Hoorcollege week 3 Flashcards

(26 cards)

1
Q

Wat is interne communicatie (IC)?

A

Het uitwisselen van informatie, ideeën en feedback binnen een organisatie via formele en informele kanalen, met als doel wenselijke uitkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het SMCR-Model?

A

Sender -> Message -> Channel -> Receiver. Een klassiek communicatie model waarin ‘noise’ (ruis, storingen of misinterpretaties waardoor de boodschap niet overkomt zoals bedoeld.) een misverstand of storing in de boodschap kan veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het lineaire communicatiemodel?

A

Een benadering waarbij communicatie als eenrichtingsverkeer wordt gezien, zonder ruimte voor feedback.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het hypodermic model of mass communication?

A

Een model dat uitgaat van directe, krachtige invloed van media op het publiek (zoals een injectienaald). Het is lineair, passief publiek en geen individueel verschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het two-step flow model of communication?

A

Informatie verspreidt zich via opinieleiders naar de massa. Dit model benadrukt interpersoonlijke invloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de vijf stappen in het two-step flow model?

A

Awareness -> Interest -> Evaluation -> Trial -> Adoption

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het Elaboration Likelihood Model (ELM)?

A
  1. Wat is het Elaboration Likelihood Model (ELM)?
    ↳ Een model dat uitlegt hoe communicatie attitudes beïnvloedt via twee routes:
    • Centrale route: wanneer ontvangers gemotiveerd zijn om diep na te denken.
    • Perifere route: wanneer mensen reageren op oppervlakkige cues.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de hoofdkenmerken van geloofwaardigheid van de zender?

A

Expertise, betrouwbaarheid (trustworthiness) en goodwill.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is framing in communicatie?

A

De manier waarop informatie wordt gepresenteerd beïnvloedt de attitude en het gedrag van de ontvanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is nudging?

A

Ontvanger onbewust stimuleren richting bepaald gedrag, zonder keuzevrijheid weg te nemen. Bijv. via sociale norm (‘anderen doen het ook’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is sociale veiligheid?

A

Een werkklimaat waarin mensen zich niet bedreigd voelen en vrij zijn om meningen of fouten te uiten zonder angst voor repercussies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag op het werk?

A

Pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie en lichamelijke agressie – zowel offline als online.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de relatie tussen sociale veiligheid en grensoverschrijdend gedrag?

A

Grensoverschrijdend gedrag is vaak een symptoom van een sociaal onveilig werkklimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de negatieve uitkomsten van sociale onveiligheid?

A

Lage motivatie, stress, ziekteverzuim, verminderde prestaties, zelfs burn-out of zelfmoordgedachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de positieve uitkomsten van sociale veiligheid?

A

Meer motivatie, betrokkenheid, bevlogenheid en leervermogen van teams en organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat blijkt uit FNV-onderzoek (2023)?

A
  • 57% maakte grensoverschrijdend gedrag mee
  • 31% voelt zich sociaal onveilig
  • 44% vindt dat het management geen goed voorbeeld geeft
17
Q

Welk type gedrag komt het vaakst voor (FNV)?

A
  • 42% gepest
    • 39% geïntimideerd
    • 18% gediscrimineerd
    • 12% seksuele intimidatie
    • 4% lichamelijke agressie
18
Q

Wat is de wettelijke verantwoordelijkheid van werkgevers?

A

Zorgen voor een sociaal veilige werkomgeving – inclusief preventie van toxische communicatie.

19
Q

Wat is de impact van druk om fouten te vermijden?

A

Kan leiden tot angstcultuur, minder openheid en meer grensoverschrijdend gedrag.

20
Q

Wat zijn de voorwaarden voor effectieve samenwerking?

A

Een social veilig werkklimaat waarin men zich kwetsbaar durft op te stellen.

21
Q

Wat is tranformationeel en transactioneel leiderschap?

A

Tranformationeel: richt zich op intrinsieke motivatie en collectieve doelen
Transactioneel: werkt met beloningen/straffen, voorspelbaarheid

22
Q

Wat blijkt uit het onderzoek van Groeneveled & Tiggelaar (2020)?

A

Tranformationeel leiderschap hangt sterker samen met sociale veiligheid dan transactioneel.

Leidinggevende spelen een cruciale rol bij het creëren van een veilig werkklimaat.

23
Q

Welke werkuitkomsten hangen samen met sociale veiligheid?

A

Bevlogenheid, betrokkenheid en leervermogen an de organisatie

24
Q

Wat is de conclusie van Groeneveld & Tiggelaar (2020)?

A

Werken aan sociale veiligheid werkt – het verhoogt welzijn en prestaties van medewerkers.

25
Wat beschrijft het ecologische model (Johnsen, 2011)?
Grensoverschrijdend gedrag onstaat door een complexe wisselwerking van factoren op meerdere niveaus: individueel, team, organisatie en maatschappij.
26