pantoffeldiertje Flashcards
(12 cards)
mileu
zoetwater
vorm
duidelijke voor- (puntig) en achterkant (afgerond)
contractiele vacuoles
2 kernen.
voedselopname
Als het diertje tegen een rottend stofje komt word het doormiddel van trilharen, mondveld bacterien en andere organisme de orale groeve ingedreven. Hier word het tot een klompje geconcenteerd onderin de trechterbuis. Vervolgens word dit door fagocytose in het protoplasma opgenomen.
Spijsvertering
De voedingsvacuole is eerst zuur en daarna wordt deze basisch zodat de enzymen goed kunnen verteren.
Transport
Eiwitten, zout, vetten en koolhydraten worden door het celmembraan binnen gehouden. Water kan vrij bewegen.
gaswisseling
Het pantoffeldiertje haalt geen adem, maar het een vrije gaswisseling met de omgeving.
uitscheiding
Onverteerbare delen worden uitgescheiden via exocytose via de anale opening.
osmoseregulatie
Contractiele vacuoles liggen dicht bij het oppervlakte, hier gaat de inhoudt naar binnen en buiten.
voortplanting
De kleine celkern deelt zich 2x, 3 van de 4 kernen vervallen. 1 vorm een nieuw organisme.
voortbeweging
Het pantoffeldiertje heeft korte trilharen die door de wand naar buiten steken. Deze zwiepen van voor naar achter als een soort zwemmer.
zenuwstelsel
Draden langs de trilharen regelen de trilhaarbeweging.
zintuigen
Het diertje heeft geen zintuigen, alleen een ontwijkreactie.