rondwormen

Question 1

organisme

Answer 1

rups, trips, aaltje.

Question 2

milieu

Answer 2

in de grond, aquatisch en parasitair.

Question 3

vorm

Answer 3

cilindrisch lichaam zonder segmentatie. Ze zijn symmetrisch en puntig aan beide kanten.

Question 4

stevigheid

Answer 4

pseudocoeloom, deze helpt bij beweging. Ze hebben elastisch cuticula laag als beschermingslaag.

Question 5

voedselopname

Answer 5

Verschilt per organisme waarmee ze voeden.
Ze hebben een vorm van een mond

Question 6

spijsvertering

Answer 6

Ze hebben een buisvorming maag-darmstelsel maar voedingstoffen worden opgenomen.
Achter de mondholte zit een farynx om het voedsel op de zuigen. Hierna komt de voor- midden- en achterste darm.

Question 7

transport

Answer 7

Rondwormen hebben een open circulatie systeem. Ook vind er diffusie plaats.

Question 8

gaswisseling

Answer 8

Rondwormen ademen via de huid met gebruik van diffusie.

Question 8

uitscheiding

Answer 8

Onverteerbare stoffen worden via de anus uitgescheiden. Oplosbare afvalstoffen kunnen ook via de huid het lichaam verlaten

Question 9

voorbeweging

Answer 9

Doormiddel van spieren maakt de rondworm golfachtige samentrekkingen.

Question 10

osmosregulatie

Answer 10

ze kunnen water opnemen en afgeven via diffusie via de lichaamswand.

Question 10

ontwikkeling

Answer 10

Rondwormen hebben geen kiembladen.
Rondwormen hebben wel een pseudocoeloom. Dit heeft dezelfde functie als een hydrostatisch skelet.

Question 10

voortplanting

Answer 10

Seksuele en aseksuele voorplanting komt voor bij verschillende soorten. De vrouw legt eieren waaruit larve komen.

Question 11

zenuwstelsel

Answer 11

Een zenuwring rond de farynx dient als hersenen. Hieruit komt een zenuwkoord die signalen doorstuurt.

Question 12

zintuigen

Answer 12

Rondwormen kunnen chemicalien, aanraking en licht opvangen.