HS 16: De frontale lob Flashcards

1
Q

4 algemene structuren in frontale lob

A
  1. primaire motor cortex V1
  2. premotor cortex
  3. prefrontale cortex PFC
  4. anterieur cingulate
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

primair naar tertiair in frontale lob?

A

primair: m1
secundair: premotor cortex + SMA + frontal eye fields
tertiair: PFC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 delen PFC

A
  1. dorsolaterale PFC

> mentale activiteiten doelgericht plannen en uitvoeren

  1. orbitofrontale PFC

> emotionele en sociale aanpassing (remming)

  1. ventromediale PFC

> initiatie en handhaving van doelgerichte activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoofdfunctie primaire motor cortex

A

uitvoeren van beweging

> verbinding met spinale motor neuronen

> verbinding met basale ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoofdfunctie premotor cortex

ventraal vs dorsaal?

A

hoofd: selecteren van beweging uit lexicon
ventraal: bevat spiegelneuronen
dorsaal: kiezen van beweging

beinvloeden van beweging of direct via corticospinale paden of via M1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

functie: frontal eye fields

A

actie voor visie: ik ga nu kijken!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verbinding dorsolaterale PFC

A

dorsolaterale PFC:

> informatie uit posterieur parietaal en STS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verbinding orbitogrontale PFC

A

orbitofrontale PFC:

> temporale kwab, STS, amygdala

> rol in emotionele responsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verbinding ventromediale PFC

A

ventromediale PFC:

> input uit DLPFC, mediaal temporaal, cingulate cortex

> connecties met amygdala, hypothalamus

zeer belangrijk bij stemmingsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

laesie in orbitifrontale PFC, gevolgen?

A

orbitofrontaal belangrijkste functie impulscontrole, projecteerd naar

> amygdala - angst

> hypothalamus - HPA as/Stress

laesie: enorm angst/stress of juist niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar komen inter gedrevene cues vandaan?

A

uit de supplementary areas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitleg:

default netwerk

salience netwerk

A

default netwerk:

> actief als wij in rust zijn

> maar ook denken aan verleden, afdwalen

salience netwerk:

> actief als er een gedragsverandering moet plaatsvinden

> moduleert activiteit van andere netwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

PFC controleert cognitieve processen die beweging selecteren

op basis van welke informatie? (4)

A
  1. interne cues - op basis van temporale geheugen
  2. externe cues - op basis van cues uit omgeving
  3. context - op basis van sociale omgeving
  4. zelfkennis - op basis van autonoetisch bewustzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

asymmetrie in frontale lob

A

LH: taalgerelateerde bewegingen incl spraak

RH: gezichtsuitdrukkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schade aan primaire motor gebieden

A

schade primair motorisch

> achteruitgang fijne motoriek, snelheid, kracht

> hemiparese + spasticiteit

> contralateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

schade secundaire motorische gebieden

A

secundair motorisch:

> sterke connecties met subcorticaal

> juiste volgorde van bewegingen

> stoornissen in vloeiendheid van beweging

> visueel scannen

> corollary discharge

17
Q

wat is corollary discharge?

A

wanneer je je oog gaat bewegen maakt je een neural signaal wat je waarschuwt dat jij gaat bewegen zodat jij niet denkt dat de wereld beweegt

> wordt ook reafferentie genoemd

18
Q

frontale lob laesie:

4 categorieen symptomen

A
  1. verstoorde motorische functie
  2. verlies van divergent denken
  3. omgevingscontrole van gedrag
  4. slecht temporaal geheugen
19
Q

kenmerken afasie van broca

A

broca: motorische, expressieve, non fluent afasie

> moeite met spreken

> begrijp taal deels wel

> langzaam spreken

> simpele grammaticale structuur

20
Q

wat is convergent/divergent denken?

A

convergent: een correct antwoord op vraag
divergent: geen correct antwoord

> het gaat erom hoe varierend jouw antwoorden zijn

> divergent gaat achteruit bij frotale lob schade

21
Q

schade orbitaal PFC (dorsolateraal PFC)

A

> verminderd sociaal en seksueel gedrag

22
Q

peudodepressie:

waar schade?

symptomen?

A

pseudodepressie: bilateraal frontaal (links)

symptomen:

> depressieve symptomen

23
Q

pseudopsychopathie:

waar schade?

symptomen?

A

pseudopsychopathy: bilateraal frontaal (rechts)

symptomen:

> onvolwassend gedrag

> verminderd tact

> grove taal

> vreemd seksueel gedrag

> verhoogde motorische activiteit

> eventueel incontinentie