extra hoofdstuk 12& 13 adolescentie Flashcards

(6 cards)

1
Q

wat is “normale” jeugdcriminaliteit?

A
  • ongeveer de helft van de adolescenten pleegt jaarlijks 1 of meer strafbare feiten
  • 3/4 is incidentele licht criminaliteit
  • 16% van het totaal aantal geregisterde verdachten is een adolescent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de top5 aan delicten onder adolescenten (16-17 jaar)

A
  • illegaal vuurwerk afsteken
  • zwart rijden
  • iemand geslagen, persoon niet gewond
  • iemand uitgescholden vanwege de huidskleur
  • gestolen (op school of werk)
  • iemand bedreigd / bang gemaakt
  • muren/trams of bussen beklad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat houdt het geneder paradox in met betrekking tot criminaliteit?

A

meisjes vertonen minder snel crimineel gedrag, maar als ze het doen is het ernstiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke risicofactoren kan het individu zelf meedragen met betrekking tot criminaliteit ?

A
  • externaliserende stoornis (ODD, CD, ADHD)
  • Adolescent
  • agressie
  • alcohol en drugsgebruik
  • moeilijk temperament
  • vroegrijpheid
  • laag iq
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke risicofactoren kunnen de gezinsfactoren met zich meedragen met betrekking tot criminaliteit ?

A
  • criminaliteit (voornamelijk bij vader)
  • mishandeling
  • weinig orde, structuur in het gezinsleven
  • weinig emotionele ondersteuning
  • traumatische ervaringen
  • afwezigheid vader
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke risicofactoren kan de omgeving met zich meedragen met betrekking tot criminaliteit ?

A
  • schooluitval
  • relaties met deviante leeftijdsgenoten
  • armoede/risicobuurt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly