een nieuw begin Flashcards

(103 cards)

1
Q

onze

A

our - “Onze wereld is mooi” (Our world is beautiful)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wereld

A

world - “Onze wereld is mooi” (Our world is beautiful)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

is

A

is - “Onze wereld is mooi” (Our world is beautiful)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mooi

A

beautiful - “Onze wereld is mooi” (Our world is beautiful)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

spannend

A

exciting - “Spannend, schitterend, stralend” (Exciting, splendid, radiant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

schitterend

A

splendid/gorgeous - “Spannend, schitterend, stralend” (Exciting, splendid, radiant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stralend

A

radiant/beaming - “Spannend, schitterend, stralend” (Exciting, splendid, radiant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het

A

it/the - “Het is een wereld waarin je al je zorgen snel vergeet” (It’s a world in which you quickly forget all your worries)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een

A

a/an/one - “Het is een wereld waarin je al je zorgen snel vergeet” (It’s a world in which you quickly forget all your worries)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarin

A

in which - “Het is een wereld waarin je al je zorgen snel vergeet” (It’s a world in which you quickly forget all your worries)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

je

A

you - “Het is een wereld waarin je al je zorgen snel vergeet” (It’s a world in which you quickly forget all your worries)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

al

A

all - “Het is een wereld waarin je al je zorgen snel vergeet” (It’s a world in which you quickly forget all your worries)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zorgen

A

worries - “Het is een wereld waarin je al je zorgen snel vergeet” (It’s a world in which you quickly forget all your worries)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

snel

A

quickly - “Het is een wereld waarin je al je zorgen snel vergeet” (It’s a world in which you quickly forget all your worries)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vergeet

A

forget - “Het is een wereld waarin je al je zorgen snel vergeet” (It’s a world in which you quickly forget all your worries)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ik

A

I - “Ik maak je horizon breed” (I’m making your horizon wide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

maak

A

make - “Ik maak je horizon breed” (I’m making your horizon wide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

horizon

A

horizon - “Ik maak je horizon breed” (I’m making your horizon wide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

breed

A

wide/broad - “Ik maak je horizon breed” (I’m making your horizon wide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

toon

A

show - “Toon je wonder na wonder” (Showing you wonder after wonder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wonder

A

wonder/miracle - “Toon je wonder na wonder” (Showing you wonder after wonder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

na

A

after - “Toon je wonder na wonder” (Showing you wonder after wonder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

alles

A

everything - “Alles even bijzonder” (Everything equally special)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

even

A

equally/just as - “Alles even bijzonder” (Everything equally special)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
bijzonder
special - "Alles even bijzonder" (Everything equally special) Intensear without
26
op
on - "Op een Perzisch toverkleed" (On a Persian magic carpet)
27
Perzisch
Persian - "Op een Perzisch toverkleed" (On a Persian magic carpet)
28
toverkleed
magic carpet - "Op een Perzisch toverkleed" (On a Persian magic carpet)
29
vlieg
fly - "Vlieg met me mee" (Fly with me)
30
met
with - "Vlieg met me mee" (Fly with me)
31
je
you - "Vlieg met je mee" (Fly with me)
32
mee
along - "Vlieg met me mee" (Fly with me)
33
van
from - "Van nu af zijn we beiden vrij" (From now on we are both free)
34
nu
now - "Van nu af zijn we beiden vrij" (From now on we are both free)
35
af
off/from - "Van nu af zijn we beiden vrij" (From now on we are both free)
36
zijn
are/to be - "Van nu af zijn we beiden vrij" (From now on we are both free)
37
we
we - "Van nu af zijn we beiden vrij" (From now on we are both free)
38
beiden
both - "Van nu af zijn we beiden vrij" (From now on we are both free)
39
vrij
free - "Van nu af zijn we beiden vrij" (From now on we are both free)
40
niemand
nobody - "Niemand die ons gebiedt" (Nobody commands us)
41
die
who/that - "Niemand die ons gebiedt" (Nobody commands us)
42
ons
us - "Niemand die ons gebiedt" (Nobody commands us)
43
gebiedt
commands/orders - "Niemand die ons gebiedt" (Nobody commands us) Ge de general Bis o no bis
44
mag
may/allowed - "Mag wel, mag niet" (Allowed, not allowed)
45
wel
well/indeed - "Mag wel, mag niet" (Allowed, not allowed)
46
niet
not - "Mag wel, mag niet" (Allowed, not allowed)
47
of
or - "Of zegt dat wij maar dromen" (Or says that we're just dreaming)
48
zegt
says - "Of zegt dat wij maar dromen" (Or says that we're just dreaming)
49
dat
that - "Of zegt dat wij maar dromen" (Or says that we're just dreaming)
50
wij
we - "Of zegt dat wij maar dromen" (Or says that we're just dreaming)
51
maar
but/just - "Of zegt dat wij maar dromen" (Or says that we're just dreaming)
52
dromen
dreams/to dream - "Of zegt dat wij maar dromen" (Or says that we're just dreaming)
53
door
through - "Het is of ik door de ruimte glij" (It's as if I'm gliding through space)
54
de
the - "Het is of ik door de ruimte glij" (It's as if I'm gliding through space)
55
ruimte
space - "Het is of ik door de ruimte glij" (It's as if I'm gliding through space)
56
glij
glide - "Het is of ik door de ruimte glij" (It's as if I'm gliding through space)
57
staan
stand - "Wij staan nu samen in een nieuw begin" (We now stand together in a new beginning)
58
samen
together - "Wij staan nu samen in een nieuw begin" (We now stand together in a new beginning) Estamos con sama
59
in
in - "Wij staan nu samen in een nieuw begin" (We now stand together in a new beginning)
60
nieuw
new - "Wij staan nu samen in een nieuw begin" (We now stand together in a new beginning)
61
begin
beginning - "Wij staan nu samen in een nieuw begin" (We now stand together in a new beginning)
62
nieuwe
new - "Een nieuwe wereld wacht op jou en mij" (A new world awaits you and me)
63
wacht
waits - "Een nieuwe wereld wacht op jou en mij" (A new world awaits you and me)
64
jou
you - "Een nieuwe wereld wacht op jou en mij" (A new world awaits you and me)
65
en
and - "Een nieuwe wereld wacht op jou en mij" (A new world awaits you and me)
66
mij
me - "Een nieuwe wereld wacht op jou en mij" (A new world awaits you and me)
67
eindelijk
finally - "Eindelijk helemaal vrij" (Finally completely free)
68
helemaal
completely - "Eindelijk helemaal vrij" (Finally completely free)
69
wie
who - "Wie had dat durven denken" (Who would have dared to think that)
70
had
had - "Wie had dat durven denken" (Who would have dared to think that)
71
durven
dare - "Wie had dat durven denken" (Who would have dared to think that)
72
denken
think - "Wie had dat durven denken" (Who would have dared to think that)
73
zweven
float/hover - "Zweven, tuimelen en zwenken" (Floating, tumbling and swerving)
74
tuimelen
tumble - "Zweven, tuimelen en zwenken" (Floating, tumbling and swerving) Rodar dando.vueltas
75
zwenken
swerve - "Zweven, tuimelen en zwenken" (Floating, tumbling and swerving) Girar Raqueta sirviendo
76
geef
give - "Geef je ogen de kost" (Feast your eyes)
77
ogen
eyes - "Geef je ogen de kost" (Feast your eyes)
78
kost
cost/expense - "Geef je ogen de kost" (Feast your eyes)
79
hoe
how - "Hoe is dit alles ooit ontstaan?" (How did all this ever come to be?)
80
dit
this - "Hoe is dit alles ooit ontstaan?" (How did all this ever come to be?)
81
ooit
ever - "Hoe is dit alles ooit ontstaan?" (How did all this ever come to be?)
82
ontstaan
arise/originate - "Hoe is dit alles ooit ontstaan?" (How did all this ever come to be?) A- de origen arise?
83
adembenemend
breathtaking - "Het is adembenemend" (It's breathtaking)
84
ben
am - "Ben net een meteoor" (I'm just like a meteor)
85
net
just - "Ben net een meteoor" (I'm just like a meteor)
86
meteoor
meteor - "Ben net een meteoor" (I'm just like a meteor)
87
schiet
shoot - "Ik schiet maar door" (I'm shooting through)
88
laat
late - "Het is te laat om nu nog terug te gaan" (It's too late to go back now)
89
om
to/for - "Het is te laat om nu nog terug te gaan" (It's too late to go back now)
90
nog
still/yet - "Het is te laat om nu nog terug te gaan" (It's too late to go back now)
91
terug
back - "Het is te laat om nu nog terug te gaan" (It's too late to go back now)
92
gaan
go - "Het is te laat om nu nog terug te gaan" (It's too late to go back now)
93
hart
heart - "Mijn hart is vol van puur geluk" (My heart is full of pure happiness)
94
vol
full - "Mijn hart is vol van puur geluk" (My heart is full of pure happiness)
95
puur
pure - "Mijn hart is vol van puur geluk" (My heart is full of pure happiness)
96
geluk
happiness - "Mijn hart is vol van puur geluk" (My heart is full of pure happiness)
97
middenin
in the middle of - "Wij staan nu middenin een nieuw begin" (We now stand in the middle of a new beginning)
98
deel
share/part - "Deze wereld deel ik het liefst met jou" (I prefer to share this world with you)
99
liefst
preferably - "Deze wereld deel ik het liefst met jou" (I prefer to share this world with you)
100
voor
for - "Al die ruimte voor jou en mij" (All that space for you and me)
101
deze
this - "Deze wereld deel ik het liefst met jou" (I prefer to share this world with you)
102
te
too - "Het is te laat om nu nog terug te gaan" (It's too late to go back now)
103
mijn
my - "Mijn hart is vol van puur geluk" (My heart is full of pure happiness)