Hoofdstuk 8 Flashcards

(10 cards)

1
Q

Aanhoudende aandacht (sustained attention)

A

Aandacht vormt de basis van cognitie
Is nodig wanneer we een complexe taak willen volbrengen
Na 9 mnd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Selective attention

A

Langere periode van tijd aandacht richten op iets wat ze willen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Flexibel attention

A

Je kunnen aanpassen. Focus verschuiven. Bijv kaarten sorteren op categorie bijv kleur en halverwege op bijv vorm. Vanaf 5 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gezamenlijke aandacht

A

Een van de eerste manieren van aandacht leren. Kijk eens naar dit? Gele vogel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Planning

A

Een van de meer complexere cognitieve processen. Waarbij vooruitdenken en aandacht op de juiste manier gebruikt moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ADHD

A

Moeilijkheid ondervinden om zich te concentreren op een taak langer dan een paar minuten.
Kids handelen vaak impulsief, moeite op school, verliezen dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Memory strategieën 4.

A

1.Rehearsal (repetitie) - herhalen van info over en weer
2. Organization - info wordt hervormd tot iets betekenisvoller en dus makkelijker te onthouden
Repetitie en organisatie kun je combineren.
3. Elaboration ( uitwerken) - meest geavanceerde en EFFECTIEVE strategie. Iets toe voegen aan de info om beter te onthouden. Waarschijnlijk in langetermijngeheugen. Zoals gehoor, beeld, gevoel en reuk
4. Knowledge base - geen geheugenstrategie maar helpt info op te slaan. Hoe meer je weet hoe meer je kan onthouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Metacognition

A

Denken over denken. Zelfreflectie. Helpt info effectiever te onthouden

Strategiegebruik en metacognition is circulair.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Infantile amnesia

A

Very few people remember before the age of 2,3 years
Waarschijnlijk met taal te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Means- end behavior
Middel doel gedrag

A

8 tot 12 mnd. Op zoek gaan naar verstopte voorwerpen of vader moerdertje spelen met daarbij de ongeschreven regels.
Regels kunnen opvolgen is belangrijk voor vele aspecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly