H2: Job- en competentiemodeling Flashcards
(62 cards)
Geef het verschil tussen job- en competentiemodeling van vroeger en nu.
Vroeger: functiestudie en functieanalyse (jobanalysis) = om activiteiten en taken in kaart te brengen.
Nu: werk in organisaties = meer dynamischer minder vaste omlijning: dus work analysis: zowel traditionele functiestudietechnieken als competentiemodelling.
→ Het Nieuwe Werken = medewerkers krijgen meer zeggenschap over hoe, wanneer en waar ze hun taken concreet invullen. In dit geval primeren de resultaten en het behalen van overeengekomen objectieven.
→ Minder job analysis, meer work analysis = omvat traditionele functiestudietechnieken EN competentiemodeling
Wat valt er allemaal onder job- en competentiemanagement?
- Functiestudie
- Jobmodeling
- Functiebeschrijving
- Functieanalyse
- Werkanalyse
- Jobanalse
- Competentiemodeling
Wat is het belang van functiestudie?
- Recrutering & selectie
- Training & ontwikkeling
- Loopbanmanagement
- Functiedesign
- Ergonomie & veiligheid
- Verloning
- Prestatiebeoordeling
Geef de 4 vragen die beantwoord worden bij het opstellen van een functiebeschrijving
- Bij wie ga je de informatie halen?
- Op welke manier ga je de informatie verzamelen
- Waarover wil je precies informatie? Hoe diepgaand moet de informatie zijn?
- Hoe zorg je ervoor dat dit past binnen ‘strategisch’ HRM?
Geef de 4 bouwstenen van de functiebeschrijving.
(Zijn onderliggend aan elke techniek van work-analysis)
- Descriptoren:
- Informatiebronnen
- Methodes van informatieverzameling
- Analyse-eenheden
Leg descriptoren bij een functiebeschrijving uit.
=> Waarover willen we informatie?
=> De inhoudelijke rubrieken die we gebruiken om iemands werk te beschrijven en analyseren
=> Verdelen in 3 grote groepen
Geef de 3 grote groepen van descriptoren van een functiebeschrijving.
- Taken en verantwoordelijkheden
- Psychologische vereisten
- Contextuele aspecten
Geef voorbeelden van descriptoren van een functiebeschrijving.
Voorbeelden:
- Taken
- Kennis, vaardigheden, attitudes, persoonlijkheidstrekken
- Verantwoordelijkheden
- Plaats in organogram
- Vereiste diploma’s
- Machine’s, gereedschap, technologie
- Omgevingsfactoren
Leg informatiebronnen bij een functiebeschrijving uit.
→ Informatie over werkdescriptoren kunnen we het best verkrijgen via ‘subject matter experts’ (SME’s). SME’s zijn:
→ Personen die al lange tijd concrete ervaring met de functie hebben, zoadat ze vertrouwd zijn met de ins en outs van de functie
Voorbeelden:
- Functie-uitoefenaar (Motivatie? Accuraat?)
- Chef-leidinggevende (Tijd?)
- Klanten (Intern/extern)
- Specialist functiestudie/consultants
- Technische experts
Fundamentele principes
- Tijd en motivatie
- Verduidelijk de bedoeling
- Verzamel informatie bij diverse partijen (Breed perspectief, analyseer gelijkenissen en verschillen)
- Validiteit kan bekeken worden door vergelijking met objectieve gegevens
Geef de criteria van de functiehouders/Functie-uitoefenaar
- Moet op zijn minst 6 maanden de job uitoefenen
- Geloofwaardig, al kunnen ze soms informatie verdraaien (‘misschien heeft dit invloed op mijn salaris’)
- Kunnen soms activiteiten moeilijk verbaliseren (“het is zo logisch!”)
- Ze zijn niet altijd gemotiveerd: kost tijd
Geef de mogelijke oplossingen van informatiebronnen/functie-beoefenaars.
- steun van management krijgen voor funcitestudieproject
- doel bevraging duidelijk meedelen
- functiehouders korte training geven
- alleen bereidwilligen inschakelen
- geen functiehouders gebruiken wanneer hun antwoorden later worden gebruikt om hun salaris te bepalen
Geef de criteria van de Leidinggevende.
- Direct leidinggevende zijn een uitstekende bron omdat zij aan de functiehouders vertellen wat ze moeten doen en hen daarop beoordelen
- Goed in vergelijkende oordelen
Problemen:
* Hebben vaak weinig tijd, zeker als topmanagement geen signaal geeft dat deelname aan de bevraging belangrijk is
* Zeggen vaak ‘hoe het zou moeten gebeuren’ ipv ‘hoe het echt gebeurt’
Geef de criteria van de HR-specialist/HR-consultant.
- Kan intern zijn of extern(ingehuurd)
Voordelen:
* Kent de voor-en nadelen van diverse analysetechnieken
* In staat om alle functies op dezelfde betrouwbare manier in kaart te brengen en te beoordelen (soms moet hij/zij alle functies in een bedrijf/organisatie in kaart brengen)
* Neutrale partij
Nadelen:
* Heel duur, vooral een externe omdat die nog vertrouwd moet geraken met de specificiteit en diversiteit van de functies in de organisatie)
Geef de criteria van Technische experts
- Als het gaat over complexe technische functies
- Communiceren via virtuele netwerken met elkaar
Geef de criteria van klanten
- Interne klanten (werknemers van andere units binnen een organisatie) -> werknemers van een specifiek team bevragen over de belangrijke taken van andere teams
- Externe klanten soms bevragen omdat klantgerichtheid een belangrijke maatstaf is
Geef mogelijke methodes van informatieverzameling bij een functiebeschrijving.
- Observatie/participerende observate
- Interview (individueel/groep)
- Vragenlijst
- Logboek
- Computers (Bv: elektronische logs van werkactiviteiten)
- Bestaand materiaal
Geef de voor- en nadelen van de verschillende methodes van informatieverzameling.
Wat zijn analyse-eenheden bij een functiebeschrijving uit.
=> Niveau van de functiebeschrijving
Gef de 5 analyseniveaus van een functiebeschrijving
- Functie: heel globaal, richt zich op alle taken en opdrachten vb. De functie van secretaresse
- Opdrachten: analyse van de hoofdverantwoordelijkheden. Voor een secretaresse vb. E-mails verwerken, brieven en rapporten typen,..
-
Taken: elke opdracht kan onderverdeeld worden in taken vb. E-mails verwerken kan
onderverdeeld worden in ‘post sorteren’, ‘post openen’ en ‘e-mails beantwoorden’ - Elementen: er wordt geanalyseerd hoe men een bepaalde werkmethode kan toepassen om het gewenste resultaat te bekomen vb. De taak ‘de post verdelen over de verschillende vakjes’ kan men opdelen in 2 elementen: 1) de post op datum sorteren en 2) in bakjes leggen
- Bewegingen: welke bewegingen een personeelslid moet verrichten bij het uitvoeren van de taken
Wat zijn de 4 grote foutenbronnen bij een functiebeschrijving?
- Sociale vergelijkingsprocessen
vb. Bij groepsinterviews is er groepsdruk als een consensus vereist is. In groep is er ook lagere motivatie om zich in te spannen. - Zelfpresentatieprocessen zoals impressie management en sociale wenselijkheid
- Informatieverwerkingsproblemen: overload aan informatie zorgt ervoor dat heuristieken (vb stereotypen) gebruikt worden of geen fijn onderscheidt meer kunt maken tussen diverse inhoudelijke werkaspecten of vereisten
- Externe factoren zoals (on)tevredenheid van de functiehouder
→ om deze foutenbronnen te reduceren opteert men voor een combinatie van twee of meer opties binnen een bouwsteen
→ Welke descriptoren we gaan gebruiken hangt af van onze doelstelling. Dit geldt ook voor het analyseniveau en van praktische overwegingen (tijd, kosten en beschikbare werknemers)
Geef het schematisch overzicht van functieanalyse en functiebeschrijving.
Een functieanalyse is deductief (er worden zaken uit afgeleid) en dat verhoogt de kans op vertekeningen
Geef de 2 dimensies in functiestudie
1. Type gegevens (kwantitatief vs. kwalitatief)
- Kwantitatief: meetbaar, statistisch verwerkbaar.
- Kwalitatief: beschrijvend, minder vergelijkbaar.
2. Type focus (taakgericht vs. persoonsgericht)
- Work-oriented (taakgericht): focus op observeerbare activiteiten (functiebeschrijving).
- Worker-oriented (persoonsgericht): focus op menselijke kwaliteiten (functieanalyse).
Geef de verschillende modellen van functiebeschrijving.
Methodes om info te verzamelen over functie)
- Functional job analysis (FJA)
- Taakvragenlijst
- Job-element method (JEM)
- Narratieve taak-en functiebeschrijving
- Kritische incidententechniek
- Persoonlijkheidsgebaseerde methodes
- Occupational Information Network (O-net)
Geef de Functional job analysis (FJA) van Sidney Fine
steunt op de premisse dat alle functies in meer of mindere mate betrekking hebben op data, people en things.
→ gegevens (data): symbolen of abstracte entiteiten vb. Woorden, cijfers en ideeën. Hier zijn mentale resources nodig.
→ mensen (people): bv. Klanten en collega’s. Hier zijn interpersoonlijke resources nodig.
→ dingen (things): tastbare voorwerpen zoals computers, machines en cementzakken. Fysieke resources nodig.
Voordelen: goede basis voor andere HR-toepassingen
Nadelen: vereist training, tijdsintensief