Dutch 8. VBA Flashcards
1
Q
journal entry
A
journaalpost
2
Q
to use (2)
A
gebruikmaken, gebruiken
3
Q
general ledger account scheme
A
grootboekrekeningschema
4
Q
possibly
A
eventueel
5
Q
additional ledger account
A
aanvullende grootboekrekening
6
Q
individual, separate(ly)
A
afzonderlijk (2)
7
Q
to report
A
vermelden
8
Q
accounting system
A
rekeningstelsel
9
Q
enterprise
A
onderneming
10
Q
to arrange
A
inrichten
11
Q
such
A
zodanig
12
Q
the assets
A
het vermogen
13
Q
the result
A
het resultaat
14
Q
layout
A
indeling
15
Q
fixed assets
A
vaste activa
16
Q
equity
A
eigen vermogen
17
Q
provisions
A
voorzieningen
18
Q
long term debt
A
lang vreemd vermogen
19
Q
balance sheet
A
balans
20
Q
acc.receivables
A
vorderingen
21
Q
liquid assets
A
liquide middelen
22
Q
short term debt
A
kort vreemd vermogen
23
Q
controlling interim account / ellenőrző közbenső számla
A
controlerende tussenrekening
24
Q
stocks of raw materials
A
voorraden grondstoffen
25
supplies of consumables / fogyóeszközök készletei
voorraden hulpstoffen
26
direct and indirect costs
directe en indirecte kosten
27
profit and loss statement
winst- en verliesrekening
28
manufacturing department
fabricageafdeling
29
finished product inventories
voorraden gereed product
30
products in process
producten in bewerking
31
sales department
verkoopafdeling
32
period profit
periodewinst
33
storage / tárolás
opslag
34
to enlighten
toelichten
35
smooth running / nullára fut
glad lopen
36
cash receipt
kasopname
37
really
werkelijk
38
to collect
verzamelen
39
to relate to
hebben betrekking
40
consumption
verbuik
41
transfer account
overboekingsrekening
42
permanence / állandóság
permanence
43
accounting principles
boekhoudkundige principes
44
requirement
eis
45
to process
verwerken
46
the required information
de vereiste informatie
47
reporting period
verslagperiode
48
'clean bill'
zuivere rekening
49
continual
voortdurend
50
possession
bezitting
51
debt
schuld
52
profit
winst
53
loss
verlies
54
systematicity
stelselmatigheid
55
journaalpost
journal entry
56
gebruikmaken, gebruiken
to use (2)
57
grootboekrekeningschema
general ledger account scheme
58
eventueel
possibly
59
aanvullende grootboekrekening
additional ledger account
60
afzonderlijk (2)
individual, separate(ly)
61
vermelden
to report
62
rekeningstelsel
accounting system
63
onderneming
enterprise
64
inrichten
to arrange
65
zodanig
such
66
het vermogen
the assets
67
het resultaat
the result
68
indeling
layout
69
vaste activa
fixed assets
70
eigen vermogen
equity
71
voorzieningen
provisions
72
lang vreemd vermogen
long term debt
73
balans
balance sheet
74
vorderingen
acc.receivables
75
liquide middelen
liquid assets
76
kort vreemd vermogen
short term debt
77
controlerende tussenrekening
controlling interim account / ellenőrző közbenső számla
78
voorraden grondstoffen
stocks of raw materials
79
voorraden hulpstoffen
supplies of consumables / fogyóeszközök készletei
80
directe en indirecte kosten
direct and indirect costs
81
winst- en verliesrekening
profit and loss statement
82
fabricageafdeling
manufacturing department
83
voorraden gereed product
finished product inventories
84
producten in bewerking
products in process
85
verkoopafdeling
sales department
86
periodewinst
period profit
87
opslag
storage / tárolás
88
toelichten
to enlighten
89
glad lopen
smooth running / nullára fut
90
kasopname
cash receipt
91
werkelijk
really
92
verzamelen
to collect
93
hebben betrekking
to relate to
94
verbuik
consumption
95
overboekingsrekening
transfer account
96
permanence
permanence / állandóság
97
boekhoudkundige principes
accounting principles
98
eis
requirement
99
verwerken
to process
100
de vereiste informatie
the required information
101
verslagperiode
reporting period
102
zuivere rekening
'clean bill'
103
voortdurend
continual
104
bezitting
possession
105
schuld
debt
106
winst
profit
107
verlies
loss
108
stelselmatigheid
systematicity
