Gramatica geslachten Hoofdstuk 2 Flashcards

(45 cards)

1
Q

natuurlijke geslachten-der/die

A

der en die

biologisch geslacht van een persoon/dier of beroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mannelijk-der

A
wat te maken heeft met dagen enzo
dagen, maanden, dagdelen
wat te maken heeft met het weer
het weer, seizoenen, wind
(uitgangen: 
-ig
-ich
-ing)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vrouwlijk- die

A
woorden die enigden op e
(uitgangen
-schaft
-tat (met puntjes op a)
-ion
-ung
-keit
-heit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onzijdig- das

A
woorden die in nl ''hetwoorden'' zijn
Woorden die beginnen met ''ge'' en enigen op ''e''
buitenlandse woorden
metalen voorwerpen
(uitgangen
-lein
-chem
-um
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de uitgangen van een natuurlijk geslacht?

A

een natuurlijk geslacht hebben geen uitgangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de uitgangen van een mannelijk geslacht?

A
  • ig
  • ich
  • ing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de uitgangen van een vrouwlijk geslacht?

A
  • schaft
  • tat (puntjes op a)
  • ion
  • ung
  • keit
  • heit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de uitgangen van een onzijdig geslacht?

A
  • lein
  • chem
  • um
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is het een regel van natuurlijk of onzijdig?

-Nederlandse ‘‘het-woorden’’?

A

onzijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
is het een regel van het mannelijk geslacht of het vrouwlijk geslacht?
wat te maken heeft met het weer, 
-het weer
-de wind
-seizoenen
A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

is het een regel van onzijdig of vrouwlijk?

‘‘woorden die beginnen met ‘‘ge’’ en eindigen op ‘‘e’’

A

onzijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

is het een regel van natuurlijk of vrouwlijk?

‘‘beroepen’’

A

natuurlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

is het een regel van mannelijk of onzijdig?
‘‘woorden die te maken hebben met dagen’’
-dagen
-dagdelen zoals avond of middag
-maanden

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

is het een regel van vrouwelijk of onzijdig?

‘‘woorden die eindigen op een ‘‘e’’

A

vrouwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

is het een regel van mannelijk of onzijdig?

‘‘metalen voorwerpen’’

A

onzijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

is het een regel van natuurlijk of onzijdig?

‘‘dieren geslacht’’

A

natuurlijk,

want alles wat een biologisch geslacht heeft zoals een stier-> mannelijk en een koe -> vrouwlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ja of nee? is het een regel van onzijdig?

‘‘buitenlandse woorden’’

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ja of nee? is het een regel van mannelijk?
‘‘alles wat te maken heeft met het weer’’
-het weer
-de wind
-seizoenen

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Ja of nee? is het een regel van natuurlijk?

‘‘meeste woorden die endigen op een ‘‘e’’

A

nee, dat is een regel van vrouwlijk

20
Q

van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

  • ig
  • ich
  • ing
21
Q

van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

  • lein
  • chem
  • um
22
Q

van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

-schaft

23
Q

van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

-ung

24
Q

van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

-ing

25
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? | -lein
onzijdig
26
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? | -keit
vrouwelijk
27
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? | -um
onzijdig
28
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? | -ion
vrouwelijk
29
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? | -ich
mannelijk
30
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? - schaft - tat (punt op a) - ion - ung - keit - heit
vrouwelijk
31
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? | -heit
vrouwelijk
32
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? | -tat (punt op a)
vrouwelijk
33
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? | -ig
mannelijk
34
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? - ich - ig
mannelijk
35
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? - um - lein
onzijdig
36
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? - lein - chem - um
onzijdig
37
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? - heit - keit
vrouwelijk
38
van wie is de uitgang? mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? - ion - ung
vrouwelijk
39
waar of niet waar? | Bij een natuurlijk geslacht word er gelet of het mannelijk of vrouwelijk is door het biologisch geslacht
Waar!
40
waar of niet waar? | Bij een vrouwelijk geslacht is er regel ''alles wat te maken heeft met dagen zoals dagen, dagdelen en maanden''
Niet waar! Het is een regel voor een der woord. Dus mannelijk en niet vrouwelijk!
41
waar of niet waar? | woorden die eindigen op een ''e'' zijn onzijdig
Niet waar! Het is een regel van vrouwelijk. De regel van onzijdig die hier op lijkt is ''woorden die beginnen met ''ge'' en eindigen op ''e''
42
waar of niet waar? | woorden die te maken hebben met metaal zijn natuurlijk geslacht
Niet waar! Dat heeft toch niks te maken met biologische geslachten? Het juiste antwoord moest zijn ''onzijdig''
43
waar of niet waar? | woorden die te maken hebben met seizoenen, het weer of windstreken zijn mannelijk.
Waar!
44
waar of niet waar? | Woorden die in het Nederlands ''het-woorden'' zijn zijn onzijdig.
Waar!
45
waar of niet waar? | de meeste buitenlandse woorden zijn mannelijk.
Niet waar! Probeer maar eens ''der'' voor z'n woord te zetten. Klinkt een beetje gek he? Das klinkt veel beter! Het juiste antwoord is dan ook Onzijdig!