Groepsdynamica College 4 Flashcards
(54 cards)
taak circumflex model
4 groepsdoelen:
- genereren: strategieën bedenken om doelen te bereiken, ideeën en plannen
- kiezen: beslissingen maken, oplossingen kiezen
- onderhandelen: oplossing bij het conflict zoeken
- uitvoeren: dingen doen, neerzetten
conceptuele taken
info-uitwisseling, sociale invloed
gedragstaken
produceren, dingen neerzetten (iets presenteren)
conflicttaken
individuen en groepen tegen elkaar opzetten
coöperatieve taken
samenwerking, je haalt beiden winst hieruit
actuele productiviteit
potentiële productiviteit (PP) - productieverliezen (PL)
sociale facilitering
verbetering in taakprestatie wanneer mensen in het bijzijn van anderen zijn
coactie
werken in de aanwezigheid van anderen, maar geen interactie hebben met deze persoon –> je werkt vaak beter wanneer er mensen aanwezig zijn
Zajonc’s resolutie
sommige gedragingen zijn moeilijker uit te voeren dan andere wanneer er mensen aanwezig zijn:
- dominante reacties: reactie sowieso uitvoeren, wordt vergroot
- non-dominante reacties: minder snel uitvoeren, complexe taken zijn vaak moeilijk
compresence
staat van reageren in het bijzijn van anderen
drive theory
bijzijn van anderen stimuleert klaar staan en arousal, je reageert fysiologisch maar de grootte van de verandering hangt af van de situatie en wie er kijkt/observeert
evaluatie vrees theorie
mensen hebben geleerd dat anderen de bron zijn van beloningen/straffen in hun leven, dus associëren sociale situaties met evaluatie en gaan dan dus harder werken dan anderen
zelfpresentatie theorie
streven een goede indruk achter te laten bij anderen, geen slechte kwaliteiten willen laten zien, vooral wanneer het groepsgezicht bedreigd wordt
afleiding-conflict theorie
aandacht wordt verdeeld over de taak en mensen in nabijzijn
mere-effort model
prestatie is afhankelijk van de manier waarop mensen informatie verwerken
sociale oriëntatie theorie
individuele verschillen in sociale oriëntatie voorspellen of iemand sociale facilitering voelt (positief of negatief)
ringelman effect
minder productief werken wanneer je met veel mensen werkt
2 bronnen van productieverlies
- coördinatieverlies
- motivatieverlies
coördinatieverlies
mensen zijn niet goed op elkaar afgestemd (bijv. werken op verschillende snelheid of druk)
motivatieverlies
mensen hebben in een groep minder motivatie om hard te werken (anderen doen het werk wel)
social loafing
vermindering van individuele moeite wanneer mensen in groepen werken vergeleken worden met alleen
free riding
minder toevoegen aan een collectieve taak wanneer anderen compenseren
sucker effect
idee dat mensen die veel bijdragen en hard werken negatief geëvalueerd zullen worden en dus minder hard gaan werken
collectieve effort model (CEM)
verliezen van productiviteit komt door 2 factoren die groepsmotivatie bepalen:
- verwachtingen over het behalen van het doel
- de waarde van het doel voor de groepsleden
–> hoge verwachten + hoge waarde van doel = meer moeite door groepsleden