ZO 6.3 Pathologie van immunologische nierziekte Flashcards

1
Q

Wat is de lokalisatie van antilichaam depositie die past bij een nefritisch syndroom of bij een nefrotisch syndroom?

A
  • Nefrotisch: subepitheliaal
  • Nefritisch: subendotheliaal en mesangiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem bij kinderen de twee meest voorkomende glomerulonefritiden die aanleiding geven tot een nefrotisch dan wel nefritisch syndroom. Doe dit ook voor volwassenen.

A
  • Kinderen: nefrotisch: MCD, nefritisch: membraneus
  • Volwassenen: nefrotisch: post infectieus, nefritisch: IgA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij patiënten met een nieraandoening wordt ook vaak de term ‘nierfunctiestoornis’ of ‘nierinsufficiëntie’ gebruikt. Is dat hetzelfde als ‘nefrotisch’ of ‘nefritisch’ syndroom?

A

Nee, insufficiëntie houdt in dat de glomerulaire filtratie snelheid (GFR) verminderd is!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke van de opgesomde primaire glomerulonefritiden kunnen als complicatie van systemische lupus erythematodes optreden? Noem er vier.

A
  • Mesangiale glomerulonefritis
  • Focale (segmentale) proliferative glomerulonefritis
  • Diffuse proliferative glomerulonefritis
  • Membraneuze glomerulonephritis
    Membraneuze glomerulonephritis en focale (segmentale) proliferatieve glomerulonefritis gaan gepaard met een nefrotisch syndroom.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk ander celtype dan epitheliale cellen draagt bij aan de vorming van crescents?

A

Monocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de mogelijke oorzaak van de proliferatie van de pariëtale cellen in de ruimte van Bowman?

A

Fibrine (gelekt uit capillairlissen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is je conclusie bij het aantreffen van cresents in vrijwel alle glomeruli van een nierbiopt? Beschrijf kort het klinisch beloop van een dergelijke aandoening.

A

Rapidly progressieve glomerulonefritis. Snel progressief verlies van nierfunctie, oligurie in enkele dagen tot weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem twee argumenten waarom bovengenoemde snel progressieve vormen van nierziekte berusten op een immuunproces.

A
  • Aanwezigheid immuuncomplexen, antistoffen tegen de basaalmembraan of ANCA! Antilichamen spelen dus steeds een rol, ongeacht of het type I, II of III betreft.
  • Migratie van monocyten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de voornaamste barrière voor de filtratie van eiwitten?

A

Filtratie slit en glomerulaire basaal membraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kun je een mechanisme beschrijven waardoor de glomerulaire filtratiebarrière permeabel wordt voor eiwitten?

A

Afname van de ladingsselectiviteit en/of afname van de grootte selectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Naast een standaard hematoxyline-eosinekleuring worden op niernaaldbiopten met een vraagstelling glomerulonefritis ook een aantal andere histochemische kleuringen verricht. Welke structuren worden met name zichtbaar gemaakt met deze extra kleuringen?

A

Basaal membranen van de capillairlissen in de glomerulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ook wordt op ingevroren materiaal van een niernaaldbiopt immuunfluorescentie-onderzoek verricht. Geef aan naar welke moleculen gekeken wordt bij dit immuunfluorescentie-onderzoek.

A

Immuuncomplexen en complement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem drie mogelijk fluorescentiepatronen.

A
  • Membraneus granulair
  • Membraneus lineair
  • Mesangiaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verklaar, waarom bij chronische glomerulitis niet alleen de glomeruli maar ook de tubuli veranderingen ondergaan.

A

Vacuolarisatie van tubuli van de glomeruli. Als de glomeruli verlittekenen kan er geen bloed meer doorheen stromen en worden tubuli ook niet of minder goed van bloed voorzien. Gevolg: atrofie van tubuli en interstitiele fibrose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het meest voorkomende klinische symptoom van chronische glomerulonefritis, naast de direkte gevolgen van de nierziekte zoals proteïnurie of (microscopische) hematurie?

A

Hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de benaming van de nieren die uiteindelijk vrijwel geen functie meer hebben na verloop van tijd? Kan de primaire nierziekte nog herkend worden bij pathologisch onderzoek van deze nieren?

A

Endstage kidneys. Er is geen diagnose van primaire nierziekte meer mogelijk.