Hc 5 Flashcards

(54 cards)

1
Q

Stalking

A

wederrechtelijk (= tegen de wet), stelselmatig en opzettelijk inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van een ander, met het doel de ander te dwingen (1) iets te doen, (2) iets niet te doen, (3) iets te dulden of angst aan te jagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Weetjes stalking

A
  • Er bestaat sinds 28 juni 2000 een anti-stalkingswet, maar in Nederland noemt men het belaging en geen stalking
  • De handelingen van de stalker zijn op zichzelf vaak niet strafbaar (bellen, bloemen sturen), wat het voor de politie lastig maakt om daders op te pakken
  • Bij het melden van stalking staat de perceptie van het slachtoPer centraal; het slachtoffer moet de handelingen als dreigend ervaren
  • De daders zien het vaak niet als stalking, maar als een daad van liefde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Om van stalking te mogen spreken, moet er aan de volgende drie voorwaarden voldaan zijn:

A
  1. Er moet een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer zijn. deze inbreuk moet daarbij opzettelijk én wederrechtelijk zijn (= tegen de wet)
  2. De inbreuk moet niet eenmalig zijn, maar stelselmatig plaatsvinden; het moet meerdere keren voorkomen
  3. De handelingen van de stalker moeten als doel hebben om iemand te dwingen iets (niet) te doen, iets te dulden of iemand bang te maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Prevalentie van stalking

A
  • Een grote meerderheid (74%) van de gevallen van stalking wordt nooit gemeld, of komen
    niet onder de aandacht van de politie
  • Darknumber studies = onderzoeken die niet-geregistreerde criminaliteit onderzoeken, dus
    aan ‘random’ mensen vragen of ze al eens te maken hebben gehad met geweld of stalking; 2-13% van de mannen en 8-32% van de vrouwen hebben te maken gehad met stalking
  • De helft van de daders zijn ex-partners, waarbij er vaak al signalen zijn tijdens de relatie
    (overdreven jaloezie, denigrerende opmerkingen)
  • Bij 80% van de gevallen is de dader een bekende van het slachtoffer
  • Stalking gebeurt vooral onder de studentenpopulatie, omdat dit vaak de fase is waarin
    mensen intieme relaties starten. Daarnaast is social media ook populair onder studenten
  • 1⁄4 van de stalkers gebruikt fysiek geweld
  • Het ervaren van stalking is emotioneel erg ingrijpend voor het slachtoffer, emotionele
    verkrachting en psychologisch terrorisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tijdens het ervaren van stalking zal het slachtoffer zich meerdere dingen afvragen:

A
  • Hoelang zal dit duren? Stalking duurt langer wanneer de dader een ex-partner is. De gemiddelde duur is 22 maanden
  • Wanneer het gestopt lijkt te zijn, is het dan ook echt gestopt? Of is het een stilte voor de storm? de SRP geeft hier richtlijnen in (instrument die verder in dit college besproken wordt)
  • Wanneer escaleert het tot geweld?: (1) tijdens of na het hebben van een complexe relatie, (2) het risico tot escalatie is hoger wanneer de dader een ex-partner is, maar (3) andere onderzoeken stellen dat het een combinatie is tussen de ex-partner en andere factoren (vandalisme, middelenmisbruik)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stalking in relatie met moord

A

Literatuur over de relatie tussen stalking en moord is beperkt. Wel is gevonden dat het risico op moord het hoogste is wanneer de stalker een ex-partner is die tijdens de relatie slachtoPer was van familiaal geweld
- Onderzoek van Moracco et al. (1998); de helft van de vrouwelijke slachtoffers is vermoord (= femicide) door de partner, 1⁄4 van de slachtoffers werd vooraf gestalkt
- Onderzoek van McFarlane; vond hogere cijfers, waarbij 76% femicide en 85% poging tot femicide. Daarnaast werd er gevonden dat 42% van de deelnemers stalking niet hadden gemeld bij de politie
Er is geen studie die keek naar stalking slachtoffers voor (poging tot) moord. Tenslotte zorgt de grote base rate verschillen tussen stalking en moord voor een paradox

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Volgens Mullen et al. (2009) zijn er verschillende type stalkers:

A
  • afgewezen stalker
  • stalker met intimiteitswanen
  • incompetente aanbidder
  • rancuneuze stalker
  • de seksueel gemotiveerde stalker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Afgewezen stalker

A

een ex-partner is eigenlijk altijd een afgewezen stalker (en geen rancuneuze stalker)
• Context; na het einde van de relatie
• Motief; verzoening of wraak
• Gedrag: compenseren van de verloren gegane intimiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stalker met intimiteitswanen

A

• Context; eenzaamheid, voelen zich tekortgedaan in de liefde
• Motief; het tot stand brengen van een relatie
• Gedrag; de gefantaseerde relatie wordt een vervanging van een echte relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Incompetente aanbidder

A

• Context; eenzaamheid of lust
• Motief; op zoek naar een mogelijke partner, vaak op een onhandige manier
• Gedrag; verwarren aandacht met interesse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rancuneuze stalker

A
  • context: hebben het gevoel dat ze door het slachtoffer vernederd of onrechtvaardig zijn behandeld
  • motief; wraak
  • gedrag; een gevoel van controle en macht willen krijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De seksueel gemotiveerde stalker

A

• Context; afwijkende seksuele voorkeuren en ongebruikelijke praktijken
• Motief; informatie verkrijgen en zich voorbereiden op een (meestal) seksueel delict
• Gedrag; voyeurisme (= met seksuele lustgevoelens kijken naar één of meer mensen)
en anticipatorische fantasieën (= vooruitlopende fantasieën)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Plaatje = beslisboom in de SRP voor over welke soort stalker het gaat (met als voorbeeld Joe in de serie ‘You’)

A

Plaatje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stalking risk profile (SRP)

A

De Stalking Risk Profile (SRP) van MacKenzie et al. (2009) is een gestructureerd klinisch oordeel- instrument die vier soorten risico’s bij stalking kan inschatten per type stalker:

  1. Het risico met betrekking tot de duur
  2. Het risico op recidive
  3. Het risico op de escalatie van geweld
  4. Het risico op de psychosociale schade voor het slachtoffer én de stalker

—> Het instrument meet dus risicodomeinen, die vervolgens handvaten geven voor behandeling. Om deze reden is het een vierde generatie risicotaxatie-instrument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

SRP ontwikkeld omdat;

A

Het instrument is ontwikkeld omdat de bestaande risicotaxatie-instrumenten niet geschikt waren om stalking te scoren. Er werd in deze instrumenten namelijk geen rekening gehouden met de specifieke kenmerken van stalkers. Daarnaast werd er geen rekening gehouden met de context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De SRP is opgebouwd uit drie soorten factoren, die ook in deze volgorde afgenomen worden

A

(1) rode vlaggen
(2) algemene risicofactoren
(3) risicofactoren gebaseerd op het type stalker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Rode vlaggen

A

Er zijn verschillende rode vlaggen:

  • Hebben zelf zelfmoord-ideatie of een zelfmoordpoging ondernomen, of hebben moord-
    ideatie of een moordpoging op een ander (ondernomen).
  • Hebben ze last van wanhoopsdenken (“als ik haar niet kan hebben, zal niemand haar
    hebben”)
  • Lopen een hoog risico op psychotische fenomenen (ziekelijke jaloezie, waanideeën,
    dreigementen, paranoia)
  • Het hebben van een diagnose een psychopathie (depressie, persoonlijkheidsstoornis)

—> Hebben een hoger gevaar voor alle vier de risico’s en voor alle types van stalkers
—> Het hebben van minimaal één rode vlag is gelijk al een teken dat er onmiddellijk een interventie nodig is
—> De scoring voor rode vlaggen, aanwezig, afwezig of onbekend
—> De handleiding geeft concrete richtlijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Algemene risicofactoren

A

Er zijn meerdere algemene risicofactoren:
- Geweld tegen het slachtoffer vóór en/of tijdens de huidige stalking episode
- Vandalisme tegen bezittingen van het slachtoffer tijdens de huidige stalking episode
- Toegang tot, of affiniteit, met wapens via militaire opleiding of andere schietopleidingen
- Toenaderingsgedrag; het slachtoffer fysiek benaderen of de persoonlijke ruimte van het
slachtoffer binnendringen
- Impulsiviteit bij negatieve gebeurtenissen
- Middelenmisbruik tijdens de stalking episode, in combinatie met andere eerder benoemde
risicofactoren
—> Deze algemene risicofactoren kunnen betrekkingen hebben op zowel de huidige als de vorige stalking episode
—> De scoring voor algemene risicofactoren; aanwezig,
afwezig of onbekend
—> Hoe meer factoren er aanwezig zijn, hoe groter het risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Risicofactoren gebaseerd op het type stalker

A

De risicofactoren gebaseerd op het type stalker is logischerwijs afhankelijk van het type stalker; voorbeeld voor de afgewezen stalker:
- Dreigementen
- Overtreden van straat- of contactverbod
- Weet waar het slachtoffer zich bevindt en het
slachtoffer is toegankelijk voor de stalker
- Ruzies over kinderen of bezittingen
- Verhoogd niveau van boosheid of wraakgedachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

scoringsformulier, met alle rode vlaggen en risicofactoren

A

PLAATJE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Scoring SRP

A
  • Laag;
    1. geen speciale interventie nodig
    2. Geen noodzaak om te monitoren met het oog op verandering in risico
  • gemiddeld;
    1. Een ietwat verhoog risico
    2. Risicomanagementplan moet opgesteld worden, die gericht is op de relevante dynamische risicofactoren voor het type stalker
    3. Behoefte aan her evaluatie
  • hoog;
    1. Noodzaak om de relevante partijen op de hoogte te stellen
    2. Direct behoefte aan risicomanagementplan
    3. Regelmatige her evaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wanneer iemand de SRP af wil nemen moet deze aan de volgende vereisten voldoen:

A
  • Degene moet een klinisch professional zijn met ervaring met risicotaxatie
    • Moeten werken met daders én slachtoffers; voor de slachtoffers moet een aanvullend
    instrument gebruikt worden; de SRP-slachtoffers
  • Moeten kennis hebben van de anti-stalkingwetgeving in het eigen rechtsgebied
  • Moeten een training gevolgd hebben
  • Moeten gebruikmaken van verschillende bronnen:
    • Interview met de dader
    • Gerechtelijke bundels raadplegen
    • GGZ-dossiers doorlezen
    • Slachtofferverklaringen
23
Q

SASH

A

Er is een verkorte versie met 13 risicofactoren en 3 optionele factoren. Deze is bedoeld voor professionals die niet-klinisch geschoold zijn en die een snelle (!), eerste inschatting kunnen maken = Screening Assessment for Stalking and Harassment (SASH)àdeze screening is onder andere beschikbaar in het Engels, Nederlands, Zweeds, Deens, Italiaans en Duits

24
Q

Voordelen SRP

A

Voordelen:
1. De duidelijke structuur en de gebruiksrichtlijnen bieden de professionals een handige tool
2. Het instrument is begrijpelijk en hanteerbaar
3. Het instrument is snel af te nemen

25
Nadelen SRP
1. Het is uitsluitend gebaseerd op onderzoeken van auteurs, en houden dus weinig rekening met andere waardevolle onderzoeken 2. Het instrument is opgebouwd op basis van een typologie die gebaseerd is op één studie 3. Het is niet duidelijk hoe de selectie van risicofactoren tot stand is gekomen; waarom bepaalde factoren rode vlaggen zijn en andere algemene of specifieke risicofactoren. De auteurs baseren het vooral op hun eigen expertise 4. De tool is het meest uitgebreid voor ex-partnerstalking, niet andere soorten stalking 5. Het instrument is alleen gericht op stalking bij volwassenen 6. Het houdt geen rekening met de huidige relatievormen en communicatiestijlen (open relatie, lange afstandsrelaties) 7. Validatiestudies worden niet vermeld in de handleiding 8. Er is vooral noodzaak aan de SRP op het niveau van politiemensen, magistraten en hulpverleners, maar de SRP is gericht op klinisch-geschoolde professionalsàgebruik van screeners zou dit moeten oplossen 9. Er is geen bewijs van de ePiciëntie van behandelingen van stalkers en slachtoPers bij de verschillende types van stalkers à richt de SRP zich dan op de juiste factoren en biedt het voldoende kapstokken voor het managen van risico’s?
26
Predictieve validiteit SRP
Plaatje = de volledige follow-up periode was langer dan 6 maanden (linkerkolom); de SRP is beter om over een langere periode mee te voorspellen (volledige follow-up periode), dan op een korter termijn (6 maanden), aangezien de AUC-waardes op de kortere termijn niet significant zijn (behalve bij de recidive op een ander slachtoffer)
27
Conclusie
De SRP; - Vult een gat in de RT-literatuur op - Biedt een goede structuur om inzicht te krijgen in risico’s bij stalking - Hulpmiddel om zicht te krijgen op een specifieke casus op basis van de GKO-methode - Maar validatie is beperkt! - Toekomst; noodzakelijk om huidige beperkingen aan te pakken + streven naar een geïntegreerd risicotaxatie-instrument
28
Als slachtoffer van stalking sta je er niet alleen voor, maar er zijn een aantal dingen die je zelf kunt doen:
1. Wees duidelijk; laat je stalker duidelijk weten dat het stalken geen zin heeft en dat je geen relatie of contact met diegene (meer) wil 2. Zeg stop; vertel de stalker kort en duidelijk dat het gedrag van diegene ongewenst is en dat je wil dat het stopt 3. Negeer diegene; nadat je duidelijk hebt gemaakt dat je wil dat het gedrag van de stalker stopt, kun je de zijn of haar pogingen om contact te zoeken het beste negeren 4. Informeer anderen; dit kan je doen om te voorkomen dat anderen geen informatie over jou aan de stalker geven. Daarnaast hoef je met de steun en praktische hulp van vrienden en familie niet alleen door deze moeilijke fase heen te gaan 5. Bewaar alle informatie over de stalking; sla berichten en telefoongesprekken op, noteer de datum, tijd, locatie en duur van achtervolgingen en ga na of er getuigen zijn. Dit is belangrijk wanneer je aangifte wil doen
29
Weke hulp kan je gebruiken?
Wanneer je slachtoffer bent van stalking kun je hulp vragen van (1) vrienden en familie en (2) organisaties: - Slachtofferhulp Nederland: voor praktische en emotionele hulp - Veilig thuis; indien de stalker een (ex)partner is
30
Stalking als klachtdelict
Een stalker zal alleen vervolgd worden wanneer het slachtoffer hier aangifte van doet. In Nederland is stalking een klachtdelict, waardoor justitie alleen actie kan ondernemen wanneer het slachtoffer aangifte doet. In België hebben ze dit in de wetgeving aangepast in 2016, waardoor de politie en het parket ook tot vervolging over kunnen gaan, zonder klacht van het slachtoffer
31
Stalkingsalarm
= een noodknop voor slachtoffers, waarbij de politie zo snel mogelijk aanwezig is bij één druk op de knop in een noodsituatie. Wel moet je eerder aangifte hebben gedaan van stalking
32
personen die aanspraak maken op een stalkingsalarm moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Degene moet het slachtoffer zijn van ernstige en/of levensbedreigende stalking door een ex-partner, en dit kunnen staven met proces(sen)-verbaal - Of het slachtoffer moet bereid zijn om een proces-verbaal te laten opmaken - Het slachtoffer moet wonen of verblijven op het grondgebied van de politiezone of dossierbeheerder - Het slachtoffer moet niet vrijwillig het contact onderhouden met de ex-partner (tenzij het noodzakelijk is i.v.m. de omgangsregeling met de kinderen) - Het slachtoffer moet bereid zijn om de gebruiksovereenkomst te tekenen
33
Psychopathie
een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door persoonlijkheidskenmerken als verminderde empathie en schuldgevoel, een gedurfde persoonlijkheid en moeite met het remmen en beheersen van gedrag. Mensen met psychopathie zijn in staat om mensen te bedriegen, manipuleren, uitbuiten, bedreigen, bestelen of fysiek schade toe te brengen. Tegelijkertijd kunnen zij er vriendelijk en welgemanierd uitzien, wat het lastig kan maken om psychopathische mensen te identificeren - Psychopathie is geen diagnose in de DSM-V - Psychopathie is niet hetzelfde als antisociale persoonlijkheidsstoornis; er zijn mensen met ASPS die geen psychopathie hebben, en er zijn mensen die psychopathie hebben en geen ASPS - Er is een discussie over de kern van psychopathie; wat verstaan we onder psychopatie?
34
PCL-R
een gouden standaard voor de diagnostiek en mate van psychopathie: door het succes van de PCL-R wordt het begrip psychopathie vaak gelijkgesteld aan een hoge PCL-R-score, maar psychopathie is NIET gelijk aan de PCL-R (net als dat intelligentie niet gelijk staat aan de IQ-test). De PCL-R meet enkel het construct psychopathie zoals dit door Robert Hare is gedefinieerd (en niet iedereen is het eens met zijn beeld van psychopathie)
35
de PCL-R kan je opsplitsen in twee factoren, die ook weer verder op te splitsen zijn in vier verschillende facetten
PLAATJE
36
Scoren PCL-R
Elk item (20) van de PCL-R wordt gescoord op een drie-puntsschaal van 0 tot 2 a.d.h.v. een interview met de patiënt. Hierbij staat een totaalscore van 30 of groter gelijk aan psychopathie (de Europese cut-off score is 25)
37
20 items PCL-R
1. Gladde prater of oppervlakkige charme 2. Sterk opgeblazen gevoel van eigenwaarde 3. Prikkelhongerig of neiging tot verveling 4. Pathologisch liegen 5. Listenbedrog of manipulerend gedrag 6. Gebrek aan berouw of schuldgevoel 7. Ontbreken van emotionele diepgang 8. Kil of gebrek aan empathie 9. Parasitaire levensstijl = levensstijl waarbij je leeft van andermans succes, geld of middelen 10. Gebrekkige beheersing van het gedrag 11. Promiscue seksueel gedrag 12. Gedragsproblemen op jonge leeftijd 13. Ontbreken van realistische doelen op de lange termijn 14. Impulsiviteit 15. Onverantwoordelijk gedrag 16. Geen verantwoordelijkheid nemen voor het eigen gedrag 17. Veel kortstondige partnerrelaties 18. Jeugdcriminaliteit 19. Schending van voorwaarden en/of achterwege blijven van vervroegde of voorwaardelijke invrijheidstelling 20. Veelsoortige criminaliteit
38
PXL-R en risicotaxatie
De PCL-R is niet ontwikkeld als risicotaxatie-instrument, maar als diagnostisch instrument voor psychopathie. Toch blijkt het instrument goed te correleren met recidive (“If crime is the job description, the psychopath is the perfect applicant” (Hare 1993)); de inschatting van psychopathie is dus zeker wel relevant voor de risico-inschatting! - PCL-R als opzichzelfstaand instrument - PCL-R als item in risicotaxatie-instrumenten; Een hoge PCL-R-score staat dus gelijk aan een hoog risico op recidive, MAAR een lage PCL-R- score staat NIET gelijk aan een laag risico op recidive. De PCL-R is goed in het identificeren van hoge risico’s, maar niet goed in het identificeren van lage risico’s
39
Seriemoordenaars en psychopathie
Van seriemoordenaars wordt al snel gezegd dat ze een psychopaat zijn, maar een seriemoordenaar hoeft geen psychopaat te zijn (seriemoordenaar ≠ psychopaat), en het is ook niet zo dat een psychopaat een seriemoordenaar is (psychopaat ≠ seriemoordenaar). Daarnaast is er veel verschil in online gerapporteerde cijfers (meer hierover in HC 8 en 9)
40
Beveiligingsniveau
Hoe weten we wie er moet worden toegelaten tot high, medium of low security? Hier zijn geen richtlijnen voor beschikbaar. Clinici hebben de verantwoordelijkheid om een patiënt toe te laten tot de minst beperkende setting, maar dit kan gevolgen hebben voor de samenleving. Daarnaast is er actief beheer nodig van de lengte van het verblijf. hoe weten we wanneer het gunstig en veilig is om een cliënt door te laten stromen? Want iemand te snel vrijlaten is echt niet goed, maar iemand te lang vasthouden is ook niet effectief; In de praktijk wordt er vaak naar de volgende dingen gekeken: - Gebaseerd op klinisch oordeel - Betrouwbaarheid, validiteit en transparantie
41
DUNDRUM
Als gevolg van het vorige kopje zijn we gekomen op de DUNDRUM;,de Dangerousness UNDerstanding, Recovery and Urgency Manual (DUNDRUM) van Kennedy et al. (2013) is een instrument dat clinici en rechters kan helpen bij hun beslissingen met betrekking tot de behoefte aan veiligheid (high, medium, low) met meer transparantie met betrekking tot het proces van deze beslissingen
42
4 onderdelen DUNDRUM
- DUNDRUM-1 = beveiligingsniveau - DUNDRUM-2 = opname prioriteit Voor de opname - DUNDRUM-3 = behandelvoortgang - DUNDRUM-4 = mate van herstel Elke 6 maanden of voor ontslag De DUNDRUM-3 en -4 maken ook gebruik van zelfrapportage
43
Dundrum 1:
De DUNDRUM-1 over het benodigde beveiligingsniveau bestaat uit 11 items die gemeten worden op een 5-puntsschaal (tabel) à het is een gestructureerde manier om het beveiligingsniveau in te schatten (= je kan bepaalde items zwaarder laten wegen dan andere items) 0 = Ambulant 1 = open afdeling 2 = psychiatrische intensieve zorg of low security 3 = medium security 4 = high security
44
Items DUNDRUM
TS1 = mate van ernst van geweld TS2 = mate van ernst toebrengen van letsel aan zichzelf TS3 = acuut risico op geweld als gevolg van een mentale stoornis TS4 = acuut risico op zelfmoord TS5 = nood aan gespecialiseerde forensische zorg TS6 = ontvluchtingen TS7 = preventie rondom toegang TS8 = slachtoPer gevoeligheid TS9 = complexe noden op het gebied van risico op geweld TS10 = gedrag binnen de instelling TS11 = wettelijk proces
45
DUNDRUM voor complementair gebruik
Het beveiligingsniveau staat niet gelijk aan het risiconiveau (beveiligingsniveau ≠ risiconiveau). Daarnaast staat de DUNDRUM-toolkit ook niet gelijk aan de risicotaxatie (DUNDRUM-toolkit ≠ risicotaxatie); de DUNDRUM is er meer voor complementair gebruik
46
Een onderzoek van KeFor naar de DUNDRUM heeft de volgende punten onderzocht:
- Betrouwbaarheid van de scores; test-hertest = scoren twee beoordelaars hetzelfde? - Interne consistentie = meten alle items hetzelfde construct? - Correlatie; is er een correlatie met andere instrumenten? - Predictieve validiteit; voorspelt een DUNDRUM-score transfers?
47
Plaatje = uit het onderzoek bleek het volgende; psychometrisch zit het goed in elkaar. Het is een lastig instrument om te scoren, waardoor training nodig is. De predictieve validiteit is goed, maar verder onderzoek is nodig. Het instrument is ook te gebruiken bij verstandelijk beperkten
PLAATJE
48
Conclusies DUNDRUM
- Psychometrische eigenschappen goed - Voorspellende kracht is veelbelovend; wel replicatie nodig!!! - Training belangrijk; wel replicatie nodig!!! - DUNDRUM-2 (momenteel) niet voor Belgische praktijk - DUNDRUM-1 voorspelt uitval - Kan worden gebruikt voor patiënten met een parafiele stoornis - Zelf invul versie niet geschikt voor PVB
49
IFBE
De IFBE wordt vaak genoemd als een synoniem van de DUNDRUM, maar dat is het niet; het gaat over gedragsobservatie, die door elke zorgverlener (verpleger, psychiater, beveiliger) meerdere keren per jaar uitgevoerd wordt, waardoor je een zeer breed beeld krijgt van de patiënt. Hierin wordt gekeken wat voor effecr de behandeling op de cliënt heeft. Hierbij wordt er wel gesteld dat de progressie van de behandeling niet gelijk staat aan een risicotaxatie-instrument (progressie van de behandeling ≠ risicotaxatie instrument)
50
De IFBE bestaat uit 22 items (plaatje), waarbij deze items onderverdeeld kunnen worden in drie indicatoren:
