H1.9: Beslissen in de geneeskunde Flashcards

1
Q

welke stappen doorloopt een arts om tot een beslissing te komen?

A

stap 1: kennisverwerving uit verschillende bronnen
stap 2: samenbrengen en interpreteren van de kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de behandeldrempel?

A

een drempel die gesteld is waarboven het zo waarschijnlijk is dat iemand een ziekte heeft, dat een behandeling wordt gestart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe ernstiger de situatie, hoe … de behandeldrempel

A

lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat wordt gebruikt als maat voor nierfunctie?

A

creatinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werkt het Renine Angiotensine Aldosteron Systeem (RAAS)?

A

angiotensinogeen wordt mbv renine uit de nier omgezet in angiotensine I

dit wordt mbv ACE omgezet in angiotensine II

dit bindt op de AT1-receptor

dit veroorzaakt vasoconstrictie en verhoogde afgifte van aldosteron

dit veroorzaakt hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan RAAS verholpen worden?

A

plaatsen van stent in a. renalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de predictieregel?

A

een scoreformulier wordt opgesteld waarbij voor elk kenmerk (zoals roken of leeftijd) een aantal punten wordt toegekend en het totaal daarvan zegt dus iets over de kans op een bepaalde ziekte/aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doet de regel van bayes?

A

de kans op een ziekte berekenen door een positieve testuitslag te combineren met de voorafkans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de regel van bayes?

A

post-test odds= likelihood ratio * prior odds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de likelihood ratio voor een positieve test?

A

p ( T + | D + ) / p ( T + | D - )

=

sensitiviteit / (1-specificiteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de likelihood ratio voor een negatieve test?

A

p ( T - | D + ) / p ( T - | D - )

=

(1-sensitiviteit) / specificiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

in het algemeen heeft een test een likelihood ratio van … dan 1, omdat …

A

meer, de kans op een positieve testuitslag bij zieken hoger is dan bij niet-zieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is p (kans)?

A

odds/ ( odds + 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is odds?

A

p/(1-p)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly