Hc 6 Flashcards

(47 cards)

1
Q

Cluster B- algemene beschrijving

A
  • Borderline persoonlijkheidsstoornis ; (Stabiele) instabiliteit van intermenselijke relaties, zelfbeeld, affecten en uitgesproken impulsiviteit
  • narcistische persoonlijkheidsstoornis; Grootheidswaanzin, behoefte aan bewondering, gebrek aan empathie
  • theatraal/histonische persoonlijkheidsstoornis; Overmatige emotionaliteit en aandacht vragen
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis; Minachtig voor en schending van de rechten van anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Narcistische Persoonlijkheidsstoornis

A

A. Een pervasief patroon van grootsheid (in fantasie of gedrag), behoefte aan
bewondering en gebrek aan empathie, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals aangegeven door vijf (of meer) van de volgende criteria:
1) Heeft een grandioos gevoel van eigenwaarde (bijv. overdrijft prestaties en talenten, verwacht te worden erkend te worden als superieur zonder evenredige prestaties)
2) Houdt zich bezig met fantasieën over onbeperkt succes, macht, schittering, schoonheid of ideale liefde.
3) Gelooft dat hij/ zij “speciaal” en uniek is en alleen kan worden begrepen door, of moet worden geassocieerd met andere bijzondere of hooggeplaatste mensen (of instellingen).
4) Verlangt buitensporige bewondering.
5) Heeft een gevoel van aanspraak, d.w.z. onredelijke verwachtingen van
een bijzonder voordelige behandeling of automatische naleving van zijn/
haar verwachtingen.
6) Is interpersoonlijk uitbuitend, d.w.z. maakt misbruik van anderen om zijn
of haar eigen doelen te bereiken.
7) Gebrek aan empathie: is niet bereid de gevoelens en behoeften van
anderen te erkennen of zich ermee te identificeren.
8) Isvaakjaloersopanderenofgelooftdatanderenjaloersophemofhaar
zijn.
9) Vertoont arrogant, hooghartig gedrag of houding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Erg lastig om met deze personen (narcistische persoonlijkheidsstoornis) een therapeutische relatie aan te gaan. Het meest bruikbare kenmerk om narcistische persoonlijkheidsstoornis te onderscheiden van histrionische, antisociale, en borderline persoonlijkheidsstoornis, waarbij de interactieve stijlen respectievelijk behaagzuchtig, hardvochtig en behoeftig zijn, is

A

de grootsheid die kenmerkend is voor de narcistische persoonlijkheidsstoornis.
• Borderline: de relatieve stabiliteit van het zelfbeeld en het relatieve gebrek aan zelfdestructiviteit, impulsiviteit, en verlatingsangst helpen ook narcistische PS te onderscheiden van borderline PS.
• Histrionische: overmatige trots op prestaties, een relatief gebrek aan emotioneel vertoon, en minachting voor de gevoeligheden van anderen helpen narcistische PS te onderscheiden van histrionische PS.
• Antisociale: personen met antisociale en narcistische PS delen de neiging om hardvochtig, lichtzinnig, oppervlakkig, uitbuitend, en niet empathisch te zijn. Echter, narcistische persoonlijkheidsstoornis omvat niet noodzakelijkerwijs kenmerken van impulsiviteit, agressie en bedrog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Alternatief Model Narcistische Persoonlijkheidsstoornis; A

A

A. Matige of ernstigere stoornis in het persoonlijkheidsfunctioneren, die tot uiting
komt in karakteristieke moeilijkheden op twee of meer van de volgende vier gebieden:
1) Identiteit: Overdreven verwijzing naar anderen voor zelfdefinitie en eigenwaarde regulatie; overdreven zelfwaardering opgeblazen of leeggelopen, of schommelend tussen uitersten; emotionele regulatie weerspiegelt schommelingen in het gevoel van eigenwaarde.
֍ Opgeblazen zelfgevoel als regulatie middel om tegenslagen te kunnen voorkomen, en het zelfbeeld in stand te houden.
2) Zelfsturing: Het stellen van doelen gebaseerd op het verkrijgen van goedkeuring van anderen; persoonlijke normen onredelijk hoog stellen om zichzelf als uitzonderlijk te zien, of te laag op basis van een gevoel van recht; vaak onbewust van eigen motivaties.
3) Empathie: Verminderd vermogen om de gevoelens en behoeften van anderen te herkennen of zich ermee te identificeren; overmatig afgestemd op reacties van anderen, maar alleen als het wordt gezien als relevant voor zichzelf; over- of onderschatting van het eigen effect op anderen.
4) Intimiteit: Relaties zijn grotendeels oppervlakkig en bestaan om de eigenwaarde te reguleren; wederkerigheid is beperkt door weinig oprechte interesse in de ervaringen van anderen en overheersende behoefte aan persoonlijk gewin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Alternatief Model Narcistische Persoonlijkheidsstoornis; B

A

Beide volgende pathologische persoonlijkheidskenmerken:
1) Grootheidswaanzin (een aspect van antagonisme): Gevoelens van
aanspraak, openlijk of heimelijk; egocentrisme; stevig vasthouden aan de overtuiging dat men beter is dan anderen; neerbuigendheid tegenover anderen.
2) Aandacht vragen (een aspect van antagonisme): Buitensporige pogingen om de aandacht van anderen te trekken en in het middelpunt te staan; bewondering zoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontstaan narcisme

A

Narcisme is ontstaan vanuit de Griekse mythe van Narcissus, een persoon wiens eigenliefde zo hoog was, dat hij niet van een ander kon houden, waardoor hij uiteindelijk stierf. Hij staarde graag naar zijn eigen weerspiegeling in het water en probeerde zichzelf achterna te gaan, waardoor hij verdronk en veranderde in een bloem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Narcisme als dimensionaal continuüm

A

Net zoals alle andere psychopathologie kan narcisme gezien worden op een dimensioneel continuüm: gezond narcisme vs. klinische narcisme, zoals een narcistische PS in de psychiatrie en strafrecht. Narcisme kan gezien worden als:
• Normaal mechanismen van handhaving en regulering van zelfwaardering.
• Normaal bereik van persoonlijkheidstrek.
• Extreme hoeveelheid eigenwaarde.
• Net zoals meeste persoonlijkheidskenmerken, kan narcisme leiden tot positieve
en negatieve aanpassingen; versies van narcisme zijn waarneembaar bij diverse invloedrijke mensen, waaronder (politieke) leiders, terroristen en zelfs wetenschappers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Belemmeren van het zelfbeeld bij een narcist

A

Wanneer het zelfbeeld van een narcist wordt belemmerd, kunnen ze enorm kwaad worden, omdat hun onderliggende inferieure zelfbeeld wordt aangetast. Hun unieke, opgeblazen verbloeming van zichzelf wordt tegengesproken, waardoor dit voor hen voelt als kritiek. Om hun grandioze zelfbeeld in tact te houden, gaan ze reageren met agressie op de tegenpartij door hun bijv. te gaan kleineren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Narcistische persoonlijkheidsstoornis verdere kenmerken

A

Mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis hebben een overdreven grandioos gevoel van eigenbelang en uniekheid, een opvallend gevoel van voorrecht of een verwachting van speciale behandeling. Ze koesteren fantasieën van onbeperkt succes, macht, brilliance, schoonheid, of ideale liefde. Ze koesteren fantasieën van onbeperkt succes, macht, schittering, schoonheid, of ideale liefde. Echter, onder de veeleisende en bevoorrechte presentatie ligt de preoccupatie met een fragiel gevoel van het zelf en eigenwaarde. Grandioosheid kan gezien worden als de belangrijkste eigenschap, maar eigenwaarde regulatie is waarschijnlijk het kerndefect van narcistische PS. Hun werkelijke fragiel zelfbeeld is erg onzeker, waardoor ze zich hiervoor willen beschermen door te overcompenseren met grandioosheid.
- narcistische paradox

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Narcistische paradox

A

narcisten hebben een opgeblazen zelfbeeld, maar hebben ook een buitensporig eerbetoon van anderen, uitgedrukt in geld, status en bewondering nodig. Narcisten doen zich belangrijker voor dan ze zijn of nodig is. Onbewust hebben ze dit gedrag ontwikkeld om hun gebrek aan eigenwaarde te verbergen, niet alleen voor anderen, maar ook voor zichzelf. Men heeft een zeer fragiel zelfbeeld dat in stand gehouden wordt door pathologische defensieve regulatieprocessen (= grandioze uitingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gedrag;

A

• Woede: narcisten kunnen met intense woede reageren op kritiek en op
(gemakkelijk waargenomen) vernedering en afwijzing, of situaties die hun
grandioze zelfbeeld bedreigen.
• Anderen uitbuiten.
• Gebrek aan empathie: narcisten zijn wel in staat om empathie te tonen, alleen
zien hier het nut niet van in, omdat ze geen aandacht willen besteden aan
anderen. Alleen zijzelf horen de aandacht te krijgen.
• Ontrouw.
• Verbale en fysieke agressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Limitaties

A

De hoeveelheid onderzoek naar narcistische PS is zeer beperkt; ongeveer 10 studies per jaar. Daarbij is narcistische PS een van de minder vaak voorkomende persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5. De prevalentie van narcistische PS in de gemeenschap wordt ongeveer geschat op 1%, en komt voornamelijk voor bij mannen. Ondanks de lage prevalentie komt narcistische PS regelmatig voor in de klinische praktijk.
Echter, zoeken mensen met NPS vaak geen hulp voor hun narcistische kenmerken, omdat deze als egosyntoon ervaren worden. Patiënten die zelf naar de kliniek komen, zoeken hulp voor secundaire gevolgen van narcisme:
• Frustratie of depressie, omdat ze hun zelf waargenomen potentieel niet hebben kunnen realiseren.
• Voortdurende teleurstellende relaties. Partners van narcisten gaven tijdelijk toe aan hun grandioosheid, waardoor dit gevoed werd. Wanneer de relatie uitgaat, wordt deze bewondering gemist.
• Verslaving voor alcohol of drugs: om de inferieure en onzekere gevoelens te dempen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Overlap en onderscheid

A

Narcistische PS overlapt met andere cluster B diagnoses, met name antisociale PS en borderline PS. Met antisociale PS heeft NPS gemeen wat wordt aangeduid als “interpersoonlijk disesteem”: een uitbuitende, egoïstische interpersoonlijke oriëntatie. Grandioze fantasieën en een gevoel van persoonlijke uniciteit en superioriteit zijn meer kenmerkend voor narcistische PS dan van antisociale PS individuen. Vooral de factor grandioosheid onderscheidt narcistische PS van de naburige diagnoses van cluster B.
Vergeleken met borderline PS besteden etiologische verklaringen voor NPS veel minder aandacht aan fysieke of seksuele misbruik ervaringen in de kindertijd. Het is de emotioneel onaangepaste, niet reagerende, en koude hechtingscontext die pathogeen wordt geacht voor sommige, misschien temperamentvol meer kwetsbare, individuen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verloop narcistische ps

A

Longitudinale studies naar het verloop van narcistische PS zijn schaars, maar bevindingen tonen aan dat pathologisch narcisme lijkt af te nemen in de loop van drie jaar. Verbetering in functioneren wordt geassocieerd met drie specifieke corrigerende ervaringen:
• Prestaties.
• Nieuwe duurzame relaties: aanleren om zich te verplaatsen in behoefte en
gevoelens van anderen.
• Desillusies: meer realistische doelen stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Big five kenmerken

A

Narcistische PS is positief gecorreleerd met extraversie en negatief met agreeableness, wat aangeeft dat “NPS patiënten worden gezien als sociaal uitgaand, actief en interpersoonlijk antagonistisch”. NPS patiënten zijn meer bezig met zichzelf te etaleren, en minder bezig met hun gedrag afstemmen op anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Suïcide en narcistische ps

A

Personen met narcistische PS ervaren psychologisch leed dat leidt tot een verhoogd suïcidaal risico in later leven. Suïcide risico wordt verhoogd wanneer men gefrustreerd raak door belemmering van hun grandioze zelfbeeld. Zelfmoordpogingen zijn minder impulsief, maar hebben een hogere prevalentie van slagen/ dodelijkheid (succesvoller dan bij BPS). Bij verlating is het suïcide risico zeer groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Genen/omgeving narcistische ps

A

Er is (beperkt) bewijs dat er genetische aansprakelijkheid is die ongeveer 40% van de variantie verklaard voor narcistische PS. Verder is er vooral bewijs voor omgevingsfactoren van de ontwikkeling:
• Koude overcontrolerende ouders kunnen kwetsbaar narcisme stimuleren.
• Toegeeflijke ouders kunnen grandioos narcisme stimuleren.

Wanneer ouders het kind een realistisch gevoel van eigenwaarde geven, zorgt dit dat de grandiositeit wordt geneutraliseerd. Echter, als deze aanpak inconsistent is of er weinig hechting is, dan ontstaan er tekortkomingen in de ontwikkeling van het gevoel van eigenwaarde en emotieregulatie. Als de ouders zichzelf narcistisch gedragen, kan het kind dit gaan modelleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Psychodynamische theorie kohut

A

Centraal in Kohuts theorie staat het concept van zelfobjecten. Zelf-objecten zijn voorstellingen in iemands geest van hechte, ondersteunende relaties die een gevoel van persoonlijke kracht en vertrouwen voeden. Als deze intrapsychische ondersteuning zich niet voldoende ontwikkelt, ontstaat een zwakke zelfstructuur met een gecompromitteerd regulerend vermogen, waardoor een narcist zich gaat opblazen. Archaïsche grandioosheid blijft bestaan als de bevestigende reacties van de moeder gebrekkig zijn en als de empathische afstemming tussen moeder en kind ernstig ontbreekt.
Kohut plaatst de narcistische persoonlijkheid in het neurotische spectrum van de psychopathologie, wat een belangrijk verschil met borderline PS laat zien.
In een psychodynamische behandeling moeten narcistische PS patiënten in staat worden gesteld hun grandioosheid te tonen en de gelegenheid krijgen om de therapeut te idealiseren. Door langdurige empathische onderdompeling wordt een corrigerende relatie-ervaring gecreëerd die de omstandigheden biedt voor een geleidelijke herwaardering van zichzelf en de geïnternaliseerde anderen. Patiënten leren hun eigen beperkingen en die van hun therapeut te waarderen, waardoor de ontwikkelingsachterstand wordt opgeheven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Psychodynamische theorie van kernberg

A

Kernberg (1984, 1996) plaatst de narcistische persoonlijkheid op het niveau van de borderline organisatie. De structurele schade van NPS patiënten is geworteld in het opgroeien in een emotioneel ontberende omgeving, bijv. een chronisch koude, ongepaste moeder. Doordat het kind zich niet geliefd en “slecht” voelde, projecteerde het zijn woede op zijn ouders, die dan werden gezien als nog meer sadistischer en minderwaardig.

De verdediging van het kind bestond uit zijn toevlucht te zoeken in een aspect van zichzelf dat zijn ouders waardeerden. Zo ontwikkelde zich het “grandioze zelf”.
De therapeut moet de defensieve functie van de grandioosheid uitleggen aan de patiënt, d.w.z. het beschermt hem tegen zich niet geliefd en minderwaardig te voelen (onzekerheid). De interpretaties zijn erop gericht de extreem positieve (grandioze) en negatieve (inferieure, onaantrekkelijke) zelfrepresentaties met elkaar te verbinden.

20
Q

Socialleermodel

A

Millon (1981) stelde dat ouderlijke overwaardering in plaats van devaluatie aan de basis ligt van narcistische PS. Kinderen geloven dat ze speciaal en perfect zijn door een constante stortvloed van aandacht, bewondering en complimentjes over hoe uniek ze zijn. Wanneer ze teleurgesteld worden, voedt het opgeblazen gevoel van eigenwaarde de woede. Dit opgeblazen zelfbeeld wordt met tussenpozen versterkt, waardoor het zeer resistent is tegen uitdoving.

21
Q

Dynamic Selfregulatory Processing Model

A

Het model van Morf en Rhodewalt richt zich op het narcistisch paradox, namelijk het gelijktijdig bestaan van kwetsbaarheid en grootsheid bij deze individuen. Het basisargument is dat narcisten veel expliciete maar weinig impliciete eigenwaarde hebben.
• Impliciete eigenwaarde vereist geen inspanning en reageert sneller op kritieke situaties, terwijl expliciete eigenwaarde moeizame redeneringen vereist.
• Impliciete zelfwaardering verwijst naar “hete” cognities en wordt geassocieerd met sterke affectieve reacties zoals schaamte en publieke angst.
• Expliciete hoge eigenwaarde wordt vervolgens gehandhaafd en verdedigd door zelfregulerende en interpersoonlijke strategieën, waaronder het tonen van woede en vijandigheid.
Waargenomen bedreiging van het expliciete, hoge zelfbeeld nodigt uit tot intense affectieve reacties, waaronder woede, om het zelfbeeld te beschermen en te verdedigen (narcistische woede).

22
Q

Schematherapie

A

Young et al. (2003) beschouwen het eenzame kind, de zelfverheerlijker, en de afstandelijke beschermer modi bij uitstek in narcistische PS. Narcisten zijn getraumatiseerd in het schema domein dat te maken heeft met gehechtheidsbehoeften.
Mensen met narcisme zijn tekort gekomen in hechtingsbehoeftes, weinig verbindingen en voelen zich hierdoor vaak alleen en inferieur. Ze lossen dit op door het grandioze gevoel te uiten, waardoor ze niet worden geconfronteerd met het negatieve gevoel.
.
Zoals een jong kind, voelt de narcistische PS patiënt zich onbemind en ongeliefd, en ontwikkelt het emotionele deprivatie schema. Door interpersoonlijk of statusverlies, wordt dit schema geactiveerd, en proberen narcistische PS individuen over te schakelen naar de compenserende coping modi van de zelfverheerlijker of afstandelijke beschermer.
.

Ze zijn gevoelig voor kwetsbare emoties als reactie op narcistische verwondingen, hoewel ze vaak deze emoties niet direct uiten. In plaats daarvan gebruiken ze maladaptieve copingstrategieën, resulterend in emotionele toestanden, bekend als “schema modi”. Dit omvat de Self-Aggrandizer modus en de Detached protector en Self-Soother modus, waarin een superieure, arrogante zelfpresentatie en verslavend of dwangmatig gedrag een zelfregulerende functie hebben. De zelfverheerlijker is het typische sociale gezicht van de narcistische PS patiënt: veeleisend, competitief, en superieur. Wanneer hij alleen is, kan de patiënt zichzelf kalmeren of opwinden om de pijn van het eenzame kind te vermijden (onthechte beschermer).
.
Schematherapie beoogt de patiënt te leren liefhebben en bemind te worden om het emotionele deprivatieschema van het eenzame kind te herstellen, en om meer adaptieve opties te ontwikkelen om met emotionele pijn om te gaan door de gezonde volwassen modus te versterken ten koste van de zelfverheerlijker en de afstandelijke beschermer modi.

23
Q

Voorheen werd de dimensionele beschrijving van narcisme gegeven, maar er kan naar verschillende subtypes gekeken worden op een categorische manier:

A

• Arrogant type: overte
• Verlegen/ hyperviligant type: de coverte

Verschillende auteurs hebben een onderscheid voorgesteld tussen de grandioze, exhibitionistische, of “onbewuste” narcistische PS zoals voorgesteld in de DSM, en een subtielere, verborgen narcistische PS, ook wel aangeduid als de covert of kwetsbare narcist. De covert narcist/ meer vermijdende subtype vertoont niet openlijk de hoogmoed en arrogantie kenmerken van narcistische PS, maar heeft in het geheim een vergelijkbaar gevoel van aanspraak en grandioze verwachtingen. Terwijl de grandioze, openlijke narcistische PS patiënt zijn eigenwaarde beheert door openlijke zelfverrijking en zich agressief te laten gelden voor zijn gerechtvaardigde verwachtingen, is het coverte, vermijdende subtype in conflict tussen het handhaven van hun eisen, en zich ervoor schamen en ze onderdrukken.

24
Q

• Arrogant type: overte

A

openlijke narcisten die grandioos-exhibitionistisch zijn met een opgeblazen en kwetsbaar gevoel van eigenwaarde, maar ook een gevoel van superioriteit. Ze zijn erg op zichzelf gericht (= pretentieus) en kunnen slecht tegen kritiek. Ze hebben grote fantasieën om hun gevoel van eigenwaarde te beschermen, omdat deze eigenwaarde instabiel is. Gevoelens worden nauwkeurig ervaren, maar ze reageren daar extreem en gewelddadig op. Anderen worden gebruikt om het gevoel van eigenwaarde te vergoten, waarbij ze vragen naar bewondering en gebruiken denigratie/ kleineren.

25
• Verlegen/ hyperviligant type:
de coverte narcist is altijd in een verhoogde staat van alertheid en altijd op zijn hoede, waardoor ze erg kwetsbaar en gevoelig zijn, maar kunnen vanbinnen erg haatdragend zijn. De schaamte beperkt de openlijke agressie van de expressie van hun grandiositeit. Hierdoor streven ze niet daadwerkelijk hun doelen na en grijpen ze hun kansen niet. Ze geloven wel dat ze superieur/ uniek zijn. Hun emoties zijn gecontroleerd, negatief, en extreem kwetsbaar (ook hypochondrie). Ze hebben beperkte intimiteit door de angst voor kritiek en afwijzing. Ze kunnen schuld, wroeging, afgunst voelen en hebben onvermogen om voor anderen te zorgen. Er zijn veel interpersoonlijke conflicten en afwijzingen, waardoor ze vaak alleen zijn. Hierdoor is dit type moeilijk te identificeren en te onderzoeken. ֍ Angst en neuroticisme.
26
Overlap van Covert Narcisme met Vermijdende PS
Covert narcisten hebben een zwak zelfbeeld en zijn gevoelig voor gevoelens van schaamte en ontoereikendheid die leiden tot (ongepaste) defensieve reacties en vermijding van interpersoonlijke relaties. Ze kunnen aanvankelijk de indruk geven van vermijdende PS-patiënten, omdat hun narcistische grootheidswaanzin verborgen blijft, maar naarmate de behandeling vordert, komt het gevoel van aanspraak en superioriteit naar voren. Kwetsbare narcistische PS heeft fenomenologische overeenkomsten met vermijdende PS op grond van hun gedeelde angst voor vernedering, schaamte en afwijzing kunnen beiden nauwe banden vermijden. De motivatie is echter heel anders; narcistische PS-patiënten willen zich niet blootstellen aan de teleurstelling en schaamte van onvervulde verwachtingen, terwijl de vermijdende PS-patiënten bang zijn voor sociale afwijzing wegens ontoereikendheid.
27
Assessment van Narcistische Persoonlijkheidsstoornis: zelfrapportage
• Narcissistic Personality Inventory: leiderschap/ autonomie, superioriteit/ arrogantie, zelfabsorptie/ zelfbevrediging, en aanspraak/ uitbuiting. Alleen de entitlement/exploitation schaal is consequent gerelateerd aan disfunctioneren. • Five Factor Model Personality Disorder (FFM-PD) scales: beoordelen van maladaptieve trekken opgenomen in de DSM-5 sectie II persoonlijkheidsstoornissen. ֍ Five Factor Narcism Inventory (FFNI). ֍ Exhibitionism and Authoritativeness scales: zowel meten van kwetsbaar als grandioos narcisme.
28
Assessment van Narcistische Persoonlijkheidsstoornis; interviews
• Diagnostisch interview voor narcisme: leiderschap/ autonomie, superioriteit/ arrogantie, zelfabsorptie/ zelfoverschatting en aanspraak/ uitbuiting. • SCID-5-P en STIP 5.1: meting via het alternatieve model.
29
Histrionische/ Theatrale Persoonlijkheidsstoornis; uitleg
Personen met de diagnose histrionische PS zijn gemotiveerd om het middelpunt van de belangstelling te zoeken, zijn verleidelijk, flirterig of seksueel uitdagend met anderen, gebruiken zeer theatrale uitingen van emoties, zijn emotioneel oppervlakkig en houden vaak geen rekening met de emoties van anderen. Door hun theatrale en extraverte aard, kunnen personen met histrionische PS veel bewonderaars hebben, hoewel ze vaak moeite hebben om diepe, wederzijds bevredigende relaties te onderhouden. . Deze personen kunnen leeg overkomen, ondanks hun uitbundigheid, waardoor ze lastig relaties aan kunnen gaan met anderen. Personen met een histrionische persoonlijkheidsstoornis kunnen moeite hebben met het bereiken van emotionele onafhankelijkheid in romantische of seksuele relaties. Zij spelen vaak een rol (bijvoorbeeld "slachtoffer" of "prinses") in hun relaties met anderen.
30
Histrionische/ Theatrale Persoonlijkheidsstoornis
A. Een pervasief patroon van buitensporige emotionaliteit en aandacht vragen, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig is in verschillende contexten, zoals aangegeven door vijf (of meer) van de volgende criteria: 1) Voelt zich ongemakkelijk in situaties waarin hij/ zij niet het middelpunt van de belangstelling is. 2) Interactie met anderen wordt vaak gekenmerkt door ongepast seksueel verleidelijk of provocerend gedrag. 3) Vertoont snel wisselende en oppervlakkige expressie van emoties 4) Gebruikt consequent het fysieke uiterlijk om de aandacht op zichzelf te vestigen. 5) Heeft een buitensporig impressionistische en weinig gedetailleerde stijl van spreken. 6) Vertoont zelfdramatisering, theatraliteit en overdreven uiting van emoties. 7) Is suggestief, d.w.z. gemakkelijk beïnvloedbaar door anderen of omstandigheden. 8) Relaties worden intiemer beschouwt dan ze in werkelijkheid zijn.
31
Verschil Borderline PS vs. Histrionische PS
• Histrionische PS : Een doordringend patroon van buitensporige emotionaliteit en aandacht vragen, beginnend op vroege volwassenheid en aanwezig in een verscheidenheid van contexten, zoals aangegeven door vijf (of meer) van de volgende. • Borderline PS: Een doordringend patroon van instabiliteit van interpersoonlijke relaties, zelfbeeld en affecten, en duidelijke impulsiviteit, beginnend op de vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals aangegeven door vijf (of meer) van de volgende kenmerken.
32
Hoewel borderline persoonlijkheidsstoornis ook kan worden gekenmerkt door aandacht vragen, manipulatief gedrag, en snel wisselende emoties, onderscheidt het zich door;
zelfdestructiviteit, boze verstoringen in hechte relaties, en chronische gevoelens van diepe leegte en identiteitsverstoring. • Beide stoornissen ervaren een gevoel van leegte. • Echter, wordt deze leegte bij beide op een verschillende manier opgevuld: ֍ HPS: continue aandacht om leegte te voorkomen.
33
Verschil Histrionische PS met Antisociale
Personen met antisociale persoonlijkheidsstoornis en histrionische persoonlijkheidsstoornis delen een neiging om impulsief, oppervlakkig, op zoek naar opwinding, roekeloos, verleidelijk, en manipulatief te zijn, maar personen met een histrionische persoonlijkheidsstoornis neigen meer overdreven te zijn in hun emoties en zijn niet kenmerkend voor antisociaal gedrag. Personen met een histrionische persoonlijkheidsstoornis zijn manipulatief om steun te krijgen, terwijl degenen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis manipulatief zijn om winst, macht, of andere materiële bevrediging. • Overeenkomsten: impulsief, oppervlakkig, op zoek naar opwinding, roekeloos, verleidelijk, en manipulatief. • Verschillen: overdreven in emoties en antisociaal gedrag.
34
Verschil Histrionische PS met Narcistische
Personen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis hunkeren ook naar aandacht van anderen, willen lof voor hun "superioriteit", terwijl personen met een histrionische persoonlijkheidsstoornis bereid zijn om als kwetsbaar of afhankelijk gezien te worden als dat helpt om aandacht te krijgen. Personen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis kunnen de intimiteit van hun relaties met andere mensen overdrijven, maar ze zijn meer geneigd om de "VIP" status of rijkdom te benadrukken van hun vrienden. • Overeenkomsten: hunkeren naar aandacht (wel voor een andere reden). • Verschillen: superioriteit, kwetsbaarheid, overdrijven.
35
Verschil Histrionische PS met Afhankelijke PS
Personen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis willen buitensporig afhankelijk zijn van anderen voor lof en begeleiding, maar zonder de flamboyante, overdreven, emotionele kenmerken van personen met histrionische persoonlijkheidsstoornis. • Verschillen: afhankelijkheid, overdreven emotionele reacties.
36
Overlap
Narcistische PS en histrionische PS komen vaker wel dan niet voor in combinatie met andere persoonlijkheidsstoornissen, vooral met de andere Cluster B diagnoses en afhankelijke PS. Gezien de overlap, lijkt het zeer twijfelachtig dat borderline PS en histrionische PS afzonderlijke syndromen vormen, des te meer gezien het gebrek aan bewijs dat een afzonderlijk etiologisch traject, verloop of behandelingsreactie is. De onderliggende impulsieve en emotioneel vluchtige kenmerken gaan gepaard met verschillende gedragspatronen.
37
Histrionische ps vroeger;
Histrionische PS stond vroeger bekend als hysterie, hysterische neurose en als hysterische PS. Zeer weinig empirische studies hebben zich specifiek gericht op histrionische PS, waardoor de DSM-III diagnose conceptuele overlap vertoonde met BPS.
38
Verscheidene auteurs verklaarden dat HPS in de DSM moet worden geschrapt om de volgende redenen:
• Prevalentie van histrionische PS was zeer laag in dagkliniek (0,4%) • Comorbiditeit met borderline, narcistische en afhankelijke PS was zeer hoog. • Biologische en genetische studies hebben geen relevante factoren gevonden die geassocieerd zijn met histrionische PS • Histrionische PS leidt op zichzelf nauwelijks tot significante beperkingen. • Histrionische PS heeft niet de negatieve ethische implicaties van de andere persoonlijkheidsstoornissen uit Cluster B (antisociale, BPS en narcistische PS). ֍ Histrionische stoornis is noch een pathologische stoornis, noch een morele stoornis.
39
Histrionische Persoonlijkheidsstoornis en Gender
Er zijn aanwijzingen dat histrionische PS een overwegend vrouwelijke stoornis is. Men denkt dat de hogere prevalentie onder vrouwen samenhangt met seksegerelateerde verschillen in de onderliggende psychopathologie. Boysen et al. (2014) lieten individuen beoordelen of ze psychiatrische stoornissen meer mannelijk of vrouwelijk vonden. Tot het vrouwelijke stereotype behoorden histrionische PS, eetstoornissen, body dysmorphia en orgasmestoornis. Een andere gendergerelateerde kwestie die empirisch is getest, is de hypothese dat histrionische PS op geslachtsspecifieke manieren tot uiting komt. Op basis van 250 medische dossiers concludeerden Lilienfeld e.a. (1986) dat histrionische PS, antisociale PS, en somatisatiestoornis een onderliggende diathese delen. "Antisociale PS en somatisatiestoornis kunnen geslachtsgebonden alternatieve routes vormen voor de expressie van histrionische PS". Vervolgexperimenteel onderzoek en review (Cale & Lilienfeld, 2002) hebben dit echter niet bevestigd.
40
Histrionische Persoonlijkheidsstoornis en Comorbiditeit
Histrionische persoonlijkheid is geassocieerd met eetstoornissen en fybromyalgie (= langdurige (chronische) pijn in spieren en bindweefsel in en rondom de gewrichten). Histrionische trekken tijdens de adolescentie zijn geassocieerd met eetstoornis symptomatologie in volwassenheid. Histrionische PS patiënten hadden een hoger risico op comorbide middelenmisbruik. Vrouwen met vaginisme vertoonden significant meer histrionische symptomen en trekken vergeleken met proefpersonen met andere seksuele klachten. . Histrionische persoonlijkheidsstoornis is in verband gebracht met hogere percentages somatische symptoomstoornis, conversiestoornis (functionele neurologische symptoomstoornis), en depressieve stoornis. Borderline, narcistische, antisociale en afhankelijke persoonlijkheidsstoornissen komen vaak tegelijkertijd voor.
