HS 5 Geletterdheid: Lezen Flashcards
(17 cards)
Inhouden van leesvaardigheid (jonge kind) 5
- Boekoriëntatie en verhaalbegrip
- Relaties tussen gesproken en geschreven taal + taalfuncties
- Taalbewustzijn en alfabetisch principe
- Functioneel schrijven en lezen
- Technisch lezen en schrijven
- Begrijpend lezen
(Wat doe je om) Boekoriëntatie en verhaalbegrip (te stimuleren?)
- Voorspellende, concluderende en samenvattende vragen stellen
- Interactief voorlezen
- Prentenboeken (gedigitaliseerd of analoog)
- Controleren of het verhaal begrepen is
(Wat doe je om) Relaties tussen gesproken en geschreven taal + taalfuncties (te stimuleren?)
Leerlingen ontdekken door voorbeelden in hun omgeving dat ze door lezen en schrijven boodschappen door kunt geven
* Taaltekeningen
* Kaarten ophangen
* Routines aanhouden
* Naambordjes ophangen / schrijven
* Informatiebordjes
* Stappenplannen gebruiken
(Wat doe je om) Taalbewustzijn (te stimuleren?)
Leerlingen leren langzaamaan het verschil tussen de vorm en de betekenis van een woord.
* In hoeveel stukjes kun je de namen … klappen?
* Welke naam is langer?
* Waarom heet een lieveheersbeestje zo?
(Wat doe je om) Functioneel schrijven en lezen (te stimuleren?)
Spelsituaties waar tekst een functionele rol speelt
* Een reisplanner lezen voordat je ergens heen gaat
* Weerbericht lezen
* Kaartje sturen naar een ziek klasgenootje
De twee onderscheidingen in het Technisch lezen en schrijven
Klankzuivere woorden en niet-klankzuivere woorden
Objectivatie
Wanneer taal het objectief is van het denken
Klankzuivere woorden
Woorden die geschreven worden zoals je ze uitspreekt
Niet-klankzuivere woorden
Woorden die niet precies geschreven worden zoals je ze uitspreekt
De 4 elementaire leshandelingen die bij Technisch lezen en schrijven aanbod komen:
- Leesrichting (van links naar rechts lezen)
- Visuele discriminatie (letters onderscheiden)
- De teken-klankkoppeling (letters leren verklanken)
- Auditieve synthese (verklankte letters in de juiste volgorde zetten om een woord te vormen)
3 aanpakken om de leesvaardigheidsontwikkeling van (de jonge) leerling te stimuleren:
- de leesomgeving
- leesmotivatie
- tussendoelen van het Expertisecentrum Nederlands (EN)
Ideale leesomgeving van groep 1 en 2:
- Een leeshoek met veel verschillende boeken en een uitnodigende zit plek
- Themahoek met teksten
- Een lettermuur / verteltafel waar verhalen kunnen worden nagespeeld
- Leerkracht laat zelf zien dat zij ook leest
Ideale leesomgeving van groep 3 en 4:
- Om het lezen niet saai te maken, zorg dat er in deze jaren ook genoeg aanbod aan leuke boeken of verhalen
- Gebruik buiten verhaalboeken ook informatieboeken. Dit is een goede voorbereiding op groep 4
Leesmotivatie (van het jonge kind)
- Dit helpt enorm om leesvaardig te worden
- Vrije keuze van boeken is belangrijk
Tussendoelen beginnende geletterdheid van groep 1 en 2
Boekoriëntatie en verhaalbegrip
* Voorspellende concluderende en samenvattende vragen stellen
(Wat doe je om?) Alfabetisch principe (te stimuleren?)
‘Kunnen lezen’ betekent dat je de tekens / grafemen die je ziet aan klanken / fonemen kunt koppelen.
* het maken van een lettermuur
* voorwerpen gebruiken
* het maken van alfabetboeken
* een letter paraplu
Fonologisch bewustzijn
Realiseren dat woorden uit klankstukken bestaan