Maculadegeneratie Flashcards

1
Q

Waar is de macula voor verantwoordelijk?

A

Voor de centrale gezichtsscherpte en voor het zien van kleuren.

De perifere retina is niet zo goed uitgerust voor het detecteren van details in daglicht, hiervoor doen we beroep op de macula.

Het uiterlijk van het kuiltje (de fovea centralis) is te verklaren doordat de ganglioncellen lateraal verplaatst zijn, zodat het licht rechtstreeks de fotoreceptoren kan stimuleren zonder door andere cellagen heen te hoeven.

Alle fotoreceptoren in de fovea betreffen kegeltjes en er bevinden zich hier geen bloedvaatjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel soorten fotoreceptoren bevat het netvlies?

A

Twee soorten:

  1. staafjes (ca. 120 miljoen); vooral buiten de macula
  2. kegeltjes (ca. 6 miljoen); met een hoge concentratie in de achterpool, vooral in de fovea centralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarmee convergeren de kegeltjes?

A

Met een buitengewoon groot deel van de visuele cortex.

Er is een enorme divergentie van de verbindingen van de kegeltjes van de fovea centralis.

Één kegeltje is uiteindelijk verbonden met meerdere corticale cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarmee convergeren de staafjes?

A

De perifere staafjes convergeren in de retina met bipolaire cellen en ganglion cellen.

De staafjes zijn in de cortex op een veel kleiner aantal corticale cellen aangesloten dan de kegeltjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe komt de macula lutea aan zijn kenmerkende bijnaam?

A

Ook wel de “gele” vlek genoemd; dankt zijn kleur aan het gele pigment xanthofyl.

Dit heeft een antioxiderende werking en fungeert als lichtfilter om het netvlies te beschermen tegen UV licht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tussen welke gebieden maken we onderscheid in de macula en hoe groot zijn deze?

A
  1. fovea centralis; inzinking midden in de gele vlek (ca. 1,5 mm)
  2. foveola; centrale punt fovea, bevat alleen maar kegeltjes en is het punt waar je het scherpst mee ziet (ca. 0,35 mm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is is leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)?

A

Komt met name voor bij oudere mensen (belangrijkste oorzaak irreversibele blindheid ouderen in de westerse wereld).

Het is een slijtageproces door veroudering van de macula lutea waardoor het scherptezien wordt aangetast.

De perifere gezichtsvelden blijven dus intact.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de prevalentie van LMD?

A

In de westerse wereld heeft 20-35% van de bevolking (65 - 84 jaar) LMD.

In Nederland:
1. 10% > 55 jaar droge LMD
2. 1.7% > 55 jaar natte LMD

Door de toenemende vergrijzing en steeds ouder wordende mens wordt LMD een steeds groter maatschappelijk probleem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn risicofactoren voor LMD?

A
  1. Roken (5x vaker bij mensen die één pakje per dag roken)
  2. Genetisch
  3. Hypertensie
  4. Voeding (groente en fruit bieden bescherming door de antioxidanten)
  5. Ras
  6. Geslacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is droge LMD?

A

De droge vorm van LMD kenmerkt zich door:

  1. opeenhopingen van cellulaire afvalstoffen en vetten in de macula (drusen)
  2. hyper- en hypopigmentatie en atrofie van de RPE
  3. geleidelijk aan loopt het uit tot een atrofie van de kegeltjes met grote atrofische gebieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar bevinden drusen zich?

A

Tussen het RPE en de membraan van Bruch.

Deze puntvormige ophopingen bevatten afvalstoffen afkomstig van het metabolisme en immuun gemedieerde processen in het retinale pigment epitheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar klagen patiënten met droge LMD over?

A
  1. Langzaam progressieve centrale visusdaling (maanden tot jaren
  2. Nabeelden als ze in een felle lichtbron hebben gekeken.

De klachten treden bilateraal op, meestal asymmetrisch in tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de behandeling bij droge LMD?

A

Tot op heden nog geen causale behandeling beschikbaar voor de droge vorm.

Stoppen met roken advies en eventueel vitaminesuppletie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vorm van LMD komt het meest voor?

A

De droge vorm met ca. 80%.

CAVE: deze kan overgaan in de natte vorm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er bij natte LMD?

A

Bij deze natte, of exsudatieve vorm, van LMD groeien er neovascularisaties vanuit de onder de macula gelegen choroidea.

Deze hebben fragiele, slechte vaatwanden die gemakkelijk lekken.

De lekkage vanuit de RPE lekpunten bestaan uit bloed en sereus vocht waardoor zogenoemde harde exsudaten ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waardoor ontstaan bij de natte vorm neovascularisaties?

A

Niet helemaal duidelijk.

Mogelijk op basis van ischemie. Dit stimuleert vasculaire groeifactoren.

Oedeem kan door lekkage in de macula voorkomen al dan niet in combinatie met harde exsudaten wat kan leiden tot een ernstige bedreiging van de visus.

17
Q

Wat is een typische klacht bij “natte” LMD?

A

metamorfopsie

18
Q

Hoe kun je testen of iemand metamorfopsie heeft?

A

Amslerkaartje

19
Q

Hoe ontstaat metamorfopsie bij natte LMD?

A

Maculaoedeem zorgt ervoor dat de normaal strak gerangschikte kegelvormige fotoreceptoren worden omgeven door vocht.

Deze krijgen een afwijkende stand waardoor rechte lijnen krom of golvend verlopen.

20
Q

Welke twee aanvullende onderzoeken vraag je aan bij verdenking op macula oedeem/choroidale neovascularisatie?

A
  1. Optical coherence tomography (OCT)
  2. Fluorescentie Angiogram (FAG)

Op een OCT kan je vocht zien, maar maak je moeilijk onderscheid tussen een neovascularisatie of oedeem. Voor dit onderscheid heb je een FAG nodig.

21
Q

Wat is de behandeling bij natte LMD?

A

Intravitreale injecties met anti-VEGF.

Met tussenpozen van een maand geeft u 3x een intra-vitreale injectie met anti-VEGF medicatie.

Indien er nog vocht te zien is, worden de injecties gecontinueerd.

22
Q

Hoe noemt men het syndroom wat kan ontstaan in het eindstadium van LMD waarbij visuele pseudo hallucinaties optreden?

A

Het syndroom van Charles Bonnet, vernoemd naar de Zwitserse natuurwetenschapper die de aandoening in 1769 voor het eerst beschreef bij zijn grootvader.

Patiënten denken dan de meest vreemde beelden te zien, bijvoorbeeld marine schepen en roze olifanten.