H10.5: Hoe werken G-eiwit gekoppelde receptoren? Flashcards
(41 cards)
1
Q
TSH
A
- Hormoon hypofyse voorkwab
- Groot geglycosyleerd glycoproteïne
- 30 kDa
- Familie van FSH, LH, hCG
2
Q
Alfa subunit
Beta subunit
A
Gedeeld door familie
Specifiek voor hormoon
Voor 1 hormonen coderen 2 genen
3
Q
ACTH
A
- Gemaakt in hypothalamus
- Complex peptide
- Geproduceerd uit POMC
4
Q
POMC processing
A
- Voorkwab en middenkwab met PC1 klievingshormoon die POMC klieft naar ACTH
- Middenkwab PC2 die ACTH klieft tot MSH
5
Q
G-eiwit gekoppelde receptoren
A
- TSH en ACTH
- G = guanine nucleotide
- Doelwit medicijnontwikkeling
6
Q
Hoe werken CRH en TRH?
Hoe werken cortisol en T4?
A
Membraanreceptoren
Kernreceptoren
7
Q
GPCR x 7 transmembraanaandoeningen
A
- 3 intracellulaire loops
- 3 extracellulaire loop
- N- en C-terminaal deel (N is extracellulair en C is intracellulair)
8
Q
Receptordomeinen
A
- Hormoonbinding
- Transmembraan
- Transductie
9
Q
Hormoonbindingsdomein
A
- Affiniteit en specificiteit van hormoon
- N-terminale deel met 3 extracellulaire loops
10
Q
Transmembraandomein
A
- Verankering receptor in membraan
- 7 transmembraandomeinen
11
Q
Transductiedomein
A
- Geeft signaal door
- Gevormd door tweede en derde intracellulaire loop die koppelt aan G-eiwit
12
Q
GS
GI
GK
GQ
A
Stimulerend en inhiberend
13
Q
MC2R
TSHR
A
MC2R bindt aan ACTH en dus klein N-terminaal deel
TSHR bindt aan TSH en dus groter N-terminaal deel
14
Q
Downstream effect TSH en ACTH
A
- Activeren GS
- Activatie adenylyl cyclase
- Productie cAMP
- Activering PKA
- Fosforylering
- Genregulatie
15
Q
Werking GPCR
A
- G-eiwit bindt geïnactiveerd een GDP-molecuul
- Alfa unit belangrijk want geeft het signaal door
- Ligand bindt aan receptor
- Interactie tussen receptor en G-eiwit
- Alfasubunit activeert
- Laat GDP los
- Alfa subunit bindt ipv GDP GTP en zorgt ervoor dat er signaal wordt doorgegeven
16
Q
Gevolg als Gs-eiwit geactiveerd is
A
- Signaal vermenigvuldigt
- Komt doordat alfasubunit zorgt dat adenylyl cyclase geactiveerd is
- Zorgt ervoor dat ATP wordt omgezet in cAMP
- cAMP zorgt voor activatie PKA
- PKA naar kern en interactie met transcriptie regulatoren
- Transcriptie genen
17
Q
Functie adenylyl cyclase
A
Enzym dat ATP omzet in cAMP
18
Q
Waarom dooft het signaal van cAMP snel uit?
A
Omdat het snel wordt afgebroken door fosfodiësterases
19
Q
Somatostatine (GH) x GI
A
- Somatostatine receptor koppelt aan Gi
- Adenylyl cyclase geïnactiveerd
20
Q
Regulatoire subunits
A
Zorgen voor inactivatie katalytische subunits
21
Q
Proces subunits PKA
A
- Als Gs geactiveerd is bindt cAMP aan de regulatoire subunits
- Dissociatie complex
- Katalytische subunits komen vrij en kunnen effect geven
22
Q
PKA is cAMP afhankelijk, want
A
Zodra PKA intact is, is het inactief
23
Q
Katalytische subunits vrij en actief
A
- Naar kern
- Activering verschillende kinases
- Genen die cAMP gevoelig zijn worden ook geactiveerd
- Op cAMP respons bindt CREB
24
Q
Functie CREB
A
- Bindt op specifieke base volgorde
- Rekruteert transcriptiefactoren
- Leidt tot transcriptie van gen
25
TSH geactiveerd
MC2R geactiveerd
Productie T4
Productie cortisol
26
TRH
- In hypothalamus
- Koppelt via GPCR aan Gq
- Activatie G-eiwit Gq
- Alfasubunit activeert fosfolipase C
- Fosfolipase C activeert inositol fosfolipide wat leidt tot vrijkomen diacylglycerol en productie IP3
- IP3 zorgt dat calcium in cel vrijkomt
27
Inactiverende mutaties TSH receptor
- Route altijd uit
- Receptor ongevoelig voor hormoon
- Hypothyreoïdie
- Geen productie schildklierhormoon
28
Activerende mutaties TSH receptor
- Signaaltransductie route aan
- Hyperthyreoïdie
- Adenoomvorming
- Constitutief actieve TSH receptor
29
Inactiverende mutaties MC2R
Familiaire cortisoldeficiëntie
30
Activerende M2CR mutaties
Niet bekend
31
Alternatief gen mutaties M2CR
MRAP (co-factor)
32
Wat gebeurt er inactiverende mutatie
Activatie door receptor kan niet plaatsvinden waardoor er algemene hormoonresistentie is
33
Activerende mutatie Gs-eiwit
McCune-Albright syndroom
Gs is continu actief wat leidt tot bot dystrofie en verschillende endocriene tumoren in schildklier en bijnier
34
Mutatie in fosfodiësterase
- Afbraakeiwit cAMP
- Hoge dosis cAMP
- Continue activering PKA
- Bijniertumoren
35
Agonist
- Bindt met hoge affiniteit aan receptor
- Induceert signaaltransductie met hoge effectiviteit
- Dezelfde werking als endogene hormoon
36
Partial agonist
- Bindt met variabele affiniteit aan receptor
- Induceert signaaltransductie, maar met variabele effectiviteit
37
Inverse agonist
- Ligand dat bindt aan inactieve vorm receptor
- Remt basale of continue activiteit van receptor
38
Antagonist
- Bindt aan receptor
- Induceert geen signaaltransductie
- Competitie met endogene ligand
39
Basale activiteit receptor
Receptor heeft al werking zonder binding met liganden
40
Zwangerschaps thyreotoxicose
- Begin zwangerschap
- Schildklier wordt extra gestimuleerd door gestimuleerde antilichamen of verhoogde hCG spiegel
41
Hoezo kan hCG niet aan receptor binden?
hCG heeft eenzelfde alfa subunit als TSH maar een verschillende beta subunit
