HS 5 Geletterdheid: Lezen Flashcards

(17 cards)

1
Q

Inhouden van leesvaardigheid (jonge kind) 5

A
  • Boekoriëntatie en verhaalbegrip
  • Relaties tussen gesproken en geschreven taal + taalfuncties
  • Taalbewustzijn en alfabetisch principe
  • Functioneel schrijven en lezen
  • Technisch lezen en schrijven
  • Begrijpend lezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(Wat doe je om) Boekoriëntatie en verhaalbegrip (te stimuleren?)

A
  • Voorspellende, concluderende en samenvattende vragen stellen
  • Interactief voorlezen
  • Prentenboeken (gedigitaliseerd of analoog)
  • Controleren of het verhaal begrepen is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(Wat doe je om) Relaties tussen gesproken en geschreven taal + taalfuncties (te stimuleren?)

A

Leerlingen ontdekken door voorbeelden in hun omgeving dat ze door lezen en schrijven boodschappen door kunt geven
* Taaltekeningen
* Kaarten ophangen
* Routines aanhouden
* Naambordjes ophangen / schrijven
* Informatiebordjes
* Stappenplannen gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(Wat doe je om) Taalbewustzijn (te stimuleren?)

A

Leerlingen leren langzaamaan het verschil tussen de vorm en de betekenis van een woord.
* In hoeveel stukjes kun je de namen … klappen?
* Welke naam is langer?
* Waarom heet een lieveheersbeestje zo?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(Wat doe je om) Functioneel schrijven en lezen (te stimuleren?)

A

Spelsituaties waar tekst een functionele rol speelt
* Een reisplanner lezen voordat je ergens heen gaat
* Weerbericht lezen
* Kaartje sturen naar een ziek klasgenootje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De twee onderscheidingen in het Technisch lezen en schrijven

A

Klankzuivere woorden en niet-klankzuivere woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Objectivatie

A

Wanneer taal het objectief is van het denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Klankzuivere woorden

A

Woorden die geschreven worden zoals je ze uitspreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Niet-klankzuivere woorden

A

Woorden die niet precies geschreven worden zoals je ze uitspreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De 4 elementaire leshandelingen die bij Technisch lezen en schrijven aanbod komen:

A
  • Leesrichting (van links naar rechts lezen)
  • Visuele discriminatie (letters onderscheiden)
  • De teken-klankkoppeling (letters leren verklanken)
  • Auditieve synthese (verklankte letters in de juiste volgorde zetten om een woord te vormen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3 aanpakken om de leesvaardigheidsontwikkeling van (de jonge) leerling te stimuleren:

A
  • de leesomgeving
  • leesmotivatie
  • tussendoelen van het Expertisecentrum Nederlands (EN)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ideale leesomgeving van groep 1 en 2:

A
  • Een leeshoek met veel verschillende boeken en een uitnodigende zit plek
  • Themahoek met teksten
  • Een lettermuur / verteltafel waar verhalen kunnen worden nagespeeld
  • Leerkracht laat zelf zien dat zij ook leest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ideale leesomgeving van groep 3 en 4:

A
  • Om het lezen niet saai te maken, zorg dat er in deze jaren ook genoeg aanbod aan leuke boeken of verhalen
  • Gebruik buiten verhaalboeken ook informatieboeken. Dit is een goede voorbereiding op groep 4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leesmotivatie (van het jonge kind)

A
  • Dit helpt enorm om leesvaardig te worden
  • Vrije keuze van boeken is belangrijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tussendoelen beginnende geletterdheid van groep 1 en 2

A

Boekoriëntatie en verhaalbegrip
* Voorspellende concluderende en samenvattende vragen stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(Wat doe je om?) Alfabetisch principe (te stimuleren?)

A

‘Kunnen lezen’ betekent dat je de tekens / grafemen die je ziet aan klanken / fonemen kunt koppelen.
* het maken van een lettermuur
* voorwerpen gebruiken
* het maken van alfabetboeken
* een letter paraplu

17
Q

Fonologisch bewustzijn

A

Realiseren dat woorden uit klankstukken bestaan