Groepsdynamica College 6 Flashcards
(48 cards)
conflict
oneens zijn met iets, frictie geven nadat er meningen zijn die onacceptabel of tegenstand worden gevonden door enkele groepsleden
intragroepsconflict
oneens zijn of confrontatie tussen leden van dezelfde groep
coöperatie
succes van het ene lid zal kans op succes van het andere lid ook vergroten
–> stimuleert vertrouwen, delen
competitie
succes van het ene lid betekent het verlies van een ander lid
–> zorgt voor meer conflict, greed en angst
Prisoner’s dilemma game
je moet in een spel:
- competitief zijn
- of coöperatief zijn
- -> om te winnen
gedragsassimilatie
matching van gedragingen door coöperatieve of competitieve groepsleden
sociale waarde oriëntatie theorie
de mate waarin mensen coöperatief of competitief zijn hangt af van 2 sets van waarden:
- de zorg voor eigen uitkomsten
- de zorg voor andermans uitkomsten
je kan prosociaal of prozelf zijn
4 oriëntaties op het gebied van sociale waarde oriëntatie
- individualistisch
- competitors
- coöperatoren
- altruïsten
sociaal dilemma
keuze tussen eigen opbrengst maximaliseren of de groepsopbrengst maximaliseren
sociale valstrik/common dilemma
een gemeenschappelijke bron delen die groepen voor de groep willen houden maar eigenlijk ook wel meer voor zichzelf willen pakken
–> maar als de leden egoïstisch gaan doen, zal de bron kapot gaan
publieke goederen dilemma
dilemma wanneer iemand wel of geen steun biedt aan een publiek
consequentie: free riders
4 verschillende distributieve normen
- equity
- gelijkheid
- power
- need
positieve inequity VS negatieve inequity
te veel krijgen voor wat je doet
VS
te weinig krijgen voor wat je doet
proces conflict
onenigheid over de methoden van de groep die nodig zijn om een taak te vervullen
persoonlijke conflicten
interpersoonlijke onenigheden die ontstaan wanneer groepsleden elkaar niet aardig vinden (antipathie)
reactance
bedreigd gevoel wanneer je vrijheid voor beslissingen nemen wordt ontnomen of bedreigd
retaliatie
je denkt dat jouw actie even erg is als die van de ander, maar anderen vinden jouw actie erger (overmatching) of juist minder erg (undermatching)
manieren om conflict op te lossen
- onderhandelen
- communicatie/begrijpen
- coöperatieve tactieken ontwikkelen
- vergeven
- kalmte
- weinig
2 soorten onderhandeling
- verdelende onderhandeling: bronnen verdelen en telkens kleine concessies maken om op die manier alles eerlijk te verdelen
- integratieve onderhandeling: gemeenschappelijke en complementaire interesses bekijken, oplossingen voor beide kanten (win-win)
3 onderhandelingsstijlen
- zacht: geen confrontatie willen, toegeven
- hard: competitief
- geprincipieerd: focus op probleem, integratief
dual concern model
model met 2 assen:
- zorg voor jezelf
- zorg voor anderen
–> 4 manieren om met conflicten om te gaan
- vermijden
- accommodatie
- vechten
- coöperatie
(- conciliatie)
Tis for Tat strategie (TFT)
voor wat hoort wat, begint met coöperatie en later ontstaat er meer competitie
Robbers Cave Experiment
conflict dat gecreëerd werd door onderzoekers tussen 2 groepen: Rattlers en de Eagles
realistische groep conflict theorie
conflict tussen groepen komt door competitie om schaarse goederen (eten, territorium, macht)