Hoofdstuk 12: Zoetstoffen Flashcards
(41 cards)
Wettelijke eisen aan zoetstoffen
- de toepassing van zoetstoffen in voedingsmiddelen moet nut hebben
- de toepassing van zoetstoffen aan voedingsmiddelen moet voordeel bieden: het voedingsmiddel moet 33% minder energie bevatten dan wanneer het product zou zijn gezoet met suiker.
- de zoetstoffen moeten onschadelijk zijn voor het gebit.
ADI
Acceptable Daily Intake: De ADI is de maximale hoeveelheid van een stof die men iedere dag gedurende het hele leven kan innemen zonder dat dit schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid.
Men bepaalt het maximale niveau van het product waarbij nog net geen effecten optreden. Deze uitkomst deelt men dan door 100 of meer, waardoor men een grote veiligheidsmarge inbouwt. Stel dat er bij inname van 1000 mg van een product nog net geen verschijnselen optreden, dan deelt men dit door 100 en komt zo uit op een ADI van 10 mg, die je dagelijks mag gebruiken gedurende het gehele leven.
Waarom mogen zuigelingen en kinderen geen zoetstoffen gebruiken
Voor zuigelingen en kinderen geldt dat ze de extensieve zoetstoffen moeten vermijden in verband met de laxerende werking ervan. De kinderen zouden diarree kunnen krijgen en daarmee verlies aan vocht en mineralen oplopen.
Personen met PKU mogen geen aspartaan gebruiken voor?
Phenylketonurie is een metabolische aandoening waarbij de persoon het aminozuur fenylalanine niet kan metaboliseren. Onbehandeld leidt dit tot verstandelijke achterstand. Fenylalanine is ene bestanddeel van aspartaam.
E nummer Acesulfaam- K
E 950
Acesulfaam K
Dit is een wit, kristallijn en geurloos zoetmiddel. Ons lichaam metaboliseert dit niet en acesulfaam K wordt onveranderd door de nieren uitgescheiden. De zoetkracht is 130-200 keer meer dan suiker. Het is een stabiele molecule en wordt in combinatie met andere zoetstoffen gebruikt.
ADI is 9 mg per kg lichaamsgewicht.
E nummer van Aspartaam
E 951
Aspartaam
Aspartaam bestaat uit 2 natuurlijke aminozuren: L-asparaginezuur en L-fenylalanine. Omdat deze zoetstof samengesteld is uit aminozuren bevat het een caloriewaarde van 4 kcal/g
Vermits de zoetkracht van deze zoetstof 160à200 meer is dan gewone suiker, is de energetische waarde dat deze zoetstof met zich meebrengt te verwaarlozen.
Het is geen stabiele verbinding en verhitting is niet aangewezen.
De ADI is 40 mg per kilogram lichaamsgewicht.
E nummer Cyclamaat
E 952
Cyclamaat
De structuur is wit kristallijn en is geurloos. Het heeft een bittere nasmaak. De zoetkracht is 25 à 30 keer meer dan gewone suiker. Cyclamaat wordt vooral in combinatie met saccharine gebruikt. Het is stabiel en kan goed tegen verhitting.
De ADI is 7 mg per kg lichaamsgewicht.
E nummer sucralose
E 955
Sucralose
Dit is een zoetstof die van suiker is afgeleid. Het smaakt 600 keer zoeter dan gewone suiker. Sucralose heeft geen bittere nasmaak. Het is stabiel tijdens verhitting en tijdens bewaring.
De ADI is 15 mg per kg lichaamsgewicht.
Advantaam
advantaam is een nieuwe intensieve zoetstof verkregen uit aspartaam en vanilline. De zoetkracht is 30. 000 maal sterker dan die van suiker en 100 maal zoeter dan aspartaam.
Dit zoetmiddel wordt slechts in zeer geringe mate door het lichaam opgenomen.
De ADI is bepaald op 5 mg per kg lichaamsgewicht.
Deze nieuwe zoetstof is voorlopig nog niet verkrijgbaar.
E nummer Saccharine
E 953
Saccharine
Saccharine is een stabiele zoetstof. De zoetkracht is 350-500 keer meer dan gewone suiker. Het heeft een bittere tot metaalachtige nasmaak en wordt meestal in combinatie met andere zoetstoffen gebruikt.
De ADI is 5 mg per KG lichaamsgewicht.
E nummer Stevia
E960
Stevia
Stevia is de generische term voor alle voedingsingrediënten afkomstig van het plantje stevia rebaudiana Bertoni. Stevia is een zuid amerikaanse plant en groeit aan de rand van moerassen op zure, vrij onvruchtbare, zandige tot kleiachtige grond. Het is calorievrij en bestand tegen verhitting.
Het toepassingsgebied van deze zoetstof is zeer ruim. De meest voorkomende bestanddelen zijn stevioside en rebaudioside A. Dit zijn intensieve zoetstoffen die ongeveer 200 tot 300 keer zoeter zijn dan suiker in water.
De ADI is 4 mg per kg lichaamsgewicht.
Polyolen
polyolen worden bestempeld als “bulkstoffen” vanwege hun volume en ze worden ook meestal in combinatie gebruikt met de intensieve zoetstoffen. Polyolen zijn stabiel bij verwarming en kunnen gebruikt worden bij het bereiden van warme gerechten.
E nummer Lactitol
E 966
Lactitol
DIt wordt verkregen door het glucosedeel van lactose te reduceren. Lactitol is stabiel bij hoge temperaturen en in zure middens. De zoetkracht is ongeveer de helft minder in vergelijking met gewone suiker. De calorische waarde wordt geschat op 2 tot 2,4 kcal per gram.
E nummer Maltitol
E 965
Maltitol
Deze zoetstof wordt verkregen door omzetting van maltose. Het is stabiel bij verhitting. De zoetkracht is 70 tot 90% van gewone suiker. De calorische waarde wordt geschat op 2,1 tot 2,8 kcal per gram. Deze zoetstof wordt uiteindelijk zeer traag opgenomen in het bloed.
E nummer Xylitol
E 967
Xylitol
Deze zoetstof wordt meestal gemaakt uit het hemicellulose van berkenhout, maisstengels of tarwestro. In de natuur komt het voor in spinazie, sla, ui, bloemkool, pruimen, aardbeien, braambessen, banaan.
De zoetkracht is praktisch gelijk aan die van suiker. De caloriewaarde bedraagt 2,4 tot 3,5 kcal per gram. Het is een stabiele zoetstof zonder bijsmaak.