H7.10 Flashcards

(37 cards)

1
Q

Astma

A
  • Inflammatie
  • BHR
  • Reversibele luchtwegobstructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

COPD

A
  • Chronisch
  • Irreversibele luchtwegobstructie
  • Roken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Twee typen symptoombestrijding

A
  • Bronchodilatatie
  • Ontstekingsremmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beta2-receptor agonist x bronchodilatatie

A
  • Salbutamol
  • Terbutaline
  • Salmeterol
  • Formoterol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

M-receptor antagonist x bronchodilatatie

A
  • Ipratropium
  • Tiotropium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bronchodilatatie x medicijn

A

Theofylline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Glucosteroïden x ontstekingsremmers

A
  • Beclometasondipropriaat
  • Budesonide
  • Fluticason
  • Budesonide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cysteinyl leukotrieen receptor antagonist x ontstekingsremmers

A

Montelukast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

IgE-antilichaam x ontstekingsremmers

A

Omalizumab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zitten betareceptoren?

A
  • Bronchiën
  • Hart
  • Bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functie betareceptor agonist

A
  • Vasodilatatie
  • Bloeddrukverlaging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beta2-receptor downregulatie

A

Vermindering activiteit, gevoeligheid of hoeveelheid van deze receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar leidt vasodilatatie van bloedvaten tot?

A
  • Tachycardie (baroreceptoren)
  • Aritmieën (beta2-receptor in hart)
  • Tremor
  • Transpiratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

M1-receptoren

A
  • Nicotinerge transmissie in ganglia
  • Stimulatie van ACh afgifte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

M2-receptoren

A
  • Presynaptisch
  • Remmen ACh release bij afgifte ACh in synapsspleet
  • Negatieve terugkoppeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

M3-receptoren

A
  • Bronchoconstrictie
  • Mucussecretie
17
Q

Theofylline

A
  • Bronchodilator
  • Remt fosfodiësterase
  • Blokkeert adenosine receptoren
  • Therapeutische breedte is erg smal, werking is heel lokaal en specifiek
18
Q

Fosfodiësterase

A

Enzym dat cAMP en cGMP afbreekt

19
Q

Gevolg als fosfodiësterase wordt geremd?

A
  • cAMP en cGMP blijven langer bestaan
  • Door bronchodilatatie langer in stand
20
Q

Waarom Theofylline niet bij kinderen?

A

Risico op aritmiën en convulsies

21
Q

Glucocorticosteroïden

A
  • Ontstekingsremmers
  • Hyperreactiviteit van luchtwegen wordt geremd
  • Longfunctie wordt beter
  • Stabiliseren slijmvliezen
  • Verlagen gevoeligheid van receptoren voor ontstekingsmediatoren en bronchus vernauwers
  • Verhogen B2-receptordichtheid door verhoging van transcriptie B2-receptor
22
Q

Bijwerkingen glucocorticosteroïden

A
  • Gevoeligheid infectie
  • Osteoporose
  • Cataract
  • Gewichtstoename
  • Binding aan mineralcorticoïd receptor (aldosteronreceptor) wat leidt tot verhoogde BD
23
Q

Vormen van actieve metaboliet vindt pas in long plaats

A
  • Beclometasondipropionaat
  • Ciclesonide
24
Q

Hoe ontstaat cysteinyl leukotrieen?

A

O.i.v. lipoxygenase uit arachidonzuur

25
Waar zorgt cysteinyl leukotrieen voor?
- Bronchoconstrictie - Hyperreactiviteit - Slijmsecretie - Verhoogde vaatwand permeabiliteit
26
Omalizumab
- Antibody die IgE kan binden en inactiveren - Dure middelen - Niet effectiever dan glucocorticoïden
27
Farmacotherapie schema astma
1. Kortwerkende beta2 agonist 2. Inhalatie steroïden met of zonder beta2 agonist 3. Dosis inhalatiesteroïd verhogen 4. Langwerkende beta2 agonist, M receptor blokker of theofylline 5. Longarts: steroïd oraal, montelukast, omalizumab
28
Farmacotherapie astma vs. COPD
- Middelen identiek, maar steroïden minder gauw bij COPD - Bij COPD start met kortwerkende variant en pas daarna eventueel steroïden
29
Medicamenteuze behandeling astma
- Beta2-agonist - Inhalatiecorticosteroïd - Leukotriënen antagonist (montelukast) - Anti-IgE
30
Niet-farmacologische interventie bij astma kinderen
- Kennistools - Saneren van huisstofmijt, huisdieren, etc - Gewichtsreductie - Stoppen van roken bij ouders - Web-based monitoring - Vitaminesuppletie (D, E) - Probiotica (effectief tegen eczeem) - Mediterraan dieet
31
Hoe toedienen?
- Spuitbusje - Poederinhalator - Vernevelaar - Hulpmiddelen
32
Spuitbusje
- Dosisaërosol - Dosisafgifte d.m.v. drijfgas - Lastig, veel blijft tegen gehemelte en pharynx
33
Poederinhalator
- Dosisafgifte door krachtige inademing - Moeilijke techniek - Voorzetkamers
34
Vernevelaar
- Verneveloplossing - Langzame toediening - Groot apparaat - Veel lawaai - Ziekenhuis
35
Vragen bij astma?
- Hoe vaak heb je last? - Hoe vaak word je wakker van astma? - Neem je wel eens de blauwe puf? Hoe vaak? Dingen laten?
36
Stappen
1. Allemaal krijgen SABA 2. Aanvulling met inhalatiecorticosteroïd 3. Inhalatiecorticosteroïden verdubbelen, langwerkende B2-agonisten geven, leukotriene-antagonist
37
Farmacotherapie werkt niet
- Slechte therapietrouw - Onvoldoende inhalatietechniek - Aanhoudende prikkeling vanuit omgeving - Andere/verkeerde diagnose