Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Duits > Discussie > Flashcards

Discussie Flashcards

1
Q

Hoe bedoel je dat?

A

Wie meinst du das?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zie jij dat?

A

Wie siehst du das?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat vindt u?

A

Was meinen Sie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dat is immers niet nieuw.

A

Das ist ja nicht neu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dat klopt!

A

Das stimmt!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Natuurlijk!

A

Klar!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ik ben het helemaal met je eens

A

Ich bin ganz deiner Meinug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volgens mijn mening

A

Meiner Meinung nach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Daar heb je gelijk in!

A

Da hast du Recht!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dat is mij te makkelijk gedacht.

A

Das ist mir zu einfach gedacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dat is niet waar.

A

Das ist nicht wahr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dat kan natuurlijk niet.

A

Das geht natürlich nicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ik weet het zeker.

A

Ich bin mir ganz sicher.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ik ben ervan overtuigd, dat . . .

A

Ich bin davon überzeugt, dass . . .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kennelijk is het zo, dat . . .

A

anscheinend ist es so, dass . . .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Daar lijkt het wel op.

A

Es sieht so aus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Dat begrijp ik.

A

Das verstehe ich.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Je kunt ervan uitgaan, dat . . .

A

Man kann davon ausgehen, dass . . .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Zeker niet!

A

Gewiss nicht!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat een onzin!

A

So ein Unsinn!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

o jawel!

A

doch!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Je vergist je.

A

Du irrst dich.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Ja, maar . . .

A

Ja, aber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Eigenlijk wel, maar . . .

A

Eigentlich schon, aber . . .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Ik dacht, dat . . .
Ich dachte, dass . . .
26
liever
lieber
27
Dat maakt mij niet uit.
Das ist mir egal.
28
Wil je liever a of b?
Möchtest du lieber a oder b?
29
de gedachte
der Gedanke
30
Dat is mooi voor u.
Das freut mich für Sie.
31
Dat is leuk!
Das macht Spaß!
32
eindelijk
endlich
33
Ik ben blij, dat . . .
Ich freue mich, dass . . .
34
Jammer, dat . . .
Schade, dass . . .
35
Ik ben telerugesteld, dat . . .
Ich bin enttäuscht, dass . . .
36
vreselijk
schrecklich
37
misschien
vielleicht
38
Dat is niet duidelijk.
Das ist nicht klar.
39
in werkelijkheid
in Wirklichkeit
40
Ik zou wel een willen weten . . .
Ich wüsste mal gern . . .
41
zeker niet
bestimmt nicht
42
Dat hangt ervan af.
Das kommt drauf an.
43
Dat klopt!
Das stimmt!
44
inderdaad
tatsächlich
45
Ja, natuurlijk.
Ja, klar.
46
Ik herinner me dat . . .
Ich erinnere mich dass . . .
47
Geloof me
Glaube mir
48
Ik denk dat . . .
Ich denke dass . . .
49
Ik vind
Ich finde
50
Voor zover ik weet
Soweit ich weiß
51
Ik vermoed dat
Ich vermute dass
52
Het zou kunnen
Könnte sein
53
Ik betwijfel of
Ich bezweifle ob
54
ik vraag me af of
Ich frage mich ob
55
Ik heb geen idee
Ich habe keine Ahnung
56
Er schiet mij iets anders te binnen.
Mir fällt da etwas Anderes ein.
57
Ik heb het gevoel dat
Ich habe das Gefühl dass
58
Ik heb de indruk dat
Ich habe den Eindruck dass
59
Ik ben voor/tegen
Ich bin für / gegen
60
de mening
die Meinung
61
de stelling
die These
62
het argument
das Argument
63
Welke argumenten heb je daarvoor?
Welche Argumente hast du dafür?
64
toendaarnet
soeben
65
Het is jammer dat
Es ist schade dass
66
Het spijt me dat
Es tut mir Leid dass
67
per ongeluk
aus Versehen
68
Dat was een fout.
Das war ein Fehler.
69
Dat dacht ik al?
Das habe ich mir schon gedacht.
70
Nou en?
Na und?
71
Dat is nu eenmaal zo.
Das ist nun mal so.
72
Wat doe ik dan?
Was mache ich dann?
73
Ik maak me zorgen dat
Ich mache mir Sorgen dass
74
Dat gaat te ver!
Das geht zu weit!
75
Geloof je echt dat . . .?
Glaubst du wirklich dass . . .?
76
eisen
fordern
77
vrede
der Frieden
78
de situatie
die Situation
79
serieus
ernst
80
de hervorming
die Reform
81
onderhandelen
verhandeln
82
het probleem
das Problem
83
het compromis
der Kompromiss
84
de oplossing
die Lösung
85
beslisen
sich entscheiden
86
bekritiseren
kritisieren
87
de kritiek
die Kritik
88
discussiëren
diskutieren
89
het protest
der Protest
90
het proces
der Prozess
91
de ontwikkeling
die Entwicklung
92
de hulp
die Hilfe
93
nodig hebben
brauchen
94
de politieke partij
die politische Partei
95
winnen - verliezen
gewinnen - verlieren
96
de bevolking
die Bevölkerung
97
de mensen
die Leute
98
de burgers
die Bürger
99
internationaal
international
100
de Verenigde Naties
die Vereinten Nationen

Duits (11 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions