Hoofdstuk 13: taak 1&2 Flashcards
(64 cards)
1
Q
automatic
A
automatisch
2
Q
except
A
behalve
3
Q
lame/faint
A
flauw
4
Q
painful
A
pijnlijk
5
Q
the prejudice
A
het vooroordeel
6
Q
the origin
A
de afkomst
7
Q
the caberet
A
het caberet
8
Q
the cliche
A
het cliche
9
Q
recognisable
A
herkenbaar
10
Q
the integration
A
de intergratie
11
Q
airy
A
luchtig
12
Q
politics
A
politiek
13
Q
the process
A
het proces
14
Q
the racist
A
de racist
15
Q
perspective
A
relativeren
16
Q
the spot
A
de spot
17
Q
out of stock
A
uitverkocht
18
Q
to vary
A
variëren
19
Q
the controller
A
de contrueler
20
Q
the cut?
A
de coupe
21
Q
creative
A
creatief
22
Q
electric
A
electrisch
23
Q
the headboard
A
het hoofdeinde
24
Q
horizontal
A
horizontaal
25
the logo
het logo
26
to make more
meermaken
27
to put down
neerzetten
28
to consider
overwegen*
29
the sheep
het schaap
30
the highway
de snelweg
31
to stand still
stilstaan*
32
the power failure
de stroomstoring
33
automatisch
automatic
34
behalve
except
35
flauw
lame/faint
36
pijnlijk
painful
37
het vooroordeel
the prejudice
38
de afkomst
the origin
39
het caberet
the caberet
40
het cliche
the cliche
41
herkenbaar
recognisable
42
de intergratie
the integration
43
luchtig
airy
44
politiek
politics
45
het proces
the process
46
de racist
the racist
47
relativeren
perspective
48
de spot
the spot
49
uitverkocht
out of stock
50
variëren
to vary
51
de contrueler
the controller
52
de coupe
the cut?
53
creatief
creative
54
electrisch
electric
55
het hoofdeinde
the headboard
56
horizontaal
horizontal
57
het logo
the logo
58
meermaken
to make more
59
neerzetten
to put down
60
overwegen*
to consider
61
het schaap
the sheep
62
de snelweg
the highway
63
stilstaan*
to stand still
64
de stroomstoring
the power failure
