HOOFDSTUK 5: ANTIPSYCHOTICA Flashcards
(56 cards)
Delusies/ wanen
valse overtuigingen die niet te veranderen zijn, zelfs als je met tegenstrijdig bewijs komt
hallucinaties
= sensorische waarnemingen in afwezigheid van externe prikkel
(bv: dingen zien die er niet zijn of kan gaan ook over horen, voelen…)
gedesorganiseerde gedachten/ spraak
= onsamenhangende of ernstig verstoorde communicatie –> bv; woordensalade of wanneer er rare/ losse associaties worden gemaakt
abnormaal motorisch gedrag
= repetitieve bewegingen, onvoorspelbare agitatie, katatonie
vermindering v normaal functioneren
afgevlakt affect + gebrek aan motivatie
positieve symp bij schizofrenie
- wanen
- hallucinaties
- gedesorganiseerde gedachten/ spraak
- abnormaal motorisch gedrag
=> makkelijker detecteerbaar
negatieve symp –> 5A’s
- afgevlakt affect
- anhedonie = niet meer kunnen ervaren v plezier of genot
- avolie = ernstig gebrek aan motivatie
- alogia = weinig spreekt of inhoudsloos praat
- asocialiteit = onaangepast zijn in een groep/ samenleving
=> moeilijker detecteerbaar
gespecialiseerde behandeling voor schizofrenie
- psycho-educatie
- medicatie
- familiale interventies
- psychosociale rehabilitatie
- cognitieve gedragstherapie
medicamenteuze behandeling - schizofrenie
ALLE ANTIPSYCHOTICA –> gunstig effect op de positieve symptomen
= doeltreffend in de ACUTE FASE + VERMINDEREN KANS OP HERVAL –> als behandeling verder gezet wordt (2-5jaar)
grotere doeltreffendheid –> wanneer atypische antipsychotica inzet voor negatieve en cognitieve symp
clozapine = afdoende bewijs dat het doeltreffend is bij therapie resistente schizofrenie –> onvoldoende klinische verbetering
Neurobiologische basis - psychose
=> DOPAMINE (DA) MODEL:
psychose –> voor groot deel veroorzaakt door TE VEEL DOPAMINE ACTIVITEIT –> in de mesolimbische baan
=> deze baan loopt van de VTA (gebied hersenstam) naar ventrale striatum (beloningscentrum)
Wat is de rol van mesolimbische DA baan in psychoses? + wat doet antipsychotica?
mesolimbische DA baan = ! voor MOTIVATIE EN BELONING
=> bepaalt WAT JE AANDACHT TREKT + WAT JE ALS BELANGRIJK ERVAART = INCENTIVE SALIENCE
wat gaat er mis bij psychose? –> TE VEEL DA VRIJMAKEN in die baan –> OVERACTIVATIE leidt tot MARKEREN VAN IRRELEVANTE STIMULI ALS !
=> gevolgen:
- WANEN: hersenen proberen te verklaren WAAROM IETS ! VOELT -> bv; paranoia bij oogcontact
- HALLUCINATIES: interne signalen VOELEN AAN ALS ECHT, doordat die zodanig versterkt wordt dat ze EXTERN LIJKEN -> bv; voelen aan als echt geluid v buitenaf, omdat ze te veel aandacht krijgen
Rol van antipsychotica hierop?
=> BLOKKEREN D2 DOPAMINERECEPTOREN in die mesolimbische baan –> POSITIEVE SYMP MINDEREN
Welke baan heb je nog naast de mesolimbische + wat is het effect v antipsychotica?
een andere baan is de MESOCORTICALE BAAN die ! is voor DENKEN, EMOTIES EN MOTIVATIE (cogn en affectieve functies)
als we D2 recept gaan blokkeren met ANTIPSYCHOTICA –> lossen we niet per se de ontregeling in de mesocorticale baan op –> want dat is vaak door TE WEINIG DA ipv OVERACTIVITEIT
mesolimbische versus mesocorticale dysfunctie
MESOLIMBISCHE dysfunctie: positieve kernsymptomen v psychotische stoornissen
MESOCORTICALE dysfunctie: negatieve kernsymptomen v psychotische stoornissen
MESOLIMBISCHE DYSFUNCTIE
=> positieve symp
Regelt MOTIVATIE & WAT JE AANDACHT TREKT & gerichte acties = INCENTIVE SALIENCE
=> nucleus accumbens draagt bij tot integratie van glutamaterge signalen uit de cortex en thalamus + de dopaminerge signalen uit VTA
bij psychose –> TE VEEL DOPAMINE ACTIVITEIT OP D2 RECEPTOREN –> vooral in NUCLEUS ACCUMBENS
=> gevolg:
- wanen: neutrale dingen lijken super belangrijk
- hallucinaties: eigen gedachten lijken extern
(klassieke voornamelijk) ANTIPSYCOTICA –> werken vooral hier, door D2 RECEPTOREN TE BLOKKEREN –> men veronderstelt dat de hyperactiviteit thv D2 recept gaat bijdragen tot de positieve symp
je hebt ook interneuronen, cholinerge interneuronen –> ook dopamine D2 recept tot expressie brengen + spelen ook !e rol in signaaloverdracht
MESOCORTICALE DYSFUNCTIE
=> negatieve & cognitieve symp
stuurt DA naar PREFRONTALE CORTEX –> = ! voor
- aandacht
- werkgeheugen
- emotionele controle
TE WEINIG DOPAMINE –> vooral op D1 RECEPTOREN –> je krijgt:
- negatieve symp
- cognitieve symp
D1 recept –> moeten IN BALANS zijn!
bij DHD probeert men vaak juist DA in de frontale hersenen te verhogen om focus te verbeteren
balans D1 en D2
in NUCLEUS ACCUMBENS werken D1 en D2 samen VIA TWEE HERSENBANEN
- D1 = direct baan = stimuleert gedrag
- D2 = indirecte baan = remt gedrag
SEROTONINE = 5-HT MODEL
in PFC (instaat voor denken en plannen) –> 5-HT2A receptoren waar serotonine op werkt
=> TE VEEL ACTIVATIE 5HT2A –> zorgt voor TE VEEL THALAMOCORTICALE VRIJSTELLING VAN GLUTAMAAT
corticale dysregulatie –> draagt bij tot aberrante gedachten, percepties en motorfuncties
PFC dysregulatie –> STUURT SIGNALEN DOOR NAAR MESOLIMBISCHE BAAN –> geeft EXTRA DOPAMINEVRIJSTELING wat bijdraagt tot wanen en hallucinaties
GLUTAMAAT MODEL
glutamaat = stimulerend
GABA = remmend
GABA neuronen in cortex -> normaal gezien GLUTAMAAT ACTIVITEIT IN TOOM houden
NMDA receptoren (glutamaat herkennen) –> NIET GOED WERKEN op GABA –> raken hun REMMENDE FUNCTIE KWIJT (= incoherente patronen van neuronale activiteit)
gevolg: corticale disregulatie –> aberrante gedachten, percepties en motorfuncties
PFC disregulatie -> leidt tot excessieve stimulatie v mesolimbische baan
klassieke antipsychotica
BLOKKEREN VAN D2-recept
=> D2 = soort ontvanger voor dopamine
waarom blokkeren D2?
=> bij psychose, manie, agressie of irritatie is er vaak TE VEEL DOPAMINE –> door D2 te BLOKKEREN –> REMMEN WE OVERACTIVITEIT -
klassieke antipsychotica –> D2
D2 BLOKKEREN thv STRIATUM (deel vh brein voor beweging) -> interfereren met extra piramidale controle v motoriek
problemen met beweging –> zoals bij Parkinson: moeite met bewegen, trager, stijver
LANG GEBRUIK –> past je lichaam zich aan (soort compensatiemechanisme) –> D2 recept worden extra gevoelig –> ONVRIJWILLIGE BEWEGINGEN ONTSTAAN (bv; tics)
M1- receptoren blokkeren
= MUSCARINE - verbonden met PARASYMPATISCH ZS
-> endogene transmitter = ACh -> acetycholine
M1 BLOKKEREN –> werking v parasympatische ZS blokkeren –> je krijgt dan typisch:
- droge mond
- spijsverteringskanaal stilleggen
- urineretentie
- pupilverwijding
- troebel zicht
- verwarring en geheugenproblemen
H1-receptoren blokkeren
= HISTAMINE 1 RECEPTOR
-> endogene transmitter = histamine
H1 BLOKKEREN –> slaperig en hongerig worden
ANTIHISTAMINICA –> voornamelijk gebruikt voor allergie
ALFA1- ADRINERGE receptoren blokkeren
= ADRENERGE RECEPTOREN
-> endogene transmitter = NEUROADRENALINE
deze receptoren heb je in bloedbaan –> activatie leidt tot vasiconstrictie + stabiele bloeddruk
ALFA1-ADRINERGE = BLOKKEREN –> VASODILATIE: bloedvaten gaan open en bloeddruk gaat vallen –> je voelt je duizelig of je kan ook bewusteloos vallen
KLASSIEKE ANTIPSYCHOTICA - overzicht
- BLOKKEREN D2 DOPAMINE RECEPTOREN - helpt vooral bij positieve symp
- bv; psychose: er is TE VEEL ACTIVITEIT VAN DOPAMINE (in mesolimbische baan) –> door D2 TE BLOKKEREN –> wordt de overactiviteit verminderd
- nadelen/ bijwerkingen –> D2 blokkade helpt tegen positieve symp maar kan ook problemen geven
- NEGATIEVE/ COGNITIEVE SYMP worden NIET VERBETERD
- bewegingsstoornissen –> ontstaan doordat D2 ook geblokkeerd wordt in het striatum (= piramidale symp)
- hoge prolactinewaarden = hyperprolactinemie –> hormoon dat bij mannen zorgt voor borstvorming en bij vrouwen zorgt voor menstruatiestoornissen
- slaperigheid + gewichtstoename –> histaminereceptoren - H1 ook GEBLOKKEERD
- droge mond, constipatie, wazig zich en verwardheid (anticholinerge effecten)–> doordat M1 GEBLOKKEERD werd