brachyspira pilosicoli * B. intermedia
920
Wat zijn de symptomen van avian intestinal spirochaetosis (AIS)?
* Nat, bleker van kleur tot geeloranje en schuimig caecale mest * Verminderde conditie * Te bleke en zwakschalige eieren
921
Hoe wordt de diagnose van AIS gesteld?
Met behulp van een IFT of een PCR met caecale mest
922
Wat is de rol van Escherichia coli bij infecties in de dikke darm?
Pathogene stammen kunnen belangrijke oorzaken zijn van enteritis en sterfte
923
Wat is coliforme enteritis bij het konijn?
Een infectie veroorzaakt door pathogene E. coli-stammen, met hoge morbiditeit en mortaliteit bij jonge konijnen
924
Welke leeftijdsgroep van konijnen is het meest gevoelig voor E. coli-infecties?
Konijnen van 1 tot 14 dagen oud
925
Wat veroorzaakt neonatale E. coli-diarree?
Enteropathogene E. coli (EPEC) die geen enterotoxinen produceren
926
Wat zijn de verschijnselen van coliforme enteritis bij jonge konijnen?
* Waterige tot slijmerige diarree * Plakkerig en geel verkleurend perineum en buik
927
Hoe wordt de diagnose van coliforme enteritis gesteld?
Op basis van verschijnselen en sectiebeeld, met isolatie van E. coli-stammen
928
Wat zijn de differentiële diagnoses voor oudere konijnen met vergelijkbare verschijnselen?
* Coccidiose * Enterotoxinemie * Tyzzer’s disease * Virale enteropathieën
929
Welke behandeling is gebruikelijk voor coliforme enteritis bij konijnen?
Toedienen van antibiotica, rekening houdend met dysbacteriose
930
Wat zijn preventieve maatregelen tegen coliforme enteritis?
* Vermijden van stress * Verminderen van het aantal dieren per hok
931
Wat is de prognose voor niet-gespeende konijnen met E. coli-infecties?
Slecht
932
Wat is het Adenovirus-E. coli complex?
Een secundaire infectie bij postduiven met aviaire adenovirus type I
933
Hoe verschilt de rol van E. coli bij gezelschapsvogels van die bij pluimvee?
E. coli komt meestal in kleine aantallen voor bij gezelschapsvogels, terwijl het bij pluimvee een grotere rol speelt
934
Vul de lege ruimte in: E. coli-infecties bij vogels zijn vaak secundair aan een infectie met het _______.
aviaire adenovirus type I
935
Wat zijn de verschijnselen van Clostridium-infecties?
Diarree, sufheid, opgezette veren, waterige diarree, gebrek aan eetlust ## Footnote Deze verschijnselen kunnen variëren afhankelijk van het type infectie.
936
Hoe wordt de diagnose van Clostridium-infecties gesteld?
Op basis van fecesonderzoek ## Footnote Dit kan het kweken van E. coli en het vinden van Gramnegatieve staafjes omvatten.
937
Wat is de prognose voor necrotiserende enteritis bij pluimvee?
Goed ## Footnote Dieren herstellen meestal snel na behandeling.
938
Wat veroorzaakt necrotiserende enteritis bij pluimvee?
Toxinen van Clostridium perfringens type C ## Footnote Deze bacteriën kunnen zich explosief vermenigvuldigen in een veranderde darmomgeving.
939
Wat zijn de verschijnselen van enterotoxemie bij het konijn?
Bruine, waterige diarree, plotselinge achteruitgang van de algehele conditie, sterfte ## Footnote Anorexie kan soms ook worden gezien, maar het verloop is meestal te acuut.
940
Wat is Tyzzer's disease?
Ontsteking van het caecum veroorzaakt door Clostridium piliformis ## Footnote De ziekte komt vooral voor bij jonge konijnen en knaagdieren.
941
Wat zijn de belangrijkste verschijnselen van Colitis X bij paarden?
Heftige koliek, waterdunne feces, shockverschijnselen ## Footnote Deze aandoening heeft een peracuut verloop.
942
Wat veroorzaakt proliferatieve enteropathie bij fretten?
Lawsonia intracellularis ## Footnote Dit leidt tot verdikking van de wand van het ileum en colon.
943
Wat zijn de risicofactoren voor coccidiose bij runderen?
Suboptimale huisvesting, overbevolking, vochtige omgeving ## Footnote Volwassen runderen ontwikkelen immuniteit en worden zelden ziek.
944
Welke Eimeria-soorten zijn van belang bij runderen?
* Eimeria alabamensis * Eimeria bovis * Eimeria zuernii ## Footnote E. alabamensis is het minst pathogeen, terwijl E. zuernii het meest pathogeen is.
945
Wat zijn de verschijnselen van coccidiose bij schapen en geiten?
Waterdunne tot slijmerige, stinkende diarree, soms met bloed ## Footnote De verschijnselen kunnen variëren afhankelijk van de afweer en dosis.
946
Wat is de prognose voor E. alabamensis infectie bij runderen?
Gunstig ## Footnote De prognose voor E. bovis en E. zuernii hangt af van de ernst van de infectie.
947
Wat is een belangrijke diagnose voor enterotoxemie bij het konijn?
Sectieonderzoek ## Footnote Vloeibare ontlasting en hyperemie van het caecum zijn belangrijke bevindingen.
948
Wat is de belangrijkste behandeling voor necrotiserende enteritis bij pluimvee?
Oraal toedienen van antibiotica ## Footnote Het gebruik van specifieke antibiotica wordt in het formularium pluimvee beschreven.
949
Wat zijn de verschijnselen van Tyzzer’s disease?
Diarree, dehydratie, sterfte ## Footnote De ziekte treedt vooral op kort na het spenen.
950
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van Colitis X?
* Toxinen van Clostridium difficile * C. cadaveris * C. perfringens ## Footnote Deze bacteriën kunnen zich explosief vermeerderen na antibioticabehandeling.
951
Wat zijn de symptomen van proliferatieve enteropathie bij fretten?
Chronische diarree, gewichtsverlies, dehydratie, hypoalbuminemie ## Footnote De diarree kan gepaard gaan met bloed en slijm.
952
Wat zijn de milde symptomen van de ziekte?
Milde koliek en verminderde groei ## Footnote Dit kan optreden bij de infectie.
953
Hoe wordt de diagnose van de ziekte gesteld?
Op basis van klinische verschijnselen, managementomstandigheden en aantallen oöcysten in de mest ## Footnote Verschillende oöcysten zijn morfologisch goed te onderscheiden.
954
Wat wordt aangetroffen bij sectie van een geïnfecteerd dier?
Catarrale enteritis met merozoïeten in het darmweefsel
955
Noem drie differentiële diagnoses voor deze ziekte.
* Salmonellose * Clostridium perfringens type C-entero-toxemie * Maag-darmworminfecties
956
Wat is belangrijk voor preventie van de ziekte?
Goede stalhygiëne ## Footnote Vermijd huisvesting van verschillende groepen lammeren zonder grondige reiniging.
957
Wat kan als therapie worden ingezet tegen de ziekte?
Een middel tegen coccidiën
958
Wat beïnvloedt de prognose van de ziekte?
Opgebouwde afweer, leeftijd en opgenomen dosis
959
Wat is histomoniasis ook wel bekend als?
'Blackhead'
960
Welke organismen veroorzaken histomoniasis?
Histomonas meleagridis
961
Bij welke diersoort is histomoniasis vooral van belang?
Kalkoenen
962
Wat zijn de symptomen van histomoniasis bij kalkoenen?
* Sufheid * Opgezette veren * Niet willen eten * Geelbruine diarree
963
Wat kenmerkt het sectiebeeld bij histomoniasis?
Necrotiserende enteritis van de caeca en necrosehaarden in de lever
964
Wat is een probleem bij de behandeling van histomoniasis?
Geen geregistreerde middelen in Europa sinds het verbod op nitroimidazolen
965
Wat is de oorzaak van trichomoniasis bij katten?
Tritrichomonas foetus
966
Wat zijn de symptomen van trichomoniasis bij katten?
Chronische, onwelriekende diarree
967
Waar komen Heterakis-infecties vaak voor?
Bij vrijlopende kippen en fazanten
968
Wat zijn de symptomen van Heterakis-infecties bij kippen?
Diarree
969
Wat kan zich ontwikkelen bij massale infecties van Heterakis?
Tyflitis
970
Wat is cyathostominose?
Ziekte veroorzaakt door Cyathostominae bij paarden
971
Bij welke leeftijdsgroep komen de meeste verschijnselen van cyathostominose voor?
Jonge paarden tot 3 jaar
972
Wat zijn de symptomen van cyathostominose?
* Verminderde conditie * Ruige opstaande vacht * Vermagering * Slappe feces tot ernstige diarree
973
Wat is de prognose van cyathostominose?
Afhankelijk van de mate van infectie en beschadiging van de darmwand, maar over het algemeen redelijk gunstig
974
Wat kunnen de symptomen van wintercyathostominose zijn?
* Vermagering * Ernstige waterdunne diarree * Oedeem
975
Wat is een belangrijke diagnostische parameter bij cyathostominose?
Bloedonderzoek kan leukocytose en hypoalbuminemie aantonen
976
Wat is het verschil tussen cyathostominose en wintercyathostominose?
Cyathostominose is milder en kan het hele jaar optreden, terwijl wintercyathostominose ernstiger is en vooral in de winter voorkomt
977
Wat zijn de symptomen van Trichuris vulpis infectie bij honden?
* Slijmerige diarree met bloed * Anemie bij langdurige infecties
978
Hoe wordt de diagnose van Trichuris vulpis gesteld?
Door het aantonen van Trichuris-eieren in de feces
979
Wat zijn de resistentie-eisen voor Trichuris vulpis eieren?
Eieren overleven tot drie jaar in een vochtige omgeving
980
Hoe wordt de diagnose van Trichuris gesteld?
Door het aantonen van Trichuris-eieren in de feces.
981
Noem een andere worminfectie die vergelijkbare problemen kan veroorzaken als Trichuris.
Haakwormen.
982
Wat zijn mogelijke oorzaken van chronische dikkedarmdiarree?
* Lymfoplasmacellulaire colitis * Poliepen * Tumoren * Voedselintolerantie
983
Waarom is Trichuris minder gevoelig voor anthelmintica?
Het vereist een langere behandeling dan een standaard ontworming.
984
Wat is een belangrijke preventieve maatregel in geïnfecteerde kennels?
Grondige reiniging en desinfectie, gevolgd door goede hygiëne.
985
Wat is zanddiarree en bij welke dieren komt het voor?
Diarree veroorzaakt door zandopname, vooral bij paarden en pony’s.
986
Wanneer komt zanddiarree het meest voor?
In het najaar, de winter en het vroege voorjaar.
987
Wat zijn symptomen van zandophoping?
* Intermitterende koliek * Diarree
988
Hoe kan zand in de feces worden vastgesteld?
Door fecesonderzoek of rectaal onderzoek.
989
Wat is de behandeling voor zanddiarree?
* Laxeren met paraffineolie * Toedienen van psyllium (vlozaad)
990
Wat is de prognose van zanddiarree zonder andere complicaties?
Gunstig.
991
Bij welke dieren komt colitis voor?
Bij honden en katten.
992
Noem de twee vormen van colitis bij de hond.
* Acute colitis * Chronische colitis
993
Wat zijn de types van chronische colitis?
* Lymfocytaire-plasmacellulaire colitis * Eosinofiele colitis * Chronische histiocytaire ulceratieve colitis (CHUC) * Fibrinonecrotische colitis
994
Welke ras komt voornamelijk voor bij CHUC?
Boxers.
995
Wat speelt een rol in de etiologie van CHUC?
Een resistente E. coli.
996
Noem enkele veelvoorkomende oorzaken van colitis.
* Parasitair (Trichuris vulpis) * Voedselgerelateerd * Protozoair (Giardia) * Ontsteking * Motiliteitsprobleem * Neoplasieën in het colon of rectum * Druk van buiten op het colon of rectum
997
Wat is een kenmerkend symptoom van colitis?
Sterk verhoogde defecatiefrequentie met kleine hoeveelheden feces per keer ## Footnote Vaak persen en meerdere keren defeceren per uitlaatbeurt, slappe feces, soms met slijm en bloed
998
Welke diagnostische stappen zijn belangrijk bij colitis?
Uitgebreid lichamelijk onderzoek en nauwkeurig rectaal toucheren ## Footnote Aanvullend fecesonderzoek op parasieten en protozoa
999
Wat is een logische volgende stap als fecesonderzoek negatief is bij colitis?
Dieetaanpassing of therapie met sulfasalazine ## Footnote Dieetaanpassing kan hypoallergeen of meer vezels inhouden
1000
Wat is de prognose voor acute colitis?
Goede prognose ## Footnote Chronische colitis prognose is afhankelijk van de oorzaak
1001
Wat is mucoïde enteropathie?
Een ziekte bij konijnen gekenmerkt door hypomotiliteit van het colon en caecum ## Footnote Kan leiden tot obstipatie en vervolgens diarree
1002
Wat zijn de verschijnselen van mucoïde enteropathie bij konijnen?
Sloomheid, anorexie, gewichtsverlies en slijmerige diarree ## Footnote Vergelijkbare symptomen kunnen voorkomen bij infectieuze enteritiden
1003
Wat is acaecotrofie bij konijnen?
Afwijkende caecotrofen door onvoldoende ruwvoer ## Footnote Leidt tot plakpoep en slechte opname van caecotrofen
1004
Wat is een hernia?
(Delen van) ingewanden die zich vanuit hun normale ligging verplaatsen door een opening ## Footnote Onderscheid tussen inwendige en uitwendige hernia's
1005
Noem twee voorbeelden van inwendige hernia's.
* Hernia diaphragmatica * Hernia mesenterialis ## Footnote Hernia foramen epiploicum is ook een voorbeeld, maar alleen bij paarden
1006
Wat is de breukinhoud bij een hernia?
(Delen van) buikorganen zoals darmen ## Footnote Bij navelbreuk kunnen ook restanten van navelstrengstructuren aanwezig zijn
1007
Wat is het verschil tussen een reponibele en een irreponibele hernia?
Reponibele hernia kan teruggebracht worden in de buikholte; irreponibele niet ## Footnote Irreponibele kan ontstaan door verklevingen of ingeklemde breukinhoud
1008
Wat zijn de symptomen van een hernia diaphragmatica?
Afhankelijk van de grootte van het defect in het diafragma ## Footnote Kan leiden tot shock, respiratoire klachten of later ernstige benauwdheid
1009
Wat is een hernia umbilicalis?
Uitzakking van de peritoneale bekleding door een te grote navelopening ## Footnote Kan aangeboren of verkregen zijn
1010
Wat is een gecompliceerde navelbreuk?
Een combinatie van een navelbreuk en een navelontsteking ## Footnote Ontsteking kan leiden tot belemmering van de sluiting van de navelring
1011
Wat is een gecompliceerde navelbreuk?
Een navelbreuk vergezeld van een navelontsteking.
1012
Wat is omfalitis?
Een navelontsteking die regelmatig voorkomt bij kalveren.
1013
Wat zijn de symptomen van een gecompliceerde navelbreuk bij kalveren?
Een abces bij de navel of een ontstekingsproces met een fistelopening met purulente uitvloeiing.
1014
Wat kan een navelontsteking veroorzaken bij dieren?
Bacteriëmie, wat kan leiden tot polyartritis.
1015
Wat is het belang van het vaststellen van de reponibiliteit van een navelbreuk?
Het is essentieel voor de behandeling.
1016
Wat is een reponibele navelbreuk?
Een navelbreuk waarbij het dier geen klinische verschijnselen vertoont.
1017
Wat zijn de behandelingen voor grotere navelbreuken?
* Herniorafie (hechten van de breukpoort) * Hernioplastiek (sluiting en versteviging met kunststof netje).
1018
Wat is een hernia ventralis?
Een breuk waarbij de uterus in de breukzak komt, vaak tijdens de graviditeit.
1019
Bij welke dieren komt hernia ventralis het meest voor?
Bij schapen, vooral oudere dieren.
1020
Wat zijn mogelijke oorzaken van hernia ventralis?
* Te zwakke buikmusculatuur * Te zware buikinhoud (bijvoorbeeld meerlingdracht).
1021
Wat zijn de symptomen van een hernia ventralis bij een drachtige koe?
Pijnverschijnselen en een verandering in de positie van de uier.
1022
Wat is de prognose voor de behandeling van hernia ventralis bij het paard?
