HS 10 Jeugdliteratuur Flashcards
(37 cards)
Waarom moet iemand boeken lezen? (3)
*Redeneren
*Leesbevorderingen
*Literatuur
Leren redeneren door boeken te lezen…
Zorgt ervoor dat je kennis op doet van de wereld, het vergroot de taalontwikkeling, je leert je inleven in andere belevingswerelden, moet je leren concentreren enz.
Literatuuronderwijs:
Het werken met boeken die tot de literatuur gerekend worden
Literatuur
Boeken die door bekende Nederlandse schrijvers geschreven zijn en door literatuurdeskundigen een vastgestelde kwaliteit hebben
Literaire canon
Een compilatie van werken die in de literatuur een speciale waarde of significante status wordt toegeschreven
Jeugdliteratuur door de jaren heen (tijdlijn)
- 18de eeuw: NL jeugdliteratuur start rond het begin 18de eeuw. Een scheiding tussen volwassen boeken en kinderboeken onstaat.
*19de eeuw: Naast schrijvende dominees en schoolmeesters is er een opkomst aan professionele schrijvers die bv. historische jeugdboeken schrijven. Er komen ook boeken puur om kinderen te vermaken.
*Na de 2de WO: Nam de jeugdliteratuur vooral toe.
Wat verstaan we onder een kinderboek?
Een boek dat in de eerste instantie bedoeld is voor lezers tot en met de basisschoolleeftijd.
Welke 2 andere soorten boeken zitten er tussen een kinderboek en een volwassen boek?
*Jeugdboek = jongeren in het VO
* Adolescentenliteratuur = voor jongeren van ongeveer 15 t/m 20
Jeugdliteratuur heeft een paar kenmerken (6)
*Woordkeuze
*Zinsbouw
*Vertelperspectief
*Tijd
*Thematiek & onderwerp
*Illustraties
Woordkeuze in jeugdliteratuur
Boeken gemaakt voor kleuters zijn erg simpel. De woorden die erin gebruikt worden zijn kort en duidelijk (bal, hond, mama, kind, broer enz.) Als het boek voor oudere kinderen bedoeld is, gaat de woordenschat wat omhoog.
Zinsopbouw in jeugdliteratuur
Hoe jonger de lezer, hoe korter de zinnen. Er zijn uitzonderingen zoals in Harry Potter waar veel zinnen toch erg lang zijn.
Vertelperspectief (in jeugdliteratuur)
De figuur die het verhaal verteld of vanuit wiens gezichtspunt het verhaal wordt verteld
Vertelperspectief opties:
Ik-verteller (derdepersoonverteller / personale vertelsituatie) = het verhaal wordt vooral via de ik-vorm geleid. “Maar vandaag dacht ik maar eens wat anders te gaan doen.”
Auctoriale / auctoriële perspectief (alwetende verteller) = Deze verteller weet alles. Komt vaak in kinder (prenten) boeken voor.
Tijd in jeugdliteratuur
Hoe jonger het kind, hoe strikter de schrijver zich aan de chronologie moet houden. Een verhaal voor kleuters is het mooist als de vertelde tijd (het tijdsverloop in het verhaal) gelijk is aan de verteltijd (de leestijd).
Thematiek en onderwerp in jeugdliteratuur
*Onderwerp is wat de hoofdpersoon meemaakt / beleefd in het verhaal
* De motieven bepalen het handelingsverloop in het verhaal (wat en waarom de hoofdpersoon (iets) doet)
* Uit deze motieven kun je dan vaak het thema abstraheren, ook al wordt dat in het boek helemaal niet genoemd.
Illustraties in jeugdliteratuur
Voor volwassenen zijn illustraties vaak gereserveerd voor informatieboeken. Maar voor kinderboeken is dit anders. In prentenboeken vormen tekst en illustraties meestal samen de inhoud. Illustraties in kinderboeken verduidelijken vaak het verhaal.
Narratieve teksten
Fictionele teksten zoals romans, poëzie, verhalen enz.
7 handvaten (argumenten) om te zeggen wat wel of niet literatuur is
*Emotivisitsche argument
*Morele argument
*Structurele argument
*Realistische argument
*Stilistische argument
*Intentionele argument
De 5 genres van literatuur
*Klassiekers
*Informatieve boeken
*Sprookjes
*Prentenboeken
*Poëzie
Wanneer valt een boek onder het genre ‘klassieker’?
Er wordt gekeken naar het aantal herdrukken (dus er moeten veel van gedrukt zijn), hoeveel bewerkingen er zijn gedaan van het origineel, voortdurende waardering van de lezers en de literaire kwaliteit
Wanneer valt een boek onder het genre ‘Informatieve boeken’?
Als het doel van het boek is om feitelijke informatie over te dragen. Het gaat door meerdere ‘factcheckers’ om te zorgen dat het werk ook daadwerkelijk klopt
Volkssprookje
Een sprookje dat eeuwen geleden werd overgedragen van ouder op kind en vele jaren ater werden opgeschreven. Elke cultuur heeft zo z’n eigen volkssprookjes.
Cultuursprookje
Een sprookje die schrijvers zelf hebben bedacht. Hans Christiaan Anderson is er zo een. Hij schreef o.a. De Kleine Zeemeermin.
Rijmpjes
Korte teksten die (vaak, maar niet altijd) rijmen