H1 Ruimtefiguren 2TH Flashcards

1
Q

Wat weet je over dit figuur?

A

cilinder

Het grondvlak is een cirkel.

inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak x hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat weet je over dit figuur?

A

prisma

Het grondvlak is een driehoek.

inhoud prisma = oppervlakte grondvlak x hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat weet je over dit figuur?

A

kegel

Het grondvlak is een cirkel.

inhoud kegel = 1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat weet je over dit figuur?

A

piramide

Het grondvlak is een vierkant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat weet je over dit figuur?

A

kubus

Alle ribben zijn even lang.

inhoud kubus = lengte x breedte x hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat weet je over dit figuur?

A

balk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bereken je de inhoud van een cilinder?

A

inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak x hoogte

oppervlakkte grondvlak (cirkel) = π x straal2

(π x 32) x 3,5 = 98,960… ≈ 99 cm3 = 99 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe bereken je de inhoud van piramide ABCD T?

A

inhoud piramide = 1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte

1/3 x (6 x 6) x 8 = 96 cm3 = 96 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe bereken je de inhoud van prisma ABC DEF?

A

Het grondvlak is een driehoek.

oppervlakte grondvlak = 0,5 x 6 x 4 = 12 cm2

inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte

inhoud = 12 x 10 = 120 cm3 = 120 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe bereken je de inhoud van de puntzak?

A

inhoud kegel = 1/3 x opp grondvlak x hoogte

opp cirkel = π x straal2

straal = 20 : 2 = 10 cm

inhoud puntzak = 1/3 x (π x 102) x 25 = 2617,993… ≈ 2618 cm3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

1 liter = …

A

1 liter = 1 dm3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

750 cm3 = … liter

A

750 cm3 = 750 mL = 0,75 liter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

1 cm3 = …

A

1 cm3 = 1 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Als ik de inhoud van een ruimtefiguur moet berekenen in liters,

reken ik de afmetingen eerst om naar …

A

Als ik de inhoud van een ruimtefiguur moet berekenen in liters,

reken ik de afmetingen eerst om naar dm

(want dm3 = liter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Als ik de inhoud van een ruimtefiguur moet berekenen in mL,

reken ik de afmetingen eerst om naar …

A

Als ik de inhoud van een ruimtefiguur moet berekenen in mL,

reken ik de afmetingen eerst om naar cm

(want cm3 = mL)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een uitslag?

A

Als je een ruimtfiguur losknipt over een aantal ribben, zodat je deze plat kunt neerleggen, krijg je een uitslag.

23
Q

Welke vorm heeft het diagonaalvlak van een balk?

A

Een diagonaalvlak is een rechthoek.

24
Q

Hoeveel diagonaalvlakken heeft een balk?

A

Een balk heeft 6 diagonaalvlakken.

25
Q

Hoe zien de aanzichten van een piramide met een zeshoek als grondvlak eruit?

A
26
Q

Hoe zien de aanzichten van een kegel eruit?

A
27
Q

Hoe zien de aanzichten van dit blokkenbouwsel eruit?

A