Hc 2 Flashcards

(67 cards)

1
Q

Roc- analyse

A

Receiver Operating Characteristic (ROC)- analyse = wordt gebruikt om te kijken tot in hoeverre een risicotaxatie-instrument goed voorspelt. Daarnaast helpt het instrument bij het classificeren van toekomstige recidivisten VS. niet-recidivisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De ROC-analyse geeft inzicht in de Area Under the Curve (AUC)

A

geeft aan wat de kans is dat een willekeurige recidivist een hogere score krijgt dan een willekeurige niet-recidivist, wat aangeeft dat het instrument dus goed voorspelt (goede waarde/voorspellend vermogen > .70)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 soorten info nodig voor de AUC

A
  1. Risicoscores= de scores op het gebruikte risicotaxatie instrument
  2. Een dichotome uitkomst (eerdere gewelddadige veroordeling —> ja of nee)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De uiteindelijke AUC-waarde is de maat die het meest gerapporteerd wordt in de literatuur —> je kunt deze waarde op de volgende manier interpreteren:

A
  • AUC-waarde = 0.50–> het instrument is hetzelfde als kans niveau (hetzelfde als een muntje opgooien)
  • AUC-waarde 0.56 – 0.64 —> het instrument heeft een klein voorspellend vermogen
  • AUC-waarde 0.64 – 0.71 —> het instrument heeft een matig voorspellend vermogen
  • AUC-waarde > 0.71—>het instrument heeft een groot voorspellend vermogen
  • AUC-waarde = 1.00 —> het instrument heeft een perfect voorspellend vermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

AUC is een retrospectieve maat:

A

een maat die gericht is op het verleden —> je maakt dus gebruik van recidive-cijfers uit het verleden en kijkt hierbij tot in hoeverre het instrument de recidive-cijfers kan voorspellen. Je kijkt dus retrospectief i.p.v. prospectief

  • Makkelijkere uitleg retrospectieve maat = je hebt een groep mensen waarvan je weet dat ze opnieuw een delict hebt gepleegd. Bij deze groep mensen ga je vervolgens kijken wat hun score was op het risicotaxatie instrument wat toen bij hen is gebruikt, in het verleden —> je kijkt dus naar hun score in het verleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

AUC-waarde is de afweging tussen:

A
  • De sensitiviteit van een instrument = de proportie recidivisten die in het verleden als een hoog risico werden beoordeeld
    • Als de sensitiviteit van een instrument hoog is wil dit zeggen dat het instrument heel
    goed is in het identificeren van mensen die een hoog risico vormen —> je voorspelt goed
    welke mensen zullen recidiveren
    .
  • De specificiteit van een instrument = de proportie niet-recidivisten die in het verleden als een laag risico werden beoordeeld
    • Als de specificiteit van een instrument hoog is wil dit zeggen dat het instrument heel
    goed is in het voorspellen van de mensen die een laag risico vormen—> je voorspelt
    goed welke mensen niet zullen recidiveren

—> Naast de AUC-waarde, zijn de sensitiviteit en specificiteit ook retrospectieve maten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Predicitieve validiteit

A

De predictieve validiteit van een instrument wordt dus bepaald door de sensitiviteit en specificiteit van dat instrument vast te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Plaatje = schematische weergave die je krijgt bij de AUC- waarde;
A

maakt een afweging tussen de sensitiviteit en de specificiteit
• Stel je hebt een instrument met een totaalscore van 30, en
je beslist dat mensen die 5 van de 30 punten scoren een hoog risico lopen op recidive. Hierdoor ‘vang’ je iedereen met een hoog risico, omdat je een lage cut-oG hebt (iemand met ‘maar’ 5 van de 30 punten classificeren als hoog risico is erg streng). Maar je gaat ook veel vals-positieven hebben, omdat je mensen die eigenlijk geen risico vormen ook labelt als hoog risico (mensen met bijvoorbeeld een score van 7 op 30)—> je sensitiviteit is hoog (alle mensen die recidiveren heb je als hoog risico gescoord), maar je specificiteit is laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 voordelen auc

A
  1. De AUC-waarde wordt niet beïnvloed door de base-rate = hoe vaak iets voorkomt/gebeurt;
    hoe groot de kans is dat iets zal gebeuren
    • Als je iets voorspelt wat 8 van de 10 keer gebeurt, is het makkelijk om te zeggen dat iets met grote waarschijnlijkheid gaat gebeuren, omdat je dit 80% zeker weet = een hoge base-rate
    • Iets wat 1 op de 1000 keer voorkomt, is veel lastiger te voorspellen waardoor je sneller geneigd bent om te zeggen dat iets niet zal gebeuren
    • De sensitiviteit en specificiteit worden ook NIET beïnvloed door de base-rate!
  2. De AUC-waarde heeft geen cut-off score nodig: het systeem maakt deze berekeningen
    voor jou
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nadeel auc

A

Het enige nadeel van de AUC-waarde is dat het de vraag is of het wel klinisch relevant is; je weet a.d.h.v. van de AUC-waarde of een instrument goed voorspelt of niet, maar in de praktijk zelf kunnen mensen er vaak weinig mee —> de waarde is handiger voor onderzoekers dan voor clinici

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

NPV

A

Negative predictive value;

de proportie delinquenten die werden ingeschat als een
laag risico, en later inderdaad ook NIET recidiveerden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ppv

A

Positive predicitive value;

de proportie delinquenten die werden ingeschat als een
hoog risico, en later inderdaad ook WEL recidiveerden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Npv/ppv; retrospectief of prospectief?

A

Prospectieve waardes; op de toekomst gericht (terwijl de AUC-waarde een retrospectieve maat is); iemand heeft een score op een risicotaxatie instrument, en vervolgens ga je kijken hoe groot de kans is dat die persoon zal recidiveren
- Het nadeel van deze waarde is dat het wel beïnvloed wordt door de base rate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

NSD

A

Number Safety Discharged (NSD) = het aantal laag risico patiënten die ontslagen kunnen
worden voordat er een recidive-feit plaatsvindt —> hoeveel mensen kan je veilig vrijlaten om
één recidive te vermijden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

NND

A

Number Needed to Detain (NND) = het aantal hoog risico patiënten die opgesloten moeten
worden om één recidive-feit te vermijden —>hoeveel mensen moet je gevangen houden om
één recidive te vermijden?
—> Ook deze waardes (NSD en NND) zijn een prospectieve maat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voor/nadeel NSD en NND

A

Voor;
Prospectief
Klinisch relevanter

Na;
Beïnvloed door de base rate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
  • Sensitiviteit 67% en specificiteit 53%
A

binnen de groep recidivisten werden 67%
geclassificeerd als hoog risico volgens de test. Binnen de groep niet-recidivisten werd 53% correct geclassificeerd als laag risico à het instrument is beter in het voorspellen van mensen met een hoog risico dan met een laag risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  • PPV 20% en NPV 90%
A

onder degenen die volgens de test een hoog risico zijn, zal uiteindelijk 20% recidiveren. Onder degenen die volgens de test een laag risico hebben, zal uiteindelijk 90% niet hervallen —> het instrument is beter in het voorspellen van mensen die niet hervallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Tabel acuuraatheid

A

PLAATJE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Generaties van risicotaxatie instrumenten

A
  1. Eerste generatie; ongestructureerd professioneel oordeel
  2. Tweede generatie; actuariële instrumenten
  3. Derde generatie; gestructureerd klinisch oordeel
  4. Vierde generatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Eerste generatie; ongestructureerd professioneel oordeel

A

Bij het ongestructureerd professioneel oordeel wordt er geen onderliggend beoordelingsinstrument gebruikt! Het is enkel op basis van de klinische inschatting van de beoordelaar, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van het ‘onderbuikgevoel’. Dit doet men op basis van gesprekken die clinici hebben met de cliënt en soms ook aangevuld met dossierinformatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Voordelen eerste generatie

A
  • geen kosten aankoop instrument
  • flexibel, gemakkelijk; je mag zelf invullen hoe je het aanpakt
  • geen opleiding nodig (kost ook geld)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Nadelen eerste generatie

A
  • Gebrek aan consistentie —> je weet niet hoe een beoordelaar aan zijn of haar oordeel is gekomen, waardoor andere beoordelaars tot andere conclusies kunnen komen
  • Gebrek aan transparantie —> je weet niet hoe de beoordelaar tot deze beslissing is gekomen en welke factoren de persoon daarvoor in kaart heeft gebracht
  • Gevoelig voor vooroordelen/biases/ tegenoverdracht gevoelens—> doordat je persoonlijk contact hebt met de cliënt kunnen gevoelens en gedachtes je oordeel beïnvloeden
  • Geen opleiding nodig—> kan ervoor zorgen dat mensen niet de juiste kennis hebben om deze oordelen te vellen
  • gebrek aan scoringsintegriteit
  • Nauwkeurigheid van beoordelen is gelijk aan toeval (50%) —> slechte betrouwbaarheid + validiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Tweede generatie; actuariële instrumenten

A

Actuariële instrumenten = instrumenten die empirisch onderbouwd zijn, waarbij de alleen totaalscore van het risicotaxatie instrument gebruikt wordt om in te schatten of het recidive risico laag, matig of hoog is. Er komt verder dus geen mening van een clinicus bij kijken! de factoren die gemeten worden zijn meestal statische items = items die niet meer veranderbaar zijn (de leeftijd bij het eerste delict kan je niet meer veranderen in de toekomst, en hiervoor kun je dus ook geen behandeldoelen voor opstellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Voordelen tweede generatie
- evidence based - minder vatbaar voor interpretatie; richtlijnen voor het scoren zijn duidelijk bepaald - Transparant en objectief; je kan goed zien waarom iemand een beslissing heeft genomen en waarom iemand een bepaalde score heeft gekregen - repliceerbaar - goede betrouwbaarheid - Goede predictieve validiteit; er worden factoren gebruikt die empirisch onderbouwd zijn, waardoor de instrumenten recidive goed kunnen voorspellen - De instrumenten zijn snel en makkelijk uit te voeren door de duidelijke richtlijnen en omdat het vaak om weinig factoren gaat
26
Nadelen tweede generatie
- Er worden alleen risicofactoren gescoord, geen beschermende factoren - Het is onveranderlijk, aangezien je statische items niet kunt veranderen - Het is a-theoretisch = niet gebaseerd op een theorie of een verklaringsmodel; we weten dat er een relatie is tussen de risicofactor en recidive, maar we weten niet wáárom - beperkte identificatie van behandelingsdoelen - beperkte integratie van interventie - Je kunt geen klinische override toepassen = de beoordelaar kan niet zelf bepalen tot in hoeverre hij/zij bepaalde risicofactoren laat doorwegen op de eindbeslissing - De uitspraken zijn op groepsniveau, niet op individueel niveau
27
Voorbeelden actuariële instrumenten
1. Statistic risk of recidivism (StatRec) 2. Static-99R
28
1) Static Risk of Recidivism (StatRec)
= actuarieel instrument die is ontwikkeld voor mensen die de gevangenis binnenkomen, waarbij heel snel besloten kan worden hoe hoog het recidiverisico is. aan de hand van de som van 6 items meet dit instrument hoe hoog het risico is
29
6 items Static Risk of Recidivism (StatRec)
1. Geslacht; mannen recidiveren vaker dan vrouwen 2. Leeftijd; hoe jonger iemand is bij het eerste delict, hoe hoger de kans op recidive 3. Geboorteland 4. Type delict 5. Eerdere veroordelingen 6. Opeenvolging van justitiële contacten; hoe meer justitiële contacten, hoe hoger de kans op recidive - AUC-waarde is ±0.80 = goede (grote) voorspellende waarde
30
2. Static-99R
een actuarieel instrument voor zedendelinquenten, waarbij er 10 statische risicofactoren worden gescoord
31
10 statistische risicofactoren static-99R
1. Age at release 2. Ever lived with.. 3. Index non-sexual violence- any convictions 4. Prior non-sexual violence- any convictions 5. Prior sex offences 6. Prior sentencing dates (excluding index) 7. Any convictions for non-contact sex offenses 8. Any unreleased victims 9. Any stranger victims 10. Any male victims Scoren
32
Eindbeoordeling static-99R
-3 tot 1: laag - 2/3; laag tot gemiddeld - 4/5; gemiddeld tot hoog - 6+; hoog
33
Derde generatie; gestructureerd klinisch oordeel
Een gestructureerd klinisch oordeel is een combinatie van de actuariële methode en de klinische methode. Hierdoor ga je nog steeds te werk net als bij actuariële instrumenten, maar nu weegt ook het klinisch oordeel van een clinicus mee; sommige factoren kun je meer mee laten wegen dan andere factoren
34
Voordelen derde generatie
- Het is een transparanter beslissingsproces dan bij het ongestructureerd professionele oordeel - Gevoelig voor veranderingen over tijd; er zitten vaak ook dynamische items in het instrument - goede betrouwbaarheid - goede predictieve validiteit - Identificatie van behandeldoelen; door het meten van dynamische items - Professional heeft altijd de leiding; kan dus factoren strenger of lichter laten meewegen in zijn oordeel - Contextafhankelijk; je kan het instrument scoren wanneer iemand vastzit en vrijgelaten is, en deze scores vergelijken - multidimensioneel; meer meerdere factoren - risico formulering
35
Nadelen derde generatie
- vatbaarder voor interpretatie -herhaalde metingen zijn nodig om verandering te onderzoeken - beperkte integratie van interventie
36
Vierde generatie
de vierde generatie instrumenten zijn een combinatie van de drie eerder genoemde instrumenten (ongestructureerd professioneel oordeel, actuarieel instrument en gestructureerd klinisch oordeel). Hier komt als extraatje nog risicomanagement bij = vertelt hoe je het beste met het recidive risico om kan gaan als clinicus; welke risicomanagementstrategieën je toe moet passen; met deze instrumenten wordt er aan casusplanning en interventie gedaan
37
Voordelen vierde generatie
- transparant - gevoelig voor veranderingen over tijd - theorethisch verantwoord - staat klinische beoordeling toe - neemt interventies op
38
Nadelen vierde generatie
- meer tijdrovend - herhaalde metingen om verandering te onderzoeken - opleiding en expertise nodig
39
4e generatie; (LS/CMI)
Level of Service/Case Management Inventory (LS/CMI) = een actuarieel risicotaxatie instrument dat gebaseerd is op het RNR-model van Andrews & Bonta à het instrument bevat 8 secties die gescoord worden
40
8 secties LS/CLM
1. Algemene risico- of behoeftenfavtoren 2. Specifieke risico- of behoeftefactoren 3. Gevangenis ervaring of institutionele factoren 4. Andere patiënt kwesties 5. Sociale responsiviteitsoverwegingen 6. Samenvatting en override van risico’s of behoeften 7. Risico- of behoeftenprofiel 8. Programma- of plaatsingsbesluit
41
1. Algemene risico- of behoeftefactoren; onderafdeling
- Crimineel verleden - Onderwijs of werkgelegenheid - Gezin of huwelijk - Vrije tijd of recreatie - Metgezellen - Alcohol of drugs probleem - Pro-criminele houding of oriëntatie - Antisociaal patroon
42
2. Specifieke risico- of behoeftefactoren; onderafdeling
- Persoonlijke problemen met criminogeen potentieel - Geschiedenis van misdrijven
43
3. Gevangeniservaring of institutionele factoren; onderafdeling
- Geschiedenis van opsluiting - Belemmeringen voor vrijlating
44
4. Andere patiënt kwesties; onderafdeling
- Sociale, fysieke- en geestelijke gezondheid
45
Factoren in risicobeoordeling
Statische risicofactoren Dynamische risicofactoren Beschermende factoren
46
Statische risicofactoren
Statische risicofactoren zijn factoren die niet veranderbaar zijn over tijd, en daarom ook niet behandelbaar zijn (leeftijd, geslacht, etniciteit, eerste delict, eerste veroordeling, soort misdrijf); deze risicofactoren geven zeker belangrijke informatie over het basisrisico, maar kunnen niet gebruikt worden bij de behandeling van delinquenten. statische risicofactoren hebben niet een direct effect op het recidiverisico, maar ze kunnen wel invloed hebben via de effecten van de dynamische risicofactoren
47
Dynamische risicofactoren
Dynamische risicofactoren zijn veranderbaar over tijd, en kunnen dus ook behandeld worden! De behandelingen en interventies zijn er dan ook op gericht om de dynamische risicofactoren die een causale relatie hebben met het delict, te veranderen. De dynamische risicofactoren worden ook wel de criminogene dynamische behoeften genoemd. Het RNR-model wordt gebruikt als theoretisch kader
48
Dynamische risicofactoren zijn onder te verdelen in;
- stabiele “ - acute “
49
Stabiele dynamische risicofactoren
= risicofactoren die aanpasbaar zijn, maar waarschijnlijk niet te veranderen zijn—> verandering gebeurt langzaam • Beperkingen in persoonlijke vaardigheden (impulscontrole) en aangeleerd gedrag (slechte hechting aan anderen) kunnen veranderen door een proces van intensieve behandeling
50
Stable 2000 en stable 2007
Stable-2000 & Stable-2007 = instrumenten die de volgende stabiele dynamische risicofactoren meten voor seksuele recidive: • Seksuele zelfregulatie • Algemene zelfregulatie • Tekorten in intimiteit • Therapietrouw en begrip voor de noodzaak van de behandeling en controle • Aanwezigheid van ondersteunende significante anderen • Verstoorde attitudes of attitudes die seksueel geweld tolereren
51
Acute dynamische risicofactoren
risicofactoren die veranderbaar zijn, en waarschijnlijk ook zullen veranderen; deze risicofactoren komen voor in voorbijgaande omstandigheden die slechts uren of dagen aanhouden, en die snel veranderbaar zijn door omgevingstriggers of intrapersoonlijke spanningen in verband met recidive (dronkenschap, negatieve stemming)
52
Acute-2007
instrument dat de acute dynamische risicofactoren in kaart brengt die gerelateerd zijn aan: • Seksuele recidive; toegang tot slachtoffer, vijandigheid, seksuele preoccupatie, afwijzing van toezicht • Algemene recidive; emotionele instorting, ineenstorting van sociale steun, middelenmisbruik
53
DRAOR
De Dynamic Risk Assessment for OPender-Re-Entry (DRAOR) = een actuarieel instrument dat gebruikt wordt om de kans op recidive in te schatten wanneer personen in de gemeenschap verblijven. Hierbij wordt er gekeken hoe erg een persoon onder controle (toezicht) moet staan wanneer hij of zij wordt vrijgelaten; door het afnemen van dit instrument krijg je richtlijnen over hoe je verder kan gaan met planning en risicobeheer.
54
Wat meet DRAOR
Het instrument meet (!): • 6 stabiele dynamische risicofactoren • 7 acute dynamische risicofactoren • 6 beschermende factoren Het is een actuarieel instrument, waarbij de scores op de stabiele en acute dynamische risicofactoren bij elkaar worden opgeteld, en de score op de beschermende factoren daar vervolgens vanaf wordt getrokken, om zo een totaalscore te krijgen
55
DRAOR voorspelt;
1. Nieuwe veroordelingen 2. Heropsluiting 3. De beschermende factoren (subschaal) voorspelt inbreuken op voorwaardelijke vrijlating —> Het is dus een vierde generatie instrument, omdat het handvaten geeft voor behandeling en risicomanagement
56
Beschermende factoren betekenis
= prosociale middelen of strategieën om één of meer primaire menselijke doelen te bereiken, ook wel algemene levensdoelen genoemd; eerst werd er tijdens de behandeling alleen gefocust op zaken die vermeden moesten worden (= risicofactoren). Nu zijn we erachter gekomen dat het niet alleen belangrijk is om te kijken naar wat er fout is gegaan, maar dat het ook belangrijk is om te kijken naar de factoren die goed zijn en dus versterkt kunnen worden (“behandeling is niet alleen repareren wat kapot of aangedaan is, het is ook het behouden en versterken van wat goed is”)
57
De beschermende factoren
- Hebben een interactie met risicofactoren en dienen als een soort buPer - Zorgen voor een verbetering van de nauwkeurigheid van de voorspellingen - Zorgen voor mogelijk meer handvaten die voor een effectieve behandeling zorgen - Een verbetering van de beschermende factoren zorgt voor minder recidive
58
Beschermende factoren kunnen gebruikt worden in de behandeling door middel van het Good Lives Model (GLM) van rehabilitatie:
- Een ‘goed leven’ bereiken door het vervullen van primaire doelen, die belemmerd kunnen worden door de criminogene behoeften - Overtreding = een onaangepaste poging om één of meer primaire menselijke doelen te bereiken; het recidiverisico zal verminderen wanneer men meer bezig is met het verwezenlijken van een goed leven
59
SAPROF
De Structured Assessment of Protective Factors for violence risk (SAPROF) = een instrument dat beschermende factoren in kaart brengt; er zijn verschillende versies van de SAPROF: • Versie voor jongeren en jongvolwassenen • SAPROF-Seksuele misdrijven • SAPROF-Verstandelijk gehandicapten • SAPROF-Intensieve zorg
60
Plaatje
