HOOFDSTUK3: ADHD Flashcards

(33 cards)

1
Q

Netwerk model

A

= ADHD niet zien als een probleem in één deel van de hersenen maar als een verstoring zien in samenwerking tss meerdere hersennetwerken

= VERSTOORDE CONNECTIVITEIT & FUNCTIONALITEIT van SN DAT BIJDRAAGT TOT SWITCHEN VAN DMN & CEN -> leidt tot dysfunctie in taken die gerichte aandacht en executieve controle eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

betekenis en rol van SN, DMN en CEN

A

SN = SALIENCE NETWORK: helpt je schakelen tss DMN en CEN –> bepaalt wat ! is en waar je aandacht moet richten
=> bij ADHD: = verstoord -> DMN blijft te actief terwijl je eigenlijk moet switchen naar CEN om te focussen = AANDACHTSPROBLEMEN + SLECHTERE TAAKUITVOERING

DMN = DEFAULT MODE NETWERK: actief als je dagdroomt, nadenkt over jezelf, het verleden en gevoelens

CEN = CENTRAAL EXECUTIEVE NETWERK: actief als je geconcentreerd werkt -> bv; bij plannen, leren en oplossen v problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Catecholamine arousal model

A

= probleem van TEKORT AAN ACTIVITEIT van 2 !e signaalstoffen –> DA en NE

dopamine en noradrenaline behoren beide tot de groep catecholamines + spelen rol in: aandacht & motivatie & cogn controle & waakzaamheid

mensen met ADHD = tekort aan DA en NE in bep delen van de hersenen, maar vooral in PFC –> door tekort is de AROUSAL = TE LAAG (activatie/ alertheid) waardoor: snel afgeleid, moeite met taken af te maken, impulsief/ onrustig (= cogn disfunctie, onoplettendheid en slaperigheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan helpen in dit Catecholamine arousal model?

A

AMFETAMINE (bv; rilatine) = medicatie: OPNAME VAN DA & NE BLOKKEREN, waardoor deze meer actief blijven in de synaps
=> verhoogt DA en NE in PFC
=> hersenactiviteit op peil brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

effect van catecholamine op PFC = BI-FASISCH: wat bedoeld men hier mee?

A
  • TE WEINIG DA/ NE –> werkt niet goed: snel afgeleid, traag, slaperig
  • TE VEEL DA/ NE –> ook niet goed, want hypergefocust en veel stress

=> er is dus een optimaal niveau nodig!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MEDICATIE

A

kinderen
=> slow release methylfenidaat
volwassenen
=> atomoxetine
=> guanfacine
=> noradrenerge antidepressiva
=> dexamfetamine
=> lis-dexamfetamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

slow release methylfenidaat

A

= 1e keus bij kdn
bv; rilatine
- lage piekconcentraties –> zorgt voor MINDER UITGESPROKEN DRUGLIKE HIGH: door beperkte DAT blockage en D1/D2 activatie in nucleus accumbens

  • meer langdurige aspecten: door voldoende DAT/ NET BLOCKAGE & D1/ alfa2A ACTIVATIE in PFC

1) CONSTANTE BLOEDSPIEGELS –> door trager vrijkomen krijg je stabiel effect gedurende dag, zonder te veel schommelingen in de concentratie/ gedrag

2) in PFC –> BLOCKAGE DAT/ NET -> MEER DA en NE BESCHIKBAAR + ACTIVEERT RECEPTOREN (alfa2A en D1) = betere concentratie

3) NUCLEUS ACCUMBENS (beloningssyst): door tragere werking = MINDER RISICO OP VERSLAVING

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

medicatie: ADHD- volwassenen

A
  • preferentieel: gebruik van ATOMOXETINE & GUANFACINE
    = minder uitgesproken verslavingspotentieel
  • Noradrenerge antidepressiva
  • dexamfetamine
  • lis-dexamfetamine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

atomoxetine

A

= inwerken op NE
=> minder risico op verslaving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

guanfacine

A

= inwerken op NE + helpt tegen impulsiviteit en slaapproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noradrenerge antidepressiva

A

= verhogen hoeveelheid NE en/of DA
combinatie met middelen tegen verslaving –> veel mensen met ADHD ook problemen met alcohol/ drugs

=> !! kies voor medicatie met weinig verslavingspotentieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom geen klassiek stimulerend middel?

A

volwassenen hebben vaker en meer RISICO OP VERSLAVING –> NOOIT !! Hoge dosissen en frequente toediening v kortwerkende stimulantia = verslavend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dexamfetamine

A

=> enkel magistraal (op doktersvoorschrift)
Wanneer amfetamine zich synthetiseert, krijg je twee moleculen die spiegelbeeld zijn van elkaar
VERHOOGT HOEVEELHEID DA & NE –> door opslag van DA/ NE te blokkeren + tegelijk meer DA/ NE VRIJ TE MAKEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

lix-dexamfetamine

A

= prodrug in het lichaam dat omgezet wordt tot dexamfetamine
=> komt langzamer vrij dus, wat misbruik moeilijker maakt

DA/ NE VRIJMAKEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ongewenste effecten van dexamfetamine

A

zeer frequent (>= 10%)
=> verminderde eetlust
=> gewichtsverlies
=> insomnia
=> droge mond
=> hoofd- en/of buikpijn

frequent (1-10%)
=> tachycardie (snelle hartslag)
=> hypertensie (hoge bloeddruk)
=> hyperthermie (verhoging temperatuur)
=> maag-darmstoornissen
=> prikkelbaarheid
=> slaperigheid
=> duizeligheid
=> bruxisme (tanden knarsen)
=> tics

soms: vergering psychiatrische stoornissen met emotionele stabiliteit of zelfs depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

contra-indicaties dexamfetamine

A

Wanneer mag je het NIET gebruiken?
1. als je hart-of vaatproblemen hebt
=> matige- ernstige hypertensie (hoge bloeddruk)
=> hartaandoening

  1. ernstige psychische klachten
    => depressie
    => psychose
    => bipolaire stoornis
  2. hyperthyreoïdie = overactieve schildklier
  3. op hetzelfde moment behandeling hebt met MAO INHIBITOREN
    => sterke verhoging van catecholamines = DA & NE –> gevaarlijk voor bloeddruk en hart en kan leiden tot dodelijke overdosering
17
Q

Bijzondere voorzorgen dexamfetamine

A
  1. NIET innemen in de AVOND –> moeilijk in slaap vallen, want het is activerend
  2. bij kdn: goed opvolgen –> kan groei afremmen: lengte en gewicht regelmatig controleren
  3. opvolging v hart en bloedvaten –> want kunnen verhogen
  4. opvolgen psych toestand -> soms kunnen ze klachten krijgen/ verergeren v angst, depressie of andere
  5. oppassen voor misbruik

WAAROM? WERKT ACTIVEREND -> zoals je lichaam zou reageren bij angst of stress

18
Q

dexamfetamine versus lis-dexamfetamine

A

dexamfetamine = de actieve stof –> werkt SNEL

lis-dexamfetamine = prodrug -> inactieve stof die je in lichaam omzet naar dexamfetamine
- effect komt LATER op gang -> want eerst werkende deel eruit halen
- WERKING = gelijkaardig
- piek = UURTJE LATER dan bij gewone dexamfetamine
=> wordt soms als veiliger beschouwd, omdat het trager werkt en niet meteen kick geeft

MAAR -> risico op misbruik is ongeveer even hoog

19
Q

Methylfenidaat (bv rilatine)

A
  • werkt in op DA en NE systeem
  • REMT HEROPNAME DAT & NET zodat ze langer actief blijven en dit helpt bij aandacht en concentratie

NORMALE VORM
- bv; rilatine
- SNEL EN KORTE WERKING
- RECHTSTREEKSE & ONMIDDELIJKE VRIJGAVE v methylfenidaat

LANGDURIGE VORM
- stof GELEIDELIJK vrij voor een STABIELER EN LANGER EFFECT
= TRAGE EN GECONTROLEERDE AFGIFTE met als doel een CONSTANTE plasmaconcentratie

=> SNEL INTREDENDE GEWENNING & AFHANKELIJKHEID

20
Q

Wat zijn de ongewenste effecten van methylfenidaat?

A

FREQUENT
- buik - en/of hoofdpijn
- slaapproblemen
- tics
- prikkelbaarheid
- minder eetlust

ZELDZAAM
- convulsies (epileptische aanvallen)n
- psychose
- dwangmatig gedrag
- fenomeen v RAYNAUD –> = vingers die wit/ blauw worden door minder doorbloeding: door te bewegen komt doorbloeding wel weer opgang

21
Q

Contra-indicaties –> wanneer mag je methylfenidaat NIET nemen?

A
  • wanneer je last hebt van verhoogde hypertensie (bloeddruk)
  • cardiovasculaire aandoeningen
  • psychose
  • ernstige depressie
  • bipolaire stoornissen
  • hyperthyreoïde = overactivatie v schildklier
22
Q

Voorzorgen bij methylfenidaat?

A
  • NIET in de AVOND –> anders slecht slapen
  • kan MISBRUIKT worden –> soms als recreatief gebruik: bv; jongeren die dit gebruiken tijdens examensperiode
  • !! alleen geven bij een JUSITE DIAGNOSE v ADHD –> niet bij gewone concentratieproblemen
23
Q

Atomoxetine

A

GEEN STIMULANT dus GEEN VERSLAVINGSRISICO
= NET-INHIBITOR –> hierdoor krijg je STIJGING NE in PFC

ENKEL NE VERHOGEN IN NUCLEUS ACCUMBENS
in striatium, basale ganglia, in het mesolimbisch systeem: quasi geen effect en dus geen verhoogde vrijgave v DA

LANGZAAM EFFECT –> tijdje nemen vooraleer verandering opmerken

24
Q

Ongewenste effecten atomoxetine?

A

FREQUENT
- prikkelbaarheid
- stemmingswisselingen
- slaapstoornissen
- vertigo = duizeligheid
- buikpijn
- leverstoornissen
- minder eetlust
- hypertensie
- tachycardie (snelle hartslag)

ZELDZAAM
- convulsies
- compulsief (drangmatig) gedrag
- psychose
- verlenging QT- interval

25
Voorzorgen bij atomoxetine
METABOLISATIE gebeurd door leverenzym CYP2D6: lichaam gaat medicijnen afbreken met behulp hiervan: enzym helpt om medicijnen te verwerken zodat ze hun effect kunnen uitoefenen 7% vd patiënten --> hebben een GTRAGER WERKEND ENZYM = SLOW METABOLISERS waardoor medicijnen TRAGER AFGEBROKEN worden: medicatie LANGER IN HET LICHAAM blijft + MEER BIJWEKRINGEN bezorgd en ook INTENSIEVER ervaren wordt
26
Contra-indicaties atomoxetine
- hypertensie -> verhoogde bloeddruk - cardiovasculaire aandoeningen --> kan hart sneller doen kloppen of bloeddruk verhogen - psychiatrische aandoeningen in verleden --> symptomen zouden bij hoge mate of bij overdosering psychoses, dwangmatig gedrag of andere kunnen uitlokken of verergeren
27
Guanfacine
WAT IS HET? = centraal werkende alfa2A adrenerge receptor agonist --> is geen stimulantia = GEEN VERSLAVINGSPOTENTIEEL WAT DOET HET? = sederend --> rustgevend, kalmerend effect en zorgt dat cl minder impulsief is => verbetert aandacht en werkgeheugen => in langwerkende tabletvorm --> zodat het effect geleidelijk aan is en langer aanhoudt HOE? 1. presynaptisch: autorecept --> die tot expressie komen op NE-vezels en dan NE GAAN CONTROLEREN 2. alfa2A --> gaat NEGATIEVE FEEDBACK geven = VEEL NE in synaps --> worden die recept geactiveerd --> VERDERE VRIJSTELLING NE STOPPEN 3: heteroreceptoren: NE VRIJSTELLING REMMEN --> postsynaptische recept vroeger --> gebruik om hypertensie te behandelen
28
Indicatie guanfacine?
- voorgeschreven aan kfn tss 6-17j - wanneer andere medicatie niet goed werkt - wanneer andere medicatie teveel bijwerkingen geeft - wanneer niet geschikt voor andere redenen
29
Ongewenste effecten (neveneffecten) guanfacine?
- slaperigheid/ sufheid -> door minder NE = ben je rustiger of zelfs moe - hypotensie (lagere bloeddruk) - bradycardie (lagere hartsslag) - syncope (flauwvallen) - verlenging QT interval - gewichtstoename, want ook vaak meer eetlust
30
Voorzorgen guanfacine?
voorzichtig bij iemand die: - hypotensie - bradycardie - syncope - hartproblemen - verlenging QT-interval opletten met andere geneesmiddelen --> guanfacine wordt afgebroken door leverenzym (CYP3A4) --> maar kan hoeveelh guanfacine verhogen of verlagen, wat meer bijwerkingen of minder effecten geven => 10-20% vd kdn stopte hiermee vanwege te veel bijwerkingen guanfacine = betere werking dan placebo
31
Desipramine
= TRICYCLISCHE ANTIDEPRESSIVA = TCA = MONOAMINE OPNAME REMMER -> met affiniteit voor NET > SERT verhoogt de hoeveelheid NE (beetje SERT) door te voorkomen dat ze te snel worden opgenomen !! terughoudend gebruik vanwege ernstige ongewenste effecten => aandacht + impulsiviteit + hyperactiviteit verbeteren
32
DIEET-aanpassingen bij ADHD?
1. ARTIFICIAL FOOD COLOR ELIMINATION (kustmatige kleurstoffen vermijden): onvoldoende evidentie 2. OMEGA 3 SUPPLEMENTEN = onvoldoende evidentie 3. FEW FOODS DIET (beperkt dieet, om dan langzaam nieuwe voeding toe te voegen) -> waardevolle bevindingen, maar niet altijd mogelijk om te implementeren in de dagdagelijkse activiteiten
33
Nicotine zelfmedicatie
nicotine VERHOOGT DA & NE in PFC --> wat medicatie voor ADHD ook doet => om die reden kunnen mensne met ADHD het gevoel hebben dat roken hun symp verlicht