41
Zelfrapportage histrionische ps
• De Millon Clinical Multiaxial Inventory (MCMI-III; Millon, 2009): de enige klinische test die een specifieke histrionische schaal bevat. • Er is een korte screeningsvragenlijst (11 items) ontwikkeld voor histrionische symptomen (Ferguson & Negy, 2014). • De MMPI-scores van histrionische PS-patiënten laten een betekenisvolle verhoging zien voor de klinische schaal 9 - Manie, en een lagere score voor 0 - Sociale Introversie. • NEO-PI: Histrionische persoonlijkheid is positief gecorreleerd met alle zes extraversie facetten: Warmte, Gratieus, Assertiviteit, Activiteit, Zoeken naar opwinding, en Positieve Emoties en door een lager niveau van altruïsme
42
Interviews histrionische ps
• SCID-5-P. • STIP-5.1.
43
Alternatieve Model: Persoonlijkheidsstoornissen – Trait Specified; A
Histrionische persoonlijkheidsstoornis is uit het nieuwe model van de DSM gehaald. Men kan niet direct meer gediagnosticeerd worden met HPS, maar wel met histrionische kenmerken op het gebied van identiteit (gevoel van leegte). Hierdoor wordt men gediagnosticeerd met een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. A. Matige of grotere stoornissen in het persoonlijkheidsfunctioneren, die zich uiten in moeilijkheden op twee of meer van de volgende vier gebieden: 1) Identiteit. 2) Zelfsturing 3) Empathie 4) Intimiteit
44
Alternatieve Model: Persoonlijkheidsstoornissen – Trait Specified; B
Een of meer pathologische persoonlijkheidskenmerken OF specifieke kenmerken binnen de domeinen, rekening houdend met ALLE van de volgende domeinen: 1) Negatieve Affectiviteit (vs.Emotionele Stabiliteit): Frequente en intense ervaringen van hoge niveaus van een breed scala van negatieve emoties (bijv. angst, depressie, schuld/ schaamte, zorgen, woede), en hun gedrag (bijv. zelfbeschadiging) en interpersoonlijke (bijv. afhankelijkheid) manifestaties daarvan. 2) Onthechting (vs. Extraversie): Vermijding van sociaal-emotionele ervaringen, inclusief terugtrekking uit interpersoonlijke interacties, variërend van gewone, dagelijkse interacties tot vriendschappen en intieme relaties, evenals beperkte affectieve ervaring en expressie, met name beperkte hedonische capaciteit. 3) Antagonisme (vs. Agreeableness): Gedrag dat het individu op gespannen voet plaatst met andere mensen, waaronder een overdreven gevoel van eigendunk en een daarmee gepaard gaande verwachting van een speciale behandeling, evenals een gevoelloze antipathie jegens anderen, wat zowel onbewustheid van andermans behoeften en gevoelens inhoudt, als een bereidheid om anderen te gebruiken in dienst van zelfverbetering. 4) Ontremming (vs. Consciëntieusheid): Oriëntatie op onmiddellijke bevrediging, leidend tot impulsief gedrag dat wordt gedreven door huidige gedachten, gevoelens, en externe prikkels, zonder rekening te houden met leren in het verleden of overweging van toekomstige gevolgen. 5) Psychoticisme (vs. Luciditeit): Het vertonen van een breed scala aan cultureel incongruente vreemde, excentrieke of ongewone gedragingen en cognities, zowel procesmatig (bijv. waarneming, dissociatie) als inhoudelijk (bijv. overtuigingen).
45
Schematherapie voor Histrionische Persoonlijkheidsstoornis
Enig bewijs voor het ontstaan van histrionische persoonlijkheidsstoornis komt van opvoedingsstijlen. Wanneer een kind opgevoed wordt door bestraffende ouders zorgt dit of voor een impulsief/ ongedisciplineerd kind of voor een kwetsbaar kind. Het kind probeert met deze gevoelens om te gaan door te overcompenseren en veel aandacht te vragen. Schematherapie kan ervoor zorgen dat deze ingewortelde schema’s afgebouwd worden.
46
Cluster B en Interpersoonlijk Geweld
Cluster B pathologie is een risicofactor gebleken voor verschillende vormen van geweld. In meer impulsieve, minder geremde subtypes, kunnen de personen naar deze intense emotionele ervaringen gaan handelen. Stalkers voldeden voor 50% aan criteria voor één of meer persoonlijkheidsstoornissen, wat veel hoger is dan bij de algemene bevolking. Stalkingsgedrag bestaat typisch uit een mix van indringend volgen, achtervolgende ongewenste communicatie en (dreiging met) geweld.
47
Resultaten van vrouwelijke slachtoffers van stalking rapporteerde het volgende:
Vier van de vijf stalkers werden beschreven als "redelijk functionele mensen maar die buitengewoon gevoelig waren voor afwijzing, verlating of verlies". • 86% van de stalkers vertoonde een onzekere hechtingsstijl, stalkers zagen zichzelf negatief, terwijl ze een neutrale of negatieve kijk op anderen hadden. • Post-intieme stalkers scoorden extreem laag op agreeableness: gekenmerkt als dominant, autoritair, egocentrisch, en uitbuitend. • Stalkers werden beschreven als aanzienlijk minder gedisciplineerd en georganiseerd dan normale mensen, en ook aanzienlijk minder emotioneel stabiel. • Meloy's (1998) conceptualisering ziet stalking als een weerspiegeling van gehechtheidspathologie. Waargenomen afwijzing of verlating activeert het maladaptieve gehechtheidssysteem van de stalker. Het opdringerige gedrag en de gewelddadige pogingen om de partner terug te winnen kunnen het best worden gezien als een protest. De stalker, gemotiveerd door de desintegratieangst van een kwetsbaar zelf-systeem, is hij niet in staat de persoon los te laten die de sleutel is tot zijn fragiele psychische evenwicht.