Plaatje = de SAPROF bestaat uit 3 subschalen van itemsà(1) interne items, (2) externe items en (3) motivationele items • Twee items zijn statisch; intelligentie en hechte band in de kindertijd • De rest van de items zijn dynamisch Daarnaast is de codering op een driepuntsschaal: • 0 = het item is niet van toepassing • 1 = het item is waarschijnlijk of gedeeltelijk van toepassing • 2 = het item is zeker van toepassing
61
De SAPROF wordt afgenomen in een tijdsframe van de laatste zes maanden tot plannen voor de nabije toekomst. Tenslotte verloopt het beslissingsproces volgens vier stappen;
1. De aan- of afwezigheid van beschermende factoren vaststellen op item-niveau, en het vaststellen van mogelijke bijkomende casus-specifieke beschermende factoren 2. Het markeren van kritieke punten: o Reeds aanwezig (key-item) o Beschermend effect na interventie (doel-item) 3. Integratie van resultaten + coderen van definitieve beschermingsoordeel; laag, matig of hoog 4. Integratie met risicotaxatie; laag, matig of hoog Dit instrument is een voorbeeld van een derde generatie risicotaxatie instrument (gestructureerd klinisch oordeel); je scoort alle items op de lijst, en vervolgens bepaal je met je eigen klinische kennis of de cliënt een laag, matig of hoog risico loopt
62
Om de predictieve validiteit te meten kwam de SAPROF uit op de volgende AUC-waardes:
• Wanneer de SAPROF enkel gebruikt werd als actuarieel instrument (dus zonder oordeel van de clinicus, enkel totaalscore), was de predictieve validiteit hoog: o Na1jaar; .85 o Na2jaar: .80 o Na3jaar; .74 • Wanneer de SAPROF werd gebruikt als gestructureerd klinisch oordeel (totaalscore + oordeel van clinicus), was de predictieve validiteit ook hoog, maar iets lager dan alleen bij de totaalscore: o Na1jaar: .82 o Na2jaar; .77 o Na3jaar: .71
63
De vries Robbe & Willes
Dit artikel gaat over beschermende factoren; de beschermende factoren die worden gescoord in beoordelingsinstrumenten kunnen worden onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën: 1. Persoonlijke vaardigheden of veerkrachtfactoren; sociale vaardigheden, zelfbeheersing 2. Communautaire (re)integratiefactoren; school, werk, vrijetijdsactiviteiten 3. Behandeling-gerelateerde factoren; motivatie voor behandeling, houding ten opzichte van overeenkomsten, therapeutische relatie 4. Sociale steunfactoren; familiebanden, relatie met leeftijdsgenoten 5. Omgevings- of contextfactoren; gerechtelijk bevel, leefomgeving
64
De meeste instrumenten voor beschermende factoren bevatten factoren die in de eerste vier categorieën vallen. De laatste categorie, over het beschermende effect van externe of omgevingsfactoren, wordt vaak niet expliciet weergegeven in het beoordelingsinstrument;
maar een nauwkeurige beoordeling van de contextuele factoren is wel essentieel voor een goede evaluatie van het risico op geweld binnen een bepaalde tijd en bepaalde context, omdat beschermende externe factoren de kans op geweld aanzienlijk kunnen verkleinen
65
Doel artikel;
Het doel van het artikel is om te laten zien dat het belangrijk is dat een zorgvuldige afweging van beschermende factoren belangrijk is voor een betere en uitgebreidere risicobeoordeling in de klinische forensische en penitentiaire praktijk Er zijn verschillende instrumenten voor het beoordelen van beschermende factoren, waarbij deze instrumenten steeds meer een standaardonderdeel van het risicobeoordelingsproces worden. De gemeten beschermende factoren (1) helpen bij het nemen van beslissingen over risicomanagement, (2) bieden gepersonaliseerde richtlijnen voor op sterkte gebaseerde behandel inspanningen en (3) bieden mogelijkheden voor evaluatie van de voortgang van de behandeling. Tenslotte geven ze (1) hoop, (2) motivatie voor verandering en (3) behandelingsalliantie, wat veelbeloven
66
Overzicht instrumenten
PLAATJE
67
Vierde generatie
Sommige instrumenten die genoemd zijn bij actuariële instrumenten en gestructureerd klinisch oordeel, komen hier terug; deze instrumenten zijn dan geëvolueerd en hebben risicomanagement erbij ‘gekregen’ Plaatje!!