Laudon Hoofdstuk 1 Flashcards

(37 cards)

1
Q

Aanvullende maatregelen

A

Maatregelen die nodig zijn om waarde te halen uit een primaire investering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bedrijfsfuncties

A

Gespecialiseerde taken binnen organisaties, zoals verkoop en marketing, productie, financiën, boekhouding en personeelszaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bedrijfsinformatiesystemen

A

Informatiesystemen op het managementniveau binnen een organisatie die de functies van planning, controle en besluitvorming ondersteunen door overzichten en rapportages van afwijkingen te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bedrijfsmodel

A

Beschrijft hoe een bedrijf een product produceert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bedrijfsprocessen

A

Unieke manier waarop organisaties werkactiviteiten, informatie en kennis coördineren en organiseren om een product of dienst te produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beurs

A

Soort online forum waar kopers producten kunnen kopen van verkopers via een vraag aanbod systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Computer hardware

A

De fysieke apparatuur die wordt gebruikt voor input, verwerking en outputactiviteiten in een informatiesysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Computerkennis

A

Kennis van informatietechnologie, voornamelijk van hoe computer gebaseerde technologieën werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Computersoftware

A

De gedetailleerd geprogrammeerde instructies die de hardwarecomponenten in een informatiesysteem controleren en coördineren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cultuur

A

De fundamentele set overtuigingen waarden en manieren waarop dingen worden gedaan die door de meeste werknemers wordt geaccepteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Datamanagementtechnologie

A

Software die de organisatie van gegevens op fysieke opslagmedia regelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Digitale onderneming

A

Organisaties die bijna alle belangrijke bedrijfsprocessen en relaties met klanten, leveranciers en werknemers digitaal realiseren en belangrijke bedrijfsmiddelen digitaal beheren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Extranet

A

Intranet dat beschikbaar is voor geautoriseerde gebruikers buiten de organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Feedback

A

Output die wordt terug gegeven aan de leden van de organisatie die de input daarna kunnen evalueren of corrigeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gegevens

A

Stromen onbewerkte feiten die gebeurtenissen vertegenwoordigen die plaatsvinden binnen organisaties of in de fysieke omgeving, voordat ze worden georganiseerd e geordend in een vorm die mensen kunnen begrijpen en gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gegevensverwerkers

A

Mensen, bijvoorbeeld secretaresses of boekhouders, die administratieve taken binnen de organisatie uitvoeren.

17
Q

Hoger Management

A

Mensen die bovenaan staan in de hiërarchie binnen een organisatie en verantwoordelijk zijn voor lange termijn beslissingen.

18
Q

Informatie

A

Gegevens die in een vorm zijn gegoten die voor mensen begrijpelijk en bruikbaar zijn.

19
Q

Informatiesysteem

A

Aan elkaar gerelateerde componenten die samenwerken om informatie te verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden ter ondersteuning van besluitvorming, coördinatie, controle, analyse en visualisatie binnen een organisatie.

20
Q

Informatietechnologie (IT)

A

Alle hardware en software die een onderneming nodig heeft om zijn bedrijfsdoelstellingen te realiseren.

21
Q

Informatietechnologie infrastructuur

A

De technologie voor de hardware, software, gegevens en opslag, en de netwerken bieden een combinatie van gedeelde IT bronnen binnen de organisatie.

22
Q

Input

A

Het verzamelen van onbewerkte gegevens binnen de organisatie of de externe omgeving voor verwerking in een informatiesysteem.

23
Q

Internet

A

Internationaal netwerk van netwerken een verzameling van honderdduizenden particulieren en publieke netwerken.

24
Q

Intranet

A

Een intern netwerk gebaseerd op internet en www technologie en standaarden.

25
Kennis van informatiesystemen
Breed begrip van informatiesystemen, inclusief gedragsmatige kennis van de organisaties en individuen die de informatiesystemen gebruiken, naast de technische kennis van computers.
26
Kenniswerkers
Mensen, zoals technici, wetenschapers en architecten die producten of diensten ontwerpen of kennis voor de organisatie ontwikkelen.
27
Middenmanagement
Mensen in het midden van de organisatorische hiërarchie, die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de programma's en plannen van het hoger management.
28
Netwerk
Het koppelen van twee of meer computers om data of bronnen zoals een printer te delen.
29
Netwerk- en telecommunicatie-technologie
Fysieke apparatuur en software die verschillende hardware elementen aan elkaar koppelen en gegevens van de ene fysieke locatie naar de andere versturen.
30
Operationeel management
Mensen die de dagelijkse activiteiten binnen de onderneming controleren.
31
Output
Het distribueren van de verwerkte informatie aan mensen die deze informatie zullen gebruiken of aan de activiteiten waarvoor de informatie nodig is.
32
Productie- en servicewerkers
Mensen die de producten en diensten van de organisatie produceren.
33
Socialenetwerksites
Online gemeenschap voor het uitbreiden van het aantal sociale contacten door het leggen van contacten via zakelijke of privéconnecties.
34
Socio-technisch gezichtspunt
Bij dit gezichtspunt wordt optimale organisatorische prestatie bereikt door zowel de sociale als de technische systemen die in productie worden gebruikt te optimaliseren.
35
Verwerking
Het omzetten, manipuleren en analyseren van onbewerkte input in een vorm die meer betekent voor mensen.
36
Word Wide Web
Een systeem met universeel geaccepteerde standaarden voor het opslaan, vinden, formatteren en weergeven van informatie in een netwerkomgeving.
37
Wie trakteer jij vrijdag 16-6-2022 op één of misschien wel twee biertjes?
Fred natuurlijk 😜