Dutch 7. Cock Flashcards
(104 cards)
1
Q
to echo
A
galmen
2
Q
lonely bang
A
eenzame knal
3
Q
the yellowish light
A
het gelige licht
4
Q
drizzle / szitálás
A
miezerregen
5
Q
to restrain / visszatartani
A
weerhouden
6
Q
to praise / dicsér
A
prijzen
7
Q
the countless faces
A
de talloze gezichten
8
Q
victim
A
slachtoffer
9
Q
crime
A
misdrijf
10
Q
the fatal outcome
A
de dodelijke afloop
11
Q
forward, ahead
A
vooruit (2)
12
Q
dish
A
schaal
13
Q
to participate, to experience
A
meemaken (2)
14
Q
delicacy / finomság
A
lekkernij
15
Q
cheerful
A
olijk
16
Q
anything but clean
A
allesbehalve schoon
17
Q
poor
A
schamel
18
Q
to nag / nyaggatni
A
doorzeuren
19
Q
distance
A
afstand
20
Q
the disheveled figure / a kócos alak
A
de verfomfaaide figuur
21
Q
pitiful / siralmas
A
beklagenswaardig
22
Q
the sad turn / a szomorú fordulat
A
de treurige wending
23
Q
soft
A
zacht
24
Q
enthusiasm
A
animo
25
rioter
relschopper
26
comfortless
troosteloos
27
gang
troep
28
to encourage
aansporen
29
to bend, to bow / hajlik, hajol
buigen
30
satisfactory
bevredigend
31
to manage to bring
weten te brengen
32
he managed to bring it
hij heeft het geweten te brengen
33
reluctance / idegenkedés
tegenzin
34
overdue reporting
achterstallige rapportage
35
in the doorway
in de deuropening
36
ajar
op een kier
37
to appear
verschijnen
38
pleasant company
aangename gezelschap
39
to grin / vigyorog
grinniken
40
belch / böfögés
oprisping
41
to punish
afstraffen
42
swing
schommel
43
edge
rand
44
pointless nonsense
zinloos gedoe
45
to grumble / morogni
mopperen
46
carefully
voorzichtig
47
to cheat
bedriegen
48
the pale face
het lijkbleke gezicht
49
gout / köszvény
jicht
50
under one's breath
binnensmonds
51
to throw
toewerpen
52
anyway
enfin
53
galmen
to echo
54
eenzame knal
lonely bang
55
het gelige licht
the yellowish light
56
miezerregen
drizzle / szitálás
57
weerhouden
to restrain / visszatartani
58
prijzen
to praise / dicsér
59
de talloze gezichten
the countless faces
60
slachtoffer
victim
61
misdrijf
crime
62
de dodelijke afloop
the fatal outcome
63
vooruit (2)
forward, ahead
64
schaal
dish
65
meemaken (2)
to participate, to experience
66
lekkernij
delicacy / finomság
67
olijk
cheerful
68
allesbehalve schoon
anything but clean
69
schamel
poor
70
doorzeuren
to nag / nyaggatni
71
afstand
distance
72
de verfomfaaide figuur
the disheveled figure / a kócos alak
73
beklagenswaardig
pitiful / siralmas
74
de treurige wending
the sad turn / a szomorú fordulat
75
zacht
soft
76
animo
enthusiasm
77
relschopper
rioter
78
troosteloos
comfortless
79
troep
gang
80
aansporen
to encourage
81
buigen
to bend, to bow / hajlik, hajol
82
bevredigend
satisfactory
83
weten te brengen
to manage to bring
84
hij heeft het weten te brengen
he managed to bring it
85
tegenzin
reluctance / idegenkedés
86
achterstallige rapportage
overdue reporting
87
in de deuropening
in the doorway
88
op een kier
ajar
89
verschijnen
to appear
90
aangename gezelschap
pleasant company
91
grinniken
to grin / vigyorog
92
oprisping
belch / böfögés
93
afstraffen
to punish
94
schommel
swing
95
rand
edge
96
zinloos gedoe
pointless nonsense
97
mopperen
to grumble / morogni
98
voorzichtig
carefully
99
bedriegen
to cheat
100
het lijkbleke gezicht
the pale face
101
jicht
gout / köszvény
102
binnensmonds
under one's breath
103
toewerpen
to throw
104
enfin
anyway
