Faunabeheer uit boek Flashcards
(8 cards)
Wat is Complementariteit?
Diersoorten maken gebruik van verschillende habitats, bijv libelle die grotendeels onder water leeft en in de laatste levensfase op land leeft.
Concurrentie?
Gebruik maken van het milieu door organismen met dezelfde behoeften: voedsel, ruimte, nestgelegenheid of water.
Intraspecifieke concurrentie: zelfde soort
Interspecifieke concurrenttie: verschillende soorten
Dispersie?
Vaak ongerichte ruimtelijke beweging van jonge dieren op zoek naar geschikt leefgebied.
Ecologische draagkracht (K)?
Maximale populatiegrootte van verschillende soorten over een langere tijd in een ecosysteem. Maatschappelijke draagkracht is vaak lager.
Home range / activiteitengebied?
totaal leefgebied dat door dier of groep wordt gebruikt om alle levensbehoeften te kunnen vervullen. Als de homerange actief wordt verdedigd is er sprake van territorium.
Populatiedynamica?
Wetenschap die de geboorten, sterfte, immigratie en emigratie van individuen bestudeert, met als doel een aantalsverandering te kunnen verklaren.
Populatiedichtheid?
gemiddeld aantal individuen per opp-eenheid (land) of volume eenheid (water)