Natuurbeheer-begrazing Flashcards
(31 cards)
Waarom is op kalkrijke bodems natuurontwikkeling of natuurherstel relatief makkelijk?
Calcium gaat makkelijk verbinding aan met fosfaat tot een vrij immobiele vorm waardoor de functionele beschikbaarheid voor voedingstoffen relatief laag blijft, hetgeen gunstig is voor meer soorten
Welk natuurtype is het meest voedselarm en is die dan soortenrijk of soortenarm?
Hoogveen, soorten arm. Is extreem voedselarm.
Wat is het voordeel van afbranden van vegetatie?
N vervliegt, P blijft achter, goed voor N/P verhouding.
Wanneer komt pitrus voor?
Natuurgebieden waar voormalig landbouw was en nu vernat worden.
Er zit al veel mest in de grond.
- Door vernatten spoelt nitraat uit
- Door verzuren komt P vrij
Nat, zuur en voedselrijk = pitrus.
Wat is natuurbeheer ?
gericht menselijk handelen ten behoeve van:
behoud, versterking, ontwikkeling en beheer van
ecosystemen / levensgemeenschappen en de daarin aanwezige biodiversiteit (flora & fauna)
Parameters om natuurwaarde te meten?
Natuurlijkheid (zonder mens)
Biodiversiteit
Zeldzaamheid (hoog in voedselpiramide)
Vervangbaarheid (icm tijd, denk aan oude beuken nu na 150-250 jaar)
Kenmerkendheid (landschap icm met cultuurlandschap)
Representativiteit ( europesche zeldzaamheid, Natura2000 in NL duinen en laaglandmoeras)
Welk natuurbeheer op welk schaalniveau?
Welke natuurvisies, natuurbeelden en bijbehorend beheer?
Klassiek:
Arcadisch beeld
Half-natuurlijk beheer -> duur!
tot 1950 veel half natuurlijke ls met arcadisch natuurbeeld, veel successiestadia naast elkaar.
Natuurontwikkelingsvisie: na 1950
Natuurlijk beeld/wildernis
Begeleid/nagenoeg natuurlijk beheer
Functionele natuurvisie:
Functioneel beeld,
Multifunctioneel beheer
Wat houdt natuurbeheer in sinds 1900?
- beschermen (door niets-doen) -> naardermeer (Jac P.Thijse)
- in stand houden door beheren -> heide
- kwaliteit herstellen van half-natuurlijke terreinen -> uiterwaarden, duinen
- vanaf 80 natuurontwikkeling op landbouwgronden (Maashorst)
Verschillende vormen natuur in NL + visie + beheer?
- Natuurgebieden (reservaten) -> hoge veluwe, weerribben, vechtplassen, nieuwkoopse plassen
Klassieke natuurvisie en half-natuurlijk beheer
vastleggen van successiestadia
Veel beheer, veel arbeid, kost veel - Nieuwe natuur:
Natuurontwikkleingsvisie
Begeleid natuurlijk beheer
Wel eerst inrichtingen en otnwikkelingsbeheer (uitmijnen) - Multifucntionele natuur:
Meer doelen: landbouw, akkerbouw, recreatie/beleving (struinnatuur), defensie, energiewinning (zonneparken) - Cultuurnatuur
Weidevogels/knotwilg/houtwal/’kerkuil’-natuur, klassieke beheervisie - Nagenoeg natuurlijke natuur: openstelling haringvliet
Nagenoeg- dan wel begeleid-natuurlijke natuur
Grote ontwikkelingen zoals Marker Wadden
Verschil inwendig en uitwendig beheer en welk beheer is er nog meer?
Inwendig beheer:
(1) éénmalige inrichting
(2) ontwikkelingsbeheer / omvormingsbeheer
(3) regulier/continu beheer
Uitwendig beheer is:
Het ingrijpen op die processen die van buitenaf de natuur beinvloeden: 1. Hydrologie
2. bodem
3. hekwerken
4. Buffering en zonering van invloeden (geluid, inwaai van stoffen, recreatie e.a.)
Derde is niets doen, klapstoelbeheer.
Wanneer heb je de hoogste biodiversiteit?
Als alle successiestadia aanwezig zijn, daar is schaal voor nodig!
Wat is het doel van begrazing en bij welke natuurvisie wordt het vele gebruikt?
Doel begrazing:
1. Beïnvloeden vegetatie(structuur) en landschapsbeeld
2. Natuurlijk proces introduceren, als doel en middel tegelijk.
Qua visie:
Past als middel en doel vooral in natuurlijke, begeleid-natuurlijke.
Soms in half-natuurlijke systemen (* bv heidebeheer met gescheperde kudde)
Bij welke graasdruk de hoogste biodiversiteit?
Matige graasdruk -> Intermediate disturbance hypothese
Welke effect heeft begrazing op vegetatie en fauna en benoem de effecten?
- vraat
- vergroot structuurvariatie
- remt successie - verspreiding zaad
door vacht en poep - nutriëntenverplaatsing
Begrazing is verrijkend én verarmend
Proces
Snellere turn-over van stoffen binnen ecosysteem (kringlopen); snelle mineralisatie
Minder ophoping dood organisch materiaal (DOM)
Minder vervilting grasmat -> versterkt kiemkansen
Ruimtelijke effect
Grote terreindelen verschralen in beperkte mate
Lokale delen verrijken (latrines, rustplaatsen, paden) en verruigen daardoor netto meer variatie
- tred
Zand -> lostrappen
Klei -> verdichten / verslempen
Kiemplekken specifieke soorten
Wissels, stierenkuil - facilitatie
Grote grazers creëren kort gras/riet als foerageerhabitat voor ganzen
Lage dichtheden: paarden faciliteerden edelhert en Heckrund; Hogere dichtheden: paarden verdrongen met name de runderen
Bevervraat faciliteert kruidengroei, beverdam faciliteert grazers door vernatting weide.
Begrazing kan niet nagebootst worden door mens, heel veel variatie.
Welke dieren zijn welk soort begrazers en wat eten ze?
Paarden niet herkauwers -> verschil in anatomie:
omvang buik, breedte bek, snijtanden, tong
lengte spijsverteringskanaal , aantal magen
verblijftijd in lichaam
Browsers: solitair, hoogwaardig voedsel, gaan zoeken
Ree
Eland
Variabele eters:
steenbok
gems
edelhert
wisent
Grazers: kuddes, laagwaardig voedsel, hoeven niet te zoeken
koe -> langer gras
schaap paard gans -> milimeteren
Wat is het effect op het terrein van verschillende grazers?
Waarom zal je grazer inzetten op zure grond?
Om ophoping strooisel te voorkomen/doorbreken
Wat zijn tredplanten?
Planten met roset: grote weegbree, witte klaver (rood niet!),
Welk effect heeft de begrazing op het terrein?
- invloed samenstelling flora & verspreiding
- meer variatie in vegetatiestructuur
- graasgradiënten (Limes divergens bij lichte/matige begrazingsdruk; Limes convergens bij hoge begrazingsdruk)
Effect winterbegrazing?
Met name op op droge voedselarme gronden:
- Eten van takken, twijgen en schors + de verse aangroei van grassen. - - Mineralenrijk voedsel.
- Remt verbossingsfase van de successie: bosfase wordt opener en gevarieerder; bomen en struiken krijgen lokaal de kans om op te groeien, maar zullen op andere plekken telkens weer opgegeten worden.
- Het stimuleert soortenrijke mantel- en zoomvegetaties.
- Ruigtesoorten als brandnetel, distelsoorten en witbol worden veel gegeten, anders dan in zomer ; winterruigtes bevatten voldoende voedingsstoffen en grazers houden hun maag- en darmstelsel ermee aan de gang. -> vaak in natuurgebieden op voormalige landbouwgrond.
Effect zomerbegrazing?
- Veel focus op kruidlaag. Dieren kunnen selectief vreten.
- Netto weinig invloed op structuur landschap
- Bos worden nagenoeg niet aangetast
- Tredplanten (rozetvormers) in voordeel
Effect drukbegrazing = met raster er omheen)?
Lokaal wordt veel biomassa verwijderd
Kiemkansen voor soorten van opener, korte vegetatie in het voordeel
Kan heide bv vitaal houden
Risico op dominantie pijpestrootje , met name in winter, omdat andere soorten ‘lekkerder’ zijn
Wat gebeurt als voormalige landbouwgrond wordt omgezet in natuur en begrazing de beheersstrategie wordt?
Een verandering in fasen:
1. oude structuur verdwijnt (afbraakperiode)
2. explosieve ruigtesoorten die langduring overheersen
3. ontwikkeling naar gewenste / nieuwe (mozaïek)structuur is sterk afhankelijk van NPS-concentraties bodem.
Advies:
liefst meteen gewenste graasdruk afgestemd op jaarlijkse biomassaproductie.
Uitmijnen zou een oplossing kunnen zijn in fase 1-2 (gewas dat veel nutrienten opneemt, toevoegen K of Ca om NPS-verhouding te veranderen, dan neemt plant meer nutrienten op) uitmijnen niet op klei.