Hc 8 Flashcards
(80 cards)
Het Vernieuwde Verlofbeleidskader TBS schrijft voor dat;
er bij verlofaanvraag van een delinquent een inschatting moet worden gemaakt van het delict risico, met behulp van bepaalde risicotaxatie- instrumenten:
- De HCR-20V3 of HKT-R worden gebruikt voor de klinische settingen
- De FARE wordt gebruikt voor ambulante behandeling
In de praktijk worden daarnaast ook de PCL-R afgenomen voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis, en de SSA voor seksuele delinquenten
Beslissen van het uitvoeren van risicotaxatie
Risicotaxatie vormt dus een vereist onderdeel van de klinische of forensische evaluatie (TBS). In andere situaties of instellingen wordt de beslissing of risicotaxatie nodig is om genomen aan de hand van individuele gevallen (dus in andere situaties krijgt niet iedereen risicotaxatie, maar in klinische of forensische settingen wel!). Het minpunt is alleen dat er weinig begeleiding is bij de beslissing of risicotaxatie nodig is in de andere situatie; de handvaten voor zo’n beslissing zijn grotendeels ongestructureerd, niet getest, inconsistent en hebben een grote kans op het bevatten van fouten (besluiten dat iemand geen risicotaxatie nodig heeft, terwijl dit eigenlijk zeker wel het geval is. Dit is dan dus een foute beslissing)
Risicotaxatie nodig? Instrument ontwikkeld;
Fordham Risk Screening Tool (FRST)
Fordham Risk Screening Tool (FRST)
het instrument classificeert individuen die een risicotaxatie met betrekking tot geweld nodig hebben. Hierbij wordt er geadviseerd om risicotaxatie uit te voeren wanneer de patiënt recent en ernstig gewelddadig gedrag, bedreigingen of ideevorming vertoont
- Recent = in de afgelopen 6 maanden
- Ernstig = gedrag, dreigingen of ideevorming dat zou kunnen leiden tot lichamelijk letsel dat
medische aandacht vereist
Het instrument kijkt ook naar bijkomende risicofactoren als vijandigheid, paranoia, dreiging van bepaald gedrag, controle overheersende symptomen en weigering van medicati
overzicht van de items van de Fordham Risk Screening Tool (FRST)
als laatste vraag zie je dat er gevraagd wordt naar de bijkomende risicofactoren. Je ziet dat deze heel makkelijk te scoren is
PLAATJE
Gerechtelijke fase
de fase waarin partijen hun geschil aan de rechter voorleggen en tot executie van het uiteindelijke vonnis overgaan
—> Tijdens iedere fase in de gerechtelijke fase worden er andere risicotaxatie-instrumenten afgenomen:
Fasen gerechtelijke fase
- onderzoeksfase
- uitspraak
- uitvoering straf of maatregel
Onderzoeksfase
risicotaxatie-instrumenten die vooral worden afgenomen door de politie
Uitspraak
risicotaxatie-instrumenten die vooral worden afgenomen door de rechter: als uit het risicotaxatie-instrument die de rechter afneemt blijkt dat het risico op herval hoog is, kan de rechter beslissen om de dader een langere straf te geven dan eerst het geval zou zijn. Daarnaast kan de rechter aan de hand van deze informatie beslissen of een behandelprogramma of een gevangenisstraf beter zal zijn
Uitvoering straf of maatregel
• Intra-penitentiair = het uitvoeren van de straf binnen de gevangenismuren;
risicotaxatie-instrumenten die bepalen of een intra-penitentiaire straf nodig is
• Extra-penitentiair = het uitvoeren van de straf buiten de gevangenismuren;
risicotaxatie-instrumenten die bepalen of een extra-penitentiaire straf nodig is
• Risicotaxatie-instrumenten die vooral worden afgenomen door de (forensische) GGZ
Kiezen van het juiste instrument
In 2024 zijn er al meer dan 120 risicotaxatie-instrumenten op de markt:
- Veel van deze instrumenten meten dezelfde risicofactoren; er is een overlap in risicofactoren
- Er is geen duidelijke superioriteit van het ene of het andere instrument; het ene
instrument voorspelt niet significant beter dan het andere instrument
- Instrumenten hebben de best voorspellende waarde wanneer:
• Ze gericht zijn op specifieke populaties (seksueel delinquenten)
• Ze bedoeld zijn om geweld te voorspellen (in plaats van algemene recidive)
- Er lijkt een soort plafond te zijn; bij de meeste onderzoeken komt het voorspellend vermogen niet boven de 0.70/0.80 uit
Actuariële instrumenten/ gestructureerd klinisch oordeel instrumenten of ongestructureerd klinische oordelen
Daarnaast blijkt uit een meta-review (= een overzicht van meta-analyses en systematische reviews) dat actuariële instrumenten en gestructureerd klinisch oordeel-instrumenten het beter doen dan ongestructureerde instrumenten; het ongestructureerd klinisch oordeel is dus duidelijk minder goed.
Daarnaast blijkt dat actuariële instrumenten en gestructureerd klinisch oordeel-instrumenten even goed voorspellen. De enige uitzondering hierbij is dat actuariële instrumenten beter zijn in het scoren van zedendelinquenten dan gestructureerd klinisch oordeel-instrumenten
In een nieuw onderzoek stelden Ogonah et al. (2023) dat het ook belangrijk was om naar andere uitkomstmaten te kijken dan de AUC-waarde ;
kalibratie, sensitiviteit, specificiteit. Daarnaast vonden ze dat de gepoolde AUC-waardes van instrumenten voor het voorspellen van gewelddadige uitkomsten varieerden:
- HCR-20V2; gemiddelde AUC-waarde = 0.69 (0.65 – 0.72 in onderzoeken)
- VRAG; gemiddelde AUC-waarde = 0.69 (0.63 – 0.75 in onderzoeken)
- Static-99; gemiddelde AUC-waarde = 0.64 (0.53 – 0.73 in onderzoeken)
Variaties in AUC;
Deze AUC-waardes zijn verschillend voor verschillende studies. Dit komt volgens Ogonah door de verschillen in ‘time at risk’ = de periode van vrijlating tot het plegen van een nieuw delict. Deze follow-upperiodes verschillen sterk qua onderzoeken; soms is het 3 maanden en soms is het 16 jaar. Hierbij is het makkelijker om over een korte periode te voorspellen (3 maanden) dan over een lange periode (16 jaar). Ten tweede is het uitvoeren van risicotaxatie nu zo geïmplementeerd in de praktijk, dat je op basis van de beschikbare informatie over een instrument risicomanagementstrategieën toe gaat passen (= iemand leren om om te kunnen gaan met zijn of haar risicofactoren), om ervoor te zorgen dat het recidive risico daalt. Hierdoor kun je lagere AUC- waardes hebben tijdens de follow-up. Hierdoor krijg je vals-positieven
Time at risk
de periode van vrijlating tot het plegen van een nieuw delict.
Risicomanagement strategieën
iemand leren om om te kunnen gaan met zijn of haar risicofactoren, om ervoor te zorgen dat het recidive risico daalt.
Vals positieven
je schat mensen te hoog in qua risico, terwijl hun risico juist daalt vanwege de risicomanagementstrategieën
Kritiek op gevonden bewijs; Er wordt een superioriteit veronderstelt van risicotaxatie-instrumenten ten opzichte van ongestructureerde oordelen (klinisch oordeel)
maar er is geen directe, rechtstreekse vergelijking uitgevoerd tussen instrumenten en ongestructureerde oordelen; de kwaliteit van het gevonden bewijs is dus beperkt
- Eerdere reviews zijn minstens 10 tot 25 jaar geleden uitgevoerd
- In de reviews is er geen exclusieve focus op risicotaxatie-instrumenten
- Maar 1/3 van de primaire onderzoeken heeft een ongestructureerd oordeel gemeten
• 41.3% van deze onderzoeken onderzocht juridische of administratieve beslissingen (en dus niet de beslissingen van een expert)
• 26.1% van deze onderzoeken onderzocht andere instrumenten (MMPI-2, Rorschach)
• 89.1% van deze primaire onderzoeken liet een verhoogd risico op bias zien - Gestructureerde oordelen werden ontwikkeld voor onderzoek, terwijl ongestructureerde
oordelen werden ontwikkeld om toe te passen in de ‘real-world practice’
• Om deze reden is field validity erg belangrijk = hoe goed doet het instrument het in de
context waar het voor bedoeld is; Een instrument wordt in de praktijk gebruikt, waardoor systematische onderzoeken geen ‘goed’ en representatief beeld geven van het instrument
Field validity
hoe goed doet het instrument het in de context waar het voor bedoeld is?
Samenvatting predictieve validiteit
- Om de predictieve validiteit van instrumenten beter te onderzoeken is er meer onderzoek
nodig met behulp van field validity studies - Positive Predictive Value (PPV), Negative Predictive Value (NPV), Number Safety Discharged
(NSD) en Number Needed to Detain (NND) zijn recente ontwikkelingen, waardoor het nog
maar schaars gerapporteerd is - De voorlopige algemene conclusie als wij dit prospectief gaan bekijken (we scoren een
persoon met het oog op de toekomst; hoe groot is de kans dat iemand in de toekomst zal hervallen?àWe kijken dus prospectief wanneer we aan risicotaxatie doen):
• Instrumenten zijn nog steeds niet goed in staat om cliënten met een hoog risico te
detecteren
• Instrumenten zijn wel erg accuraat voor cliënten met een laag risico à Er is dus een lage sensitiviteit en een hoge specificiteit!
Het uitzoeken van het gepaste instrument gebeurt op basis van de volgende vragen
- In welke gerechtelijke fase zitten we?
- Wat willen we voorspellen?; Er zijn verschillende delicttypes:
• Algemeen; voorspelt het minst goed (hoe gerichter de populatie, hoe beter de voorspelling)
• Geweld
• Seksueel geweld
• Huiselijk geweld
• Stalking
• Brandstichting - Bij welke populatie willen we meten? Er zijn verschillende doelgroepen;
• Seksuele delinquenten; hands-on VS. hands-off delicten
• Plegers met een verstandelijke beperking
• Vrouwen
• Jeugd - Over welke periode willen we meten?; willen we op korte termijn iets weten of op lange termijn?
- Binnen welke context willen we meten?—> willen we de delinquent in de gemeenschap hebben of in een instelling?
In de praktijk gelden er enkele richtlijnen voor het uitvoeren van risicotaxatie:
- Oneigenlijk gebruik = gebruik het instrument enkel waarvoor of voor wie het bedoeld is - Context à de risico-inschatting geldt alleen onder bepaalde omstandigheden
- Dynamisch gegeven à het risico kan veranderen gedurende de tijd en er kan gebruik
gemaakt worden van herhaalde metingen - Convergente aanpak = het gebruik van een combinatie van actuariële (statische) en dynamische instrumenten
Statisch instrument vs dynamisch instrument in praktijk
Statisch;
- Meten alleen het basisrisico
-Meten op lange termijn
-Bepalen de intensiteit van behandeling en opvolging
Dynamisch;
- Geven richtlijnen voor risicomanagement
- Meten op korte en middellange termijn
Wat speelt er nog meer mee in de keuze voor welk risicotaxatie instrument?
Ten eerste is het bij het kiezen van het instrument belangrijk om het instrument te kiezen dat ontwikkeld is voor de specifieke populatie. Daarnaast is het belangrijk om een instrument te kiezen waarbij de demografische kenmerken zo goed mogelijk aansluiten op de populatie waarop het instrument ontwikkeld is. Tenslotte zijn er mogelijk nog een paar praktische overwegingen:
- Wat zijn de kosten om het instrument te gebruiken?
- Wat is de moeilijkheidsgraad om het instrument te scoren?
- Is het instrument in Nederland beschikbaar?
- Waarvoor willen we het instrument gebruiken?; bij het beslissen van het behandelplan zijn actuariële instrumenten met vooral statische risicofactoren minder geschikt