Redelijk gunstig bij chirurgische behandeling.
1023
Wat is een hernia perinealis?
Een breuk in de m. levator ani, waardoor structuren uit het abdomen zich naar het perineum verplaatsen.
1024
Bij welke dieren komt hernia perinealis voornamelijk voor?
Bij oudere, mannelijke honden.
1025
Wat is een belangrijk symptoom van hernia perinealis?
Pijnlijke of bemoeilijkte defecatie (tenesmus alvi).
1026
Hoe wordt de diagnose hernia perinealis gesteld?
Door inspectie en palpatie van het perineum en rectaal onderzoek.
1027
Wat is peritonitis?
De ontsteking van het peritoneum, klinisch van groot belang.
1028
Wat zijn de twee vormen van peritonitis?
* Diffuus * Lokaal.
1029
Wat kan een oorzaak zijn van peritonitis?
* Uitwendig trauma * Perforatie van het maag-darmkanaal * Rupturen van de maag of darmen.
1030
Wat zijn de symptomen van acute peritonitis bij honden en katten?
* Braken * Lethargie * Anorexia * Diarree * Collaps.
1031
Wat zijn de symptomen van acute diffuse peritonitis bij het paard?
* Ernstige ziekte * Hoge koorts * Shock.
1032
Wat zijn de mogelijke complicaties van chronische peritonitis?
* Vergroeiingen * Belemmering van de motiliteit van het darmkanaal.
1033
Hoe wordt de diagnose peritonitis gesteld?
Op basis van klinische verschijnselen en aanvullend onderzoek.
1034
Wat omvat de therapie voor acute septische peritonitis bij honden en katten?
* Antibioticatherapie * Buikchirurgie.
1035
Wat is de prognose voor een acute algemene peritonitis bij het paard?
Infaust als de oorzaak een ruptuur is.
1036
Wat is de prognose bij acute algemene peritonitis veroorzaakt door een ruptuur bij paarden?
Infaust ## Footnote Bij een ruptuur dient het paard geëuthanaseerd te worden.
1037
Wat is de prognose voor een peritonitis die niet door een ruptuur is veroorzaakt?
Dubieus tot slecht ## Footnote Soms reageren dieren goed op langdurige toediening van hoge doseringen antibiotica.
1038
Wat is de prognose van een chronische lokale peritonitis bij dieren?
Zeer dubieus ## Footnote Therapeutisch is er vrijwel nooit wat aan te doen.
1039
Hoe is de prognose bij acute diffuse peritonitis bij runderen?
Meestal ongunstig ## Footnote Het is raadzaam de dieren af te voeren, behalve bij zeer waardevolle dieren.
1040
Wat is de behandeling voor acute diffuse peritonitis bij waardevolle runderen?
Langdurig hoge doseringen antibiotica ## Footnote Dit is alleen te overwegen bij zeer waardevolle dieren.
1041
Wat is de prognose van een chronische diffuse peritonitis bij runderen?
Ongunstig
1042
Wat is de prognose van acute lokale peritonitis bij runderen afhankelijk van?
Lokalisatie en uitgebreidheid van het ontstekingsproces
1043
Wat is een aangeboren afwijking van de anus en het rectum?
Atresia ani et recti
1044
Bij welke diersoorten komen atresieën van de anus voor?
Bij vrijwel alle diersoorten
1045
Wat zijn de verschijnselen van atresia ani et recti kort na de geboorte?
Toenemende buikomvang en geen meconiumafvoer
1046
Wat kunnen symptomen zijn bij puppies en kittens met atresia ani?
Verminderde eetlust, minder groei, toenemende sloomheid, braken
1047
Hoe wordt atresia ani vastgesteld?
Lichamelijk onderzoek
1048
Wat kan echografisch onderzoek bepalen bij atresia ani?
Afstand tussen het blinde einde van het rectum en de huid
1049
Wat is de therapie voor atresia ani?
Chirurgische correctie
1050
Wat is de prognose na het maken van een nieuwe opening bij atresia ani?
Voorzichtig te stellen
1051
Wat is een veelvoorkomende oorzaak van rectumprolaps?
Heftig persen
1052
Bij welke diersoorten komt een rectumprolaps voor?
