geleedpotigen Flashcards

(16 cards)

1
Q

organisme

A

intsecten (6 poten), spinachtigen (8 poten), kreeftachtigen en duizendpotigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mileu

A

te vinden in alle biosferen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vorm

A

bestaat voornamelijk uit segmenten, met een kop, borststuk en achterlijf. Poten zijn geleed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stevigheid

A

een uitwendig exoskelet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voedselopname

A

Verschilt per organisme. Sommige organisme hebben kaken andere filteren voedsel uit het water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

spijsvertering

A

Geleedpotige hebben vaak een kauwmaag, hier zitten chiteneuze tanden die door spieren bewegen.
Insecten hebben een voor-, midden- en einddarm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

transport

A

geleedpotige hebben vaak een openbloedsomloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gaswisseling

A

Verschilt per organisme.
Insecten ehbben tracheeen waarmee ze lucht binnen krijgen.
Spinnen hebben boeklongen.
kreeften hebben kieuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitscheiding.

A

Kreeften hebben een anus.
Insecten scheiden uit via de einddarm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

osmoregulatie

A

Bij kreeften zorgen de antenneklieren voor regulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorplanting

A

Geleedpotige leggen eieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ontwikkeling

A

3 kiembladen: ectoderm, mesoderm en endoderm. En een coeloom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeweging

A

Lopen of vliegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zenuwstelsel

A

Een hersenganglion die opsplitst in 2 zenuwbanen. Bij elk segment is een verdikking in de zenuwbaan.
Bij insecten kan de hersonganglion verwijdert worden van de rest van het lichaam en dan reageert het dier nog steeds op prikkels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zintuigen

A

Vaak ogen en tastharen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly