godsdienst p1 - 9 Flashcards

godsdiesnt (14 cards)

1
Q

welke visies zijn er over de aarde

A
  • de natuur is onvoorspelbaar
  • de natuurs is onbedwingbaar
    -de natuur is een heerser
  • de natuur is een cyclisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is conjuctuur

A

samenvoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

twee voorbeelden hoe je tegenover de natuur kan staan

A

met verwondering en verbazing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verbazing

A

met minachtig kijken naar iets bv hoe dom een duif is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verwondering

A

met respect kijken naar iets
bv. hoe snel een jachtluipaard is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke 2 voorwaarde zijn er

A
  1. je moet beperkt genieten
  2. met meerdere mensen genieten, niet alleen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke plaats heeft de natuur t.o.v. mens volgens de indianen

A

wij zijn één met de natuur en een deel van de natuur. we moeten de natuur hoeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wijsheid van de dansende ooievaar

A

je moet beperkt genieten van de natuur niet alles is voor een paar rijken. de natuur is voor iedereen. Als we alles te snel voor ons zelf willen, gaat alles kapot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe verwezlijke de indianen dit ideaal in daden

A
  • alles van de jacht gebruiken en enkel nemen wat ze nodig hebben
  • enkel voor iets goed gebruiken
  • geen eigendom van de natuur (grond is niet te koop)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

omgaan met grond

A

als indianen geen grond hebben, kan hij ook geen grond verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

omgaan met voedsel

A

als een dier evenveel waard is als de mens moeten we dat voedsel nooit verspillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

christenen

A

willen alles beheren, dirigeren er boven staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

indianen

A

zien zich als een stuk van de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe gaat de westerse christenen om met de natuur

A
  • bossen kappen of afbranden
  • verbruik van fossiele brandstof
  • mijnbouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly