Hoofstuk 4: taak 3&4 Flashcards
(92 cards)
1
Q
the policy
A
het beleid
2
Q
the possession
A
het bezit
3
Q
the criminality
A
de criminaliteit
4
Q
the drinks
A
de drank
5
Q
the effect
A
het effect
6
Q
to tolerate
A
gedogen
7
Q
the stimulant
A
het genotmiddel
8
Q
the legalisation
A
de legalisering
9
Q
physical
A
lichamelijk
10
Q
the plant
A
de plant
11
Q
to produce
A
produceren
12
Q
limp
A
slap
13
Q
slow
A
sloom
14
Q
temporary
A
tijdelijk
15
Q
tolerant
A
tolerant
16
Q
to forbid
A
verbieden*
17
Q
the blood pressure
A
de bloedruk
18
Q
the calorie
A
de calorie
19
Q
the chocolate
A
de chocola
20
Q
in addition
A
daarnaast
21
Q
the intestine
A
de darm
22
Q
the diet
A
het dieet
23
Q
the label
A
het etiket
24
Q
to pass out
A
flauwvallen*
25
the brain
de hersenen
26
the quantity
de hoeveelheid
27
the body
het lichaam
28
to save
opslaan*
29
overweight
overgewicht
30
the muscle
de spier
31
to fall out
uitvallen*
32
exception
uitzondering
33
to hide
verbergen*
34
the loss
het verlies
35
to avoid
vermijden*
36
the substitute
de vervanger
37
to process
verwerken
38
the fiber
de vezel
39
the moisture
het vocht
40
the nutruition
de voeding
41
to demonstrate
aantonen
42
reversed
andersom
43
to get through
doorkomen
44
the lack
het gebrek
45
overtired
oververmoeid
46
the statement
de verklaring
47
het beleid
the policy
48
het bezit
the possession
49
de criminaliteit
the criminality
50
de drank
the drinks
51
het effect
the effect
52
gedogen
to tolerate
53
het genotmiddel
the stimulant
54
de legalisering
the legalisation
55
lichamelijk
physical
56
de plant
the plant
57
produceren
to produce
58
slap
limp
59
sloom
slow
60
tijdelijk
temporary
61
tolerant
tolerant
62
verbieden*
to forbid
63
de bloedruk
the blood pressure
64
de calorie
the calorie
65
de chocola
the chocolate
66
daarnaast
in addition
67
de darm
the intestine
68
het dieet
the diet
69
het etiket
the label
70
flauwvallen*
to pass out
71
de hersenen
the brain
72
de hoeveelheid
the quantity
73
het lichaam
the body
74
opslaan*
to save
75
overgewicht
overweight
76
de spier
the muscle
77
uitvallen*
to fall out
78
uitzondering
exception
79
verbergen*
to hide
80
het verlies
the loss
81
vermijden*
to avoid
82
de vervanger
the substitute
83
verwerken
to process
84
de vezel
the fiber
85
het vocht
the moisture
86
de voeding
the nutruition
87
aantonen
to demonstrate
88
andersom
reversed
89
doorkomen
to get through
90
het gebrek
the lack
91
oververmoeid
overtired
92
de verklaring
the statement
