Hoofdstuk 5 Flashcards

(33 cards)

1
Q

Hersenontwikkeling; het begin

A
  1. Neurale plaat
  2. Neurale buis
  3. Wanneer de buis sluit op dag 25 gaan de hersenen zich ontwikkelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschillende cellen van de hersenen

A

Neuronen: ook wel zenuwcellen. vormen de bouwstenen van de hersenen. Het zijn celtypes die gespecialiseerd zijn in het overbrengen van informatie naar andere zenuwcellen. 100 miljard neuronen in menselijk brein.
Gliacellen: Naast zenuwcellen zijn er ook nog andere cellen in de hersenen te vinden. Deze cellen heten gliacellen (glia is Grieks voor “lijm”). Zo ondersteunen ze het hersenweefsel door te zorgen voor stevigheid en ze maken de isolatielaag myeline. Daarnaast ruimen gliacellen dode of kapotte cellen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Myelinisatie

A

Een proces waarbij de neuronen worden bedekt met een isolerende laag myeline, een vettige substantie die het neuron een effectievere zender van elektrische informatie maakt.
De meeste myelinisatie gebeurt voor de 2de verjaardag. Verandering zullen door de levensspan blijven bestaan. Life long process. Het is belangrijk voor de overdracht van informatie door het zenuwstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neuron bestaat uit

A

Elke zenuwcel bestaat uit een cellichaam, dendrieten en een axon (zenuwvezels). Het cellichaam bevat een stroperige vloeistof (het cytoplasma), en de celkern. De axon is een uitloper van het cellichaam. Dendrieten zijn uitlopers van het cellichaam die boodschappen van andere zenuwcellen ontvangen. De contactpunten waar de ene zenuwcel met de andere communiceert zijn de synapsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Neurotransmitters

A

Neurotransmitters zijn de belangrijke berichtstofjes in de hersenen die ervoor zorgen dat de hersenen hun werk kunnen doen. Zie slide 32
Vb van neurotransmitters; pleasure of mood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neuronale proliferatie

A

Verwijst naar de snelle generatie (hoog tempo nieuwe cellen) van neuronen tijdens de embryonale periode (rond 3/4 maanden van zwangerschap) van de prenatale ontwikkeling. Na zeven maanden 100 biljoen neurons zijn aangemaakt. Betekent 250.000 per minuut! Meer dan 4000 per seconden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neuronen migratie

A

Neuronen reizen van origine naar definitieve positie in brein. Eerste neuronen zitten aan de binnenkant en reizen door naar de buitenkant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Overproductie neuronen (gunstig) geeft 2 soorten mogelijkheden

A
  1. Ervaring opgedaan: welke connectie worden bewaard en welke gaan verloren(aanpassing ervaring bepaalt wat blijft)
  2. Plasticiteit: vroege schade kunnen herstellen/ compenseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neuronale differentiatie

A

Meerdere type neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Na overproductie van neuronen in de beginjaren neemt deze productie af en begint het uitdunnen. Welke 2 processen zorgen hiervoor?

A
  1. Neurale dood: sommige neuronen zijn geprogrammeerd om te sterven om meer ruimte te maken voor cruciale celclusters.
  2. Synaptisch snoeien; bestaat uit het elimineren van neurale verbindingen. Deze verbindingen vormen zich op basis van leren. Wanneer er te veel aanwezig zijn, worden de hersenen inefficiënt. Vb jonge baby, gezicht van aap, niet nodig om dit gedetailleerd te zien. Snoeien.
    DOEL: efficiëntie van transmissie tussen neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oligodendrocyt

A

Gliacel dat alleen voorkomt in het centraal zenuwstelsel ( in de hersenen en ruggenmerg) ; maakt myeline aan. Vet beschermde stof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schwanncel

A

Gliacel die in het perifeer zenuwstelsel voorkomt. Maakt myeline aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voordelen myeline

A
  • Bescherming van axonen- uitlopers neuronen. Isolatielaag die de efficiëntie verhogen.
  • zorgt voor een versnelde overdracht van signalen
    Axonen zonder myeline, is de overdracht langzamer. Kijk maar naar baby en reactievermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Posnatale depressie heeft effect op kind, waar zie je dat aan?

A

Mensen die veel stress ervaren hebben een vergrote amygdala. Bij deze kinderen was het deel van de hersenen vergroot. Daaruit blijkt dat het invloed heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sunaptisch snoeien, wanneer afwijkend werkt.

A

Mensen met autisme hebben een afwijking in het snoeien (pruning). Overmaat aan synaptische verbindingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

MS

A

Op jonge leeftijd is het normaal om weinig myeline te hebben maar bij volwassenen kan het duiden op MS. Lichaam valt myeline aan. Elke aanval beschadigd myeline. Na verloop van tijd niet meer te herstellen. Jongvolwassenen tussen 1 op 1000 krijgen deze ziekte.

17
Q

Amygdala

A

Is een onderdeel van de hersenen dat betrokken is bij het verwerken van emotionele informatie. Helpt bij inschatten situaties. Veilig, ja, nee
Stress: grotere, actievere amygdala.

18
Q

Maturatie

A

Hersenen ontwikkelen en groeien. Nieuwe vaardigheden/ gedrag

19
Q

Demyelinisatie

A

Is in de neurologie verlies van myeline, de stof die als een isolerende laag om veel zenuwvezels aanwezig is en die de geleiding van impulsen door die zenuwvezels versnelt. Dit kan leiden tot zenuwdood.

20
Q

Frontale kwabben

A

Hersendeel die betrokken zijn bij complexe hogere orde functies zoals plannen.

21
Q

Myeline is een belangrijke stof. Belangrijk voor:

A

De axonen van neuronen isoleren en de efficiëntie van de neurale transmissie verhogen.

22
Q

Neuroplasticiteit

A

het vermogen van de hersenen om zich te herstellen en herstructureren.

Antwoord op vraag:
Het vermogen van de hersenen om na verloop van tijd te veranderen als gevolg van nieuwe ervaringen.

23
Q

Ervaringsafhankelijke plasticiteit

A

Veranderingen in de hersenen als gevolg van specifieke leerervaringen.

24
Q

De mate van plasticiteit van de hersenen is afhankelijk van bepaalde factoren. Welke?

A

-Ernst van de hersenbeschadiging
-de hoeveelheid beschadigd hersenweefsel
- gebieden met vaardigheden
- de leeftijd waarop de beschadiging plaats vind

25
Crowding effect
Dit ontstaat wanneer gezonde regio’s de functies van gestroffen regio’s overnemen; hierdoor gaat het totale proces van informatie minder snel.
26
Wanneer is het centrale zenuwstelsel smeedbaar?
Rond geboorte en de kindertijd. Daarom kan hersenbeschadiging in die periode hersteld worden. Vb taal is aangetast en andere gebieden van de hersen nemen dit over.
27
Is het volwassen brein in staat om zichzelf te herstellen?
Ja, vb motorische herstel na een beroerte is aangetoond. Een beroerte betekent een plotselinge dood van hersencellen in een bepaald hersengebied. Andere gebieden kunnen functies overnemen.
28
Gevoelige periodes (sensitieve periode)
Dit zijn periodes in de ontwikkeling van een individu waarop ervaring invloed krijgt op de neurale bouw. Gedurende deze periode is het belangrijk dat de juiste prikkels uit de omgeving aanwezig zijn om passende zenuwbanen te voorzien. Vb bij taal is input van omgeving nodig. Genie voorbeeld.
29
Missing pieces
Wanneer er niet wordt geslaagd om in een gevoelige periode de juiste input te krijgen. Vb zoals de vaardigheid taal is juiste stimulatie in een gevoelige periode van groot belang.
30
Groeispurten
De hersenen ondergaan een aantal groeispurten in de loop van de ontwikkeling.
31
Belang van timing van de hersenontwikkeling
Bijvoorbeeld bij hoogbegaafde kinderen hebben een meer asynchrone ontwikkeling van de hersenen. Er is aangetoond dat hoge neuroplasticiteit eerder begint en later eindigt dan gemiddeld. Het aantal synapsen in de cortex (zijn nodig voor denken op hoog niveau) bereikten bij hoogbegaafde kinderen bij 11 jaar de piek terwijl bij een gemiddeld IQ dit rond de 7/ 8 jaar ligt.
32
Typen hersenontwikkeling: Ervaringsverwachtende ontwikkeling (Experience expectant)
Neurale circuits hebben Omgevingsstimuli en input nodig voor ontwikkeling om te beginnen met groeien. Natuurlijke ontwikkeling en treedt vroeg in het leven op. Vb stem horen en visuele stimuli noodzakelijk. Vb kitten met gezond oog wat dicht zat. Hersenen dachten met dit oog hoef ik niet te zien en zijn gaan snoeien. Na gevoelige periode, snoeien van hersenen. Kitten kan niet meer zien. Te laat. Periode is voorbij. Veranderingen in de hersenen als resultaat van specifieke leerervaringen
33
Typen hersenontwikkeling: Ervaring afhankelijke ontwikkelingen Experience dependent
Neurale circuits worden sterk beïnvloed door de aard van de milieu ingang. Dus de verandering van de hersenen komt door specifieke leerervaringen die verschillend per individu en cultuur. Vb gitaar leren spelen. Vb hersenen van een ervaren schaker bevatten andere verbindingen dan hersenen van een niet schaker.