Duinen Flashcards

(15 cards)

1
Q

Hoe zijn de floradistricten verdeeld?

A

Duinen: wadden en renudonaal op basis van plantengemeenschappen
Zie verder plaatje:
pleistoceen
rivieren
limburg
estuarien (zeeland)
noordelijk klei
Laagveen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn verschillen tussen renudonaal en waddendistrict in planten en kalk % en kleur zand?

A

Renudonaal:
kalkrijk 3-10%
Blond zand door aanwezigheid Fe, Al en Ca.
Stroomdalsoorten, kalkminnende soorten, atlantische soorten:
Roos, liguster, sleedoorn, vlier, kardinaalsmuts

Wadden:
Kalkarm, boreale soorten
0-3 % kalk (>1 is al kalkrijk!)
Wit zand door ontbreken mineralen
Heide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke gradienten zijn er in het duingebied van west naar oost?

A

Kalk -> -
Dynamiek -> -
Zout -> -
Humus -> +
Wind -> -

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verschilt de nutrientenbeschikbaarheid in:
Renodunaal:
Kalkrijk zeereep
Ondiep ontkalkt middenduin
Diep ontkalkt binnenduin

Kalkarme Wadden
Benoem p / n / biomassa / successie

A

Renodunaal:
Kalkrijk zeereep:
P: Veel Ca, daardoor laag aan P
N: weinig strooisel en veel microbiele activiteit, daarom laag aan N
Biomassa: weinig biomassa door beperking N + P
Door verzuring met P en N: versnelde successie

Ondiep ontkalkt middenduin:
P: Weinig Ca, veel P
N: veel strooisel, veel N
Biomassa: veel biomassa
Meer P en N: meer gras en successiesnelheid omhoog

Diep ontkalkt binnenduin:
P: Weinig Ca, maar zo zuur dat Fe en Al P kunnen binden, P beperkt
N: weinig strooisel, lage N
Biomassa: weinig biomassa door P beperking
Meer N: geen effect want P beperkt.

Kalkarme Wadden
P: Weinig Ca, weinig Fe, weinig Al, P= hoog
N: laag
Biomassa: van nature laag door N limitatie
Door N depositie: meer gras en successiesnelheid omhoog groot effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zit het met P/N limitatie duinen?
Kalkrijk zeereep
Ondiep ontkalkt middenduin
Diep ontkalkt binnenduin
Kalkarme Wadden

A

Kalkrijk zeereep: P en N limitatie
Ondiep ontkalkt middenduin: geen limitatie. snelle verruiging
Diep ontkalkt binnenduin: P limitatie
Kalkarme Wadden: N limitatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een primaire duinvallei en wat zijn de kenmerken?

A

Ontstaat door afsnoering strandvlakte door ontstaan kleine duintjes op het strand. Kan door de mens bespoedigd worden (landwinning)
Kenmerken:
- zout
- langwerpig
- eerst brak dan zoet

Vooral te vinden op de wadden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een secundaire duinvallei en wat zijn de kenmerken?

A

Ontstaat door uitstuiving van paraboolduinen in het droge seizoen, tot onder de grondwaterstand.
Kenmerken:
- altijd zoet
- minder langwerpig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Indeling van valleien obv water?

A

Zure Vallei - in kalkarme duinen
Brakwater vallei - invloed van zee
Kwelvallei - kalkloos zand met basenrijke kwel
Kalkvallei - vallei in kalkrijk zand

Kwelvallei gaat over in een zure vallei wanneer kwel wegvalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt de kwel in de duinen?

A

Zoetwaterbel op zoutwater, want zout is zwaarder.
Neerslagoverschot, water zijgt in (water kan niet weg, valleien zijn afvoerloze kom), zoet water wordt aangevuld.
Bel heeft een lens, een soort kop op de grondwaterspiegel.

Als duinen bredere worden, komt het water ook omhoog. Meer duinen zorgt dus voor vernatting, duinafkalving zorgt voor verdroging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn pendelmilieus?

A

Dat zijn milieus met gradiënten die in tijd verschillen door verschillen in neerslag. Daardoor is steeds een andere zone op de helling een geschikte standplaats.

Pendelsoorten moeten zich dus makkelijk kunnen verplaatsen door zaad of wortelstokken. ook elk jaar zaad zetten/sporen/uitlopers.

Soorten:
- parnassia
- groenknolorchis
- vleeskleurige orchis
- maanvarentje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke SNL habitattypes zijn er bij de Duinen?

A

Embyonale duinen H2110
Witte duinen H2120
Grijze duinen H2130
Duinheiden met kraaihei H2140
Duinheiden met struikhei H2150
Duindoornstruwelen H2160
Kruipwilgstruwelen H2170
Duinbossen H2180
Vochtige duinvalleien H2190

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Paraboolduin?

A

Paraboolduinen zijn hoefijzervormige, doorgaans met Helm begroeide duinen met de kop haaks op de overheersende winden
Ontstaan van een paraboolduin
Grote paraboolduinen ontwikkelen zich landinwaarts van de zeereep uit loopduinen, boogvormige vrije duinen of andere grootschalige duinvormen, vanaf het ogenblik dat de vegetatie terug de overhand begint te verkrijgen. Een paraboolduin vertoont een paraboolvormige kern, die 5 à 15 m boven de omringende duinvlakte uitsteekt. Aan ieder uiteinde van de boogvormige kern strekt een langgerekte duinarm zich tegen de windrichting uit; typisch één tot twee kilometer lang.
Tussen de twee armen ligt een deflatievlakte of “panne”, die meestal tot het grondwaterniveau uitgeblazen wordt. De armen ontstaan doordat de (minder hoge) uiteinden van de paraboolkern, eerst door de vegetatie vastgelegd worden, terwijl de kern verder blijft bewegen.
Voor zover de stabiliserende invloed van de vegetatie nog niet te sterk doorweegt, kan een paraboolduin 10 meter per jaar afleggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaat een duin?

A

materiaal op vloedlijn, eerst biestarwegras, daarna helm.

Branding  zand in golfpatroon langs de kust  aantal zandbanken vlak voor het strand.
Zand met vloedstroom net iets verder naar de kust gebracht dan het bij eb weer wordt ‘teruggezogen’.  zandbank bereikt langzamerhand het strand (waardoor strand ineens zeer veel breder wordt)
Aanspoelen materiaal op vloedlijn  opeenhoping van organisch materiaal : eerste planten vestigen o.a. zeeraket.
Pionierplanten brengen enige stabiliteit  eerste zeer lage duintjes met Biestarwegras.  biestarwegras-wortels houden zand vast  duintje krijgt meer stabiliteit en handhaven, wordt groter.Biestarwegras groeit als het wordt ondergestoven dwars door het zand heen, en kan af en toe een zoute golf verdragen.
Als het duin zo’n halve meter hoog is, gaat er Helm groeien. Ook helm groeit met het zand mee en kan ervoor zorgen, dat een duin vele meters hoog wordt. (dwz jonge duinvorming nu nog op Waddeneilanden, soms in Zeeland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Problemen duinen?

A
  1. te weinig dynamiek
  2. N/P depositie
  3. waterwinning
  4. hoogwaerveiligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oplossingen duinen?

A

Toelaten, verhogen dynamiek
Beheer gericht op gevolgen depositie
Herstel hydrologie

Aftoppen duin

Kerven zeereep

Stuifkuilen

Plaggen

Begrazingsbeheer

Maaien - hakken & afvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly