H6.1: Longvolumes en ventilatie karakteristieken Flashcards

(52 cards)

1
Q

Drie processen van gastransport

A
  1. Ventilatie
  2. Diffusie
  3. Perfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ventilatie

A

Lucht in alveoli verversen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diffusie

A

CO2 en O2 uitwisselen met de capillairen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Perfusie

A

Zuurstof naar weefsels vervoeren d.m.v. binding aan hemoglobine (bloed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ademteug in rust en ademfrequentie

A

Ademteug: 0.5-1 L
Ademfrequentie: 15 keer per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Formule ventilatie

A

Ventilatie = ademteug * ademfrequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gevolg obstructieve stoornissen zoals astma

A

Belemmeringen in ventilatie, diffusie en perfusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gevolg van een kleiner longvolume waardoor de maximale capaciteit ook erg beperkt is?

A

Ventilatoire defecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom spirometer?

A

Bepalen van longvolumes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kolk omlaag als…
Kolk omhoog als…

A

Inademen
Uitademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Expiratie naar…
Inspiratie naar…

A

Beneden
Boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is je uitslag bij een kleinere straal groter of kleiner?

A

Kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Statische longvolumes

A

Snelheid onbelangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Teugvolume (Vt)

A

Gemiddelde ademdiepte bij rustige ademhaling

Bovengrens: normale inademingsniveau
Ondergrens: normale uitademingsniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ademfrequentie (AF)

A

Aantal ademhalingen per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ademminuutvolume (AMF of V’e)

A

Aantal liter dat per minuut wordt ingeademd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Expiratoire reserve volume (ERV)

A

Hoeveelheid lucht beneden het normale uitademingsniveau na maximaal uitblazen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Inspiratoire reserve volume (IRV)

A

Hoeveelheid lucht boven het normale inademingsniveau na maximaal inademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Residueel volume (RV)

A

Hoeveelheid lucht die zich nog in de longen bevindt na maximaal uitademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Functionele residuele capaciteit (FRC)

A

ERV + RV

Volume onder het normale uitademingsniveau tot het 0 niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Inspiratoire vitale capaciteit (IVC)

A

IRV + Vt + ERV

Maximale volume wat in te ademen is na maximaal uitademen

22
Q

Expiratoire vitale capaciteit (EVC)

A

IRV + Vt + ERV

Zelfde als IVC alleen wordt hier eerst maximaal ingeademd en vervolgens maximaal uitgeademd

23
Q

Totale longcapaciteit (TLC)

A

Volume wanneer de longen maximaal gevuld zijn, dus na maximale inademing

24
Q

Ander woord dynamische longvolumes

A

1-seconde capaciteit

25
Verschil statische en dynamische longvolumes
Bij dynamische longvolumes is de snelheid van belang. Bij statische longvolumes maakt de snelheid niks uit
26
Waar geven dynamische longvolumes informatie over?
Ernst van een luchtwegobstructie of -vernauwing
27
Forced expiratory volume 1 (FEV1)
Hoeveel liter de patiënt met maximale inspanning de eerste seconde kan expireren
28
FEV1 x obstructie
Patiënt kan minder lucht uitademen in 1 seconde
29
Forced inspiratory volume 1 (FIV1)
Hoeveel liter de patiënt beginnend bij maximale uitademing met maximale inspanning de eerste seconde kan inspireren
30
Wat kan je met de spirometer kolk niet meten? Welke specifiek?
Dode ruimte RV, FRC en TLC Je kan alleen volumes registreren die in- / uitgeademd worden
31
Helium
Je maakt gebruik van het feit dat het zich door de lucht in de long verspreidt
32
Formule RV
RV = FRC - ERV
33
Inwastijd van helium
- Helium verdeelt zich over het grotere volume - Hoeveelheid helium blijft gelijk - Concentratie helium in spirometer wordt minder - Evenwicht waarbij concentratie in spirometer en concentratie in longen niet meer verandert
34
Formule TLC
TLC = IVC + RV
35
Hoe heeft EVC bij dynamische longvolumes?
FVC (Forced vital capacity)
36
Gezonde mens x FVC
Even groot als IVC
37
Bij een ziek mens is FVC < IVC, hoe kan dat?
Door de compressie van de luchtwegen Er wordt een grote positieve druk in de thorax gecreëerd
38
Wanneer is er sprake van een obstructieve longziekte?
Wanneer de IVC groter is dan de FVC
39
Wat valt er te constateren als de FVC > IVC?
Fout tijdens meting IVC is niet maximaal
40
Emfyseem
Hoge RV Kleinere VC
41
Longfibrose
Kleine RV en FVC
42
Flow
Aantal liters per seconde dat een persoon in of uit kan ademen Maat voor weerstand in luchtwegen
43
Helling x flow-volume curve
Hoe steiler, hoe groter stroomsterkte/flow Hoe vlakker, hoe kleiner flow Flow is aan begin uitademing groter dan op het eind
44
Voordelen flow-volume curve
- Geeft stroomsterkte wat een betere maat is voor opsporen van luchtweerstand - Fouten in curve zijn snel op te merken - Bepaalde ziektebeelden x kenmerkende aspecten
45
Natte spirometer
Meet volumes Via differentiaties flow berekenen
46
Pneumotachograaf
Flow meten Patiënt ademt door een buis met twee open einden. In het midden zich een Lillyzeefje. Is fijnmazig en werkt als weerstand. Over de weerstand wordt drukverval gemeten en omgerekend tot stroomsterkte
47
Curve boven x-as
Intrathoracale luchtwegen Expiratie
48
Curve onder x-as
Extrathoracale luchtwegen Inspiratie
49
Peak expiratory flow (PEF) of Maximal expiratory flow (MEF)
Maximale flow, top van de curve
50
Gevolg niet hard genoeg begonnen met uitademen bij flow-volumecurve?
Maximale flow zal niet bereikt worden
51
Wanneer zie je iets frapants bij obstructie?
Bij expiratie
52
Waar zijn normaal waarden van afhankelijk?
- Lengte - Leeftijd - Geslacht - Etniciteit