muziek begrippen Flashcards

muziek (20 cards)

1
Q

climax synoniem

A

hoogtepunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

climax

A

je bouwt het op door sneller, hoger en harder te spelen (= spanningsopbouw) meestal komt hierna een spanningsafbouw (langzamer, langer en zachter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ontwikkeling kan in 5 dingen welke

A
  1. dynamiek
  2. instrumentatie
  3. melodie/toonhoogte
  4. ritme
  5. tempo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is ontwikkeling

A

naarmate een compositie vordert groeit hij en dan is er ontwikkeling in de 5 dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat betekent ontwikkeling

A

groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is akoestiek, akoestische instrumenten

A

gaat over geluid , hoe geluid klinkt in een ruimte. akoestische instrumenten zijn zo gemaakt dat ze zonder versterking kunnen klinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geef een voorbeeld van een akoestische instrument

A

viool, trommel, blokfluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ontwikkeling in dynamiek

A

geluidsterkte; hoger en zachter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ontwikkeling in instrumentatie

A

= bezetting ; als er meer of minder instrumenten worden gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ontwikkeling in melodie/toonhoogte

A

hoger of lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ontwikkeling in ritme

A

lange of korte noten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ontwikkeling in tempe

A

langzaam of snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 soorten dynamiek

A

overgangsdynamiek en terrasendynamiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

overgangsdynamiek

A

geleidelijk overgang van hard naar zacht of zacht naar hard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

terrasendynamiek

A

plotselingen overgang van hard naar zacht of zacht naar hard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dunne instrumentatie

A

weinig instrumenten

17
Q

volle instrumentatie

A

veel isntrumenten

18
Q

leidmotief

A

muzikaal thema dat verbonden is met een persoon of gebeurtenis. je hoort dan het thema

19
Q

scat, scatten

A

vocale imrpovisatie. je improviseerd met je stem een melodie een woorden zonder betekenis

20
Q

sequens

A

motief herhaald word, telkens hoger of lager