Bij verscheidene diersoorten, vooral jonge dieren
1053
Wat zijn de verschijnselen van een rectumprolaps?
Worstvormige verdikking die uit de anus steekt
1054
Wat gebeurt er met het slijmvlies bij een rectumprolaps?
Raakt snel beschadigd en is meestal hyperemisch
1055
Hoe wordt de diagnose gesteld voor rectumprolaps?
Door middel van lichamelijk onderzoek ## Footnote De diagnose is gebaseerd op klinische evaluatie van de symptomen en het fysieke onderzoek.
1056
Wat is het verschil tussen rectumprolaps en invaginatie?
Bij een invaginatie kan men een vinger inbrengen tussen de anus en het naar buiten stekend darmsegment, bij een prolaps is dit niet mogelijk ## Footnote Dit verschil is cruciaal voor de differentiatie van de aandoeningen.
1057
Wat is de behandeling voor een rectumprolaps?
Reponeren van de prolaps en afsluiten van de anus met een tabakszakhechting ## Footnote Bij niet-vitale delen moet amputatie plaatsvinden.
1058
Wat is de prognose voor een rectumprolaps?
Goed, mits er geen aangeboren deformiteiten zijn van de anus en het rectum ## Footnote Bij het paard hangt de prognose af van de lengte van de prolaps.
1059
Wat zijn de oorzaken van cloacaprolaps bij vogels?
Persen door irritatie van de cloaca of verhoogde abdominale druk ## Footnote Dit kan ook gedragsmatig zijn, zoals aandacht vragen.
1060
Wat zijn de symptomen van cloacaprolaps?
Rode en glanzende massa die uit de anus steekt, oedemateus en bloederig tot zwart ## Footnote Ontlasting kan vers bloed bevatten.
1061
Wat is de primaire oorzaak die vastgesteld moet worden bij cloacaprolaps?
Fecesonderzoek en beeldvormende diagnostiek ## Footnote Dit is belangrijk voor het bepalen van de juiste behandeling.
1062
Wat zijn de behandelingsopties voor cloacaprolaps?
Verwijderen van niet vitale delen, reponeren van vitaal weefsel, plaatsen van hechtingen ## Footnote Bij recidive kan een colopexie of hysterectomie worden uitgevoerd.
1063
Wat zijn de verschijnselen van rectumverwondingen bij het paard?
Afhankelijk van de aard en ernst van de verwondingen ## Footnote Verwondingen kunnen variëren van lokale peritonitis tot ernstige complicaties.
1064
Welke graden van rectumverwondingen zijn er?
Graad 1 tot Graad 4, afhankelijk van de betrokken weefsellagen ## Footnote Graad 4 is een door-en-door-ruptuur.
1065
Wat is de behandeling voor graad 1 en 2 rectumlaesies?
Antibiotica en dieet dat de feces slap houdt ## Footnote Dit is een conservatieve benadering.
1066
Wat moet er gedaan worden bij graad 3 en 4 laesies?
Chirurgisch ingrijpen is noodzakelijk ## Footnote Dit moet zo snel mogelijk gebeuren om verdere complicaties te voorkomen.
1067
Wat zijn de meest voorkomende neoplasieën van het rectum bij de hond?
Poliep en adenoom (benigne), adenocarcinoom (maligne) ## Footnote Poliepen kunnen zowel solitair als multipel zijn.
1068
Hoe wordt de diagnose van rectumneoplasieën gesteld?
Door rectaal onderzoek en histologisch onderzoek van biopten ## Footnote Endoscopie kan ook worden gebruikt voor caudale neoplasieën.
1069
Wat is de prognose voor maligne neoplasieën van het rectum?
Afhankelijk van het stadium van de ziekte ## Footnote Vroegtijdige ontdekking en verwijdering verbeteren de prognose.
1070
Wat zijn de symptomen van papillomen van de cloaca bij vogels?
Rode zwelling uit de cloaca ## Footnote De diagnose wordt bevestigd met histologisch onderzoek.
1071
Wat is de behandeling voor cloacapapillomen?
Cauteriseren met zilvernitraat of chirurgisch verwijderen ## Footnote Recidieven komen vaak voor na resectie.
1072
Wat zijn de functies van anaalzakken bij honden en katten?
Afscheiden van vetachtig secretum, mogelijk rol in communicatie ## Footnote De functie is niet volledig duidelijk.
1073
Wat zijn de meest voorkomende afwijkingen van de anaalzakken?
Verstopping, ontsteking, abcedering en tumor ## Footnote Anaalzakontsteking kan leiden tot pijn en koorts.
1074
Wat is een mogelijke oorzaak van ontsteking bij anaalzakken?
De oorzaak van de ontsteking is vaak niet bekend. ## Footnote Mogelijke predisponerende factoren zijn chronische diarree, glandulaire hypersecretie geassocieerd met gegeneraliseerde seborroe en onvoldoende lediging.
1075
Wat zijn de symptomen van anaalzakabcedering?
Kenmerken zijn: * Te rode, warme en ontstoken huid over de anaalzak * Zwelling * Pijn * Soms koorts
1076
Welke tumor komt het meest voor in de anaalzak?
Het adenocarcinoom. ## Footnote Dit komt vooral voor bij oudere teven.
1077
Wat zijn de verschijnselen van verstopping en ontsteking van de anaalzakken?
Verschijnselen zijn: * Tenesmus * Moeilijker gaan zitten * Likken of bijten van het perineum * Sleetje rijden * Staart jagen * Soms uitvloeiing
1078
Wat kan worden aangetroffen bij rectaal onderzoek van het perineum?
Vergrote en soms pijnlijke anaalzakken.
1079
Hoe kan de inhoud van de anaalzak onderzocht worden?
Door de anaalzak te ledigen met zachte druk op de zakjes met een gehandschoende vinger.
1080
Wat is het verschil in inhoud van een normale en een overvulde anaalzak?
Normale anaalzakken bevatten: * Vloeibare, bruine, sterk stinkende inhoud Overvulde anaalzakken bevatten: * Dikke, taaie, soms korrelige inhoud
1081
Wat zijn mogelijke differentiële diagnoses bij anaalzakproblemen?
Denk aan: * Pyotraumatische dermatitis * Pyodermie * Vaginitis * Proctitis * Perianale furunculose * Atopie * Vlooienallergie
1082
Wat zijn de therapeutische opties bij overvulde anaalzakken?
Therapie omvat: * Spoelen met fysiologisch zout of minerale olie * Manuele lediging en spoelen indien nodig
1083
Wat is anale furunculose?
Een chronische ulceratie van de huid rond de anus.
1084
Wat zijn de belangrijkste symptomen van anale furunculose?
Symptomen zijn: * Frequent likken aan en bijten naar de anus * Verontreiniging van de huid met exsudaat * Foetor * Soms incontinentie * Pijnlijke defecatie
1085
Wat is de behandeling voor anale furunculose?
Behandeling bestaat uit: * Chirurgische resectie van afwijkend weefsel * Primaire sluiting of open laten van wonden * Immunosuppressieve therapie met ciclosporine en ketoconazol
1086
Welke aarsmaden zijn van betekenis bij verschillende diersoorten?
Belangrijke aarsmaden zijn: * Oxyuris equi (paard) * Passalurus ambiguus (konijn) * Aspiculurus tetraptera, Syphacia obvelata, S. muris (muis en rat) * Skrjabinema ovis (geit en schaap) * Enterobius vermicularis (mens)
1087
Wat is het meest opvallende verschijnsel van aarsmaden infecties?
Zeer uitgesproken jeuk rond de anus.
1088
Hoe wordt de diagnose van aarsmaden gesteld?
Op basis van klinische verschijnselen (jeuk) en het aantreffen van wormen of eieren rond de anus.
1089
Wat is de meest geëigende onderzoeksmethode voor aarsmaden?
Een cellotapepreparaat.
1090
Zijn de meeste anthelmintica effectief tegen aarsmaden?
Ja, de meeste zijn ook effectief tegen aarsmaden.
1091
Waarom is bestrijding van aarsmaden soms nodig?
Bestrijding is vaak nodig bij: * Passalurus op konijnenbedrijven * Aarsmaden in kolonies knaagdieren * Oxyuris bij het paard
1092
Wat zijn de hygiënische maatregelen bij aarsmaden infecties?
Hygiënische maatregelen zijn nodig omdat het moeilijk is om een besmet hok schoon te krijgen.