1. Beschermende factoren 2. Probleemgedrag 3. Resocialisatie vaardigheden
51
Totaal score IFBE
De totaalscore (output) zegt iets over het niveau van functioneren van de cliënt. Daarnaast geeft het een overzicht van de klinische en statistische veranderingen over tijd van de patiënt; ook al wordt de IFBE uitgevoerd door alle zorgverleners in de vorm van een observatie, zorgt de observatie toch voor overeenstemmende resultaten tussen zorgverleners
52
Voordelen IFBE
- Elke zorgverlener krijgt dezelfde beoordelingslijst - Het wordt herhaaldelijk gebruikt - Het wordt herhaald onder een kleine tijdsspanne - Geeft duidelijkheid voor de patiënt
53
O’Shea et al. (2019) en K.Harmer (eds)
Cyberstalking wordt gedefinieerd als een herhalend gedragspatroon waarbij technologie wordt gebruikt om iemand lastig te vallen of intimiteit van een andere persoon te eisen. Gevallen van cyberstalking worden steeds zichtbaarder in de media en in politieonderzoeken: het mediabericht van Dr. Angela Jay die in Australië werd gestalkt door haar Tinder date, 11 keer gestoken en overgoten met benzine met de bedoeling haar te verkrachten en levend te verbranden (Doyle 2017). Dr. Jay had onlangs de relatie beëindigd en had daarna honderden telefoontjes ontvangen waarin de man dreigde met zelfbeschadiging als ze hem niet zou terugnemen. Sommige mediaberichten concentreren zich op gevallen waarin cyberstalking wordt overschaduwd door samenvallende oPline stalking die resulteert in extreem fysiek geweld. Een dergelijke berichtgeving kan de rol van technologie bij het faciliteren van misbruik onderschatten. Dit roept vragen op over hoe de politie cyberstalking begrijpt en onderzoekt. Zijn de kenmerken vergelijkbaar met of verschillen ze van ‘traditionele’ oPline stalking? Welke impact heeft dit op de manier waarop de politie cyberstalking onderzoekt en vervolgt? Dit artikel behandelt deze vragen door de uitdagingen te presenteren die de politie zelf heeft geïdentificeerd in een Australisch rechtsgebied. Het artikel begint met het bespreken van cyberstalking als een vorm van door technologie gefaciliteerd misbruik in de context van huiselijk geweld. Dit wijst op twee gebieden die problematisch zijn voor het onderzoeken en vervolgen van cyberstalking: wetgeving en risicobeoordeling. Dit artikel bespreekt deze twee punten van zorg kritisch en identificeert daarbij enkele van de belangrijkste uitdagingen voor de politie bij het onderzoeken en vervolgen van cyberstalking
54
Habets et al
Criteria om te bepalen in welk beveiligingsniveau forensische patiënten moeten worden behandeld, bestaan momenteel niet in België. Onderzoek naar de beoordeling van het beveiligingsniveau is minimaal, en er zijn beperkte instrumenten beschikbaar. In dit onderzoek zijn de instrumenten onderzocht die de behoefte aan beveiligingsniveau meten: DUNDRUM-1 en de HoNOS- Secure. De psychometrische eigenschappen van de DUNDRUM-1, DUNDRUM-2 en de HoNOS-Secure werden onderzocht. Er is een willekeurige selectie gemaakt van 100 mannelijke forensische patiënten in de gevangenis. De DUNDRUM-1, DUNDRUM-2 en de HoNOS-Secure werden achteraf gescoord. Een deelsteekproef van de dossiers werd beoordeeld door vier onderzoekers (n = 38). Er is een vergelijking gemaakt met het beveiligingsniveau zoals vastgesteld door de rechtbank. De DUNDRUM-1 behaalde een uitstekende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid en de HoNOS- Secure en DUNDRUM-2 kregen een matige score. De interne consistentie was het hoogst voor DUNDRUM-1 gevolgd door de HoNOS-Secure en was laag voor de DUNDRUM-2. Zowel de DUNDRUM-1 als de HoNOS- Secure voorspelden toewijzingen door de rechtbank aan hoge beveiliging. De DUNDRUM-1 presteert beter dan de HoNOS-Secure op psychometrische eigenschappen en geeft duidelijke instructies met betrekking tot de beoordeling van het beveiligingsniveau. Training lijkt belangrijk te zijn voor het scoren van de DUNDRUM-1. De huidige studie leverde meer bewijs voor de toepasbaarheid van de DUNDRUM-1 in Belgische settings met betrekking tot het bepalen van de behoefte aan beveiliging