HC 6.2 Immunotherapie met biologicals Flashcards

1
Q

Wat is een biological?

A

Een biological is een therapeutisch product gemaakt via genetische manipulatie van levende cellen en dus niet chemisch gesynthetiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een van de bekendste biologicals?

A

Een van de bekendste biologicals is insuline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de pathofysiologie van DM1?

A

Patiënten met DM1 hebben geen insuline beschikbaar in hun lichaam en kunnen daarom geen glucose opnemen in hun cellen. Voor energie gaan ze over op vetverbranding waardoor ze erg mager en acidotisch worden. Onbehandeld is dit dodelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de complicaties van insuline dat uit dieren wordt vervaardigd?

A

Doordat het uit dieren wordt gehaald kun je een reactie krijgen van het immuunsysteem op de insuline omdat het herkend wordt als lichaamsvreemd. Daardoor wordt het insuline geneutraliseerd en onwerkzaam. De patiënten moesten daardoor grote hoeveelheden spuiten. Daarnaast is insuline uit dieren duur, tijdrovend om beschikbaar te krijgen voor de mens en de kwaliteit en daardoor ook de effectiviteit variabel. Er is geen constante werking, wat het lastig maakt om in te schatten hoeveel iemand moet krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kun je onderscheid maken tussen mensen die insuline aanmaken en mensen die insuline spuiten?

A

Je kunt onderscheid maken tussen mensen die insuline spuiten en die insuline aanmaken. In het insuline uit het potje zit het tussen het molecuul, gezond dan scheid je het door de pancreas uit, want die maakt altijd wat extra aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe worden biologicals gevormd met behulp van DNA recombinatie? Wanneer begonnen ze met deze techniek?

A

Rond 1980 is men via DNA recombinatie begonnen met de eigen productie van biologicals, in plaats van uit dierlijk materiaal. Met DNA-recombinante therapie kunnen nu bacteriën aangezet worden om stoffen te produceren. Hiervoor moet het gen dat codeert voor deze stof worden geknipt en vervolgens in een plasmide worden geplakt. Deze plasmide wordt vervolgens getransplanteerd in een andere bacterie die zeer snel groeit. Deze bacterie wordt daarna gekweekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werden vroeger monoklonale antistoffen verkregen? En hoe gebeurt dat nu?

A

Voor het verkrijgen van immunologische producten zoals monoklonale antistoffen, werden muizen geïnfecteerd met een micro-organisme. De antistof-producerende plasmacellen werden dan uit de muis gehaald en gerecombineerd met tumorcellen (bij voorkeur van een multipel myeloom omdat dat maligne plasmacellen zijn en dus de juiste genen voor antistofproductie al aan hebben staan). Deze verkregen hybridomas delen snel waardoor in korte tijd veel antistof ontstaan. Tegenwoordig worden hiervoor tanks met cellijnen gebruikt waardoor geen muizen nodig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen pharmaceutical, biopharmaceutical en plasma producten?

A

Biologicals: eiwit moleculen, dit zijn grote moleculen. Van plasma afkomstige producten: albumine, immunoglobulines en stollingsfactoren. Traditionele medicijnen zijn heel klein zoals aspirine en ibuprofen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het voordeel van het gebruik van recombinatie in plaats van het verkrijgen van stoffen uit dieren?

A

Vooruitgang in genetische manipulatie maakte de productie van recombinante eiwitten uit genetisch gemanipuleerde cellen in de jaren 1980 mogelijk. Veiliger, hogere kwaliteit, consistenter, lagere immunogeniciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn biologicals?

A

Een biological is een therapeutisch product, gemaakt door de genetische manipulatie van levende cellen, dat niet chemisch wordt gesynthetiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voorbeelden van biopharmaceuticals?

A
  • Recombinante eiwitten: insuline, erytropoëtine, menselijk groeihormoon, interferonen
  • Monoklonale antilichamen: Herceptin, Remicade
  • Fusie-eiwitten: Enbrel, Eylea
  • Vaccins
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ziet het productieproces eruit van de antistoffen?

A

De productie van biologicals vindt plaats op grote schaal. De cellen groeien exponentieel, waardoor veel eindproducten gemaakt kunnen worden. Het DNA wordt samen met heel veel cellen in grote vaten samengebracht. Vervolgens worden er allemaal onderdelen uit gefilterd zoals cellen, DNA, virussen, vetten en aminozuren. Aan het einde blijven alleen gezuiverde eiwitten over. Er bestaat nog wel steeds een risico op vervuiling van de verkregen antistoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de verschillen tussen een chemisch geproduceerd molecuul en een biological?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn biopharmaceuticals? En hoe ontstaat dit?

A

Biopharmaceuticals zijn een heterogene mix van structureel gerelateerde isovormen. Dit komt door variaties in het productieproces. Biopharmaceuticals bestaan uit aminozuren waaraan suikergroepen (glycanen) zijn geplakt. Er is geen DNA template voor glycanen waardoor de structuur afhankelijk is van vele factoren. De regulatie van de glycosylatie is onbegrepen waardoor het ook lastig te beïnvloeden is. Naast de variërende glycosylatie ontstaan er ook isovormen door fouten in de translatie van het biopharmaceutical zelf, als ook in de RNA-splicing, de proteolytische klieving van de eiwitten, de opslagcondities en posttranslationele modificaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen dierlijke en menselijke cellijnen?

A

Dierlijke cellijnen versuikeren anders. Dit heeft geen invloed op de werking. Aan elke eiwit in het lichaam zitten er bijna suikers. Bijna elk eiwit zijn dus glycanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is downstream processing?

A

Downstream Processing is een gecompliceerde en langdurige procedure, maar zorgt voor een veilig eindproduct voor de patiënt.

17
Q

Waarom zijn alle monoklonale antistoffen IgG?

A

IgG heeft een hele lange halfwaardetijd

18
Q

Wat is de definitie van een biological volgens de FDA?

A

De definitie van een biological volgens de FDA is een eiwit van >40 aminozuren, vervaardigd in levende systemen, meestal door middel van recombinant-DNA-technologie. Fabricageproces onder voorbehoud, identieke kopieën kunnen niet worden geproduceerd.

19
Q

Wat is de definitie van een biological volgens de EMA?

A

Biologische geneeskunde; een geneesmiddel waarvan de werkzame stof wordt gemaakt door een levend organisme.

20
Q

Hoe ontstaan er variaties in de biologicals?

A
  • Vertaalfouten
  • Posttranslationele modificatie; fosfaat en verschillende lipiden en koolhydraten aanhechting
  • Proteolytische splitsing na translatie; door de chemische aard van een aminozuur te veranderen (bijv. formylering)
  • Opslagomstandigheden kunnen tolerant zijn voor bepaalde afbraakroutes, zoals oxidatie, deamidatie of aggregatie.
    De aminozuren zijn hetzelfde maar het DNA kan wel verschillen. Als de aminozuren verschillen noem je het een analoog.
21
Q

Wat zijn de kenmerken van monoklonale antistoffe en fusie-eiwitten?

A

De monoklonale antistoffen zijn vaak gewoon IgG1 met twee antigeen bindende domeinen (Fab) en één Fc-deel. Een nieuwe ontwikkeling zijn de fusie-eiwitten. Deze bestaan uit een IgG molecuul met daarbovenop een fusie-eiwit in plaats van een Fab-deel.

22
Q

Welke typen monoclonale antistoffen zijn er?

A

De eerste antistoffen waren volledig muis. Volledig muis –> chimeer –> gehumaniseerd –> volledig humaan
Volledig humaan: veel minder antistoffen tegen het human component. Dus een volledige humane kan toch antigeen zijn. En dan gaat het erom of het neutraliserend is of een ander effect. Als die neutraliserend is dan werkt het niet meer.

23
Q

Wat is de benaming van de verschillende antistoffen?

A
24
Q

Welke ziekten worden behandeld met anti-TNF?

A

Deze ziekten worden behandeld met anti-TNF.
- Bij MS en lupus geef je het niet.

25
Q

Wat is de halfwaardetijd van de verschillende antistoffen?

A
  • Halfwaardetijd IgG: 3 weken –> deze lange halfwaardetijd komt door de neonatale Fc-receptor.
  • Halfwaardetijd IgE: 2 dagen
  • Halfwaardetijd IgA: 25% wordt per dag opnieuw gemaakt.
26
Q

Wat zijn de functies van de neonatale Fc-receptor?

A
  • Beschermt IgG tegen degradatie
  • Dus: langere halfwaardetijd van IgG
    IgG wordt opgepikt uit de circulatie door een endosoom: bindt aan de Fc-receptor wordt, dan wordt het zuur in het endosoom, antigeen laat los en wordt daarna weer teruggekikt naar de bloedbaan. Hierdoor is IgG weer herbruikbaar. Gaat dit proces niet goed dan wordt IgG afgebroken.
    Deze receptor zorgt ook voor overdracht over de placenta. Als je moeder behandeld met biologicals gaat na de 3e maand ook de biologicals naar het kind. Dan is de neonatale fc-receptor tot expressie.
27
Q

Hoe lang leeft een plasmacel?

A

Plasmacel kunnen 10-20 jaar oud worden, deze plasmacellen zitten in het beenmerg (60-80%).

28
Q

Noem voorbeelden van biologics?

A
29
Q

Op welke drie manieren kunnen cytokinen worden geremd?

A
  • Een monoklonaal antilichaam tegen de receptor van het cytokine, waardoor het cytokine niet kan binden.
  • Een monoklonaal antilichaam tegen het cytokine zelf, waardoor deze uit de circulatie wordt weggevangen.
  • Het toedienen van oplosbare receptoren die het cytokine wegvangen.
30
Q

Wat is de definitie van een biosimilar?

A

Een biosimilar is een kopie van een biological in de aminozuurvolgorde. Het verschil zit in de hoeveelheid suikers die aan het molecuul zitten (de glycosylatie). De definitie is = een biopharmaceutical met een vergelijkbare structuur, biologische functie, klinische effectiviteit en veiligheid als het originele product (innovator, originator).

31
Q

Hoe wordt een biosimilar gemaakt?

A

Biosimilars zijn eigenlijk achterstevoren gemaakt. Een biological wordt vanuit het DNA opgebouwd en ontwikkeld tot een werkzame stof. Bij de biosimilar wordt het eindeproduct eerst geanalyseerd. Het DNA hiervan wordt vervolgens in de cellijn gebracht. Een exacte kopie maken van levende cellen is sowieso eigenlijk niet mogelijk. Door invloeden van veel verschillende factoren kunnen er kleine veranderingen ontstaan, waardoor er verschillen in de moleculen zitten. Voorbeelden hiervan zijn andere cellijnen (hierdoor krijg je een andere glycosylering), andere biochemische processen en glycosylatie verschillen.

32
Q

Waar dient er bij een biosimilar onderzoek naar te worden gedaan voordat het op de markt komt?

A

Een eenvoudige bijkomstigheid van een biosimilar is dat deze niet alle studies doorloopt die de ‘originele’ biological heeft doorlopen. Er moet wel onderzoek gedaan worden naar de toxicologie, farmacodynamiek en -kinetiek en de immunogeniciteit. Het risico hiervan is dat er onvoldoende wordt getest op veiligheid. Onderzoek naar veiligheid, farmacologie, voortplantingstoxiciteit, genetische toxiciteit en carcinogeniteit is niet routinematig vereist.

33
Q

Waarom is een biosimilar geen kopie?

A

Fabrikanten van Biosimilars (nagemaakte versies van een biologisch geneesmiddel) gebruiken hun eigen cellijnen, kweekomstandigheden en opzuiveringstechnieken om hun eigen biologic te maken