Glaucoom Flashcards

1
Q

Wat is glaucoom?

A

Een chronisch progressieve anterieure opticus neuropathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leidt glaucoom tot klachten?

A

In het beginstadium vaak weinig tot geen klachten.

In een vergevorderd stadium kan glaucoom leiden tot papilexcavatie (zichtbaar teken zenuwschade aan de disk van de n. opticus) waarbij door verlies van zenuwvezels de centrale cup uitgehold raakt en de typische gezichtsvelduitval ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is de schade door glaucoom te herstellen?

A

Nee, de schade is onomkeerbaar en dus is vroegtijdige opsporing belangrijk.

Regelmatige controles en behandeling kunnen verdere aantasting van de oogzenuw voorkomen.

Onbehandeld kan glaucoom leiden tot blindheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn belangrijk epidemiologische feitjes van glaucoom?

A
  1. Één van de belangrijkste oorzaken van irreversibele blindheid
  2. Wereldwijde prevalentie in de leeftijdsgroep 40-80 jaar van ongeveer 3.5% (neemt toe met de leeftijd)
  3. Primair open-kamerhoek glaucoom is de meest voorkomende variant met 3% (t.o.v. 0.5% gesloten kamerhoek glaucoom).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de voorste oogkamerhoek?

A

De hoek tussen het hoornvlies en de iris. Deze kan open of gesloten zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe classificeren we glaucoom?

A
  1. Open-kamerhoek glaucoom:
  2. Gesloten-kamerhoek glaucoom

Binnen deze twee groepen maken we dus nog onderscheid tussen een primaire of secundaire oorzaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de route van het kamerwater van aanmaak tot afvoer?

A
  1. Corpus ciliaire (aanmaak)
  2. Achterste oogkamer
  3. Pupil
  4. Voorste oogkamer
  5. Trabekelsysteem
  6. Sinus venosus sclerae (kanaal van Schlwemm)

De sinus venosus sclerae voert het vocht af naar naburige watervenen waar het wordt opgenomen in de bloedcirculatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van het kamerwater?

A

Voorziet de cornea en lens van voeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er wanneer er een obstructie is in de afvoer van het kamerwater?

A

Dan wordt de intra-oculaire druk (IOD) te hoog. Deze druk wordt verspreid over het hele oog en kan zo een schadelijk effect hebben op de zenuwvezels van de nervus opticus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij een openkamerhoekglaucoom is de voorste oogkamerhoek open. Hoe kan er dan nog steeds glaucoom ontstaan?

A

De weerstand voor de afvoer van het kamerwater kan dan liggen in het trabekelsysteem of verderop in het afvoertraject.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is hoge druk openkamerhoek-glaucoom?

A
  1. Meest voorkomende vorm van (primair) glaucoom
  2. Verhoogde IOD, papilexcavatie en gezichtsvelduitval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is normale-druk glaucoom?

A
  1. subgroep openkamerhoekglaucoom
  2. ontstaat bij normale oogdruk
  3. bij deze groep spelen waarschijnlijk vasculaire oorzaken een rol in het ontstaan van het glaucoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is oculaire hypertensie?

A

Bij deze patiënten is de IOD verhoogd maar zijn er geen papil-of gezichtsveldafwijkingen.

Hier is dus nog géén sprake van glaucoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is glaucoomverdacht?

A

Er is sprake van een papilexcavatie maar het gezichtsveld is nog normaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is secundair openkamerhoek-glaucoom?

A

Hierbij is sprake van een andere oculaire of systemische aandoening waarbij er een verhoogde weerstand voor kamerwater aanwezig is ter hoogte van het trabekelsysteem of verderop in het afvoersysteem:

  1. Intraoculaire bloeding (trauma, operatie aan het oog)
  2. Pigment dispersion syndrome / Pigmentery glaucoma
  3. Ontstekingen (uveïtis, keratitis, iridocyclitis) door aantasting trabekelsysteem
  4. Corticosteroïden (langdurig of hoog gebruik); kunnen de oogdruk verhogen door verstopping van het trabekelsysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van open-kamerhoek glaucoom?

A

Verhoogde intra-oculaire druk (IOD).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de gemiddelde oogdruk?

A

16 mmHG.

De normale bovengrens bedraagt 21 mmHG.

17
Q

Wat zijn nog meer belangrijke risicofactoren voor het ontwikkelen van primair openkamerhoek-glaucoom?

A
  1. leeftijd
  2. ras/etniciteit (negroïde)
  3. FA+ (10x zo hoge kans bij directe familieleden)
  4. myopie (meer dan -3)
  5. centrale cornea dikte (dunnere cornea)
  6. oculaire perfusie druk (lage perfusie druk)
  7. DM, bloeddruk, migraine, syndroom van Raynaud, slaap apnoe, risicofactoren etc.
18
Q

Wat is primair geslotenkamerhoekglaucoom? en waarin is dit op te delen?

A

Hierbij is de kamerhoek vernauwd of afgesloten zodat het kamerwater het trabekelsysteem niet bereikt.

  1. Chronisch of intermitterend gesloten-kamerhoek glaucoom; drukpieken, vooral wanneer de pupil wijder is zoals in de schemering (s’avonds sprake van halo’s /pijn)
  2. Acuut glaucoom; in korte tijd plotseling een forse stijging, veroorzaakt door (sub)acute afsluiting
19
Q

Wat zijn risicofactoren voor gesloten-kamerhoek syndroom?

A
  1. hypermetropie (vaak korter oog en minder ruimte in het voorsegment)
  2. leeftijd (rond de 60)
  3. FA+
  4. Aziatisch/Inuit
  5. Vrouwelijk geslacht
20
Q

Wat zijn oorzaken voor secundair gesloten-kamerhoekglaucoom?

A
  1. parasympaticolytica; zoals bepaalde anticholinergica bij Parkinson of depressie, kunnen de pupil van het oog verwijden
  2. Vaatnieuwvormingen in de kamerhoek (neovascularisatie) bij DM
  3. Verklevingen van de iris aan de achterzijde van de cornea & verklevingen van de pupil aan de lens (synechiae)
  4. tumoren (bijvoorbeeld ringmelanoom achterkant iris met massawerking naar voren)
21
Q

Wat is de meest betrouwbare methode van oogdrukmeting?

A

applantatietonometrie; oogdrukmeting middels blauw licht (Goldmann tonometer aan de spleetlamp)

hierbij kijk je naar het gewenste fluoresceïnepatroon

22
Q

Wat is overeenkomstig tussen de oogdruk en de bloeddruk?

A

Fluctueert gedurende de dag.

Dit is de reden dat er soms een oogdruk oogcurve gemaakt wordt, waarbij er op meerdere momenten wordt gemeten.

Meestal in de ochtend het hoogst.

23
Q

Waar wordt tijdens de fundoscopie van een patiënt met open-kamerhoek glaucoom voornamelijk naar gekeken?

A

De excavatie van de papil

24
Q

Hoe wordt de excavatie van de papil geschat?

A

Een schatting van de grootte van de excavatie wordt gegeven door de verhouding tussen de verticale diameter van de excavatie (cup) en de diameter van de gehele papil (disc): de C/D-ratio

Hoe groter de papilexcavatie, des te meer kans op een gezichtsvelddefect.

25
Q

Vanaf wanneer is de c/d ratio verdacht voor glaucoom?

A

Een c/d ratio > 0.5 is verdacht voor glaucoom.

Ook een verschil in c/d-ratio tussen beide ogen van >0.2 is verdacht voor glaucoom.

26
Q

Wat is de meest gebruikte techniek om het gezichtsveld te onderzoeken?

A

De perimetrie.

Een perimeter kan gezichtsvelddefecten aantonen die karakteristiek zijn voor glaucoom, zoals een vezelbundelscotoom ofwel boogscotoom genoemd (hangt samen met het zenuwvezelpatroon van het netvlies).

27
Q

Wat blijft er in het eindstadium van glaucoom vaak over?

A

Alleen nog een centrale en/of temporale gezichtsveldrest.

28
Q

Hoe kan de zenuw vezel laag in beeld worden gebracht?

A

Middels optical coherence tomography (OCT)

29
Q

Welke kenmerken passen bij acuut glaucoom?

A

Door forse toename van de oogdruk kunnen acute klachten ontstaan, bij waardes > 50 mmHg klaagt de patiënt over:

  1. pijn
  2. misselijkheid en braken
  3. cornea-oedeem (pompfunctie cornea-endotheel schiet tekort) en dus verminderde visus; ook wel “chagrin” genoemd.
  4. bij palpatie kan het oog hard aanvoelen
  5. midwijde, lichtstijve pupil
  6. rood oog
30
Q

Waaruit bestaat de behandeling voor open-kamerhoek glaucoom?

A
  1. medicamenteuze behandeling
  2. laserbehandeling
  3. operatieve behandeling
31
Q

Wat is het doel van medicamenteuze behandeling en welke groepen/combinaties bestaan er?

A

Het verlagen van de oogdruk middels:

  1. bètablokkers
  2. adrenerge agonisten.
  3. carboanhydraseremmers

4.
prostaglandineagonisten; groei wimpers en irispigmentatie

  1. parasympathicomimetica; tegenwoordig nog weinig gebruikt vanwege miosis en verstoorde accommodatie
  2. combinatiepreparaten; meer middelen in één druppel zodat de therapietrouwheid wordt bevorderd.
32
Q

Wat is de fysiologie achter deze medicamenten?

A

Remmen de productie van kamerwater, bevorderen de toename van uitstroom of beide.

33
Q

Kunnen patiënten overgevoelig zijn voor oogdruppels?

A

Ja, voor de conserveringsmiddelen of het medicament zelf.

Veel oogdruppels zijn daarom ook verkrijgbaar in conseveermiddelvrije vorm.

Daarnaast kan langdurige gebruik op zich ook leiden tot overgevoeligheid.

34
Q

Hoe werkt de laserbehandeling voor open-kamerhoek glaucoom?

A

Lasertrabeculoplastiek.

Hierbij wordt er op het trabekelsysteem gelaserd, waarna de lasereffecten gaan krimpen en zo de poriën in het trabekelsysteem opentrekken.

Hierdoor verbetert de afvloed van kamerwater.

35
Q

Wat is de operatieve behandeling voor open kamerhoek-glaucoom?

A

Een trabeculectomie.

Hierbij wordt een verbinding gemaakt tussen de voorste en achterste oogkamer en de subconjunctivale ruimte.

Dit kamervocht vormt een filtratieblaas (bleb) en wordt vanaf daar opgenomen in de systemische circulatie.

36
Q

Wat is een glaucoomfilterimplant?

A

Hierbij wordt een buisje in de VOK geplaatst waardoor het vocht kan aflopen naar een reservoir onder de extra-oculaire spieren.

Ahmed en Baerveldt meest gebruikt.

37
Q

Waarmee behandel je iemand in de eerste lijn bij acuut glaucoom?

A

toedienen van:

  1. een druppel timolol
  2. een tablet diamox indien voorradig
  3. met spoed verwijzen naar de oogarts
38
Q

Waarmee behandel je iemand in de tweede lijn bij acuut glaucoom?

A
  1. hoge dosering diamox (acetazolamide)
  2. vrijwel altijd een laser-irridotomie of chirurgische iridectomie (gaatje in de iris maken waardoor flow hersteld en kamerhoek weer open gaat).
39
Q

Wat is een aparte vorm van glaucoom?

A

Congenitaal glaucoom.

Komt sporadisch voor. Kan een genetische oorzaak hebben. Wordt veroorzaakt door een ontwikkelingsstoornis in het trabekelsysteem.

40
Q

Hoe noem je een groot oog bij een baby (met glaucoom)?

A

Een buphthalmos (“koeienoog”).

Omdat de sclera nog rekbaar is, ontwikkelt zich een groot oog.

Uiteindelijk ontstaat een hoge oogdruk met schade aan de oogzenuw, tranen en een troebel hoornvlies.

41
Q

Welke beroemde wetenschapper beschreef voor het eerst een aandoening met de term “glaucoma”?

A

Hippocrates; om een groep ziekten te beschrijven welke blindheid veroorzaken.