hoofdstuk 2 havo boek: 2.1, 2.4, 2.5 Flashcards

1
Q

fosfolipide

A
  • vetachtige stof met een fosfaatgroep

- bouwstof voor membranen in de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

receptoreiwitten

A

eiwitten aan de buitenkant van het celmembraan die contact maken met specifieke stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mitochondriën

A

energiecentrales van de cel, opgebouwd uit twee membranen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

transplantatie

A

het vervangen van niet goed functionerende organen of weefsels door organen of weefsels afkomstig van doneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

afstoting

A

het afstoten van getransplanteerde organen door het afweersysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

biotechnologie

A

het gebruik van organismen voor de productie van bepaalde stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

plasmide

A

een klein ringvormig DNA-molecuul in bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

plastide

A
  • gekleurde organel in het grondplasma van plantaardige cellen; plastiden kunnen in elkaar overgaan.
  • ongekleurde organel in het grondplasma van plantaardige cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

genetische gemodificeerd

A

door mensen veranderd DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

weefseltechnologie

A

het maken van lichaamseigenweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

antibioticum

A

een stof die bacteriën doodt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

flagel

A

eiwitdraad van een prokaryoot voor de voortbeweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gisten

A

eencellige schimmelsoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

chitine

A

bouwstof voor o.a. de celwand van schimmels en het skelet van insecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cellulose

A

bouwstof voor de celwand van planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

chromoplast

A

oranje tot rood gekleurde plastide, geeft kleur aan onderdelen van planten

17
Q

bladgroenkorrels

A

groen gekleurde plastide, plaats van de fotosynthese

18
Q

fotosynthese

A

proces waarbij bladgroenkorrels met behulp van licht uit water en koolstofdioxide de stoffen glucose en zuurstof maken.

19
Q

mineraal

A

zout

20
Q

zetmeel

A

reservestof in plantcellen, bestaat uit aaneengeschakelde glucosemoleculen

21
Q

reservestof

A

zetmeel, opgeslagen in plantencellen

22
Q

amyloplast

A

kleurloze plastide, opslagplaats voor zetmeel

23
Q

brandstof

A

stof die cellen energie oplevert