Hc 6 Flashcards
(47 cards)
Cluster B- algemene beschrijving
- Borderline persoonlijkheidsstoornis ; (Stabiele) instabiliteit van intermenselijke relaties, zelfbeeld, affecten en uitgesproken impulsiviteit
- narcistische persoonlijkheidsstoornis; Grootheidswaanzin, behoefte aan bewondering, gebrek aan empathie
- theatraal/histonische persoonlijkheidsstoornis; Overmatige emotionaliteit en aandacht vragen
- Antisociale persoonlijkheidsstoornis; Minachtig voor en schending van de rechten van anderen
Narcistische Persoonlijkheidsstoornis
A. Een pervasief patroon van grootsheid (in fantasie of gedrag), behoefte aan
bewondering en gebrek aan empathie, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals aangegeven door vijf (of meer) van de volgende criteria:
1) Heeft een grandioos gevoel van eigenwaarde (bijv. overdrijft prestaties en talenten, verwacht te worden erkend te worden als superieur zonder evenredige prestaties)
2) Houdt zich bezig met fantasieën over onbeperkt succes, macht, schittering, schoonheid of ideale liefde.
3) Gelooft dat hij/ zij “speciaal” en uniek is en alleen kan worden begrepen door, of moet worden geassocieerd met andere bijzondere of hooggeplaatste mensen (of instellingen).
4) Verlangt buitensporige bewondering.
5) Heeft een gevoel van aanspraak, d.w.z. onredelijke verwachtingen van
een bijzonder voordelige behandeling of automatische naleving van zijn/
haar verwachtingen.
6) Is interpersoonlijk uitbuitend, d.w.z. maakt misbruik van anderen om zijn
of haar eigen doelen te bereiken.
7) Gebrek aan empathie: is niet bereid de gevoelens en behoeften van
anderen te erkennen of zich ermee te identificeren.
8) Isvaakjaloersopanderenofgelooftdatanderenjaloersophemofhaar
zijn.
9) Vertoont arrogant, hooghartig gedrag of houding.
Erg lastig om met deze personen (narcistische persoonlijkheidsstoornis) een therapeutische relatie aan te gaan. Het meest bruikbare kenmerk om narcistische persoonlijkheidsstoornis te onderscheiden van histrionische, antisociale, en borderline persoonlijkheidsstoornis, waarbij de interactieve stijlen respectievelijk behaagzuchtig, hardvochtig en behoeftig zijn, is
de grootsheid die kenmerkend is voor de narcistische persoonlijkheidsstoornis.
• Borderline: de relatieve stabiliteit van het zelfbeeld en het relatieve gebrek aan zelfdestructiviteit, impulsiviteit, en verlatingsangst helpen ook narcistische PS te onderscheiden van borderline PS.
• Histrionische: overmatige trots op prestaties, een relatief gebrek aan emotioneel vertoon, en minachting voor de gevoeligheden van anderen helpen narcistische PS te onderscheiden van histrionische PS.
• Antisociale: personen met antisociale en narcistische PS delen de neiging om hardvochtig, lichtzinnig, oppervlakkig, uitbuitend, en niet empathisch te zijn. Echter, narcistische persoonlijkheidsstoornis omvat niet noodzakelijkerwijs kenmerken van impulsiviteit, agressie en bedrog.
Alternatief Model Narcistische Persoonlijkheidsstoornis; A
A. Matige of ernstigere stoornis in het persoonlijkheidsfunctioneren, die tot uiting
komt in karakteristieke moeilijkheden op twee of meer van de volgende vier gebieden:
1) Identiteit: Overdreven verwijzing naar anderen voor zelfdefinitie en eigenwaarde regulatie; overdreven zelfwaardering opgeblazen of leeggelopen, of schommelend tussen uitersten; emotionele regulatie weerspiegelt schommelingen in het gevoel van eigenwaarde.
֍ Opgeblazen zelfgevoel als regulatie middel om tegenslagen te kunnen voorkomen, en het zelfbeeld in stand te houden.
2) Zelfsturing: Het stellen van doelen gebaseerd op het verkrijgen van goedkeuring van anderen; persoonlijke normen onredelijk hoog stellen om zichzelf als uitzonderlijk te zien, of te laag op basis van een gevoel van recht; vaak onbewust van eigen motivaties.
3) Empathie: Verminderd vermogen om de gevoelens en behoeften van anderen te herkennen of zich ermee te identificeren; overmatig afgestemd op reacties van anderen, maar alleen als het wordt gezien als relevant voor zichzelf; over- of onderschatting van het eigen effect op anderen.
4) Intimiteit: Relaties zijn grotendeels oppervlakkig en bestaan om de eigenwaarde te reguleren; wederkerigheid is beperkt door weinig oprechte interesse in de ervaringen van anderen en overheersende behoefte aan persoonlijk gewin.
Alternatief Model Narcistische Persoonlijkheidsstoornis; B
Beide volgende pathologische persoonlijkheidskenmerken:
1) Grootheidswaanzin (een aspect van antagonisme): Gevoelens van
aanspraak, openlijk of heimelijk; egocentrisme; stevig vasthouden aan de overtuiging dat men beter is dan anderen; neerbuigendheid tegenover anderen.
2) Aandacht vragen (een aspect van antagonisme): Buitensporige pogingen om de aandacht van anderen te trekken en in het middelpunt te staan; bewondering zoeken.
Ontstaan narcisme
Narcisme is ontstaan vanuit de Griekse mythe van Narcissus, een persoon wiens eigenliefde zo hoog was, dat hij niet van een ander kon houden, waardoor hij uiteindelijk stierf. Hij staarde graag naar zijn eigen weerspiegeling in het water en probeerde zichzelf achterna te gaan, waardoor hij verdronk en veranderde in een bloem.
Narcisme als dimensionaal continuüm
Net zoals alle andere psychopathologie kan narcisme gezien worden op een dimensioneel continuüm: gezond narcisme vs. klinische narcisme, zoals een narcistische PS in de psychiatrie en strafrecht. Narcisme kan gezien worden als:
• Normaal mechanismen van handhaving en regulering van zelfwaardering.
• Normaal bereik van persoonlijkheidstrek.
• Extreme hoeveelheid eigenwaarde.
• Net zoals meeste persoonlijkheidskenmerken, kan narcisme leiden tot positieve
en negatieve aanpassingen; versies van narcisme zijn waarneembaar bij diverse invloedrijke mensen, waaronder (politieke) leiders, terroristen en zelfs wetenschappers.
Belemmeren van het zelfbeeld bij een narcist
Wanneer het zelfbeeld van een narcist wordt belemmerd, kunnen ze enorm kwaad worden, omdat hun onderliggende inferieure zelfbeeld wordt aangetast. Hun unieke, opgeblazen verbloeming van zichzelf wordt tegengesproken, waardoor dit voor hen voelt als kritiek. Om hun grandioze zelfbeeld in tact te houden, gaan ze reageren met agressie op de tegenpartij door hun bijv. te gaan kleineren.
Narcistische persoonlijkheidsstoornis verdere kenmerken
Mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis hebben een overdreven grandioos gevoel van eigenbelang en uniekheid, een opvallend gevoel van voorrecht of een verwachting van speciale behandeling. Ze koesteren fantasieën van onbeperkt succes, macht, brilliance, schoonheid, of ideale liefde. Ze koesteren fantasieën van onbeperkt succes, macht, schittering, schoonheid, of ideale liefde. Echter, onder de veeleisende en bevoorrechte presentatie ligt de preoccupatie met een fragiel gevoel van het zelf en eigenwaarde. Grandioosheid kan gezien worden als de belangrijkste eigenschap, maar eigenwaarde regulatie is waarschijnlijk het kerndefect van narcistische PS. Hun werkelijke fragiel zelfbeeld is erg onzeker, waardoor ze zich hiervoor willen beschermen door te overcompenseren met grandioosheid.
- narcistische paradox
Narcistische paradox
narcisten hebben een opgeblazen zelfbeeld, maar hebben ook een buitensporig eerbetoon van anderen, uitgedrukt in geld, status en bewondering nodig. Narcisten doen zich belangrijker voor dan ze zijn of nodig is. Onbewust hebben ze dit gedrag ontwikkeld om hun gebrek aan eigenwaarde te verbergen, niet alleen voor anderen, maar ook voor zichzelf. Men heeft een zeer fragiel zelfbeeld dat in stand gehouden wordt door pathologische defensieve regulatieprocessen (= grandioze uitingen).
Gedrag;
• Woede: narcisten kunnen met intense woede reageren op kritiek en op
(gemakkelijk waargenomen) vernedering en afwijzing, of situaties die hun
grandioze zelfbeeld bedreigen.
• Anderen uitbuiten.
• Gebrek aan empathie: narcisten zijn wel in staat om empathie te tonen, alleen
zien hier het nut niet van in, omdat ze geen aandacht willen besteden aan
anderen. Alleen zijzelf horen de aandacht te krijgen.
• Ontrouw.
• Verbale en fysieke agressie.
Limitaties
De hoeveelheid onderzoek naar narcistische PS is zeer beperkt; ongeveer 10 studies per jaar. Daarbij is narcistische PS een van de minder vaak voorkomende persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5. De prevalentie van narcistische PS in de gemeenschap wordt ongeveer geschat op 1%, en komt voornamelijk voor bij mannen. Ondanks de lage prevalentie komt narcistische PS regelmatig voor in de klinische praktijk.
Echter, zoeken mensen met NPS vaak geen hulp voor hun narcistische kenmerken, omdat deze als egosyntoon ervaren worden. Patiënten die zelf naar de kliniek komen, zoeken hulp voor secundaire gevolgen van narcisme:
• Frustratie of depressie, omdat ze hun zelf waargenomen potentieel niet hebben kunnen realiseren.
• Voortdurende teleurstellende relaties. Partners van narcisten gaven tijdelijk toe aan hun grandioosheid, waardoor dit gevoed werd. Wanneer de relatie uitgaat, wordt deze bewondering gemist.
• Verslaving voor alcohol of drugs: om de inferieure en onzekere gevoelens te dempen.
Overlap en onderscheid
Narcistische PS overlapt met andere cluster B diagnoses, met name antisociale PS en borderline PS. Met antisociale PS heeft NPS gemeen wat wordt aangeduid als “interpersoonlijk disesteem”: een uitbuitende, egoïstische interpersoonlijke oriëntatie. Grandioze fantasieën en een gevoel van persoonlijke uniciteit en superioriteit zijn meer kenmerkend voor narcistische PS dan van antisociale PS individuen. Vooral de factor grandioosheid onderscheidt narcistische PS van de naburige diagnoses van cluster B.
Vergeleken met borderline PS besteden etiologische verklaringen voor NPS veel minder aandacht aan fysieke of seksuele misbruik ervaringen in de kindertijd. Het is de emotioneel onaangepaste, niet reagerende, en koude hechtingscontext die pathogeen wordt geacht voor sommige, misschien temperamentvol meer kwetsbare, individuen.
Verloop narcistische ps
Longitudinale studies naar het verloop van narcistische PS zijn schaars, maar bevindingen tonen aan dat pathologisch narcisme lijkt af te nemen in de loop van drie jaar. Verbetering in functioneren wordt geassocieerd met drie specifieke corrigerende ervaringen:
• Prestaties.
• Nieuwe duurzame relaties: aanleren om zich te verplaatsen in behoefte en
gevoelens van anderen.
• Desillusies: meer realistische doelen stellen.
Big five kenmerken
Narcistische PS is positief gecorreleerd met extraversie en negatief met agreeableness, wat aangeeft dat “NPS patiënten worden gezien als sociaal uitgaand, actief en interpersoonlijk antagonistisch”. NPS patiënten zijn meer bezig met zichzelf te etaleren, en minder bezig met hun gedrag afstemmen op anderen.
Suïcide en narcistische ps
Personen met narcistische PS ervaren psychologisch leed dat leidt tot een verhoogd suïcidaal risico in later leven. Suïcide risico wordt verhoogd wanneer men gefrustreerd raak door belemmering van hun grandioze zelfbeeld. Zelfmoordpogingen zijn minder impulsief, maar hebben een hogere prevalentie van slagen/ dodelijkheid (succesvoller dan bij BPS). Bij verlating is het suïcide risico zeer groot.
Genen/omgeving narcistische ps
Er is (beperkt) bewijs dat er genetische aansprakelijkheid is die ongeveer 40% van de variantie verklaard voor narcistische PS. Verder is er vooral bewijs voor omgevingsfactoren van de ontwikkeling:
• Koude overcontrolerende ouders kunnen kwetsbaar narcisme stimuleren.
• Toegeeflijke ouders kunnen grandioos narcisme stimuleren.
Wanneer ouders het kind een realistisch gevoel van eigenwaarde geven, zorgt dit dat de grandiositeit wordt geneutraliseerd. Echter, als deze aanpak inconsistent is of er weinig hechting is, dan ontstaan er tekortkomingen in de ontwikkeling van het gevoel van eigenwaarde en emotieregulatie. Als de ouders zichzelf narcistisch gedragen, kan het kind dit gaan modelleren.
Psychodynamische theorie kohut
Centraal in Kohuts theorie staat het concept van zelfobjecten. Zelf-objecten zijn voorstellingen in iemands geest van hechte, ondersteunende relaties die een gevoel van persoonlijke kracht en vertrouwen voeden. Als deze intrapsychische ondersteuning zich niet voldoende ontwikkelt, ontstaat een zwakke zelfstructuur met een gecompromitteerd regulerend vermogen, waardoor een narcist zich gaat opblazen. Archaïsche grandioosheid blijft bestaan als de bevestigende reacties van de moeder gebrekkig zijn en als de empathische afstemming tussen moeder en kind ernstig ontbreekt.
Kohut plaatst de narcistische persoonlijkheid in het neurotische spectrum van de psychopathologie, wat een belangrijk verschil met borderline PS laat zien.
In een psychodynamische behandeling moeten narcistische PS patiënten in staat worden gesteld hun grandioosheid te tonen en de gelegenheid krijgen om de therapeut te idealiseren. Door langdurige empathische onderdompeling wordt een corrigerende relatie-ervaring gecreëerd die de omstandigheden biedt voor een geleidelijke herwaardering van zichzelf en de geïnternaliseerde anderen. Patiënten leren hun eigen beperkingen en die van hun therapeut te waarderen, waardoor de ontwikkelingsachterstand wordt opgeheven.
Psychodynamische theorie van kernberg
Kernberg (1984, 1996) plaatst de narcistische persoonlijkheid op het niveau van de borderline organisatie. De structurele schade van NPS patiënten is geworteld in het opgroeien in een emotioneel ontberende omgeving, bijv. een chronisch koude, ongepaste moeder. Doordat het kind zich niet geliefd en “slecht” voelde, projecteerde het zijn woede op zijn ouders, die dan werden gezien als nog meer sadistischer en minderwaardig.
De verdediging van het kind bestond uit zijn toevlucht te zoeken in een aspect van zichzelf dat zijn ouders waardeerden. Zo ontwikkelde zich het “grandioze zelf”.
De therapeut moet de defensieve functie van de grandioosheid uitleggen aan de patiënt, d.w.z. het beschermt hem tegen zich niet geliefd en minderwaardig te voelen (onzekerheid). De interpretaties zijn erop gericht de extreem positieve (grandioze) en negatieve (inferieure, onaantrekkelijke) zelfrepresentaties met elkaar te verbinden.
Socialleermodel
Millon (1981) stelde dat ouderlijke overwaardering in plaats van devaluatie aan de basis ligt van narcistische PS. Kinderen geloven dat ze speciaal en perfect zijn door een constante stortvloed van aandacht, bewondering en complimentjes over hoe uniek ze zijn. Wanneer ze teleurgesteld worden, voedt het opgeblazen gevoel van eigenwaarde de woede. Dit opgeblazen zelfbeeld wordt met tussenpozen versterkt, waardoor het zeer resistent is tegen uitdoving.
Dynamic Selfregulatory Processing Model
Het model van Morf en Rhodewalt richt zich op het narcistisch paradox, namelijk het gelijktijdig bestaan van kwetsbaarheid en grootsheid bij deze individuen. Het basisargument is dat narcisten veel expliciete maar weinig impliciete eigenwaarde hebben.
• Impliciete eigenwaarde vereist geen inspanning en reageert sneller op kritieke situaties, terwijl expliciete eigenwaarde moeizame redeneringen vereist.
• Impliciete zelfwaardering verwijst naar “hete” cognities en wordt geassocieerd met sterke affectieve reacties zoals schaamte en publieke angst.
• Expliciete hoge eigenwaarde wordt vervolgens gehandhaafd en verdedigd door zelfregulerende en interpersoonlijke strategieën, waaronder het tonen van woede en vijandigheid.
Waargenomen bedreiging van het expliciete, hoge zelfbeeld nodigt uit tot intense affectieve reacties, waaronder woede, om het zelfbeeld te beschermen en te verdedigen (narcistische woede).
Schematherapie
Young et al. (2003) beschouwen het eenzame kind, de zelfverheerlijker, en de afstandelijke beschermer modi bij uitstek in narcistische PS. Narcisten zijn getraumatiseerd in het schema domein dat te maken heeft met gehechtheidsbehoeften.
Mensen met narcisme zijn tekort gekomen in hechtingsbehoeftes, weinig verbindingen en voelen zich hierdoor vaak alleen en inferieur. Ze lossen dit op door het grandioze gevoel te uiten, waardoor ze niet worden geconfronteerd met het negatieve gevoel.
.
Zoals een jong kind, voelt de narcistische PS patiënt zich onbemind en ongeliefd, en ontwikkelt het emotionele deprivatie schema. Door interpersoonlijk of statusverlies, wordt dit schema geactiveerd, en proberen narcistische PS individuen over te schakelen naar de compenserende coping modi van de zelfverheerlijker of afstandelijke beschermer.
.
Ze zijn gevoelig voor kwetsbare emoties als reactie op narcistische verwondingen, hoewel ze vaak deze emoties niet direct uiten. In plaats daarvan gebruiken ze maladaptieve copingstrategieën, resulterend in emotionele toestanden, bekend als “schema modi”. Dit omvat de Self-Aggrandizer modus en de Detached protector en Self-Soother modus, waarin een superieure, arrogante zelfpresentatie en verslavend of dwangmatig gedrag een zelfregulerende functie hebben. De zelfverheerlijker is het typische sociale gezicht van de narcistische PS patiënt: veeleisend, competitief, en superieur. Wanneer hij alleen is, kan de patiënt zichzelf kalmeren of opwinden om de pijn van het eenzame kind te vermijden (onthechte beschermer).
.
Schematherapie beoogt de patiënt te leren liefhebben en bemind te worden om het emotionele deprivatieschema van het eenzame kind te herstellen, en om meer adaptieve opties te ontwikkelen om met emotionele pijn om te gaan door de gezonde volwassen modus te versterken ten koste van de zelfverheerlijker en de afstandelijke beschermer modi.
Voorheen werd de dimensionele beschrijving van narcisme gegeven, maar er kan naar verschillende subtypes gekeken worden op een categorische manier:
• Arrogant type: overte
• Verlegen/ hyperviligant type: de coverte
Verschillende auteurs hebben een onderscheid voorgesteld tussen de grandioze, exhibitionistische, of “onbewuste” narcistische PS zoals voorgesteld in de DSM, en een subtielere, verborgen narcistische PS, ook wel aangeduid als de covert of kwetsbare narcist. De covert narcist/ meer vermijdende subtype vertoont niet openlijk de hoogmoed en arrogantie kenmerken van narcistische PS, maar heeft in het geheim een vergelijkbaar gevoel van aanspraak en grandioze verwachtingen. Terwijl de grandioze, openlijke narcistische PS patiënt zijn eigenwaarde beheert door openlijke zelfverrijking en zich agressief te laten gelden voor zijn gerechtvaardigde verwachtingen, is het coverte, vermijdende subtype in conflict tussen het handhaven van hun eisen, en zich ervoor schamen en ze onderdrukken.
• Arrogant type: overte
openlijke narcisten die grandioos-exhibitionistisch zijn met een opgeblazen en kwetsbaar gevoel van eigenwaarde, maar ook een gevoel van superioriteit. Ze zijn erg op zichzelf gericht (= pretentieus) en kunnen slecht tegen kritiek. Ze hebben grote fantasieën om hun gevoel van eigenwaarde te beschermen, omdat deze eigenwaarde instabiel is. Gevoelens worden nauwkeurig ervaren, maar ze reageren daar extreem en gewelddadig op. Anderen worden gebruikt om het gevoel van eigenwaarde te vergoten, waarbij ze vragen naar bewondering en gebruiken denigratie/ kleineren.