pantoffeldiertje Flashcards

(12 cards)

1
Q

mileu

A

zoetwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vorm

A

duidelijke voor- (puntig) en achterkant (afgerond)
contractiele vacuoles
2 kernen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voedselopname

A

Als het diertje tegen een rottend stofje komt word het doormiddel van trilharen, mondveld bacterien en andere organisme de orale groeve ingedreven. Hier word het tot een klompje geconcenteerd onderin de trechterbuis. Vervolgens word dit door fagocytose in het protoplasma opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Spijsvertering

A

De voedingsvacuole is eerst zuur en daarna wordt deze basisch zodat de enzymen goed kunnen verteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Transport

A

Eiwitten, zout, vetten en koolhydraten worden door het celmembraan binnen gehouden. Water kan vrij bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gaswisseling

A

Het pantoffeldiertje haalt geen adem, maar het een vrije gaswisseling met de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uitscheiding

A

Onverteerbare delen worden uitgescheiden via exocytose via de anale opening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

osmoseregulatie

A

Contractiele vacuoles liggen dicht bij het oppervlakte, hier gaat de inhoudt naar binnen en buiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voortplanting

A

De kleine celkern deelt zich 2x, 3 van de 4 kernen vervallen. 1 vorm een nieuw organisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voortbeweging

A

Het pantoffeldiertje heeft korte trilharen die door de wand naar buiten steken. Deze zwiepen van voor naar achter als een soort zwemmer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zenuwstelsel

A

Draden langs de trilharen regelen de trilhaarbeweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zintuigen

A

Het diertje heeft geen zintuigen, alleen een ontwijkreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly