Hoofstuk 10 taak 3&4 Flashcards
(90 cards)
1
Q
to hand over
A
aangeven
2
Q
to consider
A
beschouwen
3
Q
the flight
A
de bestrijding
4
Q
the childbirth
A
de bevalling
5
Q
the cardiologist
A
de cardioloog
6
Q
the dianosis
A
de diagnose
7
Q
the tragedy
A
het drama
8
Q
dramatic
A
dramatisch
9
Q
the drugstore
A
de drogist
10
Q
the intensity
A
de intensiteit
11
Q
apparently
A
kennelijk
12
Q
medical
A
medisch
13
Q
accurate
A
nauwkeurig
14
Q
the jab
A
de prik
15
Q
to shout
A
schreeuwen
16
Q
the specialist
A
de specialist
17
Q
the adjustment
A
de aanpassing
18
Q
the fear
A
de angst
19
Q
the treatment
A
de behandeling
20
Q
infamous
A
berucht
21
Q
banging
A
bonken
22
Q
the concentration
A
de concentratie
23
Q
to concentrate
A
zich concenteren
24
Q
the depression
A
de depressie
25
effective
effectief
26
to operate
functioneren
27
the heart
het hart
28
the brain tumour
de hersentumor
29
the irritation
de irritatie
30
characteristic
kenmerkend
31
last
laatst
32
the manager
de leidinggevende
33
to let go
loslaten*
34
the trouble
de moeite
35
closer
nader
36
to play up
opspelen
37
the reaction
de reactie
38
the shoulderblade
het schouderblad
39
the tension
de spanning
40
stiff
stijf
41
at the same time
tegelijk
42
the therapist
de therapeut
43
the therapy
de therapie
44
the fatigue
de vermoeidheid
45
to refer to
verwijzen*
46
aangeven
to hand over
47
beschouwen
to consider
48
de bestrijding
the flight
49
de bevalling
the childbirth
50
de cardioloog
the cardiologist
51
de diagnose
the dianosis
52
het drama
the tragedy
53
dramatisch
dramatic
54
de drogist
the drugstore
55
de intensiteit
the intensity
56
kennelijk
apparently
57
medisch
medical
58
nauwkeurig
accurate
59
de prik
the jab
60
schreeuwen
to shout
61
de specialist
the specialist
62
de aanpassing
the adjustment
63
de angst
the fear
64
de behandeling
the treatment
65
berucht
infamous
66
bonken
banging
67
de concentratie
the concentration
68
zich concenteren
to concentrate
69
de depressie
the depression
70
effectief
effective
71
functioneren
to operate
72
het hart
the heart
73
de hersentumor
the brain tumour
74
de irritatie
the irritation
75
kenmerkend
characteristic
76
laatst
last
77
de leidinggevende
the manager
78
loslaten*
to let go
79
de moeite
the trouble
80
nader
closer
81
opspelen
to play up
82
de reactie
the reaction
83
het schouderblad
the shoulderblade
84
de spanning
the tension
85
stijf
stiff
86
tegelijk
at the same time
87
de therapeut
the therapist
88
de therapie
the therapy
89
de vermoeidheid
the fatigue
90
verwijzen*
to refer to
