Hoofstuk 6: taak 1&2 Flashcards
(96 cards)
1
Q
the purchase
A
de aankoop
2
Q
to wonder
A
zich afvragen
3
Q
damaged
A
beschadigd
4
Q
the ease
A
het gemak
5
Q
lazy
A
lui
6
Q
the product
A
het product
7
Q
to fight
A
strijen
8
Q
to shop
A
winkelen
9
Q
afterwards
A
achteraf
10
Q
the alternative
A
het alternatief
11
Q
the article
A
het artikel
12
Q
broke
A
blut
13
Q
the camera
A
de camera
14
Q
to download
A
downloaden
15
Q
to characterise
A
karakteriseren
16
Q
quite
A
nogal
17
Q
the scooter
A
de scooter
18
Q
the style
A
de stijl
19
Q
successful
A
succesvol
20
Q
last but not least
A
tenslotte
21
Q
the junk
A
de troep
22
Q
frumpy
A
truggig
23
Q
the type
A
het type
24
Q
advantageous
A
voordelig
25
the vriendenprijse
the friend prize
26
the case
de zaak
27
so long
zolang
28
to accompany
begeleiden
29
to exonomize
bezuinigen
30
the budget
het budget
31
the cent
de cent
32
however
echter
33
actually
eigenlijk
34
hip
hip
35
the assistance
de hulpverlening
36
gradually
langzamerhand
37
the loan
de lening
38
the distinction
het onderscheid
39
to build up
opbouwen
40
to increase
oplopen*
41
to plan
plannen
42
the role
de rol
43
the student
de scholier
44
the debt
de schuld
45
the shortage
het tekort
46
to fail/be short of
tekortkomen
47
total
totaal
48
the edition
de uitgave
49
de aankoop
the purchase
50
zich afvragen
to wonder
51
beschadigd
damaged
52
het gemak
the ease
53
lui
lazy
54
het product
the product
55
strijen
to fight
56
winkelen
to shop
57
achteraf
afterwards
58
het alternatief
the alternative
59
het artikel
the article
60
blut
broke
61
de camera
the camera
62
downloaden
to download
63
karakteriseren
to characterise
64
nogal
quite
65
de scooter
the scooter
66
de stijl
the style
67
succesvol
successful
68
tenslotte
last but not least
69
de troep
the junk
70
truggig
frumpy
71
het type
the type
72
voordelig
advantageous
73
the friend prize
the vriendenprijse
74
de zaak
the case
75
zolang
so long
76
begeleiden
to accompany
77
bezuinigen
to exonomize
78
het budget
the budget
79
de cent
the cent
80
echter
however
81
eigenlijk
actually
82
hip
hip
83
de hulpverlening
the assistance
84
langzamerhand
gradually
85
de lening
the loan
86
het onderscheid
the distinction
87
opbouwen
to build up
88
oplopen*
to increase
89
plannen
to plan
90
de rol
the role
91
de scholier
the student
92
de schuld
the debt
93
het tekort
the shortage
94
tekortkomen
to fail/be short of
95
totaal
total
96
de uitgave
the edition
