weekdieren Flashcards
(15 cards)
organisme
slakken, schaaldieren en inktvissen (koppotigen)
milieu
alle vochtige biosferen
vorm
weekdieren hebben een voet (voortbeweging), een mantel en een mantelholte (anus en kieuwen) Ze hebben een viscerale massa waarin de organen zitten.
stevigheid
weekdieren hebben geen inwendigskelet. Vaak hebben ze een uitwendig skelet. Inktvissen hebben wel inwendige kraakbeenplaten.
voedselopname
weekdieren hebben een mondholte waar voedsel naar binnenkomt. Vanuit hier gaat het naar de slokdarm en maag.
spijsvertering
Spijsvertering vind plaats in de maag en het darmkanaal.
transport
weekdieren hebben een hart en een gesloten bloedvatenstelsel
gaswisseling
Weekdieren hebben kieuwen waarmee ze ademen
uitscheiding
weekdieren hebben een anus waarmee ze stoffen uitscheiden.
osmosregulatie
Osmosregulatie word gedaan door een regulatie van het zout- en waterbalans.
voortplanting
Weekdieren leggen eieren, sperma word uitgestoten. Hier komen vervolgens larve uit.
ontwikkeling
Weekdieren hebben 3 kiembladen. Ectoderm, mesoderm en endoderm.
voorbeweging
veel weekdieren hebben een gespierde voet waarmee ze voort bewegen.
Inktvissen hebben een soort zijvleugels, ook kunnen ze zich voortduwen door water uit hun lichaam te duwen.
zenuwstelsel
verschilt per organisme.
Mossels hebben een niet erg ontwikkeld zenuwstelsel.
Inktvissen hebben een hoog ontwikkeld zenuwstelsel en een centrale hersenmassa.
zintuigen
Mossels hebben zintuigen voor chemische stoffen en een mogelijk evenwichtsorgaan.
Inktvissen hebben reuk, evenwicht en zicht.