Laagveen Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wat is een kragge?

A

Een drijfmat van organisch materiaal en planten en slib.
1. zit nog vast aan de oever
Planten: riet, smalle stekelvaren, moerasvaren, kleine lisdodde, mattenbies
2. overstek uit oever: grauwe wilg en pluimzegge
3. drijftillen: eilandjes van kikkerbeet en krabbenscheer, daarop kiemen dan waterscheerling en zegges.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet de successie eruit van laagveen? en welke 3 vormen zijn er? wat is het verschil van standplaats van de 3 soorten?

A

1.aquatisch (ondergedoken en drijfblad)
2. semi aquatisch (helofyten en waterplanten)
3. helofyten/bladmos
4. veenmos ( maaibeheer nodig)
5. moerasheide ( maaibeheer nodig)
6. broekbos ( geen maaibeheer)

3 vormen: trilveenreeks (mesotroof+zoet) / rietreeks (eutroof+zoet) / ruwe bies reeks (zeer eutroof+brak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke libellen passen bij laagveen?

A

Algemeen: Vroege glazenmaker, glassnijder, juffers tpv de petgaten
Zeldzaam: gevlekte en noorse witsnuitlibel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke planten zijn ecosystem engineers en kunnen water omzetten in land? noem er 5 van eutroof en 5 van mesotroof water

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ecosystem engineers eutroof

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verloopt de successie van mesotroof, eutroof beschut en eutroof open water?
Hoe verloopt successie van krabbenscheer?
Welke maai-ingrepen worden er gedaan en welke gevolgen heeft dat?

A

Krabbenscheer - zegges - helofyten - elzenbroekbos

Zomermaaien: uitputten riet, afvoeren voedingsstoffen, wordt gebruikt als hooi
Wintermaaien: rietoogst! voedingsstoffen zitten in de wortels, voldoende voeding voor goed stevig riet.

Trilveen: voedselarme ondiepe wateren met veel baseninvloed: kwel. Start met holpijp, draadzegge, waterdrieblad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Trilveen: welke plantengemeenschap, waar ontstaat het?

A

r9Ba1 Associatie van schorpioenmos en ronde zegge
Trilveen: voedselarme ondiepe wateren met veel baseninvloed: kwel. Start met holpijp, draadzegge, waterdrieblad. P-gelimiteerd

  • Heel soortenrijk, heel veel bijzondere zeldzame soorten
  • veel reliëf met bulten en poeltjes
  • zuur regenwater van boven, basisch boezemwater van onderen
    Heel veel verschil aan standplaatscondities!

soorten: rood schrpioenmos, groenknolorchis, wateraardbei, waterdrieblad, waternavel moerasvioooltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt trilveen als het dikker wordt en hoe komt het dat het dikker wordt?

A

9Aa2 Veenmosrietland, ontstaat door maaien trilveen.

door dikkere kragge minder invloed van boezemwater, meer regeninvloed, zuurdere standplaats. Steeds meer kleinere soorten en veenmossen die op zuur regenwater kunnen leven.

Soorten: riet wordt ijler, steeds meer veenmos, veenpluis, kamvaren (kensoort), ronde zonnedauw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er met Veenmosrietland als het gemaaid blijft worden?

A

11 Ba2, moerasheide -> zuur door regenwater
Minder invloed basisch boezemwater, meer invloed regenwater.

Lijkt een beetje op hoogveenvegetatie maar heeft toch ook rietstengels (wel ijl)

Soorten: veenmossen, veenbes, lavendelhei, dophei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer was de biodiversiteit in de veenplassen het laagst en waarom?

A

In de jaren 80 door vervuild rivierwater met een overmaat aan fosfaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn gewenste waterplanten in laagveenplassen?

A

Kranswieren, fonteinkruiden, kransvederkruid, groot nimfkruid, krabbenscheer, groot blaasjeskruid

op de oevers Galigaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ziet het proces van verlanding eruit?

A

Successie van openwater naar dichte vegetatie matten (kraggen), waarbij zeldzame vegetatietypen ontstaan: moerasheid, trilveen en veenmosrietland.
Grote Europese waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem voorbeelden van herstelmaatregelen van laagveen.

A
  • uitgraven petgaten voor verlanding
  • plaggen: voedselrijke toplaag verwijderen en nattere condities creeren.
  • bos verwijderen op dunne kraggen
  • waterkwaliteit verbeteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de belangrijkste elementen voor weidevogels?

A
  • Geen mest
  • Hoge grondwaterstand
  • Rust in broedseizoen
  • Geen insecticide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gewenste planten van laagveen?

A

blauwe knoop, kleine valeriaan, moeraskartelblad, moeraslathyrus, rietorchis, ronde zonnedauw, veenmosorchis, welriekende nachtorchis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de soorten van trilveen?

A

Draadzegge, knotszegge, ronde zegge, rood schorpioenmos, waterdrieblad, groenknolorchis, klein blaasjeskruid

17
Q

Wat is de abiotiek van laagveen?

A

Zuur- zwak basisch, matig voedselrijk, nat

18
Q

Wat zijn de opeen volgende successiestadia van laagveen?

A

Open water: kranswieren
Verlanding: 1. krabbenscheer met waterscheerling
2. riet en draadzegge
Moerasvarenrietland maaien: trilveen
Trilveen met ronde zegge en schorpioenmos, maaien:
Veenmosrietland door minder invloed basenrijk water en meer regenwater, dikkere kragge
Moerasheide, nog zuurder een dikkere kragge
Broekbos als er niet gemaaid wordt

19
Q

Voor welke hooilandtypen zomermaaien?

A

hooilandtypen met grote botanische diversiteit veenmosrietland, trilveen- en dotterbloemhooiland, moerashei

20
Q

Benoem de verschillende vegetatietypen van zuur naar minder zuur.

A

Ecologisch: variatie in standplaatsfactoren
- zéér arm zuur milieu: stuifzanden
- arm zuur milieu: droge heide + vochtige, natte heide
- iets rijker, minder zuur/iets basisch milieu: schraal grasland + akkertjes
- plús in alle heide-typen: vennen met verschillende zuurgraad