H5: Training en ontwikkeling Flashcards

(75 cards)

1
Q

Wat is het doel van de wet ‘Werkbaar en Wendbaar Werk’?

A

Streeft naar gemiddeld 5 dagen vorming op jaarbasis per werknemer

Dit betreft de ontwikkeling van vaardigheden en kennis op de werkplek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de verschillen tussen vroegere en huidige vormen van training?

A

Vroeger:
* Voltijdse opleidingen,
* Duidelijk gepland,
* Rechtstreeks georganiseerd door de organisatie,
* Klaslokaal buiten de werkomgeving.
Vandaag:
* Continue ontwikkeling,
* Geen duidelijk start- en eindpunt
* Initiatief van organisatie en individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van training?

A

Aanleren van kennis, vaardigheden, attitudes voor onmiddellijke toepassing in een specifieke functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het doel van ontwikkeling (development)?

A

Richt zich op lange termijn, verbreding/verdieping van basiskennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is scholing/opleiding?

A

Verkenning van een taakgebied met een brede gerichtheid, langer bruikbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de drie analyses bij de diagnose van trainingsbehoeften?

A
  • Organisationele analyse,
  • Functieanalyse/taakanalyse/competentieanalyse,
  • Persoonsanalyse.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt organisationele analyse in?

A

Bredere focus dan andere analyses; brengt doelstellingen van de organisatie in kaart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van functieanalyse/taakanalyse/competentieanalyse?

A

Specificatie van de taken die nodig zijn om de functie uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de rol van de trainingsmanager in de persoonsanalyse?

A

Onderzoekt hoe goed de werknemer zijn functie uitoefent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de drie voorwaarden voor een gedegen trainingsdoelstelling?

A
  • Bekwaamheid beschrijven,
  • Specifieke voorwaarden aangeven,
  • Criterium voor meetbaarheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vul in: Een trainingsdoelstelling moet beginnen met een _______.

A

[werkwoord dat de observeerbare handeling beschrijft]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn trainer-centered technieken?

A

Technieken die gestructureerd zijn door de trainer, met controle over tempo en volgorde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de voordelen van discussie als trainingsmethode?

A
  • Eigen mening naar voren brengen,
  • Luisteren naar anderen,
  • Putten uit ervaring van trainees.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt trainee-centered technieken in?

A

Vertrekken vanuit een constructivistische visie op leren, verantwoordelijkheid ligt bij de trainee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de voordelen van casestudy als trainingsmethode?

A

Zelf ontdekken van algemene principes en oplossingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het doel van rollenspel in training?

A

Inzicht verkrijgen in interpersoonlijke relaties en vaardigheden aanleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de nadelen van rollenspel?

A

Deelnemers kunnen te veel bezig zijn met hun rol en te weinig met problem-solving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het doel van gestuurde zelftraining?

A

Combinatie van formele training met zelfstudie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de voordelen van trainingssimulaties?

A
  • Veiligheid,
  • Realistische omgeving,
  • Onmiddellijke feedback.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn synthetische leeromgevingen?

A

Online simulaties, games, virtuele werelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de voordelen van businessgames?

A
  • Oefenen zonder risico,
  • Duidelijke link tussen acties en gevolgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is het doel van behavior modeling?

A

Duidelijk maken van effectieve gedragingen in bepaalde situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat houdt teamtraining in?

A

Teamleden leren elkaar technische taken aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de voordelen van outward-bound training?

A
  • Competenties transfereren naar de organisatie,
  • Openstaan voor nieuwe ideeën.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de voordelen van e-learning?
* Gedoseerd leren, * Zelfsturing, * Tijd- en plaatsonafhankelijk.
26
Wat is blended-learning?
Mix van traditionele en webbased trainingsmethoden.
27
Wat zijn de nadelen van training buiten het werk?
* Kosten moeilijk te achterhalen, * Begeleiders missen trainingsvaardigheden.
28
Wat is transfer in de context van training?
De mate waarin deelnemers kennis, vaardigheden en attitudes toepassen in geschikte settings.
29
Wat houdt positieve transfer in?
Experimentele groep presteert beter op een tweede taak.
30
Wat is horizontale transfer?
Transfer naar gelijkwaardige taken op de werkplek.
31
Wat is verticale transfer?
Transfer naar ongelijkwaardige taken op de werkplek.
32
Wat is de positieve relatie tussen cognitieve vaardigheid en consciëntieusheid?
Transfer van training
33
Wat zijn trainability tests?
Tests die een klein deel van de taken van de training simuleren
34
Wat geeft een hoge leeroriëntatie aan?
Gevoel competentie verwerven door nieuwe vaardigheden en inzichten te leren
35
Wat is de impact van motivatie op leren tijdens training?
Gemotiveerde mensen leren meer
36
Wat betekent hoge self-efficacy?
Zelfbekwaamheid
37
Wat is een interne locus of control?
Resultaten toeschrijven aan interne factoren
38
Wat zijn kenmerken van angstige personen met betrekking tot leren?
Minder gemotiveerd om te leren
39
Hoe kan de training aansluiten op de functie van trainees?
Zodat zij het zien als een mogelijkheid en niet als een straf
40
Wat is learning agility?
Bereidwilligheid en vaardigheid om nieuwe competenties te verwerven
41
Wat zijn de vier types van people agility?
* Zichzelf goed inschatten * Leren uit ervaring * Anderen constructief behandelen * Kalm blijven onder druk
42
Wat zijn de kenmerken van activisten als leermethode?
Genieten van directe ervaringen en snel verveeld met implementatie
43
Wat is het belangrijkste kenmerk van denkers in leermethoden?
Observeren vanuit verschillende perspectieven en data analyseren
44
Wat betekent een growth mindset?
Houden van intellectuele uitdagingen en streven naar bijleren
45
Wat zijn situationele cues?
Componenten van het werk die trainees aanzetten om het geleerde toe te passen
46
Wat creëert een leidinggevende die transfer ondersteunt?
Een klimaat dat beloont en kansen biedt om het geleerde toe te passen
47
Wat zijn buddy systems in training?
Twee trainees werken samen om elkaar te ondersteunen
48
Wat is het doel van evaluatie in training?
Beslissingen nemen over de keuze, waarde en verbetering van trainingsactiviteiten
49
Wat zijn de vier niveaus van Kirkpatrick voor evaluatie?
* Reacties van deelnemers * Het feitelijke leren * Gedraging op het werk * De resultaten
50
Wat is het vierde niveau in Kirkpatrick's model?
De resultaten van het trainingsprogramma op de doelstellingen van de organisatie
51
Wat is de ROI in training?
Return on investment van een training
52
Wat zijn de vier componenten van informeel leren?
* Intentie om te leren * Ervaring/actie * Feedback * Reflectie
53
Wat is de 70/20/10-regel in training en ontwikkeling?
70% van leren komt on the job, 20% uit sociale interacties, 10% uit formele trainingen
54
Wat is de rol van feedback in informeel leren?
Bij voorkeur op de taakprestatie
55
Wat is functierotatie?
Werknemer verandert op regelmatige basis van functiedomein
56
Wat zijn uitdagende opdrachten in training?
Opdrachten om werknemers zelfvertrouwen te geven in nieuwe situaties
57
Wat is functierotatie?
Functierotatie betekent dat een werknemer op regelmatige basis verandert van functiedomein, maar wel op hetzelfde hiërarchische niveau binnen de organisatie blijft werken.
58
Wat zijn uitdagende opdrachten?
Uitdagende opdrachten (challenging assignments/stretch assignments) worden gebruikt om uit te zoeken of iemand managementmateriaal is.
59
Waarom is sociale interactie belangrijk bij informeel leren?
Sociale interactie is belangrijk omdat het feedback en input over de effectiviteit van iemands handelen mogelijk maakt.
60
Wat zijn communities of practice (CoP)?
Communities of practice zijn netwerken waar werknemers van elkaar en on the job leren.
61
Wat zijn de vier belangrijkste factoren voor de effectiviteit van een CoP?
* Potentieel zien in de groep * Activiteiten als betekenisvol beschouwen * Autonome beslissingen kunnen nemen * Impact hebben met belangrijke kwesties
62
Wat is reflectie in een leercontext?
Reflectie is de activiteit waarbij de medewerker zijn gedrag tijdens een ervaring analyseert en nagaat hoe hij heeft bijgedragen aan het resultaat.
63
Wat zijn after-event reviews?
After-event reviews zijn gestructureerde reflecties over persoonlijke ervaringen met het doel om te leren.
64
Wat zijn enkele positieve effecten van reflectie?
* Verhoogde motivatie * Verbeterde kennis over de functie * Stijging van de productiviteit met 20 à 25 procent
65
Wat is een kritiek op de 70/20/10-regel?
Een kritiek is dat het een excuus kan zijn voor organisaties om te bezuinigen op trainingsbudgetten.
66
Wat is een nadeel van informeel leren?
Een nadeel is dat de organisatie weinig controle heeft over het leerproces en de aangeleerde vaardigheden.
67
Wat is de rol van topmanagement in training en development?
Topmanagement bepaalt de hoofdlijnen van het trainings- en ontwikkelingsbeleid en maakt strategische beslissingen.
68
Wat is de rol van lijnmanagement in training en development?
Lijnmanagement speelt een belangrijke rol maar wordt te weinig ingezet; ze moeten gesensibiliseerd worden om beleid te ondersteunen.
69
Wie is verantwoordelijk voor de didactische vormgeving van een training?
De trainer is verantwoordelijk voor de didactische en inhoudelijke vormgeving van een training.
70
Wat zijn de taken van een trainingsmanager/developmentmanager?
* Verantwoordelijk voor het gehele trainings- en ontwikkelingsproces * Ondersteunt interne lesgevers * Beoordeelt waarde van marktaanbod inzake trainingen
71
Wat zijn de vier cruciale elementen in coaching?
* Helpende relatie tussen coach en coachee * Formele overeenkomst voor ontwikkelingsobjectieven * Focus op interpersoonlijke en intrapersoonlijke thema’s * Doel van groei voor de coachee
72
Wat is peercoaching?
Peercoaching is een netwerk van coaches die van elkaar leren en ervaringen uitwisselen.
73
Wat is het doel van leiderschapstraining?
Leiderschapstraining heeft als doel kennis, vaardigheden en attitudes aan te leren voor goede leidinggevenden.
74
Wat zijn effectieve elementen van leiderschapstrainingen?
* Grondige behoefteanalyse * Praktijkgerichte elementen * Face-to-face interacties
75
Wat kan een negatief effect zijn van 360°-feedback?
Het nut van 360°-feedback is afhankelijk van de kwaliteit van de feedback.