Dutch 3. Flashcards
(65 cards)
1
Q
to skip
A
overslaan
2
Q
case
A
zaak
3
Q
to edit
A
redigeren
4
Q
minutes
A
notulen
5
Q
to seek consensus
A
polderen
6
Q
then
A
dan
7
Q
to meet/to encounter with resistance
A
op weerstand stuiten (2)
8
Q
manager
A
leidinggevende
9
Q
nowhere
A
nergens
10
Q
to come back to this later
A
later op terugkomen
11
Q
tough, difficult
A
pittig (2)
12
Q
to hate smth
A
balen van
13
Q
meeting (2)
A
ontmoeting, vergadering
14
Q
boiling hot
A
loeiheet
15
Q
to watch out
A
oppassen
16
Q
mug
A
mok
17
Q
to call it a day/to wrap this up (to decide to stop doing smth)
A
er een eind aan breien (3)
18
Q
to uncork / dugót kihúzni
A
ontkurken
19
Q
to open
A
openmaken
20
Q
bouncer
A
uitsmijter
21
Q
to be down (off)
A
eruit liggen
22
Q
to suggest, to propose
A
opperen (2)
23
Q
emphatically
A
met klem
24
Q
when in doubt don’t do it
A
bij twijfel niet doen
25
My advice?
Mijn advies?
26
henceforth / ezentúl
voortaan
27
to draw attention to
de aandacht vestigen op
28
what's going on
hoe zit het
29
overslaan
to skip
30
zaak
case
31
redigeren
to edit
32
notulen
minutes
33
polderen
to seek consensus
34
dan
then
35
op weerstand stuiten (2)
to meet/to encounter with resistance
36
leidinggevende
manager
37
nergens
nowhere
38
later op terugkomen
to come back to this later
39
pittig (2)
tough, difficult
40
balen van
to hate smth
41
ontmoeting, vergadering
meeting (2)
41
ontmoeting, vergadering
meeting (2)
42
loeiheet
boiling hot
43
loeiheet
boiling hot
43
oppassen
to watch out
44
mok
mug
45
er een eind aan breien (3)
to call it a day/to wrap this up (to decide to stop doing smth)
45
er een eind aan breien (3)
to call it a day/to wrap this up (to decide to stop doing smth)
46
ontkurken
to uncork / dugót kihúzni
47
openmaken
to open
47
openmaken
to open
48
uitsmijter
bouncer
48
uitsmijter
bouncer
49
eruit liggen
to be down (off)
49
eruit liggen
to be down (off)
50
opperen (2)
to suggest, to propose
51
met klem
emphatically
51
met klem
emphatically
52
bij twijfel niet doen
when in doubt don't do it
53
Mijn advies?
My advice?
54
voortaan
henceforth / ezentúl
55
de aandacht vestigen op
to draw attention to
55
de aandacht vestigen op
to draw attention to
56
hoe zit het
what's going on
56
hoe zit het
what's going on